Overwegingen bij JOIN(2015)32 - Deelname van de EU aan verschillende organisaties voor samenwerking op het gebied van terrorismepreventie en -bestrijding

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

 
 
(1) Het mondiaal forum terrorismebestrijding fungeert als multilateraal forum ter versterking van de internationale samenwerking op het gebied van terrorismebestrijding; de leden bespreken de noodzaak om deskundigheid te mobiliseren, hulpmiddelen en initiatieven om terrorisme doeltreffender aan te pakken. In dit kader hebben de leden gespecialiseerde internationale organen opgericht om preventievraagstukken en gewelddadig extremisme aan te pakken: het Hedayah-expertisecentrum voor de bestrijding van gewelddadig extremisme, het internationaal instituut voor het recht en de rechtsstaat en het mondiaal fonds voor de mobilisatie en de weerbaarheid van gemeenschappen.

(2) Het Hedayah-expertisecentrum voor de bestrijding van gewelddadig extremisme is opgericht omdat er behoefte bestond aan een onafhankelijk, multilateraal centrum dat zich bezighoudt met opleiding, dialoog, samenwerking en onderzoek om alle vormen en uitingen van gewelddadig extremisme tegen te gaan en waarin deskundigen, expertise en ervaringen uit alle delen van de wereld kunnen worden samengebracht.

(3) Het internationaal instituut voor het recht en de rechtsstaat heeft tot taak om wetgevers, politieagenten, openbaar aanklagers, rechters, penitentiair medewerkers en andere actoren in de justitiële sector op de rechtsstaat gebaseerde opleiding te verstrekken met betrekking tot de aanpak van terrorisme en daarmee verband houdende internationale criminele activiteiten, om strafrechtsystemen te versterken en regionale netwerken van justitie, politie en andere strafrechtactoren tot stand te brengen met het oog op de bevordering van justitie, veiligheid en mensenrechten. Het fungeert ook als een forum voor vergelijkbare activiteiten van samenwerkingspartners, zoals onder andere het Bureau van de Verenigde Naties voor drugs- en misdaadbestrijding, het uitvoerend directoraat van het Comité terrorismebestrijding van de Verenigde Naties en het mondiaal forum terrorismebestrijding.

(4) Het mondiaal fonds voor de mobilisatie en de weerbaarheid van gemeenschappen werd opgericht binnen het mondiaal forum terrorismebestrijding ter complementaire ondersteuning van de huidige en toekomstige inspanningen van regeringen en maatschappelijke organisaties om gewelddadig extremisme aan te pakken en samenlevingen te wapenen tegen gewelddadig extremisme. Het fonds richt zich op lokale initiatieven op het niveau van de gemeenschappen die gericht zijn op het bestrijden van gewelddadig extremisme.

(5) De Europese Unie is een van de oprichters van het mondiaal forum terrorismebestrijding en was nauw betrokken bij de oprichting van het Hedayah-expertisecentrum voor de bestrijding van gewelddadig extremisme, het internationaal instituut voor het recht en de rechtsstaat en het mondiaal fonds voor de mobilisatie en de weerbaarheid van gemeenschappen; zij is van oordeel dat deze organen een centrale rol spelen in de internationale samenwerking ter bestrijding van gewelddadig extremisme in het algemeen en terrorisme in het bijzonder.

(6) In het uitvoeringsbesluit van de Commissie van 11 augustus 2014 waarbij het thematische strategiedocument 2014-2020 en het bijbehorende indicatieve meerjarenprogramma 2014-2017 van het instrument voor bijdrage aan stabiliteit en vrede zijn goedgekeurd (C(2014) 5607), worden langetermijnmaatregelen beschreven in verband met specifieke samenwerking tussen de Unie en haar partnerlanden en -regio's om mondiale, regio-overschrijdende en opkomende dreigingen aan te pakken, zoals bedoeld in artikel 5 van Verordening (EU) nr. 230/2014 tot vaststelling van een instrument voor bijdrage aan stabiliteit en vrede ( 1 ).

(7) In de strategie wordt terrorismebestrijding aangewezen als een van de prioriteiten en de Europese Unie wordt opgeroepen om bij te dragen aan de overkoepelende EU-doelstelling om doeltreffend multilateralisme te ondersteunen; regio-overschrijdende samenwerking verdient in dit verband de voorkeur. Steun voor specifiek op terrorismebestrijding gerichte samenwerkingsprogramma's die worden ontwikkeld binnen de Verenigde Naties of andere multilaterale kaders, zoals het mondiaal forum terrorismebestrijding, wordt expliciet genoemd als een van de opties waarvoor steun kan worden verleend uit hoofde van het instrument voor stabiliteit en vrede.

(8) Het indicatief meerjarenprogramma 2014-2017 bouwt voort op de strategie en geeft voorrang aan de bevordering van multilaterale samenwerking op het gebied van terrorismebestrijding op lange termijn, met name binnen de Verenigde Naties en het mondiaal forum terrorismebestrijding, alsmede aan mondiale voorlichting en dialoog over het voorkómen van terrorisme en het bestrijden van gewelddadig extremisme, onder andere via multilaterale initiatieven, regeringen, maatschappelijke organisaties en lokale gemeenschappen.

(9) Via het internationaal instituut voor het recht en de rechtsstaat financiert de Commissie in het kader van het uitvoeringsbesluit van de Commissie waarbij het jaarlijkse actieprogramma voor 2013 is goedgekeurd (C(2013) 4599), acties inzake terrorismebestrijdingsaspecten van de strafrechtsystemen in het Midden-Oosten en Noord-Afrika vanwege haar deskundigheid en mandaat met betrekking tot het bevorderen van op de rechtsstaat gebaseerde hervormingen van het strafrecht.

(10) In het uitvoeringsbesluit van de Commissie waarbij het jaarlijkse actieprogramma voor 2014 is goedgekeurd (C(2014) 5647), besloot de Commissie dat zij zou deelnemen aan de werkzaamheden van het Hedayah-expertisecentrum voor de bestrijding van gewelddadig extremisme en het mondiaal fonds voor de mobilisatie en de weerbaarheid van gemeenschappen. Bij dat besluit werden aan beide organen subsidies toegekend die kunnen worden doorgegeven aan lokale initiatieven op het niveau van de gemeenschappen die gericht zijn op het bestrijden van gewelddadig extremisme overal ter wereld, met gebruikmaking van de internationale deskundigheid en het multilaterale karakter van beide organen. In het genoemde besluit is ook bepaald dat de Commissie zal deelnemen aan de raad van bestuur van het mondiaal fonds voor de mobilisatie en de weerbaarheid van gemeenschappen.

(11) Deze aanpak is gevalideerd en bekrachtigd in de conclusies van de Raad van 9 februari 2015 over terrorismebestrijding 2 , waarin de Raad zich voorstander verklaarde van internationale initiatieven om radicalisering en terrorisme te bestrijden, zoals het eerste internationale expertisecentrum voor de bestrijding van gewelddadig extremisme (Hedayah) in Abu Dhabi en het mondiaal fonds voor de mobilisatie en de weerbaarheid van gemeenschappen in Genève.

(12) De Raad verklaarde daarin ook dat de EU haar betrokkenheid bij het mondiaal forum terrorismebestrijding zal vergroten, onder andere door actief bij te dragen aan door het forum geïnspireerde initiatieven zoals het mondiaal fonds voor de mobilisatie en de weerbaarheid van gemeenschappen en het internationaal instituut voor het recht en de rechtsstaat in Malta. Dit werd verder benadrukt in een verklaring van de staatshoofden en regeringsleiders van 12 februari 2015 die werd afgegeven door de Europese Raad en waarin werd gehamerd op langdurige en gecoördineerde betrokkenheid bij de Verenigde Naties en het mondiaal forum terrorismebestrijding alsmede relevante regionale initiatieven.

(13) In de aan Besluit C(2004) 2958 van 4 augustus 2004 gehechte richtsnoeren inzake de deelname van de Commissie aan privaatrechtelijke organen heeft de Commissie als algemene regel vastgesteld dat zij niet deelneemt aan privaatrechtelijke organen.

(14) Deze regel is ingesteld in verband met de grote risico's die deelname aan dergelijke organen behelst, namelijk potentiële imagoschade, financiële risico's, potentiële belangenconflicten voor de betrokken ambtenaren, potentieel misbruik van financiële procedures, het risico van nepotisme en cliëntelisme bij de aanwerving van personeelsleden van dergelijke organen, te grote afhankelijkheid en inefficiëntie en potentiële oneerlijke concurrentie ten opzichte van andere dienstverleners.

(15) De Commissie behield zich evenwel het recht voor om een uitzondering op de algemene regel te maken in uitzonderlijke omstandigheden waarin deelname bijzonder belangrijk is. Of een dergelijke uitzondering gerechtvaardigd is, moet worden bepaald op basis van een aantal algemene criteria en de Commissie moet rekening houden met de aard en doelstellingen van het desbetreffende orgaan.

(16) Voor internationale samenwerkingsorganen, waarin lidstaten en derde landen als partners zouden fungeren, moet deelname van de Commissie van bijzonder politiek belang zijn. Gezien het quasi-intergouvernementele karakter van dergelijke organen kan nauwe betrokkenheid bij de besluitvormingsprocedures worden overwogen, in overeenstemming met artikel 4, onder a), van de richtsnoeren (C(2004) 2958).

(17) Met het oog op de bekrachtiging van de constante inzet van de Europese Commissie voor het Hedayah-expertisecentrum voor de bestrijding van gewelddadig extremisme, het internationaal instituut voor het recht en de rechtsstaat en het mondiaal fonds voor de mobilisatie en de weerbaarheid van gemeenschappen, overeenkomstig de multilaterale aanpak van de Europese Unie inzake terrorismebestrijding en het thematisch strategiedocument 2014-2020 en het bijbehorende indicatieve meerjarenprogramma 2014-2017 van het instrument voor bijdrage aan stabiliteit en vrede, waarin deze drie organen worden aangewezen als cruciaal onderdeel van de strategie van de Unie om terrorisme overal ter wereld te voorkomen en te bestrijden, moet de Europese Unie ervoor zorgen dat zij volwaardig deelneemt aan de raden van bestuur van de genoemde organen. Dit is ook noodzakelijk om invloed te kunnen uitoefenen op de programmering en, voor het mondiaal fonds voor de mobilisatie en de weerbaarheid van gemeenschappen, op de financieringsbesluiten, zodat deze aansluiten bij de prioriteiten van de Europese Unie en de samenhang en complementariteit tussen de werkzaamheden van deze organen en de eigen programma's van de EU en de samenwerking via de Verenigde Naties gewaarborgd zijn. Daarnaast riep de Raad in zijn conclusies van 9 februari 2015 over terrorismebestrijding de Europese Unie op haar betrokkenheid bij deze drie organen te vergroten en ook in de strategie inzake terrorismebestrijding/buitenlandse strijders 3 , die op 20 oktober 2014 door de Raad werd bekrachtigd en op 16 januari 2015 werd gepubliceerd, wordt de Europese Unie opgeroepen om deel te nemen aan initiatieven op dit vlak van het mondiaal forum terrorismebestrijding. Via de genoemde organen kan de EU ook met verschillende partners samenwerken om terrorisme doeltreffender te bestrijden. Voor het mondiaal fonds voor de mobilisatie en de weerbaarheid van gemeenschappen is het bovendien financieel gezien in het belang van de Commissie om deel uit te maken van de raad van bestuur en volledig stemrecht te hebben gezien het financiële en operationele karakter van het fonds en zijn taak om financiering te verstrekken.

(18) Besluiten van de Commissie over een uitzondering op de algemene regel van niet-deelname (zoals bij volwaardige deelname of lidmaatschap met stemrecht) in privaatrechtelijke organen moeten voldoen aan de voorwaarden van de punten 5 en 6 van de richtsnoeren bij Besluit C(2004) 2958.

(19) De Europese Commissie en de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid moeten een specifiek gezamenlijk besluit vaststellen voor de deelname van de Unie aan de nieuwe organen zijnde het internationaal instituut voor het recht en de rechtsstaat, het Hedayah-expertisecentrum voor de bestrijding van gewelddadig extremisme en het mondiaal fonds voor de mobilisatie en de weerbaarheid van gemeenschappen.