Overwegingen bij COM(2008)711 - Standpunt EG over voorstellen tot wijziging van het Internationale Verdrag tot Regeling van de Walvisvangst en het reglement daarvan

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

 
 
(1) In artikel 174, lid 1, van het EG-Verdrag is bepaald dat een van de doelstellingen van het communautaire milieubeleid bestaat in de bevordering op internationaal vlak van maatregelen om het hoofd te bieden aan regionale of mondiale milieuproblemen.

(2) Binnen de Gemeenschap zijn in Richtlijn 92/43/EEG van de Raad inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna (de habitatrichtlijn)[12] alle soorten walvisachtigen opgenomen als soorten van communautair belang en wordt daar bepaald dat de lidstaten deze soorten op de delen van hun grondgebied waarop het Verdrag van toepassing is, in een gunstige staat van instandhouding moeten behouden of herstellen. Alle walvisachtigen zijn in bijlage IV van de richtlijn opgenomen. Dit betekent dat alle walvissoorten strikt worden beschermd tegen het opzettelijk verstoren, vangen of doden van deze dieren binnen de communautaire wateren. Krachtens dezelfde richtlijn is het tevens verboden om aan de natuur onttrokken specimens in bezit te hebben, te vervoeren, te verhandelen of te ruilen.

(3) Verordening (EG) nr. 338/97 van de Raad inzake de bescherming van in het wild levende dier- en plantensoorten door controle op het desbetreffende handelsverkeer[13], de tekst waarbij de Overeenkomst inzake de internationale handel in bedreigde in het wild levende dier- en plantensoorten (CITES) in de EG ten uitvoer wordt gelegd, verbiedt het binnenbrengen van walvisachtigen in de Gemeenschap voor overwegend commerciële doeleinden[14].

(4) Walvissen zijn migrerende soorten. Dit betekent dat het beleid en de wetgeving van de EG op het gebied van walvissen in communautaire wateren meer slagkracht zal hebben als het door een coherent internationaal optreden wordt geschraagd.

(5) De Internationale Walvisvaartcommissie (IWC) is de bevoegde internationale organisatie voor de instandhouding en het beheer van de mondiale walvisbestanden en is opgericht in het kader van het in 1946 ondertekende Internationale Verdrag tot Regeling van de Walvisvangst (ICRW). Alleen regeringen kunnen lid worden van de IWC. 21 lidstaten van de Europese Unie zijn partij bij de IWC[15]. De Europese Gemeenschap heeft een waarnemersstatus in de IWC en wordt vertegenwoordigd door de Commissie.

(6) De commerciële walvisvangst is in 1986 opgeschort op grond van een moratorium dat door de meerderheid van de in de IWC vertegenwoordigde landen is goedgekeurd. Leidende walvisvaartlanden hebben het moratorium altijd betwist en beoefenen nog steeds de walvisvangst voor wat zij wetenschappelijke doeleinden noemen of op grond van andere uitzonderingen.

(7) Tijdens de 60e jaarlijkse vergadering van de IWC in Santiago de Chile in juni 2008 is een belangrijk proces opgestart om een koers voor de toekomst voor de IWC uit te zetten. De lidstaten moeten trachten een constructieve bijdrage tot alle discussies te leveren, waarbij rekening dient te worden gehouden met de doelstelling om voor een effectief internationaal regelgevingskader te zorgen.

(8) De IWC werkt op basis van een reglement waarbij de walvisvangst over de hele wereld wordt geregeld. Het reglement is aan het verdrag gehecht en maakt er integrerend deel van uit. Het is bindend voor de partijen en bevat gedetailleerde bepalingen inzake de walvisvangst met betrekking tot de instandhouding en het gebruik van walvisbestanden. De bepalingen ven het reglement en de wijzigingen daarop zijn bindend voor de partijen, tenzij een partij overeenkomstig artikel V, lid 3, van het ICRW formeel bezwaar indient tegen een wijziging.

(9) In het kader van de IWC aangenomen voorstellen voor besluiten tot wijziging van het reglement kunnen rechtsgevolgen hebben en van invloed zijn op de verwezenlijking van de doelstellingen van het beleid en de wetgeving van de Gemeenschap inzake walvisachtigen. Met sommige voorstellen die geregeld tijdens vergaderingen van de IWC ter goedkeuring worden voorgelegd, wordt beoogd de walvisvangst toe te staan door de vaststelling van quota en de toepassing van beheersmaatregelen of walvisreservaten in te stellen en hiervoor is een communautair standpunt vereist.

(10) Gelet op de in hoofdzaak aan het milieu gerelateerde doelstellingen die de Europese Gemeenschap in de huidige situatie in verband met de IWC dient te beogen, wordt artikel 37 van het Verdrag niet als onderdeel van de operationele rechtsgrondslag van dit besluit voorgesteld. Dit laat de exclusieve bevoegdheid van de Europese Gemeenschap op het gebied van de rijkdommen van de zee krachtens de bepalingen van artikel 3, lid 1, onder e), juncto artikel 32 en bijlage I van het Verdrag en derhalve van alle levende aquatische hulpbronnen in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid krachtens Verordening (EG) nr. 2371/2002 van de Raad[16] onverlet. Dit schept geen precedent voor eventuele onderhandelingen over de instandhouding en het beheer van onder genoemde verordening vallende levende aquatische hulpbronnen in de toekomst.

(11) Op grond van artikel 10 van het EG-Verdrag zijn de lidstaten verplicht tot loyale samenwerking en mogen zij buiten het raamwerk van de Gemeenschapswetgeving geen verplichtingen aangaan die gevolgen kunnen hebben voor de regelgeving van de Gemeenschap of de werkingssfeer daarvan.

(12) Aangezien de Gemeenschap waarnemer bij de IWC is, moet het communautaire standpunt over aangelegenheden die binnen haar bevoegdheid vallen, door de Raad worden bepaald en door de lidstaten, die gezamenlijk in het belang van de Gemeenschap optreden, worden verdedigd.

(13) Tijdens IWC-vergaderingen moeten de Gemeenschap en de lidstaten nauw samenwerken om te garanderen dat wijzigingen in het ICRW en het reglement daarbij consistent zijn met de doelstellingen van het beleid en de wetgeving van de Gemeenschap inzake walvissen.