Overwegingen bij COM(2021)804 - Interne markten voor hernieuwbare gassen, aardgas en waterstof (herschikking)

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

 
 
 nieuw 

1) Verordening (EG) nr. 715/2009 4 van het Europees Parlement en de Raad is herhaaldelijk en ingrijpend gewijzigd. Aangezien nieuwe wijzigingen nodig zijn, dient ter wille van de duidelijkheid tot herschikking te worden overgegaan.


 715/2009 overweging 1 (aangepast)

2) Met de interne markt voor aardgas, die sinds 1999 geleidelijk tot stand is gebracht, wordt beoogd alle consumenten in de Gemeenschap  Unie  — zowel ▪particulieren als bedrijven — echte keuzevrijheid te bieden, nieuwe kansen voor het bedrijfsleven te scheppen en grensoverschrijdende handel te bevorderen, teneinde efficiëntieverbeteringen, concurrerende prijzen en een betere dienstverlening te bewerkstelligen en de voorzieningszekerheid en duurzaamheid in de hand te werken.


 nieuw 

3) De Europese Green Deal en de klimaatwet stellen het streefcijfer voor de EU om uiterlijk 2050 klimaatneutraal te worden op zodanige wijze dat het bijdraagt tot het concurrentievermogen, groei en banen in Europa. Om koolstofvrije gasmarkten op te zetten en te laten bijdragen tot de energietransitie, zijn aanzienlijk hogere aandelen hernieuwbare energiebronnen in een geïntegreerd energiesysteem vereist, met actieve deelname van de afnemers in concurrerende markten.

4) Deze verordening beoogt de penetratie van hernieuwbare en koolstofarme gassen in het energiesysteem te bevorderen en de rol van fossiel gas te verkleinen, en om die nieuwe gassen een belangrijke rol te laten spelen bij de verwezenlijking van de klimaatdoelstellingen van de EU voor 2030 en klimaatneutraliteit in 2050. De verordening beoogt verder een regelgevend kader op te zetten dat alle marktspelers stimuleert en in staat stelt de overgangsrol van fossiel gas in aanmerking te nemen bij de planning van hun activiteiten om lock-in-effecten te vermijden en een geleidelijke en tijdige uitfasering van fossiel gas te waarborgen, met name in alle relevante industriële sectoren en voor verwarmingsdoeleinden.

5) De waterstofstrategie van de EU onderkent dat, in het licht van het uiteenlopende potentieel van de EU-lidstaten voor de productie van hernieuwbare waterstof, een open en concurrerende EU-markt met onbeperkte grensoverschrijdende handel belangrijke voordelen biedt voor de mededinging, de betaalbaarheid en de leveringszekerheid. Bovendien wordt benadrukt dat het toewerken naar een liquide markt met een op grondstoffen gebaseerde waterstofhandel de deelname van nieuwe producenten zou vergemakkelijken en gunstig zou zijn voor een verdergaande integratie met andere energiedragers. Het zou realistische prijssignalen geven voor investeringen en operationele beslissingen. De voorschriften moeten dus bevorderlijk zijn voor de opkomst van waterstofmarkten en op grondstoffen gebaseerde waterstofhandel en liquide handelshubs, en de lidstaten moeten onnodige belemmeringen hiervoor wegnemen. Hoewel moet worden erkend dat er inherente verschillen zijn, moet worden overwogen de bestaande regels die efficiënte handelstransacties voor de elektriciteits- en gasmarkten mogelijk maken, ook op de waterstofmarkt toe te passen.


 715/2009 overweging 2

Richtlijn 2003/55/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2003 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor aardgas 5 en Verordening (EG) nr. 1775/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 28 september 2005 betreffende de voorwaarden voor de toegang tot aardgastransmissienetten 6 hebben in belangrijke mate bijgedragen tot de totstandkoming van een dergelijke interne markt voor aardgas.


 715/2009 overweging 3

De ervaring met de uitvoering en voortgangscontrole van een eerste pakket Richtsnoeren voor goede praktijk dat in 2002 is vastgesteld door het Europees Regelgevend Forum voor gas ("het forum van Madrid") leert dat, teneinde de volledige uitvoering van de regels van deze Richtsnoeren in alle lidstaten te verzekeren en in de praktijk een minimumwaarborg voor gelijke voorwaarden op het gebied van markttoegang te verschaffen, ervoor moet worden gezorgd dat deze wettelijk afdwingbaar worden.


 715/2009 overweging 4

Een tweede pakket gemeenschappelijke regels ”de tweede Richtsnoeren voor goede praktijk” is vastgesteld op de vergadering van het forum van Madrid van 24-25 september 2003. Deze verordening moet derhalve, op basis van deze richtsnoeren, basisprincipes en regels vaststellen betreffende nettoegang en derdentoegangsdiensten, congestiebeheer, transparantie, balancering en het verhandelen van capaciteitsrechten.


 715/2009 overweging 5 (aangepast)

6) [De in COM(2021) xxx voorgestelde herschikte gasrichtlijn]  Richtlijn 2009/73/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor aardgas 7 biedt de mogelijkheid tot een gecombineerde transmissie- en distributiesysteembeheerder. Derhalve hoeft uit hoofde van deze verordening geen wijziging te worden aangebracht in de organisatie van de nationale transmissie- en distributiesystemen die stroken met de toepasselijke bepalingen van deze richtlijn.


 715/2009 overweging 6

Hogedrukpijpleidingen die plaatselijke distributeurs met het gasnet verbinden en die niet in de eerste plaats voor lokale aardgasdistributie worden gebruikt, vallen binnen het toepassingsgebied van deze verordening.


 715/2009 overweging 7

 nieuw 

7) Er moeten criteria worden vastgesteld voor de berekening van de tarieven voor toegang tot het net opdat deze tarieven volledig voldoen aan het beginsel van niet-discriminatie en aan de behoeften van een goed functionerende interne markt. Daarbij moet ten volle rekening worden gehouden met de noodzakelijke systeemintegriteit. Bovendien moeten de tarieven een afspiegeling vormen van de werkelijke kosten, voor zover deze overeenkomen met die van een efficiënte, structureel vergelijkbare netbeheerder en transparant zijn, waarbij wordt gelet op een redelijke winst op de investeringen,  en ze de integratie van hernieuwbare en koolstofarme gassen mogelijk maken   en, in voorkomend geval, rekening wordt gehouden met de benchmarking van de tarieven door de regulerende instanties.  De voorschriften inzake nettoegangstarieven in deze verordening worden aangevuld met nadere voorschriften inzake nettoegangstarieven, met name in de op basis van deze verordening vastgestelde netcodes en richtsnoeren, in [de TEN-E-verordening als voorgesteld in COM(2020) 824 final], [de methaanverordening als voorgesteld in COM(2021) xxx], Richtlijn (EU) 2018/2001 en [de energie-efficiëntierichtlijn als voorgesteld in COM(2021) 558 final]. 


 nieuw 

8) Het is doorgaans het efficiëntst om infrastructuur te financieren uit van de gebruikers van die infrastructuur verkregen inkomsten, en om kruissubsidies te voorkomen. Bovendien zijn kruissubsidies, in het geval van gereguleerde activa, onverenigbaar met het algemene beginsel van kostengeoriënteerde tarieven. In uitzonderlijke gevallen kunnen kruissubsidies maatschappelijke baten hebben, met name tijdens de vroege fasen van netontwikkeling, als de geboekte capaciteit laag is ten opzichte van de technische capaciteit, en er aanzienlijke onzekerheid bestaat wanneer de toekomstige vraag naar capaciteit zal ontstaan. Daarom kunnen kruissubsidies in een vroeg stadium bijdragen tot redelijke en voorspelbare tarieven voor netgebruikers en de risico’s voor investeringen voor netbeheerders verlagen. Aldus kunnen kruissubsidies bijdragen tot een investeringsklimaat dat de decarbonisatiedoelstellingen van de Unie ondersteunt. Kruissubsidies moeten niet worden gefinancierd door netgebruikers in andere lidstaten, direct noch indirect. Daarom is het passend om de financiering van kruissubsidies alleen te heffen op exitpunten van eindgebruikers binnen dezelfde lidstaat. Omdat kruissubsidies uitzonderlijk zijn, moet bovendien worden gewaarborgd dat ze proportioneel, transparant, en beperkt in de tijd zijn en onder regulerend toezicht staan.


 715/2009 overweging 8

Bij de berekening van de tarieven voor de toegang tot netten is het van belang dat rekening wordt gehouden met de werkelijke kosten, voor zover deze overeenkomen met die van een efficiënte, structureel vergelijkbare netbeheerder en transparant zijn, en met de noodzaak om een redelijke winst op de investeringen te genereren en stimulansen te scheppen voor de aanleg van nieuwe infrastructuur, inclusief een speciale regelgevende behandeling van nieuwe investeringen als bepaald in Richtlijn 2009/73/EG. In dat verband zal, met name als er sprake is van daadwerkelijke concurrentie tussen pijpleidingen, de benchmarking van tarieven door de regulerende instanties een relevant punt van overweging zijn.


 715/2009 overweging 9 (aangepast)

 nieuw 

9) Het gebruik van marktgerichte regelingen, zoals veilingen, om tarieven vast te stellen moet stroken met de bepalingen van [de in COM(2021) xxx voorgestelde herschikte gasrichtlijn]   Richtlijn 2009/73/EG   en Verordening (EU) 2017/459 van de Commissie  .


 715/2009 overweging 10 (aangepast)

10) Een gemeenschappelijk minimumpakket van derdentoegangsdiensten is nodig om in de hele Gemeenschap  Unie , in de praktijk voor een gemeenschappelijke minimumtoegangsnorm te zorgen, teneinde te waarborgen dat derdentoegangsdiensten voldoende compatibel zijn en de voordelen van een goed functionerende interne markt voor aardgas kunnen worden benut.


 715/2009 overweging 11 (aangepast)

Momenteel zijn er nog obstakels om in de Gemeenschap op voet van gelijkheid, zonder discriminatie of benadeling, gas te verkopen. Er is met name nog steeds niet in elke lidstaat sprake van een niet-discriminerende netwerktoegang en van een gelijk niveau van toezicht door de regulerende instanties en er bestaan nog steeds geïsoleerde markten.


 nieuw 

11) Regelingen inzake derdentoegang moeten worden gebaseerd op de beginselen in deze verordening. De organisatie van entry-exitsystemen, die een vrije allocatie van gas op basis van vaste capaciteit toestaan, is al in oktober 2013 verwelkomd door het XXIVe Forum van Madrid. Daarom moet een definitie van entry-exitsysteem worden ingevoerd en de integratie van het distributiesysteemniveau in de balanceringszone worden gewaarborgd, om een gelijk speelveld te helpen creëren voor hernieuwbare en koolstofarme gassen die verbonden zijn met het transmissie- of het distributieniveau. Tariefbepaling voor distributiesysteembeheerders en de organisatie van capaciteitsallocatie tussen het transmissie- en distributiesysteem moeten worden overgelaten aan de regelgevende instanties op basis van de in [de in COM(2021) xxx voorgestelde herschikte gasrichtlijn] verankerde beginselen.

12) Toegang tot het entry-exitsysteem moet in het algemeen op vaste capaciteit gebaseerd zijn. Netbeheerders moeten zo samenwerken dat het aanbod van vaste capaciteit maximaal is, waardoor netgebruikers het gas dat binnenkomt of uitgaat op basis van vaste capaciteit vrij kunnen toewijzen aan ieder entry- of exitpunt in hetzelfde entry-exitsysteem.

13) Voorwaardelijke capaciteit moet alleen wordt aangeboden als netbeheerders geen vaste capaciteit kunnen aanbieden. Netbeheerders moeten de voorwaarden voor voorwaardelijke capaciteit op basis van operationele beperkingen transparant en helder definiëren. De regulerende instantie moet waarborgen dat het aantal voorwaardelijkecapaciteitsproducten beperkt is om versnippering van de markt te voorkomen en om te zorgen dat het beginsel van efficiënte derdentoegang wordt nageleefd.


 715/2009 overweging 12

14) Ter voltooiing van de interne markt voor gas moet een afdoende grensoverschrijdende gasinterconnectiecapaciteit worden bewerkstelligd en moet de marktintegratie worden bevorderd.


 715/2009 overweging 13

In de mededeling van de Commissie van 10 januari 2007”Een energiebeleid voor Europa” is benadrukt hoe belangrijk het is de interne markt voor aardgas te voltooien en een gelijk speelveld voor alle aardgasbedrijven uit de Gemeenschap tot stand te brengen. De mededelingen van de Commissie van 10 januari 2007 getiteld ”de vooruitzichten voor de interne gas- en elektriciteitsmarkt” en ”Onderzoek op grond van artikel 17 van Verordening (EG) nr. 1/2003 naar de Europese gas- en elektriciteitssectoren (Eindverslag)” hebben aangetoond dat de huidige voorschriften en maatregelen niet het nodige kader verschaffen noch ervoor zorgen dat en interconnectiecapaciteit wordt gecreëerd om de doelstelling van een goed functionerende, efficiënte en open interne markt te realiseren.


 715/2009 overweging 14

Bovendien moet het bestaande reguleringskader nauwgezet worden uitgevoerd, en anderzijds moet het reguleringskader voor de interne markt voor aardgas van Verordening (EG) nr. 1775/2005 in de zin van die mededelingen worden aangepast.


 715/2009 overweging 15 (aangepast)

 nieuw 

15) Er is meer in het bijzonder een grotere samenwerking en coördinatie tussen transmissiesysteembeheerders  en, indien van toepassing, distributiesysteembeheerders  vereist om netcodes in te voeren voor de verlening en het beheer van daadwerkelijke en transparante toegang tot de transmissienetwerken over de grenzen heen te verwezenlijken, om, met inachtneming van het milieu, een gecoördineerde en voldoende toekomstgerichte planning en een deugdelijke technische ontwikkeling van het transmissie aardgas systeem, inclusief het creëren van interconnectiecapaciteit, in de Gemeenschap  Unie te waarborgen. De netcodes moeten in overeenstemming zijn met de door het Agentschap van de Europese Unie voor de samenwerking tussen energieregulators (“ACER”) , opgericht  overeenkomstig bij Verordening (EU) 2019/942 8   9  (EG) nr. 713/2009 van het Europees Parlement en de Raad, van 13 juli 2009 tot oprichting van het Agentschap voor de samenwerking tussen energieregulators 10 (”het Agentschap”) geformuleerde kaderrichtsnoeren die niet-bindend van aard zijn (“kaderrichtsnoeren”). ACER  Het Agentschap moet betrokken worden bij de beoordeling, op feitelijke basis, van ontwerpnetcodes, waaronder de vraag of zij aan de kaderrichtsnoeren voldoen, en het kan de Commissie aanbevelen die netcodes goed te keuren. ACER  Het Agentschap dient ook de voorgestelde wijzigingen op de netcodes te beoordelen, en het kan de Commissie aanbevelen die wijzigingen goed te keuren. Transmissiesysteembeheerders moeten hun netten volgens deze netcodes beheren.


 715/2009 overweging 16 (aangepast)

 nieuw 

16) Teneinde in de Gemeenschap   Unie een optimaal beheer van het gastransmissienet te garanderen, moet een Europees netwerk van transmissiesysteembeheerders voor gas (“het ENTSB voor gas”) worden voorzien  opgericht. De taken van het ENTSB voor gas moeten worden uitgeoefend met inachtneming van de communautaire  EU- mededingingsregels, die op de beslissingen van het ENTSB voor gas van toepassing blijven  zijn . De taken van het ENTSB voor gas moeten nauwkeurig worden omschreven en zijn werkmethode moet efficiëntie, transparantie en de representatieve natuur van het ENTSB voor gas garanderen. De door het ENTSB voor gas opgestelde netcodes zijn niet bedoeld om de noodzakelijke nationale netcodes voor niet-grensoverschrijdende kwesties te vervangen. Aangezien met een benadering op regionaal niveau effectievere vooruitgang kan worden geboekt, moeten de transmissiesysteembeheerders binnen de overkoepelende samenwerkingsstructuur regionale structuren opzetten en er tegelijkertijd voor zorgen dat de resultaten op regionaal niveau stroken met de netcodes en niet-bindende tienjarige netontwikkelingsplannen op het niveau van de Unie  Gemeenschapsniveau . Samenwerking binnen dergelijke regionale structuren vergt een daadwerkelijke ontvlechting van netwerkactiviteiten enerzijds en productie- en leveringsactiviteiten anderzijds, anders houdt regionale samenwerking tussen transmissiesysteembeheerders een risico van concurrentieverstorend gedrag in. De lidstaten moeten de samenwerking bevorderen en toezien op de effectieve werking van de netwerk op regionaal niveau. De samenwerking op regionaal niveau moet verenigbaar zijn met de vooruitgang naar een concurrerende en efficiënte interne markt voor aardgas   gassen  .


 715/2009 overweging 17 (nieuw)

Alle marktspelers hebben belang bij de werkzaamheden die van het ENTSB voor gas worden verwacht. Daarom is een effectieve raadplegingsprocedure van essentieel belang en moeten de bestaande structuren die zijn opgezet om de raadplegingsprocedures te vergemakkelijken en te stroomlijnen, zoals de Europese organisatie voor de stroomlijning van energie-uitwisseling, nationale regulators of het Agentschap, een belangrijke rol spelen.


 715/2009 overweging 18 (aangepast)

 nieuw

17) Om voor meer transparantie te zorgen met betrekking tot de ontwikkeling van het gastransmissienetwerk in de Gemeenschap  Unie , moet het ENTBS voor gas  op basis van een gezamenlijk scenario en een onderling samenhangende model   een niet-bindend tienjarig netontwikkelingsplan dat de gehele Gemeenschap   Unie  dekt, opstellen, publiceren en regelmatig bijwerken. Rendabele gastransmissienetwerken en de nodige regionale interconnecties, die relevant zijn vanuit commercieel oogpunt en vanuit het oogpunt van leveringszekerheid, moeten deel uitmaken van dat netontwikkelingsplan.


 715/2009 overweging 19

 nieuw 

18) Om de concurrentie door middel van de liquide groothandelsmarkten voor gas te vergroten, is het van essentieel belang dat gas onafhankelijk van de locatie in het systeem kan worden verhandeld. Dit kan alleen als netgebruikers de vrijheid krijgen om entry- en exitcapaciteit los te boeken, zodat er een gastransport via zones en niet langs contractuele paden ontstaat. Om de vrijheid van onafhankelijke boekingscapaciteit op entry- en exitpunten te waarborgen, moeten de tarieven van een entrypunt dus los staan van de tarieven van een exitpunt en moeten ze voor die punten afzonderlijk worden aangeboden, en het tarief mag de entry- en exitkosten niet in een enkele prijs bundelen.  Op het zesde Forum van Madrid van 30 en 31 oktober 2002 hebben de meeste belanghebbenden al een voorkeur uitgesproken voor entry-exitsystemen om de concurrentie te bevorderen. De tarieven dienen niet afhankelijk te zijn van de transportroute; de tarieven voor een of meer entrypunten en de tarieven voor een of meer exitpunten dienen derhalve geen verband met elkaar te houden.


 nieuw 

19) Verordening (EU) nr. 312/2014 van de Commissie tot vaststelling van een netcode inzake gasbalancering van transmissienetten stelt regels voor het opzetten van technische regels om een balanceringsregimes op te bouwen, maar laat vrijheid voor uiteenlopende ontwerpkeuzen per balanceringsregime dat in een specifiek entry-exitsysteem wordt toegepast. De combinatie van keuzen leidt tot specifieke balanceringsregimes die in een specifiek entry-exitsysteem wordt toegepast, die momenteel grotendeels samenvallen met het grondgebied van de lidstaten.

20) Netgebruikers hebben de verantwoordelijkheid om hun invoedingen in balans te brengen met hun onttrekkingen, waarbij handelsplatforms zijn opgericht om de handel in gas tussen netgebruikers vergemakkelijken. Om hernieuwbare en koolstofarme gassen beter in het entry-exitsysteem te integreren, moet de balanceringszone ook het distributiesysteemniveau omvatten. Het virtuele handelsplatform moet worden gebruikt om gas tussen de clearingsrekeningen van netgebruikers uit te wisselen.


 715/2009 overweging 20

21) Verwijzingen naar geharmoniseerde transportcontracten in de context van niet-discriminerende toegang tot het net van transmissiesysteembeheerders houden niet in dat de termen en voorwaarden van de transportcontracten van een bepaalde transmissiesysteembeheerder in een lidstaat dezelfde moeten zijn als die van een andere transmissiesysteembeheerder in die lidstaat of in een andere lidstaat, behoudens waar minimumeisen zijn vastgesteld waaraan alle transportcontracten moeten voldoen.


 715/2009 overweging 21

Er bestaat een aanzienlijke contractuele congestie op de gasnetten. De congestiebeheer- en capaciteitsallocatiebeginselen voor nieuwe of onlangs gesloten contracten berusten daarom op de vrijgave van ongebruikte capaciteit waarbij netgebruikers in staat worden gesteld om hun gecontracteerde capaciteit door te verhuren of door te verkopen en transmissiesysteembeheerders ongebruikte capaciteit ten minste op 'day-ahead'-basis en afschakelbaar op de markt moeten aanbieden. Gezien de grote omvang van bestaande contracten en de noodzaak om een echt gelijk speelveld te creëren tussen gebruikers van nieuwe en van bestaande capaciteit, moeten deze beginselen worden toegepast op alle gecontracteerde capaciteit, dus ook de bestaande contracten.


 715/2009 overweging 22

Hoewel de fysieke congestie van de netten momenteel zelden een probleem is in de Gemeenschap, kan het er in de toekomst een worden. Het is derhalve belangrijk het basisprincipe vast te stellen voor de allocatie van capaciteit op overbelaste netten.


 715/2009 overweging 23

Uit de marktonderzoeken die de nationale regelgevende instanties en de Commissie in de loop van de voorbije jaren hebben uitgevoerd, is gebleken dat de thans geldende transparantievereisten en voorschriften voor de toegang tot de infrastructuur ontoereikend zijn om een echte, goed werkende, open en efficiënte interne markt voor aardgas te waarborgen.


 715/2009 overweging 24

22) Gelijke toegang tot informatie over de fysieke toestand en de doelmatigheid van het systeem is noodzakelijk opdat alle marktspelers zich een oordeel over de totale vraag- en aanbodsituatie kunnen vormen en de redenen voor bewegingen van de groothandelsprijs kunnen onderkennen. Dit betekent onder meer dat nauwkeuriger informatie moet worden verschaft over vraag en aanbod, netcapaciteit, flows en onderhoud, balancering en beschikbaarheid en gebruik van opslag. Gezien het belang van deze informatie voor de werking van de markt is versoepeling van de bestaande publicatiebeperkingen om redenen van vertrouwelijkheid noodzakelijk.


 715/2009 overweging 25

23) Vertrouwelijkheidsvoorschriften voor commercieel gevoelige informatie zijn echter van groot belang als het gegevens met een voor het bedrijf commercieel strategisch karakter betreft, als een opslaginstallatie slechts één gebruiker heeft, of als het gaat om gegevens over exitpunten binnen een systeem of subsysteem die niet met een ander transmissie- of distributiesysteem verbonden zijn maar met een enkele industriële eindverbruiker indien door de publicatie van dergelijke gegevens vertrouwelijke informatie over het productieproces van deze verbruiker wordt vrijgegeven.


 715/2009 overweging 26

24) Om het vertrouwen in de markt te versterken, moeten marktspelers de zekerheid hebben dat op misbruik doeltreffende, evenredige en afschrikkende sancties worden gesteld. De bevoegde autoriteiten moeten de bevoegdheid krijgen vermoedens van marktmisbruik daadwerkelijk te onderzoeken. Daartoe is het nodig dat de bevoegde autoriteiten toegang hebben tot gegevens die informatie verschaffen over operationele beslissingen van leveranciers. Op de gasmarkt worden al deze beslissingen aan de systeembeheerders gemeld in de vorm van capaciteitsreserveringen, nominaties en gerealiseerde flows. Systeembeheerders moeten informatie daarover gedurende een bepaalde termijn in gemakkelijk te raadplegen vorm ter beschikking van de bevoegde autoriteiten houden. De bevoegde autoriteiten moeten er verder regelmatig op toezien dat de transmissiesysteembeheerders de regels naleven.


 715/2009 overweging 27

 nieuw 

25) Er is in sommige lidstaten sprake van een gebrekkige toegang tot aard gasopslag- en LNG-installaties. Daarom moet de tenuitvoerlegging van de bestaande regelgeving verbeterd worden  , ook op transparantiegebied. Die verbeteringen moeten het potentieel en het gebruik van hernieuwbare en koolstofarme gassen voor die installaties in de interne markt in aanmerking nemen.  Uit onderzoek van de Europese groep van regulerende instanties voor elektriciteit en gas is gebleken dat de voor opslagsysteembeheerders geldende vrijwillige richtsnoeren voor goede praktijk met betrekking tot de toegang van derden, waarover de belanghebbenden op het Forum van Madrid het eens waren geworden, onvoldoende worden gevolgd en daarom bindend moeten worden verklaard.


 715/2009 overweging 28

 nieuw

26) Door de transmissiesysteembeheerders beheerde niet-discriminerende en transparante balanceringssystemen voor  aard  gas zijn belangrijke mechanismen, met name voor nieuwkomers op de markt, die het mogelijk moeilijker hebben om hun totale verkoopportefeuille in balans te houden dan gevestigde ondernemingen binnen een relevante markt. Derhalve moeten regels worden vastgesteld die garanderen dat de transmissiesysteembeheerders dergelijke mechanismen beheren op een wijze die verenigbaar is met niet-discriminerende, transparante en effectieve toegangsvoorwaarden voor het net.


 715/2009 overweging 29

Het verhandelen van primaire rechten op capaciteit vormt een belangrijk onderdeel van het ontwikkelen van een concurrerende markt en het creëren van liquiditeit. In deze verordening moeten derhalve basisregels voor dit verhandelen worden vastgesteld.


 715/2009 overweging 30

 nieuw 

27) De nationale regulerende instanties moeten ervoor zorgen dat de in deze verordening neergelegde voorschriften en de op basis van deze verordening en de netcodes  vastgestelde richtsnoeren in acht worden genomen.


 715/2009 overweging 31 (aangepast)

 nieuw 

28) In de bij deze verordening gevoegde richtsnoeren worden specifieke   meer gedetailleerde uitvoeringsbepalingen vastgesteld op basis van de tweede ”Richtsnoeren voor goede praktijk”. Deze regels zullen    moeten  zich in de loop der tijd waar nodig ontwikkelen, rekening houdend met de verschillen tussen de nationale gassystemen  en de ontwikkeling daarvan  .


 715/2009 overweging 32

29) Wanneer de Commissie voorstelt de als bijlage bij de verordening opgenomen richtsnoeren te wijzigen, moet zij vooraf alle betrokken partijen waarop deze richtsnoeren van toepassing zijn — vertegenwoordigd door de beroepsorganisaties — en de lidstaten in het forum van Madrid raadplegen.


 715/2009 overweging 33

30) Van de lidstaten en de bevoegde nationale instanties moet worden verlangd dat zij de Commissie relevante informatie verschaffen. Deze informatie moet door de Commissie vertrouwelijk worden behandeld.


 715/2009 overweging 34 (aangepast)

 nieuw 

31) Deze verordening en de in overeenstemming hiermee vastgestelde netcodes en richtsnoeren laten de toepassing van de communautaire concurrentieregels van de Unie onverlet.


 715/2009 overweging 35 (nieuw)

11 De voor de uitvoering van deze verordening vereiste maatregelen moeten worden vastgesteld overeenkomstig Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden.


 715/2009 overweging 36 (nieuw)

In het bijzonder moet aan de Commissie de bevoegdheid worden gegeven de richtsnoeren vast te stellen of aan te nemen die nodig zijn voor de minimale harmonisatie die vereist is om de doelstelling van deze verordening te bereiken. Daar het maatregelen van algemene strekking betreft, tot wijziging van niet-essentiële onderdelen van deze richtlijn, onder meer door haar aan te vullen met nieuwe niet-essentiële onderdelen, moeten zij worden vastgesteld volgens de in artikel 5 bis van Besluit 1999/468/EG bepaalde regelgevingsprocedure met toetsing.


 nieuw 

32) De lidstaten en de verdragsluitende partijen bij de Energiegemeenschap moeten nauw samenwerken wat betreft alle aangelegenheden in verband met de ontwikkeling van een geïntegreerde gashandelsregio en zij mogen geen maatregelen treffen die de verdere integratie van de aardgasmarkten of de leveringszekerheid van de lidstaten en de verdragsluitende partijen in het gedrang brengt.

33) Transmissiesysteembeheerders kan worden toegestaan aardgasopslag uitsluitend voor de uitvoering van hun functies als transmissiesysteembeheerder en voor de leveringszekerheid te reserveren. Het vullen van deze strategische voorraden kan geschieden middels gezamenlijke aankoop via het handelsplatform als genoemd in artikel 10 van Verordening (EU) nr. 312/2014 van de Commissie, onverminderd de EU-mededingingsregels. De transmissiesysteembeheerders mogen alleen gas onttrekken om hun functies te vervullen in geval van een crisis die is afgekondigd overeenkomstig artikel 11, lid 1, van die verordening, teneinde de normale werking van de markt niet te verstoren.

34) Waar regionale marktintegratie is ondernomen, moeten de betrokken transmissiesysteembeheerders en regulerende instanties kwesties met grensoverschrijdende gevolgen aanpakken, zoals tariefstructuren, balanceringsregimes, capaciteiten op resterende grensoverschrijdende punten, investeringsplannen en de vervulling van de taken van transmissiesysteembeheerders en regulerende instanties.

35) De energietransitie en de voortschrijdende integratie van de gasmarkt vereisen grotere transparantie inzake de toegestane of beoogde inkomsten van transmissiesysteembeheerders. Een aantal besluiten in verband met aardgasnetten wordt op die informatie gebaseerd; zo zijn voor de overdracht van de transmissieactiva van een aardgasnet naar een waterstofnet of voor de uitvoering van een tussen de TSB's geldende compensatiemechanisme (ITC) meer transparantie nodig dan momenteel bestaat. Bovendien vereisen de beoordelingen van de tariefontwikkelingen op de lange termijn duidelijkheid inzake de vraag naar aardgas en kostenramingen. Transparantie over toegestane inkomsten moet dit laatste punt mogelijk maken. De regelgevende instanties moeten in het bijzonder informatie verstrekken over de methode voor de berekening van de inkomsten van transmissiesysteembeheerders, de waarde van hun gereguleerde activa en de afschrijving daarvan in de tijd, de waarde van operationele uitgaven, de kapitaalkosten die op transmissiesysteembeheerders worden toegepast en de toegepaste prikkels en premies.

36) De uitgaven van transmissiesysteembeheerders bestaan overwegend uit vaste kosten. Hun bedrijfsmodel en de huidige nationale regulerende kaders gaan uit van een langdurige benutting van hun netten, met lange afschrijftermijnen (30 tot 60 jaar). In de context van de energietransitie moeten de regulerende instanties kunnen anticiperen op de daling van de vraag naar gas om de regelingen tijdig aan te passen, teneinde te voorkomen dat transmissiesysteembeheerders die hun kosten via hun tarieven terugverdienen, vanwege een hoger percentage vaste kosten in de vraag naar gas, de betaalbaarheid voor de consument onder druk komt. Zo nodig kan bijvoorbeeld het afschrijvingsprofiel of de vergoeding van de transmissieactiva worden aangepast.

37) De transparantie inzake de toegestane of beoogde inkomsten van transmissiesysteembeheerders moet worden verhoogd met het oog op benchmarking en beoordeling door netwerkgebruikers. Grotere transparantie kan ook dienstig zijn voor grensoverschrijdende samenwerking en de oprichting van ITC-mechanismen tussen beheerders, hetzij voor regionale samenwerking, hetzij om tariefkortingen voor hernieuwbare en koolstofarme gassen toe te passen, zoals in deze verordening bepaald.

38) Om de economisch gunstigste locaties voor de productie van hernieuwbare en koolstofarme gassen te benutten, moeten netgebruikers profiteren van kortingen voor op capaciteit gebaseerde tarieven. Die moeten een korting voor injectie van de productiefaciliteiten voor hernieuwbare en koolstofarme gassen, een korting voor tarieven op entrypunten van en exitpunten naar opslaginstallaties, en een korting op het grensoverschrijdende tarief en op entrypunten van LNG-installaties omvatten. Indien de waarde van niet-grensoverschrijdende kortingen wijzigt, moet de regulerende instantie het belang van de netgebruikers en de netbeheerders afwegen, met inachtneming van stabiele financiële kaders speciaal voor bestaande investeringen, met name voor hernieuwbare productiefaciliteiten. Indien mogelijk moeten indicatoren of voorwaarden om de korting te wijzigen, voldoende lang van tevoren kenbaar worden gemaakt, voordat een besluit tot wijziging van korting wordt genomen. De korting mag niet van invloed zijn op de algemene tariefstellingsmethode, maar moet achteraf voor het betrokken tarief worden verschaft. Om van de korting te profiteren, moeten netgebruikers de transmissiesysteembeheerders de vereiste informatie verstrekken, op basis van een met de Uniedatabank verbonden certificaat.

39) Lagere inkomsten ten gevolge van de toepassing van kortingen worden behandeld als algemene inkomstendalingen, bijvoorbeeld uit lagere capaciteitverkoop, en moeten tijdig via tarieven worden teruggewonnen, bijvoorbeeld door een verhoging van de specifieke tarieven volgens de algemene voorschriften van artikel 15. De Commissie moet de bevoegdheid hebben om de kortingsniveaus via gedelegeerde handelingen te wijzigen, om structurele inkomstenonevenwichtigheden voor transmissiesysteembeheerders te beperken.

40) Teneinde de efficiëntie van de aardgasdistributienetten in de Unie te verhogen en te zorgen voor nauwe samenwerking met de transmissiesysteembeheerders en het ENTSB voor gas moet een entiteit van distributiesysteembeheerders in de Unie (“de EU DSB-entiteit”) worden voorzien, die ook aardgasdistributiesysteembeheerders omvat. De taken van de EU DSB-entiteit moeten nauwkeurig worden omschreven en de werkmethode ervan efficiëntie, transparantie en de representatieve aard van de distributiesysteembeheerders van de Unie garanderen. De EU DSB-entiteit moet nauw samenwerken met het ENTSB voor gas wat betreft de voorbereiding en tenuitvoerlegging van de netcodes, voor zover van toepassing, en ervoor ijveren om te voorzien in richtsnoeren betreffende de integratie van onder meer decentrale productie en andere gebieden die verband houden met het beheer van distributienetten.

41) Distributiesysteembeheerders spelen een belangrijke rol bij de integratie van hernieuwbare en koolstofarme gassen in het systeem, aangezien bijvoorbeeld ongeveer de helft van de biomethaanproductiecapaciteit met het distributienet verbonden is. Om de deelname van die gassen aan de groothandelsmarkt te bevorderen, moeten met het distributienet verbonden productiefaciliteiten in alle lidstaten toegang tot het virtuele handelsplatform hebben. Krachtens de onderhavige verordening moeten distributiesysteembeheerders en transmissiesysteembeheerders bovendien samenwerken om bidirectionele flows vanaf het distributienet naar het transmissienet mogelijk te maken, of om de integratie van het distributiesysteem via alternatieve middelen met vergelijkbaar effect te waarborgen, teneinde de marktintegratie van hernieuwbare en koolstofarme gassen te stimuleren.

42) Door de integratie van toenemende volumes hernieuwbare en koolstofarme gassen in het Europese aardgassysteem verandert de kwaliteit van het in Europa getransporteerde en verbruikte aardgas. Om de ongehinderde grensoverschrijdende flow van aardgas te waarborgen, de interoperabiliteit van de markten te behouden en marktintegratie mogelijk te maken, is het nodig de transparantie van de gaskwaliteit en van de beheerskosten daarvan te verhogen, een geharmoniseerde benadering van de rol en verantwoordelijkheden van de regulerende instanties en systeembeheerders te voorzien en grensoverschrijdende coördinatie te versterken. Bij het waarborgen van een geharmoniseerde benadering van de gaskwaliteit voor grensoverschrijdende interconnectiepunten, moeten de lidstaten hun flexibiliteit behouden bij de toepassing van gaskwaliteitsnormen in hun binnenlandse aardgassystemen.

43) De bijmenging van waterstof in het aardgassysteem is minder efficiënt dan het gebruik van waterstof in zuivere vorm, en vermindert de waarde van waterstof. Dit is verder van invloed op de werking van de gasinfrastructuur, eindgebruikerstoepassingen en de interoperabiliteit van grensoverschrijdende systemen. De lidstaten moeten de beslissingsbevoegdheid inzake de bijmenging van waterstof in hun nationale aardgassystemen behouden. Tegelijkertijd zou een geharmoniseerde benadering inzake de bijmenging van waterstof in het aardgassysteem in de vorm van een Uniebreed toegestaan plafond op grensoverschrijdende interconnectiepunten tussen de EU-lidstaten, waar de transmissiesysteembeheerders aardgas met een bijgemengd waterstofniveau onder dat plafond moeten aanvaarden, het risico van marktsegmentatie beperken. Aangrenzende transmissiesystemen moeten de vrijheid behouden om hogere waterstofbijmengniveaus voor grensoverschrijdende interconnectiepunten overeen te komen.

44) Een krachtige grensoverschrijdende coördinatie en geschillenbeslechtingprocedure tussen transmissiesysteembeheerders inzake gaskwaliteit, inclusief biomethaan en waterstofbijmengingen, is van essentieel belang om efficiënt transport van aardgas door aardgassystemen in de Unie te bevorderen en zodoende naar sterkere integratie van de interne markt te bewegen. Hogere transparantievereisten inzake gaskwaliteitsparameters, inclusief calorische bovenwaarde, Wobbe-index en zuurstofgehalte, en waterstofbijmengen en de ontwikkelingen daarvan in de tijd, in combinatie met monitoring- en rapportageverplichtingen, moeten bijdragen tot de goede werking van een open en efficiënte interne markt voor aardgas.

45) Om de niet-essentiële onderdelen van de onderhavige verordening te wijzigen en deze aan te vullen op bepaalde specifieke gebieden die van essentieel belang zijn voor de marktintegratie, moet aan de Commissie de bevoegdheid worden overgedragen om overeenkomstig artikel 290 VWEU gedelegeerde handelingen vast te stellen. Het is van bijzonder belang dat de Commissie bij haar voorbereidende werkzaamheden tot passende raadplegingen overgaat, onder meer op deskundigenniveau, en dat die raadplegingen gebeuren in overeenstemming met de beginselen die zijn vastgelegd in het Interinstitutioneel Akkoord van 13 april 2016 over beter wetgeven 12 . Met name om te zorgen voor gelijke deelname aan de voorbereiding van gedelegeerde handelingen moeten het Europees Parlement en de Raad alle documenten op hetzelfde tijdstip als de deskundigen van de lidstaten ontvangen, en moeten hun deskundigen stelselmatig toegang hebben tot de vergaderingen van de deskundigengroepen van de Commissie die zich bezighouden met de voorbereiding van de gedelegeerde handelingen.

46) Verordening (EU) 2015/703 13 van de Commissie bevat interoperabiliteits- en gegevensuitwisselingsregels voor het aardgassysteem, in het bijzonder ten aanzien van interconnectieovereenkomsten, met inbegrip van voorschriften voor het beheersen van de gasflow, meetbeginselen ter bepaling van gashoeveelheden en -kwaliteit; regels voor het matchingsproces en voor de toewijzing van gashoeveelheden en communicatieprocedures in het geval van uitzonderlijke gebeurtenissen; een gemeenschappelijk stelsel van eenheden, gaskwaliteit, met inbegrip van het beheer van grensoverschrijdende handelsbeperkingen ten gevolge van gaskwaliteitsverschillen en van verschillen op het gebied van odorisatiepraktijken, korte- en langetermijncontrole van gaskwaliteit, en informatieverstrekking; gegevensuitwisseling en rapportage over gaskwaliteit; transparantie, communicatie, informatieverstrekking en samenwerking tussen de relevante marktspelers.

47) Teneinde in de Gemeenschap een optimaal beheer van het EU-waterstoftransmissienet te garanderen en grensoverschrijdende handel in waterstof en grensoverschrijdende levering van waterstof mogelijk te maken, moet een Europees netwerk van netbeheerders voor waterstof (”het ENNOH”) worden opgericht. De taken van het ENNOH moeten worden uitgeoefend met inachtneming van de EU-mededingingsregels. De taken van het ENNOH moeten nauwkeurig worden omschreven en zijn werkmethode moet efficiëntie, transparantie en de representatieve natuur van het ENNOH garanderen. De door het ENNOH opgestelde netcodes moeten niet de noodzakelijke nationale netcodes voor niet-grensoverschrijdende kwesties te vervangen.

48) Totdat het ENNOH is opgericht, moet een tijdelijk platform worden opgezet, onder leiding van de Commissie en met de betrokkenheid van ACER en alle betrokken marktspelers, inclusief het ENTSB voor gas, het ENTSB voor elektriciteit en de EU DSB-entiteit. Dit platform moet in een vroeg stadium de werkzaamheden inzake het aanduiden en ontwikkelen van vraagstukken die van belang zijn voor de opbouw van het waterstofnet en de waterstofmarkten ondersteunen, zonder formele beslissingsbevoegdheid. Het platform moet worden opgeheven als het ENNOH is opgericht. Totdat het ENNOH is opgericht, is het ENTSB voor gas verantwoordelijk voor de ontwikkeling van Uniebrede netontwikkelingsplannen, met inbegrip van waterstofnetten.

49) Om voor transparantie te zorgen met betrekking tot de ontwikkeling van het waterstofnetwerk in de Unie, moet het ENNOH een niet-bindend tienjarig netontwikkelingsplan voor waterstof, gericht op de behoeften van de zich ontwikkelende waterstofmarkten, dat de gehele Unie dekt, opstellen, publiceren en regelmatig bijwerken. Rendabele waterstoftransportnetwerken en de nodige interconnecties, die relevant zijn vanuit commercieel oogpunt, moeten deel uitmaken van dat netontwikkelingsplan. Het ENNOH moet deelnemen aan de ontwikkeling van de kosten-batenanalyse voor het gehele energiesysteem en de onderling samenhangende energiemarkt en het netmodel, inclusief elektriciteit-, gas- en waterstoftransportinfrastructuur en -opslag, LNG en elektrolytische cellen, de scenario's voor de tienjarige netontwikkelingsplannen en het verslag over de inventarisatie van leemten in de infrastructuur, zoals bepaald in de artikelen 11, 12 en 13 van de [TEN-E-verordening als voorgesteld in COM(2020) 824 final] bij de ontwikkeling van de lijst van projecten van gemeenschappelijk belang. Daartoe moet het ENNOH nauw samenwerken met het ENTSB voor elektriciteit en het ENTSB voor gas om de systeemintegratie te bevorderen. Het ENNOH moet die taken voor de eerste maal verrichten voor de opstelling van de achtste lijst van projecten van gemeenschappelijk belang, mits het operationeel is en tegen 2026 in staat is de nodige input te leveren voor het tienjarige netontwikkelingsplan.

50) Alle marktspelers hebben belang bij de werkzaamheden die van het ENNOH worden verwacht. Daarom is een effectieve raadplegingsprocedure van essentieel belang. In het algemeen moet het ENNOH in zijn werkzaamheden de planning, ontwikkeling en exploitatie van infrastructuur opnemen, in samenwerking met andere relevante marktspelers en hun beroepsverenigingen.

51) Aangezien met een benadering op regionaal niveau effectievere vooruitgang kan worden geboekt, moeten de waterstofnetbeheerders binnen de overkoepelende samenwerkingsstructuur regionale structuren opzetten en er tegelijkertijd voor zorgen dat de resultaten op regionaal niveau stroken met de netcodes en niet-bindende Uniebrede tienjarige netontwikkelingsplannen. De lidstaten moeten de samenwerking bevorderen en toezien op de effectieve werking van het netwerk op regionaal niveau.

52) Transparantie-eisen zijn nodig om te waarborgen dat het vertrouwen in de opkomende waterstofmarkt onder de marktspelers kan ontwikkelen. Gelijke toegang tot informatie over de fysieke toestand en de werking van het waterstofsysteem is noodzakelijk opdat alle marktspelers zich een oordeel over de totale vraag- en aanbodsituatie kunnen vormen en de redenen voor marktprijsontwikkelingen kunnen onderkennen. De informatie moet altijd op een zinvolle en goed toegankelijke manier en op niet-discriminerende basis worden bekendgemaakt.

53) Het ENNOH richt een centraal webplatform op om alle voor de marktspelers relevante gegevens beschikbaar te stellen, met het oog op doeltreffende toegang tot het net.

54) De voorwaarden voor toegang tot de waterstofnetten in de vroege stadia van de marktontwikkeling moeten een efficiënte werking, niet-discriminatie en transparantie voor netgebruikers waarborgen, waarbij de beheerders voldoende flexibiliteit behouden. Door de maximale looptijd van capaciteitscontracten te beperken, moet het risico op contractuele congestie en het hamsteren van capaciteit worden beperkt.

55) De algemene voorwaarden voor de toegang van derden tot waterstofopslaginstallaties en waterstofterminals moeten worden bepaald om niet-discriminerende toegang en transparantie voor netgebruikers te waarborgen.

56) Waterstofnetbeheerders moeten samenwerken om netcodes op te zetten om transparante en niet-discriminerende toegang tot de netten over de grenzen heen te bieden en te beheren, en om een gecoördineerde ontwikkeling van het net in de Unie, inclusief het creëren van interconnectiecapaciteit, te waarborgen. De netcodes moeten in overeenstemming zijn met de door ACER ontwikkelde niet-bindende kaderrichtsnoeren. ACER moet betrokken worden bij de beoordeling, op feitelijke basis, van ontwerpnetcodes, waaronder de vraag of zij aan de kaderrichtsnoeren voldoen, en het kan de Commissie aanbevelen die netcodes goed te keuren. ACER dient ook de voorgestelde wijzigingen van de netcodes te beoordelen, en het kan de Commissie aanbevelen die wijzigingen goed te keuren. Waterstofnetbeheerders moeten hun netten volgens deze netcodes beheren.

57) De door het ENNOH opgestelde netcodes zijn niet bedoeld om de noodzakelijke nationale voorschriften voor niet-grensoverschrijdende kwesties te vervangen.

58) De kwaliteit van de in Europa getransporteerde en verbruikte waterstof kan variëren, naargelang de productietechnologie en de transportkenmerken. Daarom moet een geharmoniseerde benadering inzake het waterstofkwaliteitsbeheer op Unieniveau op grensoverschrijdende interconnectiepunten leiden tot een grensoverschrijdende waterstofflow en marktintegratie.

59) Indien de regelgevende instantie dat nodig acht, kunnen waterstofnetbeheerders verantwoordelijk worden voor het beheer van de waterstofkwaliteit in hun netten, binnen het kader van de toepasselijke waterstofkwaliteitsnormen, hetgeen een betrouwbare en stabiele waterstofkwaliteit voor eindgebruikers waarborgt.

60) Een krachtige grensoverschrijdende coördinatie en geschillenbeslechtingprocedure tussen waterstofsysteembeheerders is van essentieel belang om het transport van waterstof door waterstofnetten in de Unie te bevorderen en zodoende naar een sterkere integratie van de interne markt te bewegen. Hogere transparantievereisten inzake waterstofkwaliteitsparameters en de ontwikkelingen daarvan in de tijd, in combinatie met monitoring- en rapportageverplichtingen, moeten bijdragen tot de goede werking van een open en efficiënte interne markt voor waterstof.

61) Om eenvormige voorwaarden voor de uitvoering van deze verordening te waarborgen, moeten overeenkomstig artikel 291 VWEU uitvoeringsbevoegdheden aan de Commissie worden toegekend. Die bevoegdheden moeten worden uitgeoefend in overeenstemming met Verordening (EU) nr. 182/2011 14 van het Europees Parlement en de Raad. 

62) Om de efficiënte exploitatie van de Europese waterstofnetten te waarborgen, moeten de waterstofnetbeheerders verantwoordelijk zijn voor de werking, het onderhoud en de ontwikkeling van het waterstoftransportnet, in nauwe samenwerking met andere waterstofnetbeheerders en andere systeembeheerders waarmee hun netten verbonden zijn; onder meer om energiesysteemintegratie te bevorderen.

63) Het is in het belang van de werking van de interne markt dat kan worden beschikt over op EU-niveau geharmoniseerde normen. Zodra de verwijzing naar een dergelijke norm in het Publicatieblad van de Europese Unie is bekendgemaakt, moet de inachtneming ervan een vermoeden van overeenstemming met de overeenkomstige eisen van de op basis van deze verordening vastgestelde uitvoeringsmaatregel doen ontstaan, hoewel ook andere middelen voor het bewijs van deze overeenstemming moeten worden toegestaan. Overeenkomstig artikel 10 van Verordening (EU) nr. 1025/2012 kan de Commissie Europese normalisatieorganisaties verzoeken technische specificaties, Europese normen en geharmoniseerde Europese normen op te stellen. Een van de belangrijkste rollen van geharmoniseerde normen moet zijn om beheerders te helpen bij de toepassing van de krachtens de onderhavige verordening en [de in COM(2021) xxx voorgestelde herschikte gasrichtlijn] vastgestelde uitvoeringsmaatregelen.

64) Om de kwaliteitseisen van waterstofeindgebruikers ten volle in acht te nemen, moeten de technische specificaties en de normen voor de waterstofkwaliteit in de waterstofnetten rekening houden met de reeds bestaande normen ter bepaling van dergelijke eisen van eindgebruikers (bijvoorbeeld de EN 17124-standaard).

65) Waterstofsysteembeheerders moeten voldoende grensoverschrijdende capaciteit voor het transport van waterstof opbouwen om aan elke economisch redelijke en technisch haalbare vraag naar capaciteit te voldoen, en marktintegratie mogelijk te maken.

66) ACER moet een monitoringsrapport publiceren over de congestiestatus.

67) Met het oog op het potentieel van waterstof als energiedrager en de mogelijkheid dat de lidstaten handel drijven met derde landen in waterstof, moet worden verhelderd dat intergouvernementele overeenkomsten op het gebied van energie met betrekking tot gas die onder de in Besluit (EU) 2017/684 bepaalde kennisgevingsverplichtingen met betrekking tot intergouvernementele overeenkomsten vallen, intergouvernementele overeenkomsten met betrekking tot waterstof, inclusief waterstofcomponenten zoals ammoniak en vloeibare organische waterstofdragers omvatten.

68) In respons op de aanzienlijke en Uniebrede prijsstijgingen van najaar 2021 en de negatieve gevolgen daarvan, heeft de mededeling van de Commissie van 13 oktober 2021: “De stijgende energieprijzen aanpakken: een toolbox met initiatieven en steunmaatregelen”, het belang van een doeltreffende en goed functionerende interne energiemarkt benadrukt, alsook van het doeltreffende gebruik van gasopslag in Europa in de hele eengemaakte markt. De Commissie benadrukte verder dat een betere coördinatie van de grensoverschrijdende leveringszekerheid van cruciaal belang is voor de weerbaarheid tegen toekomstige schokken. De Europese Raad heeft op 20/21 oktober 2021 conclusies aangenomen waarin de Commissie werd verzocht spoedig maatregelen te treffen om de weerbaarheid van het energiesysteem van de EU en de interne energiemarkt te verhogen, met inbegrip van maatregelen die de leveringszekerheid vergroten. Om tot een consequente en tijdige reactie op deze en mogelijke nieuwe crises op Unieniveau bij te dragen, moeten in de onderhavige verordening en in Verordening (EU) 2017/1938 specifieke voorschriften inzake betere samenwerking en veerkracht, vooral betreffende een beter gecoördineerde opslag en solidariteitsregels worden ingevoerd.

69) De analyse van de werking van de opslagcapaciteiten in de regionale gemeenschappelijke risico-evaluaties moet worden gebaseerd op objectieve evaluaties van de behoeften van leveringszekerheid, met gepaste inachtneming van grensoverschrijdende samenwerking en de solidariteitseisen krachtens deze verordening. Daarbij moet ook rekening worden gehouden met het belang om gestrande activa in de transitie naar schone energie te voorkomen en met de doelstelling om de Unie minder afhankelijk te maken van externe aanbieders van fossiele brandstoffen. De analyse moet een evaluatie omvatten van de risico s in verband met het toezicht op opslaginfrastructuur door entiteiten uit derde landen. De analyse moet rekening houden met de mogelijkheid om opslagfaciliteiten in andere lidstaten te gebruiken, en de mogelijkheid voor transmissiesysteembeheerders om een gezamenlijke aankoop van strategische voorraden op te zetten, met inachtneming van de in deze verordening opgenomen voorwaarden. De regionale gemeenschappelijke risico-evaluaties en de nationale risico-evaluaties moeten consistent zijn, om te waarborgen dat de maatregelen in de nationale preventieplannen en de noodplannen met de onderhavige verordening overeenstemmen, en dat eventuele getroffen maatregelen de leveringszekerheid van andere lidstaten niet schaden en de doeltreffende werking van de gasmarkt niet onnodig belemmeren. De maatregelen mogen bijvoorbeeld het gebruik van grensoverschrijdende capaciteiten niet blokkeren of beperken.

70) De samenwerking van de lidstaten met de Verdragsluitende partijen bij het Verdrag tot oprichting van de Energiegemeenschap 15 die over grote opslagcapaciteiten beschikken, kan maatregelen ondersteunen indien opslag in de Unie niet haalbaar of kostenefficiënt is. Dit kan de mogelijkheid omvatten om het gebruik van die buiten de Unie gelegen opslagcapaciteiten in de toepasselijke gemeenschappelijke risico-evaluatie op te nemen. De lidstaten kunnen de relevante regionale risicogroepen verzoeken deskundigen uit de derde landen bij ad hoczittingen van de regionale risicogroepen uit te nodigen, zonder een precedent van regelmatige en volledige deelname te scheppen.

71) Gezamenlijke aankoop van strategische voorraden door verscheidene transmissiebeheerders uit verschillende staten moet zo worden opgezet dat de strategische voorraden kunnen worden gebruikt als onderdeel van de door de Commissie gecoördineerde maatregelen bij een noodsituatie op regionaal of Unieniveau overeenkomstig artikel 12, lid 3, van Verordening (EU) 2017/1938. Transmissiesysteembeheerders die gezamenlijk strategische voorraden aankopen, waarborgen dat gezamenlijke aankoopovereenkomsten met de EU-mededingingsvoorschriften overeenstemmen, en met name met de vereisten van artikel 101 VWEU. De aanmelding om de overeenstemming met deze verordening te beoordelen, laat de aanmelding van door staten toegekende steun, indien van toepassing, overeenkomstig artikel 108, lid 3, VWEU, onverlet.

72) De Europese energiesector maakt een belangrijke ontwikkeling naar een koolstofvrije economie door, waarbij ook de leveringszekerheid en het concurrentievermogen worden gewaarborgd. Cyberveiligheid in de subsector elektriciteit boekt al vooruitgang met een netcode inzake grensoverschrijdende elektriciteitsflows, maar er zijn sectorspecifieke verplichte voorschriften voor de subsector gas nodig om de veiligheid van het Europees energiesysteem te waarborgen. 

73) Zoals aangetoond in de Uniebrede simulaties in 2017 en 2021 zijn regionale samenwerking en solidariteitsmaatregelen van essentieel belang om de veerkracht van de Unie te waarborgen in geval van ernstige verslechtering van de bevoorradingssituatie. Dergelijke solidariteitsmaatregelen moeten de levering aan door solidariteit beschermde afnemers zoals huishoudens in alle gevallen verzekeren. De lidstaten moeten de nodige maatregelen treffen om de bepalingen betreffende het solidariteitsmechanisme uit te voeren, en de betrokken lidstaten dienen met elkaar technische, juridische en financiële regelingen te treffen. De lidstaten moeten die regelingen nader toelichten in hun noodplannen. Voor de lidstaten die niet de nodige bilaterale overeenkomsten zijn overeengekomen, moet het standaardmodel van deze verordening gelden om die effectieve solidariteit te waarborgen.

74) Deze maatregelen kunnen derhalve resulteren in een verplichting voor een lidstaat om compensatie te betalen aan degenen die door zijn maatregelen worden getroffen. Om te waarborgen dat de door een om solidariteit verzoekende lidstaat betaalde compensatie aan de lidstaat die solidariteit verleent, billijk en redelijk is, moet de nationale regulerende instantie voor energie of de nationale mededingingsautoriteit, als onafhankelijke autoriteit, bevoegd zijn het verzochte en betaalde bedrag aan compensatie te evalueren, en indien nodig een rectificatie te verlangen.


 715/2009 overweging 37 (aangepast)

75) Aangezien de doelstelling van deze verordening, namelijk de vaststelling van eerlijke regels betreffende de voorwaarden voor de toegang tot aardgastransmissienetten, opslag en LNG-installaties, niet voldoende door de lidstaten kan worden verwezenlijkt en derhalve  maar vanwege de omvang en de gevolgen ervan beter op door de Gemeenschap   Unie kan worden verwezenlijkt, mag de Gemeenschap  Unie overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie . neergelegde subsidiariteitsbeginsel maatregelen treffen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze verordening niet verder dan nodig is om deze doelstelling te verwezenlijken.


 715/2009 overweging 38 (aangepast)

Gezien de omvang van de hierin gedane wijzigingen van Verordening (EG) nr. 1775/2005 is het ter wille van de duidelijkheid en de logica wenselijk de betrokken bepalingen te herschikken door hen samen te brengen in één tekst in een nieuwe richtlijn,


 715/2009 (aangepast)

 nieuw