Overwegingen bij COM(2017)668 - Standpunt EU in de Ministeriële Conferentie van de Wereldhandelsorganisatie over overheidsvoorraden voor continuïteit van de voedselvoorziening en diverse andere onderwerpen

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

 
 
(1) De Overeenkomst van Marrakesh tot oprichting van de Wereldhandelsorganisatie ("WTO-overeenkomst") is door de Unie gesloten bij Besluit 94/800/EG van de Raad van 22 december 1994 3 en is op 1 januari 1995 in werking getreden.

(2) Ingevolge artikel IV, lid 1, en artikel IX, lid 1, van de WTO-overeenkomst kan de Ministeriële Conferentie van de Wereldhandelsorganisatie ("WTO") besluiten bij consensus nemen.

(3) De Ministeriële Conferentie van de WTO neemt tijdens haar 11e vergadering van 10-13 december 2017 mogelijk besluiten aan inzake overheidsvoorraden met het oog op de continuïteit van de voedselvoorziening, handelsverstorende interne steun, onder meer voor katoen, uitvoerbeperkingen op het gebied van landbouw, subsidiëring van de visserij, binnenlandse regelingen inzake diensten alsmede kleine en middelgrote ondernemingen/transparantie van regelgevingsmaatregelen voor de handel in diensten.

(4) Het is passend het standpunt te bepalen dat namens de Unie moet worden ingenomen in de Ministeriële Conferentie van de WTO, voor zover deze besluiten rechtsgevolgen kunnen hebben.

(5) De 11e Ministeriële Conferentie van de WTO wordt door de leden van de WTO beschouwd als de laatste gelegenheid om tot een permanente oplossing voor de kwestie van overheidsvoorraden met het oog op de continuïteit van de voedselvoorziening te komen. Deze doelstelling werd geformuleerd in het ministerieel besluit van Bali van 7 december 2013 inzake overheidsvoorraden met het oog op de continuïteit van de voedselvoorziening (WT/MIN(13)/38-WT/L/913), zoals uitgelegd en opnieuw bevestigd door latere besluiten. De Unie moet in dit verband haar steun uitspreken voor een permanente oplossing voor de kwestie van overheidsvoorraden met het oog op de continuïteit van de voedselvoorziening, voor zover deze wordt bereikt.

(6) De onderhandelingen over handelsverstorende interne steun zijn voorzien in artikel 20 van de WTO-overeenkomst inzake de landbouw en maken samen met die over steun voor katoen deel uit van de Doha-ontwikkelingsagenda (DDA). In dit verband heeft de EU in 2017 samen met Brazilië, Colombia, Peru en Uruguay een voorstel over handelsverstorende interne steun (JOB/AG/99) ingediend (onder meer over handelsverstorende interne steun voor katoen en over overheidsvoorraden met het oog op de continuïteit van de voedselvoorziening). Gezien het belang van deze kwestie en het feit dat de Unie een van de indieners van het voorstel was, moet de Unie haar steun uitspreken voor een oplossing op het gebied van handelsverstorende interne steun, onder meer voor katoen, voor zover die wordt bereikt.

(7) De onderhandelingen over strengere disciplines inzake uitvoerverboden en beperkingen als bedoeld in artikel 12, lid 1, van de WTO-overeenkomst inzake de landbouw zijn voorzien in artikel 20 van die overeenkomst en maken deel uit van de DDA-onderhandelingen. Gezien het belang van deze kwestie voor het proces van hervorming van de landbouw en voor de overgang naar een billijk en marktgeoriënteerd systeem voor de handel in landbouwproducten moet de Unie haar steun uitspreken voor een oplossing op het gebied van uitvoerbeperkingen, voor zover die wordt bereikt;

(8) De onderhandelingen over subsidiëring van de visserij maken deel uit van de DDA en de afschaffing van bepaalde visserijsubsidies is als prioriteit aangemerkt in duurzameontwikkelingsdoelstelling 14, streefdoel 6, van de VN ("SDG 14.6"), die door de staatshoofden en regeringsleiders in 2015 is overeengekomen. Gezien het belang van deze kwestie voor handel en duurzame ontwikkeling en het feit dat de Unie een van de indieners van het desbetreffende voorstel was, moet de Unie haar steun uitspreken voor een oplossing ter zake, voor zover die wordt bereikt.

(9) De onderhandelingen over binnenlandse regelingen inzake diensten waren voorzien in artikel VI, lid 4, van de Algemene Overeenkomst betreffende de handel in diensten van de WTO (GATS) en maken deel uit van de DDA. Er zou een oplossing kunnen worden bereikt op het gebied van uitvoering van maatregelen, onafhankelijkheid, transparantie, technische normen, uitwerking van maatregelen alsmede speciale en gedifferentieerde behandeling. Gezien het vergevorderde stadium waarin de besprekingen zich bevinden en gezien het systemische belang om tot een besluit ter zake te komen, moet de Unie, die tevens een van de indieners van het desbetreffende voorstel is, haar steun uitspreken voor een oplossing ter zake, voor zover die wordt bereikt.

(10) De onderhandelingen over de markttoegang voor niet-landbouwproducten maken deel uit van het DDA-mandaat en omvatten tevens niet-tarifaire belemmeringen. De EU heeft in 2017 bij de WTO een voorstel ingediend voor een 'Ministerial Decision on Facilitating SME Trade: Transparency of Regulatory Measures for Trade in Goods' (TN/MA/W/144/Rev.3). Dit besluit zou, in zijn geheel of met een beperkter dan wel breder toepassingsgebied, op de MC11 kunnen worden aangenomen. Gezien het belang van deze kwestie en het feit dat de Unie een van de indieners van het voorstel was, moet de Unie haar steun uitspreken voor een oplossing op basis van het EU-voorstel, voor zover die wordt bereikt.

(11) De Unie wordt overeenkomstig artikel 17, lid 1, van het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU) in de Ministeriële Conferentie van de WTO vertegenwoordigd door de Commissie.