Overwegingen bij COM(2017)133 - Standpunt EU mbt het wijzigen van aanhangsel II van de Regionale Conventie betreffennde de pan-Euro-mediterrane preferentiële oorsprongsregels

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

 
 
(1) De Regionale Conventie betreffende de pan-Euro-mediterrane preferentiële oorsprongsregels 3 (hierna 'de conventie' genoemd), waarin de regels zijn vastgesteld met betrekking tot de oorsprong van goederen die worden verhandeld in het kader van vrijhandelsovereenkomsten tussen landen van het pan-Euro-mediterrane gebied en ook met landen die deel uitmaken van het stabilisatie- en associatieproces van de Unie, is op 1 januari 2012 in werking getreden.

(2) In artikel 1 van aanhangsel II van de conventie is bepaald dat de partijen in hun bilaterale handel bijzondere bepalingen mogen toepassen die afwijken van de algemene bepalingen in aanhangsel I van de conventie. Deze bijzondere bepalingen zijn opgenomen in de bijlagen bij aanhangsel II.

(3) Het Gemengd Comité dat is opgericht bij de Midden-Europese Vrijhandelsovereenkomst (CEFTA) waar de Republiek Moldavië en de deelnemers aan het stabilisatie- en associatieproces van de Europese Unie (hierna 'de CEFTA-partijen' genoemd) partij bij zijn, heeft op 26 november 2015 Besluit nr. 3/2015 aangenomen, waarin bijzondere bepalingen zijn vastgesteld die afwijken van de bepalingen in aanhangsel I van de conventie.

(4) Besluit nr. 3/2015 strekt ertoe de handel tussen de CEFTA-partijen te vergemakkelijken door de voorwaarden voor cumulatie, die in artikel 3 van aanhangsel I van de conventie betreffende de cumulatie van oorsprong zijn vastgelegd, te versoepelen en door het verbod op de teruggave of vrijstelling van douanerechten, dat in artikel 14 van aanhangsel I van de conventie is vastgelegd, op te heffen. Deze afwijkende bepalingen vinden uitsluitend toepassing bij de oorsprongsbepaling van goederen die tussen de CEFTA-partijen worden verhandeld.

(5) Deze bijzondere bepalingen die afwijken van voornoemde bepalingen in aanhangsel I, moeten worden vastgelegd in een nieuwe bijlage die betrekking heeft op de handel in het kader van de Midden-Europese Vrijhandelsovereenkomst (CEFTA) waar de Republiek Moldavië en de deelnemers aan het stabilisatie- en associatieproces van de Europese Unie partij bij zijn, en die in aanhangsel II moet worden opgenomen. Aanhangsel II van de conventie moet dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(6) Het standpunt van de Unie in het Gemengd Comité van de conventie moet derhalve worden gebaseerd op bijgaand ontwerpbesluit.