Overwegingen bij COM(2021)735 - Machtiging van Frankrijk af te wijken van de artikelen 218 en 232 van de btw-richtlijn

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

 
 
(1) Bij brieven, ingekomen bij de Commissie op 12 april 2021 en 20 september 2021, heeft Frankrijk verzocht om machtiging tot invoering van een bijzondere maatregel in afwijking van de artikelen 218 en 232 van Richtlijn 2006/112/EG (hierna “de bijzondere maatregel” genoemd), zodat het alle op Frans grondgebied gevestigde belastingplichtigen kan verplichten elektronisch te factureren. Deze verplichting zal gelden voor facturen die worden uitgereikt voor transacties tussen belastingplichtigen. De gevraagde machtiging heeft betrekking op de periode 1 januari 2024 tot en met 31 december 2026.

(2) Bij brief van 29 september 2021 heeft de Commissie de overige lidstaten van het verzoek van Frankrijk in kennis gesteld. Bij brief van 30 september 2021 heeft de Commissie Frankrijk meegedeeld dat zij over alle gegevens beschikte die zij nodig achtte voor de beoordeling van het verzoek.

(3) Volgens Frankrijk zal de invoering van een algemene verplichting tot elektronische facturering btw-fraude en -ontduiking helpen bestrijden. Door de verplichting om elektronische facturen uit te reiken, in combinatie met de toezending van aanvullende transactiegegevens, zal de belastingdienst in realtime kunnen nagaan of de aangegeven en de geïnde btw-bedragen overeenstemmen met de uitgereikte en ontvangen facturen, en zo btw-fraude beter kunnen voorkomen en tegengaan. De verplichting zal ook een duidelijker realtime-inzicht in de activiteiten van bedrijven geven zodat het economische beleid zo sterk mogelijk op de economische realiteit van de actoren kan worden afgestemd.

(4) Frankrijk is van mening dat de verplichting tot elektronische facturering de vrijwillige naleving van de belastingwetgeving zal vergemakkelijken. Zij zal de btw-rapportageverplichtingen van belastingplichtigen helpen te vereenvoudigen met behulp van vooraf ingevulde aangiften. Elektronische facturering zal belastingplichtigen ook andere voordelen opleveren, zoals snellere betalingen, lagere print- en portokosten, goedkopere en snellere verwerking van factureringsgegevens of lagere bewaringskosten. De besparingen en voordelen die de invoering van elektronische facturering belastingplichtigen zullen opleveren, zullen hun initiële investering om hun systemen aan te passen, ruimschoots compenseren.

(5) Gezien het brede toepassingsgebied en vernieuwende karakter van de bijzondere maatregel is het zaak het effect van de bijzondere maatregel op de bestrijding van btw-fraude en -ontduiking en op belastingplichtigen te evalueren. Als Frankrijk een verlenging van de bijzondere maatregel nodig zou achten, moet het de Commissie dan ook een verslag met een evaluatie van de doeltreffendheid van de bijzondere maatregel inzake bestrijding van btw-fraude en -ontduiking en vereenvoudiging van de belastinginning voorleggen, samen met het verzoek om verlenging.

(6) Deze bijzondere maatregel mag geen afbreuk doen aan het recht van belastingplichtigen om een factuur op papier te ontvangen in het geval van intracommunautaire verwervingen.

(7) De gevraagde bijzondere maatregel moet beperkt zijn in de tijd om nadien te kunnen evalueren of de bijzondere maatregel passend en effectief was in het licht van de doelstellingen ervan.

(8) De bijzondere maatregel staat derhalve in verhouding tot de beoogde doelstellingen omdat hij beperkt is in de tijd en geleidelijk zal worden ingevoerd. Vanaf 2024 zal voor alle bedrijven een verplichting gelden om elektronische facturen te ontvangen. De verplichting om elektronische facturen uit te reiken, zal gelden in 2024 voor grote ondernemingen, in 2025 voor ondernemingen met 250 tot 4 999 werknemers en een omzet van minder dan 1,5 miljard EUR, en in 2026 voor kleine en middelgrote ondernemingen, inclusief belastingplichtigen die in aanmerking komen voor de in artikel 282 van Richtlijn 2006/112/EG bedoelde vrijstelling voor kleine ondernemingen. Voorts houdt de bijzondere maatregel niet het risico in dat de fraude zal verschuiven naar andere sectoren of andere lidstaten.

(9) De bijzondere maatregel zal geen nadelige gevolgen voor de totale belastingopbrengst in het stadium van het eindverbruik noch voor de eigen middelen van de Unie uit de btw hebben.