Overwegingen bij COM(2017)544 - Standpunt EU in het Uitvoerend Comité van het Programma van de Hoge Commissaris van de VN voor de Vluchtelingen

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

 
 
(1) De Resolutie inzake de oprichting van het Uitvoerend Comité van het Programma van de Hoge Commissaris van de Verenigde Naties voor de Vluchtelingen werd op 30 april 1958 aangenomen door de Economische en Sociale Raad van de Verenigde Naties.

(2) Op grond van deze resolutie fungeert het Uitvoerend Comité van het Programma van de Hoge Commissaris van de Verenigde Naties voor de Vluchtelingen als adviesorgaan met betrekking tot normen en beleid inzake internationale bescherming van vluchtelingen.

(3) Tijdens zijn 68e zitting van 2 tot 6 oktober 2017 zal het Uitvoerend Comité van het Programma van de Hoge Commissaris van de Verenigde Naties voor de Vluchtelingen een conclusie aannemen over machineleesbare reisdocumenten voor vluchtelingen en staatlozen.

(4) Het is wenselijk het standpunt te bepalen dat namens de Unie in het Uitvoerend Comité van het Programma van de Hoge Commissaris van de Verenigde Naties voor de Vluchtelingen moet worden ingenomen, aangezien de beoogde conclusie rechtsgevolgen kan hebben, en in elk geval een beslissende invloed kan hebben op de inhoud van het Unierecht, namelijk Verordening nr. 2252/2004 van de Raad van 13 december 2004 10 , Richtlijn 2011/95/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 december 2011 11 , en het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2016 ter vervanging van Richtlijn 2011/95/EG 12 .

(5) De Unie moet de aanneming van de beoogde conclusie over machineleesbare reisdocumenten voor vluchtelingen en staatlozen steunen.

(6) Het is wenselijk dat reisdocumenten die staten aan rechtmatig op hun grondgebied verblijvende vluchtelingen en staatlozen afgeven, over beveiligingskenmerken beschikken die overeenstemmen met de internationale normen, met name norm 3.12 en document nr. 9303 van de ICAO betreffende machineleesbare reisdocumenten. Hierdoor worden de reisdocumenten beter beschermd tegen vervalsing en frauduleus gebruik en zijn ze bijgevolg beter beveiligd.

(7) Het standpunt van de Unie moet tot uitdrukking worden gebracht door de lidstaten van de Unie die lid zijn van het Uitvoerend Comité van het Programma van de Hoge Commissaris van de Verenigde Naties voor de Vluchtelingen, die daarbij gezamenlijk optreden.

(8) [Overeenkomstig artikel 3 van Protocol nr. 21 betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland ten aanzien van de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht, dat aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie is gehecht, hebben deze lidstaten te kennen gegeven dat zij wensen deel te nemen aan de vaststelling en toepassing van dit besluit.]

OF

[Overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van Protocol nr. 21 betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland ten aanzien van de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht, dat aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie is gehecht, en onverminderd artikel 4 van dat Protocol, nemen deze lidstaten niet deel aan de vaststelling van dit besluit, dat derhalve niet bindend is voor, noch van toepassing is in deze lidstaten.]

OF

[Overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van Protocol nr. 21 betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland ten aanzien van de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht, dat aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie is gehecht, en onverminderd artikel 4 van dat protocol, neemt het Verenigd Koninkrijk niet deel aan de vaststelling van dit besluit, dat derhalve niet bindend is voor, noch van toepassing is in het Verenigd Koninkrijk.

Overeenkomstig artikel 3 van Protocol nr. 21 betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland ten aanzien van de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht, dat aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie is gehecht, heeft Ierland (bij brief van...) laten weten te willen deelnemen aan de vaststelling en toepassing van dit besluit.]

OF

[Overeenkomstig artikel 3 van Protocol nr. 21 betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland ten aanzien van de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht, dat aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie is gehecht, heeft het Verenigd Koninkrijk (bij brief van...) laten weten te willen deelnemen aan de vaststelling en toepassing van dit besluit.

[Overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van Protocol nr. 21 betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland ten aanzien van de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht, dat aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie is gehecht, en onverminderd artikel 4 van dat protocol, neemt Ierland niet deel aan de vaststelling van dit besluit, dat derhalve niet bindend is voor, noch van toepassing is in Ierland.]

(9) Overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van Protocol nr. 22 betreffende de positie van Denemarken, gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, neemt Denemarken niet deel aan de vaststelling van dit besluit, dat derhalve niet bindend is voor, noch van toepassing in Denemarken,