Toelichting bij COM(2025)181 - Verslag over het mededingingsbeleid 2024 - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2025)181 - Verslag over het mededingingsbeleid 2024. |
---|---|
bron | COM(2025)181 ![]() ![]() |
datum | 25-04-2025 |
Inhoudsopgave
- Brussel, 25.4.2025
- 1. Inleiding
- 2. Modernisering en vereenvoudiging van de mededingingsregels om bij te dragen tot het concurrentievermogen van de EU, de groene en de digitale transitie en de versterking van de eengemaakte markt
- 2.1. Evaluatie en herziening van de antitrust- en concentratieregels
- 2.2. Evaluatie en herziening van de regels en richtsnoeren inzake staatssteun
- 2.3. Staatssteunbeleid als sleutel tot veerkracht in tijden van crisis
- 3. Doeltreffende handhaving van de mededingingsregels heeft bijgedragen tot de groene en de digitale transities van de EU en tot de versterking van de eengemaakte markt
- 3.1. Markten eerlijk en betwistbaar houden en de eengemaakte markt versterken
- 3.2 Ondersteuning van de groene transitie
- 3.3. Een economie ondersteunen die werkt voor de mensen
- 4. Doeltreffende handhaving van de digitalemarktenverordening en de verordening buitenlandse subsidies
- 4.1. De uitdagingen en dynamiek van digitale markten aanpakken door de digitalemarktenverordening te handhaven
- 4.2. De eengemaakte markt beschermen tegen verstorende buitenlandse subsidies door de verordening buitenlandse subsidies te handhaven
- 5. Gevolgen van het mededingingsbeleid en de handhaving
- 5.1. Voordelen van handhaving van de mededingingsregels voor consumenten en burgers
- 5.2. De concurrentie beschermen in een veranderende wereld
- 5.3. Gevolgen van het staatssteunbeleid voor de eengemaakte markt
- 6. Communicatie en promotie ondersteunen het mededingingsbeleid
- 7. Relaties met andere EU-instellingen
- 8. Mededingingsbeleid in een Europese en wereldwijde context
- 8.1. Bevordering van een Europese mededingingscultuur via het Europees Mededingingsnetwerk
- 8.2. De lidstaten helpen bij hervormingen via het instrument voor technische ondersteuning
- 8.3. Internationale betrekkingen
- Het tijdelijke crisis- en transitiekader ter ondersteuning van de transitie naar een nettonuleconomie
- Uitvoering van de herstel- en veerkrachtfaciliteit
- Handhaving van de antitrustregels
- Het Gerecht heeft de door de Commissie aan Qualcomm opgelegde geldboete grotendeels gehandhaafd
- Het Hof van Justitie heeft het besluit van de Commissie in de zaak Google Shopping gehandhaafd
- Het Gerecht heeft het besluit van de Commissie in de zaak Google AdSense nietig verklaard
- Concentratiecontrole
- Het Hof van Justitie heeft de bevoegdheidsbesluiten van de Commissie in de zaak lllumina/GRAIL nietig verklaard
- Staatssteuntoezicht
- Handhaving van de antitrustregels
- Concentratiecontrole
- Staatssteuntoezicht
- IPCEI op het gebied van waterstofinfrastructuur
- Financiëledienstensector
- Belastingen
- Het Hof van Justitie heeft het besluit van de Commissie dat Ierland onrechtmatige staatssteun aan Apple heeft verleend, bekrachtigd
- Besparingen voor klanten (mediaan, d.w.z. het midden van elk bereik), 2013-2023
- Uitbetaling van crisisgebonden en niet-crisisgebonden steun in 2023
- Staatssteun ter bevordering van industriële innovatie en technologisch leiderschap
- Multilaterale betrekkingen
- Bilaterale betrekkingen
COM(2025) 181 final
VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S
Verslag over het mededingingsbeleid 2024
{SWD(2025) 102 final}
Inhoud
2. Modernisering en vereenvoudiging van de mededingingsregels om bij te dragen tot het concurrentievermogen van de EU, de groene en de digitale transitie en de versterking van de eengemaakte markt
Het tijdelijke crisis- en transitiekader ter ondersteuning van de transitie naar een nettonuleconomie
Uitvoering van de herstel- en veerkrachtfaciliteit
3. Doeltreffende handhaving van de mededingingsregels heeft bijgedragen tot de groene en de digitale transities van de EU en tot de versterking van de eengemaakte markt
Handhaving van de antitrustregels
Concentratiecontrole
Staatssteuntoezicht
Handhaving van de antitrustregels
Concentratiecontrole
Staatssteuntoezicht
Financiëledienstensector
Belastingen
4. Doeltreffende handhaving van de digitalemarktenverordening en de verordening buitenlandse subsidies
4.1. De uitdagingen en dynamiek van digitale markten aanpakken door de digitalemarktenverordening te handhaven
4.2. De eengemaakte markt beschermen tegen verstorende buitenlandse subsidies door de verordening buitenlandse subsidies te handhaven
1.Inleiding
Vanaf het allereerste begin van het Europese project heeft het mededingingsbeleid een fundamentele rol gespeeld bij het vormgeven van de eengemaakte markt. Dankzij het mededingingsbeleid kunnen bedrijven van elke omvang in de EU concurreren en groeien op basis van verdienste, en tegelijkertijd innovatie en groei bevorderen en bijdragen tot het algemene concurrentievermogen en de veerkracht van de economie van de EU.
Het mededingingsbeleid van de EU en een doeltreffende handhaving van de mededingingsregels houden de prijzen laag, verhogen de productkwaliteit en versnellen innovatie, wat in het algemeen het welzijn van consumenten en bedrijven ten goede komt. Het mededingingsbeleid van de EU heeft tot doel de markten open en betwistbaar te houden, met name door praktijken die het mededingingsproces verstoren uit te bannen en te bestraffen, en door alleen de minst verstorende vormen van staatssteun toe te staan.
In 2024 werden twee verslagen gepubliceerd: het verslag van Enrico Letta 1 en het verslag van Mario Draghi 2 . Het verslag-Letta bevat aanbevelingen om de eengemaakte markt te verbeteren, en het verslag-Draghi bevat voorstellen om het concurrentievermogen van de EU te vergroten. In beide verslagen wordt benadrukt dat de eengemaakte markt de beste troef van de EU is voor een concurrerende, schone en digitale toekomst, en dat een doeltreffende handhaving van de mededingingsregels een fundamentele bron is van productiviteitsgroei en concurrentievermogen in de EU. Daadwerkelijke concurrentie is een essentieel kenmerk van goed functionerende markten.
Tegen deze achtergrond hebben de Europese Commissie (“Commissie”) en haar directoraat-generaal Concurrentie in 2024 het mededingingsbeleid van de EU verder ontwikkeld om de doelstellingen van een groene, digitale en veerkrachtige Europese economie te verwezenlijken, en ook in dat jaar de mededingingsregels actief gehandhaafd. Daadwerkelijke concurrentie is een essentieel kenmerk van goed functionerende markten. Het mededingingsbeleid functioneert echter niet in een vacuüm. Er is interactie tussen sectorspecifieke regelgeving en handhaving van de mededingingsregels en zij versterken elkaar.
Het mededingingsverslag van 2024 wordt door de Europese Commissie (“Commissie”) gericht aan het Europees Parlement, de Raad van de Europese Unie, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s. In dit verslag worden de belangrijkste ontwikkelingen op het gebied van het mededingingsbeleid van de EU en de handhaving ervan gedurende 2024 beschreven. Een uitgebreider overzicht van beleidsontwikkelingen, handhavingsmaatregelen en belangrijke rechtspraak is opgenomen in het werkdocument van de diensten van de Commissie (SWD), dat bij het verslag is gevoegd.
2.Modernisering en vereenvoudiging van de mededingingsregels om bij te dragen tot het concurrentievermogen van de EU, de groene en de digitale transitie en de versterking van de eengemaakte markt
In 2024 is er veel werk verzet om ervoor te zorgen dat alle instrumenten voor de handhaving van de mededingingsregels (concentratiecontrole, antitrustcontrole en staatssteuncontrole) geschikt blijven voor het beoogde doel om eerlijke concurrentie te beschermen en in overeenstemming zijn met de doelstellingen van een groene, digitale en veerkrachtige economie van de EU.
2.1. Evaluatie en herziening van de antitrust- en concentratieregels
In februari 2024 heeft de Commissie de herziene bekendmaking marktbepaling vastgesteld, die een actualisering bevat van hoe markten worden afgebakend om rekening te houden met de nieuwe marktrealiteit en ontwikkelingen in de besluitvormingspraktijk en de rechtspraak 3 . Marktbepaling vereist het identificeren van de grenzen van de concurrentie tussen ondernemingen bij de beoordeling van concentraties en de meeste antitrustzaken. De bekendmaking marktbepaling vergroot de transparantie en rechtszekerheid voor ondernemingen, vergemakkelijkt de naleving en draagt bij tot een efficiëntere handhaving van de mededingingsregels. De herziene bekendmaking marktbepaling biedt geactualiseerde en toegankelijker richtsnoeren. In de bekendmaking worden de algemene beginselen beschreven en wordt het belang benadrukt van niet-prijsgebonden parameters voor marktbepaling, zoals innovatie, kwaliteit, een betrouwbare levering en duurzaamheid. Daarnaast bevat de bekendmaking marktbepaling richtsnoeren voor begrippen met betrekking tot marktbepaling in specifieke omstandigheden, bijvoorbeeld in digitale markten, innovatie-intensieve bedrijfstakken en markten die een structurele transitie doormaken. De bekendmaking marktbepaling heeft ook betrekking op kwantitatieve technieken die worden gebruikt bij het afbakenen van markten en het berekenen van marktaandelen.
De evaluatie van het procedurele kader voor het antitrustbeleid werd in 2024 afgerond. Verordening (EG) nr. 1/2003 4 en de uitvoeringshandeling ervan, Verordening (EG) nr. 773/2004 5 , voorzien in een procedureel kader dat tot doel heeft ervoor te zorgen dat de artikelen 101 en 102 VWEU op doeltreffende en uniforme wijze worden toegepast. Na een uitgebreide bewijsgaring, een openbare raadpleging en een enquête heeft de Commissie in september 2024 een werkdocument van de diensten van de Commissie 6 met de resultaten van de evaluatie bekendgemaakt. Gedurende het hele evaluatieproces hebben de diensten van de Commissie contacten onderhouden met de nationale mededingingsautoriteiten van de lidstaten. De diensten van de Commissie hebben geconcludeerd dat de geëvalueerde verordeningen over het algemeen goede resultaten hebben opgeleverd als het gaat om de verwezenlijking van hun doelstellingen van doeltreffende en uniforme toepassing van de artikelen 101 en 102 VWEU. Dit komt zowel door de wijzigingen die deze verordeningen hebben aangebracht in de handhavingsbevoegdheden van de Commissie als door de bevoegdheden die aan de nationale mededingingsautoriteiten zijn verleend om de mededingingsregels van de EU te handhaven. In de evaluatie werden ook gebieden vastgesteld die verder moeten worden bestudeerd om ervoor te zorgen dat de handhaving van de mededingingsregels gelijke tred houdt met de digitalisering en om een coherente en snelle handhaving van de antitrustregels te waarborgen.
Misbruik van een machtspositie door uitsluiting is nadelig voor zowel ondernemingen als consumenten. Het leidt tot hogere prijzen, minder innovatie en een slechtere kwaliteit van producten en diensten. In 2024 is de Commissie doorgegaan met het opstellen van nieuwe richtsnoeren inzake misbruik van een machtspositie door uitsluiting. De exercitie heeft tot doel de rechtspraak inzake uitsluitingsgedrag op grond van artikel 102 VWEU te systematiseren teneinde rechtszekerheid en voorspelbaarheid te waarborgen en ondernemingen operationele richtsnoeren te verstrekken. De richtsnoeren zijn ook bedoeld om in overeenstemming met het economisch denken een werkbare, op effecten gebaseerde aanpak te bevorderen, die voor een doeltreffende handhaving van artikel 102 VWEU kan zorgen. De Commissie heeft de ontwerprichtsnoeren inzake misbruik van een machtspositie door uitsluiting in augustus 2024 opengesteld voor opmerkingen 7 . Het Europees Mededingingsnetwerk (ECN) heeft de ontwerprichtsnoeren vervolgens bekrachtigd in een gezamenlijke verklaring van september 2024 8 .
In januari 2024 heeft de Commissie de routekaart gelanceerd voor evaluatie van de groepsvrijstellingsverordening motorvoertuigen. Het doel van deze evaluatie is na te gaan in hoeverre de groepsvrijstellingsverordening motorvoertuigen nog steeds geschikt is voor het beoogde doel. In april 2023 had de Commissie de groepsvrijstellingsverordening motorvoertuigen met vijf jaar verlengd, tot en met 31 mei 2028 9 . Deze beperkte verlenging gaf de Commissie meer tijd om opkomende trends te beoordelen, zoals die welke het gevolg zijn van het toenemende gebruik van digitale functies in nieuwe voertuigen. De Commissie heeft ook de aanvullende richtsnoeren voor de sector 10 geactualiseerd, met dezelfde geldigheidsduur.
De evaluatie van de regels betreffende overeenkomsten inzake technologieoverdracht is afgerond. Met de groepsvrijstellingsverordening inzake technologieoverdracht 11 worden bepaalde categorieën overeenkomsten en praktijken vrijgesteld van de toepassing van de mededingingsregels van de EU. De huidige groepsvrijstellingsverordening inzake technologieoverdracht loopt af op 30 april 2026 en is geëvalueerd (met inbegrip van de begeleidende richtsnoeren) 12 om te beoordelen hoe de regels in de praktijk hebben gewerkt, om te helpen beslissen of de Commissie de verordening moet laten vervallen, verlengen of een herziene verordening en bijbehorende richtsnoeren moet opstellen. In november 2024 zijn de resultaten van de evaluatie bekendgemaakt 13 . Uit de evaluatie is gebleken dat de groepsvrijstellingsverordening inzake technologieoverdracht en de richtsnoeren voor overeenkomsten inzake technologieoverdracht grotendeels succesvol zijn geweest in het waarborgen van de doeltreffende, efficiënte en uniforme toepassing van de mededingingsregels van de EU op overeenkomsten inzake technologieoverdracht, en dat de doelstellingen ervan relevant blijven. Uit de evaluatie is ook gebleken dat deze groepsvrijstellingsverordening en de bijbehorende richtsnoeren kunnen worden verbeterd en vereenvoudigd om de rechtszekerheid te vergroten en rekening te houden met recente marktontwikkelingen. De Commissie zal het kader voor technologieoverdracht herzien om ervoor te zorgen dat ondernemingen beschikken over duidelijke, eenvoudige en actuele regels voor concurrentiebevorderende licentieovereenkomsten inzake technologie, en zodoende de verspreiding van technologie vergemakkelijken, initiële O&O stimuleren en innovatie bevorderen.
In november 2024 heeft de Commissie in opdracht van DG Concurrentie een ex-postevaluatieonderzoek bekendgemaakt over “killeracquisities” in de farmaceutische sector 14 . Voor de doeleinden van het onderzoek werden killeracquisities gedefinieerd als de acquisities van innovatieve farmaceutische pijplijnproducten die tot doel of tot gevolg hebben dat een van de overlappende O&O-projecten wordt stopgezet. Er bestaat een aanzienlijk risico dat dergelijke killeracquisities de innovatieconcurrentie bij de specifieke transactie en uiteindelijk in de hele markt verminderen. Als onderdeel van het onderzoek werden niet alleen fusies en overnamen beoordeeld, maar ook andere soorten transacties, waaronder licentieovereenkomsten en O&O-samenwerkingsovereenkomsten 15 . Volgens het onderzoek hadden tussen 2014 en 2018 gemiddeld 48 transacties per jaar betrekking op de verwerving van nauw overlappende O&O-projecten op het niveau van klinische proeven. Bij een aanzienlijk aantal van deze projecten werd vervolgens een van de O&O-projecten van de partijen stopgezet. Omdat er geen toegang tot interne documenten was, konden bij dit onderzoek geen specifieke voorbeelden worden geïdentificeerd van fusies of overnamen waarvan kon worden bevestigd (“bewezen”) dat het ging om killeracquisities. Per jaar bleken echter 18 transacties “nader onderzoek te verdienen”, wat betekent dat er geen duidelijk vast te stellen technische of veiligheidsreden was om de betreffende stopzetting te verklaren. In het onderzoek werden de handhaving door de Commissie in het verleden met betrekking tot potentiële killeracquisities en het rechtskader voor het optreden van de Commissie in dit verband beoordeeld. Vastgesteld werd dat de Commissie in vijf concentratiezaken met betrekking tot killeracquisities de schadetheorieën correct had beoordeeld 16 . Bovendien bevatte het onderzoek suggesties voor een adequatere ontwikkeling van corrigerende maatregelen. Tot slot werd in het onderzoek de geschiktheid geanalyseerd van de concentratie- en antitrustinstrumenten die worden gebruikt voor de aanpak van killeracquisities wanneer de Commissie niet bevoegd is 17 .
2.2. Evaluatie en herziening van de regels en richtsnoeren inzake staatssteun
In mei 2024 heeft de Commissie de richtsnoeren inzake regionale steunmaatregelen gewijzigd 18 . De mogelijkheid voor de lidstaten om in het kader van deze richtsnoeren steun te verlenen is een belangrijk instrument om investeringen in de minder begunstigde regio’s van Europa te ondersteunen en de sociale en economische samenhang te versterken. Dankzij de wijziging van de richtsnoeren 19 konden de lidstaten hun regionalesteunkaarten aanpassen en hogere bedragen toekennen aan regionale steun voor investeringsprojecten die onder het platform voor strategische technologieën voor Europa (STEP) 20 vallen. Deze verhoging is maximaal 10 procentpunten in de regio’s die in aanmerking komen voor steun op grond van artikel 107, lid 3, punt a), VWEU (zogenaamde “steungebieden onder a”), en maximaal 5 procentpunten in de regio’s die in aanmerking komen voor steun op grond van artikel 107, lid 3, punt c), VWEU (zogenaamde “steungebieden onder c”). Het STEP heeft tot doel de ontwikkeling en productie van kritieke technologieën die relevant zijn voor de groene en de digitale transitie en de strategische soevereiniteit van de EU te ondersteunen.
Risicofinanciering speelt een cruciale rol bij de financiering van de economie, met name voor start-ups, kmo’s en midcaps. In januari 2024 heeft de Commissie de lidstaten praktische richtsnoeren verstrekt over de wijze waarop zij het bestaan van steun voor risicofinancieringsmaatregelen kunnen beoordelen wanneer zij nagaan of overheidsmaatregelen om de toegang van ondernemingen tot financiering te vergemakkelijken al dan niet staatssteun vormen 21 .
Op 1 januari 2024 zijn twee herziene de-minimisverordeningen in werking getreden. In december 2024 is een derde de-minimisverordening vastgesteld.
De herziene algemene de-minimisverordening 22 is van toepassing tot en met 31 december 2030. De verordening sluit kleine steunbedragen uit van het EU-toezicht op staatssteun omdat deze geacht worden het handelsverkeer tussen de lidstaten niet te beïnvloeden en de mededinging niet verstoren of dreigen te verstoren. Het vrijstellingsplafond is verhoogd van 200 000 EUR tot 300 000 EUR per onderneming over een periode van drie jaar. De lidstaten zullen de-minimissteun moeten registreren in een centraal register op nationaal of EU-niveau. Deze verplichting is van toepassing met ingang van 1 januari 2026.
De herziene de-minimisverordening inzake diensten van algemeen economisch belang 23 is ook op 1 januari 2024 in werking getreden. Het vrijstellingsplafond voor de-minimissteun voor diensten van algemeen economisch belang is verhoogd van 500 000 EUR tot 750 000 EUR per onderneming over een periode van drie jaar. Net als op grond van de algemene de-minimisverordening zijn de lidstaten verplicht de-minimissteun voor diensten van algemeen economisch belang te registreren in een centraal register dat op nationaal of EU-niveau wordt ingesteld. Deze verplichting is van toepassing met ingang van 1 januari 2026.
In december 2024 heeft de Commissie een wijziging van de de-minimisverordening voor de landbouw vastgesteld 24 . Met de gewijzigde regels kunnen de lidstaten landbouwers in grotere mate op een eenvoudige, snelle, directe en efficiënte manier ondersteunen. De belangrijkste wijzigingen zijn: 1) een verhoging van het vrijstellingsplafond voor de-minimissteun per onderneming over een periode van drie jaar van 25 000 EUR tot 50 000 EUR, 2) een verhoging van het “nationale maximum” (maximumbedrag van cumulatieve de-minimissteun per lidstaat) van 1,5 % tot 2 % van de waarde van de landbouwproductie van de betrokken lidstaat, 3) de schrapping van het “sectorale maximum” (bovengrens van maatregelen per lidstaat die slechts op één productmarkt zijn gericht), 4) de invoering van een verplicht centraal register van de-minimissteun op nationaal of Europees niveau en 5) de verlenging van de geldigheid van de herziene verordening tot en met 31 december 2032.
De verhoging van het de-minimisplafond en het centraal register voor de-minimissteun in de drie verordeningen vereenvoudigen de toepasselijke regels aanzienlijk. De verhoogde plafonds stellen de lidstaten in staat sneller en eenvoudiger meer steun te verlenen en de centrale registers verminderen de rapportageverplichtingen voor belanghebbenden.
Bovendien heeft de Commissie in juni 2024 ter raadpleging haar nieuwe ontwerpregels voor land- en multimodaal vervoer bekendgemaakt, de richtsnoeren inzake vervoer over land en multimodaal vervoer en de groepsvrijstellingsverordening vervoer. De groepsvrijstellingsverordening vervoer heeft tot doel bepaalde categorieën steun in de sectoren spoorvervoer, binnenvaart en multimodaal vervoer vrij te stellen van voorafgaande aanmelding. Zij vormt een aanvulling op de richtsnoeren inzake vervoer over land en multimodaal vervoer, die in de plaats komen van de huidige spoorwegrichtsnoeren 25 , en bevat de voorwaarden voor de beoordeling van de verenigbaarheid met de eengemaakte markt van steun voor duurzaam vervoer over land waarvoor geen groepsvrijstelling geldt. Deze twee reeksen regels zullen een alomvattend en actueel rulebook vormen voor steun aan duurzaam vervoer over land. De herziening van deze twee instrumenten is gaande.
2.3. Staatssteunbeleid als sleutel tot veerkracht in tijden van crisis
De staatssteunregels zorgen ervoor dat steun gericht is op marktfalen en dat overcompensatie, verdringing van particuliere financiering en andere vormen van concurrentieverstoring op de eengemaakte markt worden voorkomen. In de afgelopen jaren heeft het staatssteunbeleid de economie van de EU geholpen om opeenvolgende crises het hoofd te bieden en er veerkrachtiger uit te komen.
Het tijdelijke crisis- en transitiekader ter ondersteuning van de transitie naar een nettonuleconomie
In 2024 is de Commissie het tijdelijke crisis- en transitiekader (TCTF) 26 blijven toepassen om de economie van de EU te ondersteunen na de Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne en om sectoren die van cruciaal belang zijn voor de transitie naar een nettonuleconomie verder te ondersteunen.
De mogelijkheid om de uitrol van regelingen voor hernieuwbare energie, energieopslag en het koolstofvrij maken van industriële productieprocessen te versnellen (afdelingen 2.5 en 2.6 van het TCTF) en om maatregelen vast te stellen om de investeringen ter ondersteuning van de transitie naar een nettonuleconomie verder te versnellen (afdeling 2.8), blijft van kracht tot eind 2025. De afdelingen waarin de lidstaten in staat worden gesteld beperkte steunbedragen (afdeling 2.1 van het TCTF) en steun ter compensatie van hoge energieprijzen (afdeling 2.4 van het TCTF) toe te kennen, bleven van toepassing tot en met 30 juni 2024. Op 2 mei 2024 heeft de Commissie, na raadpleging van de lidstaten, het TCTF gewijzigd in het licht van de specifieke situatie van ondernemingen die actief zijn in de primaire productie van landbouwproducten en in de visserij- en aquacultuursector. De Commissie heeft een beperkte verlenging vastgesteld van de bepalingen op grond waarvan de lidstaten tot en met 31 december 2024 beperkte steunbedragen kunnen blijven toekennen (afdeling 2.1 van het TCTF) aan ondernemingen in die sectoren 27 .
In 2024 heeft de Commissie uit hoofde van het TCTF, of op basis van de beginselen daarvan, 127 besluiten vastgesteld (waarvan 55 wijzigingsbesluiten), waarbij 77 door 24 lidstaten aangemelde nationale maatregelen werden goedgekeurd. Het totale budget voor die staatssteunmaatregelen waarvan de lidstaten aan de Commissie kennisgeving hebben gedaan, bedroeg 68,03 miljard EUR.
De uitvoering door de Commissie van de nationale herstel- en veerkrachtplannen die zijn vastgesteld in het kader van de herstel- en veerkrachtfaciliteit 28 — de kern van het initiatief NextGenerationEU 29 — is in 2024 voortgezet. Naast en ter aanvulling van het cohesiebeleid, is deze faciliteit erop gericht de samenhang tussen de lidstaten te bevorderen door de sociale en economische gevolgen van de COVID-19-pandemie te beperken en de groene en de digitale transities te ondersteunen. De meeste uit de herstel- en veerkrachtfaciliteit gefinancierde maatregelen vormen geen staatssteun. Van de maatregelen die dat wel zijn, kan de meerderheid rechtstreeks door de lidstaten worden uitgevoerd, hetzij in het kader van een groepsvrijstellingsverordening 30 , hetzij in het kader van een de-minimisverordening 31 . Bepaalde door de herstel- en veerkrachtfaciliteit gefinancierde staatssteunmaatregelen moeten echter ter voorafgaande goedkeuring bij de Commissie worden aangemeld. In 2024 heeft de Commissie ten minste veertig besluiten inzake staatssteun vastgesteld met betrekking tot door de herstel- en veerkrachtfaciliteit gefinancierde maatregelen. Sommige van deze besluiten hadden betrekking op belangrijke projecten van gemeenschappelijk Europees belang (IPCEI’s), omdat in bepaalde gevallen middelen uit deze faciliteit werden gebruikt om dergelijke projecten mede te financieren.
3. Doeltreffende handhaving van de mededingingsregels heeft bijgedragen tot de groene en de digitale transities van de EU en tot de versterking van de eengemaakte markt
Handhaving van de mededingingsregels draagt bij tot het wegnemen van toetredings- en uitbreidingsbelemmeringen op de eengemaakte markt. In een markteconomie is er geen concurrentie zonder daadwerkelijke concurrentie. Door de markten beter te laten functioneren en de marktdiscipline in stand te houden, leiden de mededingingsregels tot meer innovatie, investeringen en meer gediversifieerde toeleveringsketens. Dit draagt bij tot de digitale en groene transformatie en tot de economische veerkracht van de economie van de EU, en ondersteunt het industriebeleid van de EU.
3.1. Markten eerlijk en betwistbaar houden en de eengemaakte markt versterken
Wat de antitrustregels betreft, heeft de Commissie ook in 2024 op digitale markten verschillende zaken tegen grote digitale ondernemingen ingesteld om ervoor te zorgen dat deze ondernemingen hun marktmacht niet misbruiken. Digitale markten hebben specifieke kenmerken en vormen concrete uitdagingen als gevolg van de heersende bedrijfsmodellen en de gebruikelijke marktdynamiek. Ondernemingen kunnen bijvoorbeeld gegevens of technologie verwerven om de toegangsbelemmeringen te verhogen of de gegevens van concurrenten in hun eigen voordeel gebruiken (bv. platforms met een dubbele functie, namelijk die van tussenpersoon en die van concurrent).
In maart 2024 heeft de Commissie Apple een boete van meer dan 1,8 miljard EUR opgelegd wegens misbruik van zijn machtspositie op de markt voor de distributie van muziekstreamingapps waarvan iPhone- en iPad-gebruikers (samen iOS-gebruikers) gebruikmaken via de App Store 32 . De Commissie heeft met name vastgesteld dat Apple beperkingen oplegde aan app-ontwikkelaars die hen beletten iOS-gebruikers te informeren over alternatieve en goedkopere muziekabonnementsdiensten die buiten de app beschikbaar zijn (“anti-steering”-bepalingen).
In november 2024 heeft de Commissie Meta een boete van 797,72 miljoen EUR opgelegd wegens misbruik van zijn machtspositie 33 . Het belangrijkste product van Meta is het persoonlijke sociale netwerk Facebook. Daarnaast biedt Facebook “Facebook Marketplace”, een onlinedienst voor rubrieksadvertenties waar gebruikers goederen kunnen kopen en verkopen. De Commissie heeft geconcludeerd dat Meta de mededingingsregels van de EU heeft geschonden door Facebook Marketplace te koppelen aan zijn persoonlijke sociale netwerk Facebook. Omdat alle Facebook-gebruikers toegang hebben tot en worden blootgesteld aan Facebook Marketplace, of zij dat nu willen of niet, geeft dit Facebook Marketplace aanzienlijke voordelen waar concurrenten niet aan kunnen tippen. Bovendien legt Facebook eenzijdig oneerlijke handelsvoorwaarden op aan andere adverteerders op de platforms van Meta, met name op Facebook en Instagram. Hierdoor kan Meta advertentiegerelateerde gegevens gebruiken die door andere adverteerders worden gegenereerd, uitsluitend ten behoeve van Facebook Marketplace.
In juni 2024 heeft de Commissie Microsoft in kennis gesteld van haar voorlopige standpunt dat de onderneming inbreuk heeft gemaakt op artikel 102 VWEU door haar communicatie- en samenwerkingsproduct Teams te koppelen aan haar populaire productiviteitstoepassingen die zijn opgenomen in de pakketten Office 365 en Microsoft 365 voor zakelijke gebruikers 34 .
Naast onderzoeken naar het marktgedrag van grote digitale ondernemingen is de Commissie in een aantal andere sectoren, zoals mobiele telefoons en kleding, ook opgetreden tegen concurrentieverstorende praktijken.
In november 2024 heeft de Commissie een formeel onderzoek geopend naar de vraag of Corning — een belangrijke producent van breukbestendig glas voor draagbare elektronische apparaten — mogelijk misbruik heeft gemaakt van zijn machtspositie op de wereldwijde markt voor dergelijke apparaten 35 . De Commissie onderzoekt of Corning concurrentieverstorende exclusieve leveringsovereenkomsten heeft gesloten met fabrikanten van mobiele telefoons en met ondernemingen die ruw glas voor dit doel verwerken. De Commissie vreest dat in de overeenkomsten tussen Corning en producenten van mobiele telefoons en verwerkers van ruw glas concurrenten uit grote marktsegmenten werden uitgesloten, waardoor de keuze van de klant werd beperkt, de prijzen werden verhoogd en de innovatie ten nadele van de consument werd afgeremd.
In november 2024 heeft de Commissie het modehuis Pierre Cardin en zijn grootste licentiehouder Ahlers een boete van 5,7 miljoen EUR opgelegd wegens inbreuk op het mededingingsrecht van de EU 36 . De Commissie heeft vastgesteld dat Pierre Cardin en Ahlers artikel 101 VWEU hadden geschonden door de passieve verkoop van producten met een Pierre Cardin-licentie binnen de EU te beperken en door restricties op te leggen wat betreft de afnemers aan wie dergelijke producten konden worden verkocht. Het gedrag van Pierre Cardin en Ahlers heeft de eengemaakte markt onrechtmatig gefragmenteerd doordat het consumenten ervan weerhield om rond te kijken en te zoeken naar een betere deal en van een ruimere keuze te profiteren.
In 2024 is de Commissie doorgegaan met het onderzoek naar de levensmiddelensector, die van groot belang is voor de burgers van de EU. De stijgende prijzen van levensmiddelen — die nog sneller stijgen door de inflatie — dragen in belangrijke mate bij tot de steeds hogere kosten van het levensonderhoud in de EU.
In mei 2024 heeft de Commissie Mondelez een boete van 337,5 miljoen EUR opgelegd wegens het belemmeren van de grensoverschrijdende handel in chocolade, koekjes en koffieproducten 37 . Mondelez had 22 overeenkomsten gesloten die in strijd zijn met artikel 101 VWEU en misbruik gemaakt van zijn machtspositie in strijd met artikel 102 VWEU.
In januari 2024 heeft de Commissie een mededeling van punten van bezwaar vastgesteld met betrekking tot een vermeend Noors zalmkartel 38 . Noorwegen is goed voor meer dan de helft van de wereldwijde productie van gekweekte Atlantische zalm en ondernemingen in de EU zijn de belangrijkste afnemers. De Commissie vermoedt dat Noorse zalmproducenten de antitrustregels van de EU hebben geschonden door samen te spannen om de concurrentie op de EU-markt voor de spotverkoop van Noorse gekweekte Atlantische zalm te verstoren.
Voorts heeft de Commissie haar inspanningen voortgezet om farmaceutische producten voor iedereen betaalbaar te houden. Door de keuze van de behandeling te behouden en uit te breiden en door innovatie te stimuleren die leidt tot de ontwikkeling van nieuwe en betere geneesmiddelen, is de handhaving van de mededingingsregels door de Commissie ten goede gekomen aan de nationale gezondheidszorgstelsels, apotheken, patiënten en uiteindelijk consumenten in het algemeen.
Daartoe heeft de Commissie in juli 2024 de toezeggingen zoals gedaan door Vifor een juridisch bindend karakter verleend, om de vermeende smadelijke uitlatingen over een intraveneuze ijzerbehandeling van de grootste concurrent in de EU, het geneesmiddel Monofer van Pharmacosmos, aan te pakken 39 . Vifor heeft zich ertoe verbonden via meerdere kanalen een uitgebreide communicatiecampagne uit te voeren om de effecten van de potentieel misleidende berichten die eerder werden verspreid met betrekking tot de veiligheid van Monofer, te corrigeren en ongedaan te maken. Vifor heeft ook beloofd om zich gedurende een periode van tien jaar te onthouden van externe promotionele en medische communicatiepraktijken waarin smadelijke uitlatingen worden gedaan over de veiligheid van Monofer.
In oktober 2024 heeft de Commissie een geldboete van 462,6 miljoen EUR opgelegd aan de wereldwijde farmaceutische onderneming Teva wegens misbruik van haar machtspositie door de concurrentie met Copaxone (glatirameeracetaat), het “blockbuster”-geneesmiddel van de onderneming voor de behandeling van multiple sclerose, te vertragen 40 . Teva had tot 2015 een basisoctrooi voor glatirameeracetaat. De Commissie heeft vastgesteld dat Teva de octrooibescherming van glatirameeracetaat kunstmatig heeft verlengd, door een web van secundaire octrooien te creëren met betrekking tot het productieproces en het doseringsregime en deze vervolgens af te dwingen jegens concurrenten, wat heeft geleid tot langdurige juridische procedures en belemmering van de toegang tot de markt van concurrerende geneesmiddelen. Bovendien heeft Teva systematisch misleidende informatie verspreid over de veiligheid, werkzaamheid en therapeutische gelijkwaardigheid van het met Copaxone concurrerende product, om de markttoetreding en het gebruik van dat product te belemmeren. Teva heeft misbruik gemaakt van zijn machtspositie op de markten voor glatirameeracetaat in België, Tsjechië, Duitsland, Italië, Nederland, Polen en Spanje. De ernstige gevolgen van het concurrentieverstorende gedrag van Teva worden bevestigd door het feit dat zodra het concurrerende product op de markt kwam, de catalogusprijzen voor glatirameeracetaat met tot wel 80 % daalden.
Bron: Europese Commissie.
Verordening nr. 1/2003 verleent de Commissie de bevoegdheid om onaangekondigde inspecties uit te voeren bij ondernemingen die ervan worden verdacht de mededingingsregels van de EU te schenden. In 2024 heeft de Commissie onaangekondigde inspecties uitgevoerd in verschillende sectoren, zoals banden (tweemaal) 41 , de bouw van datacentra 42 en financiële dienstverlening 43 . In juni 2024 heeft de Commissie International Flavors & Fragrances Inc. en International Flavors & Fragrances IFF France SAS een boete van 15,9 miljoen EUR opgelegd wegens het belemmeren van een onderzoek van de Commissie door gegevens op een mobiele telefoon tijdens een inspectie te verwijderen 44 .
In 2024 hebben het Hof van Justitie en het Gerecht verschillende belangrijke arresten gewezen met betrekking tot de handhavingsactiviteiten van de Commissie op het gebied van de antitrustregels, waarbij enkele van de meest zwaarwegende besluiten van de Commissie van de afgelopen jaren werden bevestigd:
In 2019 heeft de Commissie een besluit vastgesteld waarin werd geconcludeerd dat Qualcomm, een onderneming die actief is in de productie van chipsets, misbruik had gemaakt van haar machtspositie door onder de kostprijs UMTS-chipsets (Universal Mobile Telecommunications System) te leveren aan twee van haar belangrijkste klanten, Huawei en ZTE, met de bedoeling concurrent Icera uit te schakelen. De Commissie heeft de relevante markt afgebakend als de markt voor opzichzelfstaande en geïntegreerde basebandchipsets die compatibel zijn met UMTS-technologie. De Commissie heeft vastgesteld dat Qualcomm ten minste vanaf 1 januari 2009 tot en met 31 december 2011 een wereldwijde machtspositie op deze markt had en heeft de onderneming een geldboete van 242 042 000 EUR opgelegd. In hogere voorziening heeft Qualcomm het Gerecht verzocht het besluit van de Commissie in zijn geheel nietig te verklaren of het bedrag van de geldboete aanzienlijk te verlagen. In zijn arrest van 18 september 2024 heeft het Gerecht het bezwaar van Qualcomm afgewezen, met uitzondering van een aangevoerd middel betreffende de berekening van de geldboete. Het Gerecht heeft geconstateerd dat de Commissie zonder rechtvaardiging af is geweken van de in haar richtsnoeren voor geldboeten van 2006 vastgestelde methode. Derhalve heeft het Gerecht de aan Qualcomm opgelegde geldboete verlaagd tot 238 732 659 EUR 45 .
In een besluit van 2017 heeft de Commissie vastgesteld dat Google op zijn algemene pagina’s met zoekresultaten de voorkeur gaf aan de resultaten van zijn eigen productvergelijker boven die van concurrerende productvergelijkers. Google promootte zijn eigen resultaten door deze op een prominente plek bovenaan te plaatsen in een “kader” met bijbehorende beeld- en tekstinformatie. Daarentegen verschenen de zoekresultaten voor concurrerende productvergelijkers als eenvoudige generieke resultaten, die als blauwe links werden weergegeven. Google deed dit in 13 landen in de Europese Economische Ruimte. De Commissie heeft geconcludeerd dat Google misbruik had gemaakt van zijn machtspositie door uitsluitingsgedrag te vertonen op de markten voor algemene onlinezoekopdrachten en voor gespecialiseerde productzoekopdrachten, en heeft een geldboete van 2 424 495 000 EUR opgelegd. Google en zijn moedermaatschappij Alphabet hebben bij het Gerecht een hogere voorziening ingesteld tegen het besluit van de Commissie. In een arrest van november 2021 heeft het Gerecht de hogere voorziening op de voornaamste punten verworpen en de geldboete gehandhaafd. Na het hoger beroep dat Google en Alphabet tegen dat arrest hadden ingesteld, heeft ook het Hof het besluit van de Commissie gehandhaafd 46 . Het Hof heeft verklaard dat het feit dat een onderneming met een machtspositie haar eigen producten of diensten gunstiger behandelt dan die van haar concurrenten, in beginsel niet als misbruik kan worden beschouwd. Het Hof heeft echter geoordeeld dat het gedrag van Google, gelet op de kenmerken van de markt en de specifieke omstandigheden van de zaak, discriminerend was en geen mededinging op grond van verdienste vormde. Het Hof heeft de door de Commissie opgelegde geldboete gehandhaafd.
Op 18 september 2024 heeft het Gerecht in de zaak Google AdSense 47 het besluit van de Commissie nietig verklaard. De Commissie heeft in haar besluit vastgesteld dat Google misbruik had gemaakt van zijn machtspositie door het gebruik van een exclusiviteitsbepaling, een plaatsingsbepaling en een bepaling over voorafgaande toestemming in de dienstenovereenkomst die Google gebruikte voor zijn advertentieplatform AdSense, om zo de weergave van advertenties van concurrerende diensten te beperken of te verbieden. Google heeft de betreffende bepalingen vervolgens verwijderd of gewijzigd. Hoewel het Gerecht het merendeel van de bevindingen van de Commissie heeft bevestigd, heeft het het besluit van de Commissie om Google een geldboete van bijna 1,5 miljard EUR op te leggen, nietig verklaard omdat de Commissie bij de beoordeling van het toepassingsgebied en de duur van de drie bepalingen geen rekening had gehouden met alle relevante omstandigheden. Bijgevolg heeft het Gerecht geconcludeerd dat de Commissie niet had aangetoond dat elke bepaling een opzichzelfstaand geval van misbruik van een machtspositie vormde en dat zij samen één enkele voortdurende inbreuk op artikel 102 VWEU vormden.
In 2024 is de Commissie haar regels inzake concentratiecontrole blijven handhaven om ondernemingen en consumenten te beschermen tegen prijsstijgingen, maar ook tegen een verslechtering van andere belangrijke parameters voor concurrentie in veel belangrijke gebieden van de economie van de EU, zoals kwaliteit, keuzemogelijkheden en innovatie. Concentratiecontrole voorkomt het ontstaan van buitensporige marktmacht, afschermingen en de uitschakeling van nieuwkomers op de markt, en ondersteunt zo de prioriteiten van de Commissie.
Op het gebied van concentratiecontrole bleef de Commissie in 2024 zeer actief. De Commissie heeft 398 concentratiebesluiten in verschillende sectoren vastgesteld, tegenover 333 in 2023. De overgrote meerderheid van de concentraties (351) werd goedgekeurd volgens de vereenvoudigde procedure. De Commissie is tussenbeide gekomen 48 in tien voorgenomen overnamen, waarvan er acht onder voorwaarden werden goedgekeurd. In 2024 werden er geen fusies afgekeurd, maar twee aangemelde fusies werden door de partijen gestaakt en in fase II ingetrokken 49 . De zaken die hebben geleid tot een goedkeuringsbesluit onder voorbehoud van verbintenissen worden hieronder samengevat, te beginnen met de drie zaken die na een diepgaand onderzoek zijn afgesloten.
In februari 2024 heeft de Commissie de voorgenomen overname van Asiana Airlines door Korean Air onder voorwaarden goedgekeurd 50 . De Commissie vreesde dat de transactie de mededinging zou schaden op de markten voor luchtvrachtvervoerdiensten tussen de EU en Zuid-Korea en passagiersluchtvervoerdiensten op vier routes tussen Seoul en bepaalde bestemmingen in de EU. Om tegemoet te komen aan de mededingingsbezwaren van de Commissie heeft Korean Air aangeboden de wereldwijde vrachtactiviteiten van Asiana af te stoten en de concurrerende luchtvaartmaatschappij T’Way de nodige middelen ter beschikking te stellen om vluchten op de vier overlappende routes te kunnen starten.
In juli 2024 heeft de Commissie onder voorwaarden de voorgenomen verwerving van gezamenlijke zeggenschap over ITA door Lufthansa en het Italiaanse ministerie van Economische Zaken en Financiën goedgekeurd 51 . Om tegemoet te komen aan de mededingingsbezwaren van de Commissie stelden Lufthansa en het Italiaanse ministerie van Economische Zaken en Financiën voor om i) één of twee concurrerende luchtvaartmaatschappijen de nodige middelen ter beschikking te stellen om non-stopvluchten te kunnen uitvoeren tussen Rome of Milaan en bepaalde luchthavens in Midden-Europa, en ervoor te zorgen dat een van deze luchtvaartmaatschappijen toegang heeft tot het binnenlandse netwerk van ITA om indirecte verbindingen aan te bieden tussen bepaalde luchthavens in Midden-Europa en bepaalde Italiaanse steden anders dan Rome en Milaan, ii) overeenkomsten te sluiten met concurrenten om hun concurrentievermogen op de betreffende langeafstandsroutes te verbeteren, bijvoorbeeld door middel van interliningovereenkomsten of het ruilen van slots, en iii) slots voor het opstijgen van en landen op de luchthaven Linate (Milaan) over te dragen aan de ondernemingen die de korteafstandsroutes overnemen die Italië verbinden met landen in Midden-Europa.
In februari 2024 heeft de Commissie onder voorwaarden de voorgenomen oprichting van een joint venture in Spanje tussen Orange en MásMóvil goedgekeurd 52 . De ondernemingen hebben aangeboden mobiel spectrum van MásMóvil op drie frequentiespectrumbanden (twee mediumfrequentiebanden en één hogefrequentieband) af te stoten aan concurrent Digi. Dit helpt Digi een eigen netwerk op te bouwen en te zorgen voor sterke concurrentiedruk op de joint venture. Daarnaast zullen de ondernemingen een facultatieve nationale roamingovereenkomst sluiten. Digi kan dan beslissen of het al dan niet gebruik wil maken van de facultatieve roamingovereenkomst.
Bron: Europese Commissie.
Vijf zaken werden afgesloten na een eerste onderzoek waarin de Commissie haar goedkeuringsbesluit afhankelijk stelde van verbintenissen van de aanmeldende partijen. In februari 2024 heeft de Commissie de voorgenomen overname van Bolloré Logistics door CMA CGM onder voorwaarden goedgekeurd 53 . Beide ondernemingen spelen een belangrijke rol binnen de wereldwijde logistieke en vervoerssector. De partijen hebben aangeboden alle activiteiten van Bolloré Logistics in Guadeloupe, Martinique, Saint-Martin en Frans-Guyana af te stoten, evenals een aantal activa in continentaal Frankrijk die verband hielden met de afgestoten activiteiten. Deze corrigerende maatregelen waren bedoeld om mededingingsbezwaren aan te pakken die voornamelijk verband hielden met de logistieke markt in de Franse overzeese gebieden en continentaal Frankrijk.
In juni 2024 heeft de Commissie, na een fase I-onderzoek, onder voorwaarden de voorgenomen verwerving van de Europese farmaceutische over-the-counter-activiteiten van Viatris door Cooper 54 goedgekeurd. Om tegemoet te komen aan de mededingingsbezwaren van de Commissie hebben de partijen zich ertoe verbonden de rechten, aanspraken en belangen in het laxeermiddel voor zuigelingen Bebegel, alsook die met betrekking tot het oorsmeerverwijderingsproduct Otowaxol, af te stoten. De Commissie heeft geconcludeerd dat de afstotingen volledig tegemoetkomen aan de mededingingsbezwaren doordat ze nieuwe concurrenten kansen bieden om als levensvatbare concurrenten op de markten voor deze producten toe te treden en hun activiteiten uit te breiden.
In augustus 2024 heeft de Commissie de overname van Viterra door Bunge onder voorwaarden goedgekeurd 55 . De twee ondernemingen zijn wereldwijd actief in de agrarische waardeketen, vanaf upstream bij de oorsprong van gewassen tot downstream bij de levering van voedingsmiddelen, diervoeders en brandstoffen. Uit het onderzoek van de Commissie is gebleken dat Bunge en Viterra aanzienlijke marktmacht uitoefenen op zowel boeren upstream als afnemers in de waardeketens van koolzaad- en zonnebloempitten in Midden-Europa. De goedkeuring van de Commissie is afhankelijk van de afstoting van de productie-, verwerkings- en raffinagemiddelen en het bijbehorende personeel van Viterra in Hongarije en Polen.
In oktober 2024 heeft de Commissie de overname van Courir door JD Sports onder voorwaarden goedgekeurd 56 . Beide ondernemingen verkopen sportartikelen van meerdere merken, meer bepaald sportschoenen en vrijetijdskleding, in verschillende EER-landen. De Commissie heeft geoordeeld dat de concentratie zou leiden tot grote gecombineerde marktaandelen op verschillende lokale markten in Frankrijk en Portugal, wat zou leiden tot minder concurrentie, hogere prijzen en minder keuze voor de consument op deze lokale markten. De goedkeuring van de Commissie was afhankelijk van de afstoting van alle Courir-winkels in Portugal en verschillende winkels op bepaalde lokale markten in Frankrijk aan Snipes, een rechtstreekse concurrent van de partijen.
In oktober 2024 heeft de Commissie onder voorwaarden de overname van EQOS door Eiffage goedgekeurd 57 . EQOS en Eiffage, respectievelijk gevestigd in Duitsland en Frankrijk, zijn actief in de installatie en het onderhoud van bovenleidingen voor langeafstandsspoorlijnen, ook in België. De Commissie heeft vastgesteld dat de fusie zou leiden tot hogere prijzen, lagere kwaliteit en minder innovatie, wat ten koste zou gaan van het beheer van de spoorweginfrastructuur in België en uiteindelijk van de consumenten. De beslissing is afhankelijk van de afstoting van EQOS België. Dit zal een onafhankelijke speler in staat stellen op te treden als een nieuwe concurrent, om de concurrentiedruk op de markt te vergroten. In december 2024 heeft de Commissie Stadsbader, een Belgische onderneming die actief is in de spoorweginfrastructuursector, goedgekeurd als de koper van EQOS België.
Het Gerecht heeft het besluit van de Commissie tot goedkeuring van de verwerving door Vodafone van de telecommunicatieactiviteiten van Liberty Global in Duitsland, Tsjechië, Hongarije en Roemenië gehandhaafd
In juli 2019 heeft de Commissie de overname van Liberty Global door Vodafone onder voorwaarden goedgekeurd. In Duitsland bestond de transactie in de verwerving van de uitsluitende zeggenschap over Unitymedia, een onderneming die televisie- en breedbandinternetdiensten aanbiedt. Drie Duitse ondernemingen — Deutsche Telekom, Tele Columbus en NetCologne — hadden een hogere voorziening ingesteld tegen het besluit van de Commissie. Het Gerecht heeft de hogere voorziening afgewezen. In haar besluit had de Commissie vastgesteld dat de fuserende ondernemingen vóór de transactie geen daadwerkelijke of potentiële concurrenten waren op de markten voor de levering van televisiesignaaltransmissiediensten op de detailhandelsmarkt in Duitsland. Het Gerecht heeft deze vaststelling bevestigd en bijgevolg kon de Commissie op goede gronden vaststellen dat de concentratie geen significante belemmering van de daadwerkelijke concurrentie vormde.
Het Hof van Justitie heeft de bevoegdheidsbesluiten van de Commissie in de zaak lllumina/GRAIL nietig verklaard
Door het arrest van het Gerecht te vernietigen, heeft het Hof — in zijn arrest van 3 september 2024 58 — de besluiten van de Commissie 59 om de overname van GRAIL door Illumina op grond van artikel 22, lid 3, van de EU-concentratieverordening 60 te onderzoeken, nietig verklaard. Gelet op het beginsel van behoorlijk bestuur heeft de Commissie vervolgens alle besluiten ingetrokken die waren gegeven op grond van de premisse dat zij bevoegd was om de concentratie Illumina/GRAIL te onderzoeken 61 . In september 2022 heeft de Commissie de transactie geblokkeerd vanwege de vrees dat deze aanzienlijke concurrentieverstorende effecten zou hebben, innovatie zou belemmeren en de keuzemogelijkheden op de markt voor op bloed gebaseerde tests voor de vroegtijdige detectie van kanker zou beperken.
Het Hof van Justitie heeft geoordeeld dat “de Commissie niet bevoegd is om [...] aan te moedigen dan wel te aanvaarden dat voorgenomen concentraties zonder Europese dimensie naar haar worden verwezen door nationale mededingingsautoriteiten wanneer deze autoriteiten niet bevoegd zijn om deze projecten krachtens hun eigen nationale wetgeving te onderzoeken”.
In overeenstemming met het arrest heeft de Commissie haar richtsnoeren van 2021 inzake artikel 22 van de EU-concentratieverordening ingetrokken, waarin de lidstaten werden aangemoedigd om bepaalde soorten zaken door te verwijzen, zelfs als deze niet voldeden aan de omzetdrempels voor EU-concentratiecontrole. Bovendien heeft de Commissie verklaard dat zij verwijzingen uit hoofde van artikel 22 van de EU-concentratieverordening door de lidstaten alleen zou blijven aanvaarden wanneer zij bevoegd zijn om een concentratie op grond van hun nationale regels te toetsen of helemaal niet over een regeling voor concentratiecontrole beschikken. De Commissie heeft ook verklaard dat zij verdere stappen zou overwegen om ervoor te zorgen dat zij zaken kan onderzoeken waarin een voorgenomen fusie een negatief effect zou kunnen hebben op de concurrentie in de EU, maar anderszins niet voldoet aan de aanmeldingsdrempels van de EU-concentratieverordening 62 .
Investeringen in digitale infrastructuur, technologieën en diensten zijn belangrijke aanjagers van economische groei, niet alleen in de digitale sector, maar ook in de economie als geheel. Dergelijke investeringen zijn noodzakelijk om de doelstellingen van het beleidsprogramma voor het digitale decennium te verwezenlijken 63 . Staatssteun voor risicovolle investeringen in de digitale omgeving kan noodzakelijk zijn om marktfalen aan te pakken (bv. wanneer uitsluitend vertrouwen op particuliere initiatieven zou leiden tot investeringsniveaus die vanuit maatschappelijk oogpunt te laag zijn).
In april 2024 heeft de Commissie de plannen van Slowakije goedgekeurd om de exploitant van het digitale terrestrische televisienetwerk Towercom te compenseren voor zijn directe kosten voor de vrijgave van de 700 MHz-band 64 . Towercom krijgt hiervoor een compensatie van 11,7 miljoen EUR. Dit volgt op een besluit van het Europees Parlement en de Raad waarbij wordt gestreefd naar de vrijgave van de 700 MHz-band tegen juni 2020 65 ten behoeve van mobiele communicatie, en waarbij passende compensatie van exploitanten van digitale terrestrische televisienetwerken overeenkomstig de staatssteunregels wordt toegestaan.
In mei 2024 heeft de Commissie een Italiaanse staatssteunmaatregel van 2 miljard EUR goedgekeurd ter ondersteuning van STMicroelectronics bij de bouw en exploitatie van een geïntegreerde chipfabriek voor vermogensapparaten die siliciumcarbide bevatten in Catania, Sicilië 66 . Het project bouwt voort op technologieën die zijn en zullen worden ontwikkeld in het kader van belangrijke projecten van gemeenschappelijk Europees belang (IPCEI’s) voor onderzoek en innovatie op het gebied van micro-elektronica 67 . De maatregel zal de voorzieningszekerheid, de veerkracht en de digitale soevereiniteit van de EU op het gebied van halfgeleidertechnologieën versterken, in overeenstemming met de doelstellingen van de mededeling over de Europese chipverordening 68 .
In sommige gevallen heeft de Commissie geconcludeerd dat de steunmaatregelen niet in overeenstemming waren met de EU-staatssteunregels.
Zo heeft de Commissie in 2024 het door Roemenië uitgevoerde herstructureringsplan voor Blue Air beoordeeld. De Roemeense luchtvaartmaatschappij Blue Air verkeert sinds 2019 in financiële moeilijkheden. In 2020 heeft Roemenië een overheidsgarantie verleend om de luchtvaartmaatschappij te compenseren voor schade die rechtstreeks door het COVID19-virus was veroorzaakt, en een overheidsgarantie op een reddingslening. Overheidssteun voor ondernemingen in moeilijkheden moet hand in hand gaan met levensvatbare plannen om de levensvatbaarheid van de begunstigde van de steun op lange termijn te waarborgen. In februari 2024 heeft de Commissie geconcludeerd dat het voor Blue Air uitgevoerde herstructureringsplan niet in overeenstemming was met de EU-staatssteunregels 69 .
In juni 2024 heeft de Commissie geconcludeerd dat het plan van Hongarije om de bouw van een nieuwe fabriek voor auto-onderdelen in Észak Magyarország te ondersteunen, niet in overeenstemming was met de EU-staatssteunregels 70 . Regionale steun moet een onderneming stimuleren om een aanvullende activiteit uit te oefenen in een achterstandsgebied en aan deze voorwaarde is in dit geval niet voldaan. De Commissie heeft geconcludeerd dat Hongarije niet heeft aangetoond dat de steun voor de begunstigde doorslaggevend was om te investeren en zich te vestigen in Hongarije.
In april 2024 heeft de Commissie geconcludeerd dat de investeringssteun die Tsjechië in 2017 en 2018 aan bepaalde grote Tsjechische landbouwbedrijven heeft verleend, niet in overeenstemming was met de EU-staatssteunregels 71 . Tsjechië moet de onverenigbare staatssteun terugvorderen. De steun was gebaseerd op de vroegere groepsvrijstellingsverordening voor de landbouw 72 , op grond waarvan de steun alleen aan kmo’s mag worden verleend. De Tsjechische autoriteiten hebben een aantal begunstigden ten onrechte gekwalificeerd als kmo’s, terwijl het in feite om grote ondernemingen ging.
Een van de belangrijkste aanjagers van het concurrentievermogen is innovatie. Dankzij de staatssteunregels kunnen de lidstaten de ontwikkeling van geavanceerde technologieën met overheidsfinanciering ondersteunen. IPCEI’s dienen dit doel. Zij stellen de lidstaten in staat overheidsmiddelen te bundelen ten behoeve van strategische sectoren en technologieën van gemeenschappelijk EU-belang, met name sectoren waar markten alleen niet het gewenste resultaat opleveren.
De Commissie werkte nauw samen met de lidstaten in het Gezamenlijk Europees Forum voor IPCEI’s (JEF-IPCEI) om het ontwerp- en beoordelingsproces van nieuwe IPCEI’s te verbeteren en te versnellen 73 .
IPCEI’s op het gebied van gezondheid en geneesmiddelen
In mei 2024 heeft de Commissie het eerste IPCEI ter ondersteuning van onderzoek, innovatie en de eerste industriële toepassing van gezondheidsproducten, alsook innovatieve productieprocessen van geneesmiddelen (IPCEI Med4Cure) goedgekeurd 74 . Dit IPCEI zal bijdragen tot de doelstellingen van de Europese gezondheidsunie door ziekten aan te pakken waarvoor geen bevredigende preventieve middelen of behandelingen bestaan. Het vergroot ook de paraatheid van de EU voor nieuwe gezondheidsbedreigingen. Het project werd gezamenlijk aangemeld door zes lidstaten. Voor dit project zullen de lidstaten maximaal 1 miljard EUR aan overheidsfinanciering verstrekken, waarmee naar verwachting nog eens 5,9 miljard EUR aan particuliere investeringen kan worden aangetrokken. Dertien bedrijven, waaronder negen kleine en middelgrote ondernemingen, zullen projecten uitvoeren in het kader van het IPCEI Med4Cure.
Bron: Europese Commissie.
3.2 Ondersteuning van de groene transitie
Het mededingingsbeleid draagt bij tot de milieu- en klimaatdoelstellingen van de EU, waaronder het koolstofvrij maken van de economie van de EU en de verschuiving in de vervoerssector van fossiele brandstoffen naar alternatieve brandstoffen. De handhaving van het mededingingsrecht draagt bij tot de Europese Green Deal 75 door de markten efficiënt, eerlijk en innovatief te houden.
In 2024 bleef de Commissie optreden tegen concurrentieverstorend marktgedrag dat de groene transitie belemmert. Een verschuiving van wegvervoer naar milieuvriendelijkere vervoerswijzen is van cruciaal belang. Met name het spoorvervoer verkleint de CO2-voetafdruk. Deze verschuiving kan niet worden gerealiseerd zonder effectieve concurrerende en aantrekkelijke spoorvervoersdiensten.
In oktober 2024 kregen de Tsjechische en Oostenrijkse spoorwegondernemingen — České dráhy (ČD) en Österreichische Bundesbahnen (ÖBB) — een boete van 48,7 miljoen EUR opgelegd wegens inbreuk op de EU-mededingingsregels 76 . ČD en ÖBB verzorgen het personenvervoer per spoor in Tsjechië en Oostenrijk. ČD en ÖBB spanden samen om te voorkomen dat een nieuwe partij, RegioJet, gebruikte wagons van ÖBB zou kopen, die RegioJet grotendeels nodig had om te kunnen concurreren. Om RegioJet van de markt uit te sluiten, wisselden ČD en ÖBB vertrouwelijke informatie uit over verkoopprocedures, biedingen en de mate van belangstelling van andere bieders, waardoor de verkoop van rollend materieel zodanig werd opgezet dat ČD de gebruikte wagons kon kopen in plaats van RegioJet.
In januari 2024 heeft de Commissie door Renfe gedane toezeggingen een juridisch bindend karakter verleend, waardoor de onlineverkoop van treinkaartjes in Spanje voor concurrentie werd opengesteld 77 . De Commissie heeft geconcludeerd dat de toezeggingen van Renfe tegemoetkwamen aan haar voorlopige bezorgdheid dat Renfe mogelijk artikel 102 VWEU heeft geschonden door te weigeren al zijn inhoud en realtimegegevens te verstrekken aan platforms van derden waarop treinkaartjes worden verkocht. De toezeggingen van Renfe leiden tot concurrentie op het gebied van de onlineverkoop van treinkaartjes in Spanje, dragen bij tot betaalbaardere spoorwegdiensten en bevorderen milieuvriendelijk vervoer.
In 2024 heeft de Commissie meerdere fusies en overnamen met betrekking tot groene technologieën en duurzaamheidsinspanningen in sectoren zoals hernieuwbare energie 78 , oplaadstations voor elektrische voertuigen 79 en biobrandstoffen 80 onderzocht.
In augustus 2024 heeft de Commissie de oprichting goedgekeurd van twee joint ventures door drie in Frankrijk gevestigde ondernemingen, Eramet, Suez RV France en TFIN 81 . De drie moedermaatschappijen zijn respectievelijk actief in de winning en terugwinning van metalen, in water- en afvalbeheerdiensten en in gesloten recyclingoplossingen in elke levensfase van een voertuig. De transactie had voornamelijk betrekking op de recycling van lithium-ionbatterijen uit elektrische voertuigen en residuen van de productie ervan.
In oktober 2024 heeft de Commissie onvoorwaardelijk de voorgenomen overname van Terna, een Grieks bedrijf voor hernieuwbare energie dat is genoteerd aan de beurs van Athene, door Masdar uit de Verenigde Arabische Emiraten (VAE), goedgekeurd 82 . Masdar is een onderneming voor hernieuwbare energie en duurzaamheid die zich wereldwijd bezighoudt met oplossingen op het gebied van energie, water, stedelijke ontwikkeling en schone technologieën,
Er moeten aanzienlijke middelen worden gemobiliseerd om de vergroening van de economie van de EU te ondersteunen, voornamelijk uit particuliere bronnen, maar waar nodig gestimuleerd en/of aangevuld met overheidsmiddelen. De bestaande regels inzake staatssteuntoezicht bieden de lidstaten tal van mogelijkheden om initiatieven te financieren die bijdragen tot het koolstofvrij maken en vergroenen van de economie.
In 2024 heeft de Commissie 51 staatssteunmaatregelen 83 goedgekeurd om de groene transitie in verschillende sectoren te versnellen. Deze maatregelen omvatten aanzienlijke steun voor projecten op het gebied van hernieuwbare energie, inspanningen om de industrie koolstofvrij te maken en initiatieven voor schone mobiliteit. Zo hebben goedgekeurde staatssteunmaatregelen de uitbreiding van hernieuwbare energiebronnen zoals wind- en zonne-energie, de invoering van koolstofarme technologieën in de industriële productie en de ontwikkeling van duurzame vervoersoplossingen, waaronder infrastructuur voor elektrische voertuigen en mobiliteit op waterstof, ondersteund. Deze initiatieven dragen niet alleen bij tot klimaatneutraliteit, maar bevorderen ook de economische veerkracht en het concurrentievermogen binnen de EU.
In november 2024 besloot de Commissie dat een Duitse staatssteunmaatregel van 1,9 miljard EUR ter ondersteuning van DB Cargo 84 in overeenstemming was met de EU-staatssteunregels zoals beoordeeld op grond van de EU-richtsnoeren reddings- en herstructureringssteun 85 . DB Cargo is qua omvang en omzet de grootste EU-exploitant voor goederenvervoer per spoor en een volledige dochteronderneming van staatsbedrijf Deutsche Bahn (DB). Bij de beoordeling van de verenigbaarheid van de steun heeft de Commissie rekening gehouden met het grote belang van het goederenvervoer per spoor als duurzaam emissiearm alternatief voor het wegvervoer en de rol ervan als onmisbare oplossing voor de ecologische transformatie van logistieke circuits.
IPCEI’s kunnen worden ontworpen om innovatie op het gebied van schone technologieën te stimuleren en de energie- en hulpbronnenefficiëntie te verbeteren. Daartoe heeft de Commissie het IPCEI Hy2Infra goedgekeurd.
In februari 2024 heeft de Commissie een IPCEI goedgekeurd ter ondersteuning van waterstofinfrastructuur (IPCEI Hy2Infra) 86 . Voor dit project zullen zeven lidstaten maximaal 6,9 miljard EUR aan overheidsfinanciering verstrekken, waarmee naar verwachting 5,4 miljard EUR aan particuliere investeringen kan worden aangetrokken. Als onderdeel van dit IPCEI zullen 32 bedrijven met activiteiten in een of meer lidstaten, waaronder kmo’s, deelnemen aan 33 projecten. Het IPCEI Hy2Infra zal de levering van hernieuwbare waterstof stimuleren en de afhankelijkheid van aardgas verminderen. Op die manier zal het IPCEI bijdragen tot de verwezenlijking van de doelstellingen van de Europese Green Deal en het REPowerEU-plan.
Bron: Europese Commissie.
IPCEI’s in de waterstofwaardeketen
In mei 2024 heeft de Commissie een IPCEI goedgekeurd ter ondersteuning van onderzoek, innovatie en de eerste industriële uitrol in de waterstofwaardeketen (IPCEI Hy2Move) 87 . Voor dit project zullen zeven lidstaten maximaal 1,4 miljard EUR aan overheidsfinanciering verstrekken, waarmee naar verwachting nog eens 3,3 miljard EUR aan particuliere investeringen kan worden aangetrokken. In het kader van dit IPCEI zullen 11 bedrijven met activiteiten in een of meer lidstaten, waaronder kmo’s en start-ups, 13 projecten uitvoeren. Het project draagt bij tot de doelstelling van de EU om de emissies van de mobiliteits- en vervoerssector met 90 % te verminderen, zodat de EU tegen 2050 klimaatneutraal kan worden.
Bron: Europese Commissie.
In februari 2024 heeft de Commissie een Duitse staatssteunmaatregel 88 van 1,3 miljard EUR goedgekeurd op grond van de richtsnoeren klimaat-, milieubeschermings- en energiesteun 89 . Gedeeltelijk gefinancierd via de herstel- en veerkrachtfaciliteit, helpt deze maatregel ArcelorMittal bij het koolstofvrij maken van een deel van zijn staalproductieprocessen. De staatssteunregeling draagt bij tot de verwezenlijking van de doelstellingen van de EU-waterstofstrategie, de Europese Green Deal en het industrieel plan voor de Green Deal. Bovendien vermindert de maatregel de afhankelijkheid van Russische fossiele brandstoffen en zal hij de groene transitie versnellen, in overeenstemming met het REPowerEU-plan.
In het kader van de richtsnoeren klimaat-, milieubeschermings- en energiesteun heeft de Commissie in juni 2024 ook een Zweedse maatregel van 265 miljoen EUR goedgekeurd die gedeeltelijk via de herstel- en veerkrachtfaciliteit werd gefinancierd. De maatregel zal H2GS AB ondersteunen bij het opzetten van een grootschalige groene staalfabriek 90 . Daarnaast heeft de Commissie in oktober 2024 een Zweedse maatregel van 128 miljoen EUR goedgekeurd om SSAB te helpen bij het koolstofvrij maken van zijn staalproductie. De maatregel is bedoeld om de overgang van de SSAB naar geëlektrificeerde staalproductie in zijn staalfabrieken in Zweden te versnellen en bij te dragen tot de vergroening van de staalwaardeketen 91 . Deze staatssteunmaatregel is in overeenstemming met de EU-doelstelling van klimaatneutraliteit tegen 2050.
In april 2024 heeft de Commissie in het kader van de richtsnoeren inzake regionale steunmaatregelen een Slowaakse staatssteunmaatregel goedgekeurd die zal bijdragen tot het scheppen van banen, regionale ontwikkeling en de Europese Green Deal. De staatssteun bedroeg 267 miljoen EUR 92 . De investeringssteun zal worden bestemd voor de oprichting van een nieuwe fabriek voor de productie van elektrische personenauto’s in Valaliky, Oost-Slowakije.
De Commissie heeft in april 2024 op grond van de kaderregeling inzake staatssteun voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie 93 een Franse staatssteunmaatregel met een budget van 300 miljoen EUR goedgekeurd 94 . Deze maatregel ondersteunt dochteronderneming Nuward van Electricité de France bij het onderzoek naar en de ontwikkeling van kleine modulaire kernreactoren.
In juli 2024 heeft de Commissie in het kader van het TCTF een Franse staatssteunregeling goedgekeurd die gedurende een periode van twintig jaar de uitrol van offshorewindenergie zal ondersteunen en zal bijdragen tot de transitie naar een nettonuleconomie. De begroting van de regeling bedraagt 10,82 miljard EUR 95 .
In 2024 heeft de Commissie in het kader van het TCTF 902 miljoen EUR aan investeringssteun aan Northvolt goedgekeurd voor de bouw van een fabriek voor batterijen voor elektrische voertuigen 96 . Zonder de steun zou het bedrijf in de Verenigde Staten hebben geïnvesteerd en niet in de EU.
In mei 2024 heeft de Commissie in het kader van de richtsnoeren klimaat-, milieubeschermings- en energiesteun 97 een Tsjechische regeling van 3,2 miljard EUR goedgekeurd ter ondersteuning van de elektriciteitsopwekking uit nieuwe en gemoderniseerde hoogrenderende warmtekrachtkoppelingscentrales. De regeling zal bijdragen tot de uitvoering van het nationale energie- en klimaatplan van Tsjechië, de Europese Green Deal en de energie-efficiëntiedoelstellingen van de EU.
3.3. Een economie ondersteunen die werkt voor de mensen
In 2022 had de Commissie voorlopig vastgesteld dat Apple de concurrentie beperkte door misbruik te maken van zijn machtspositie op de markt voor mobiele portemonnees 98 die op iOS-apparaten worden gebruikt door de toegang tot dergelijke functionaliteit op iPhones voor betaling in de winkel te beperken (“tap and go”), waardoor de toegang tot Apple Pay werd voorbehouden 99 . In juli 2024 heeft de Commissie vastgesteld dat de toezeggingen van Apple tegemoetkwamen aan haar voorlopige bezwaren en deze juridisch bindend verklaard. Apple heeft zich ertoe verbonden concurrenten toegang te geven tot de “tap and go”-technologie van iPhones (of “Near Field Communication”) 100 , zodat iPhone-gebruikers kunnen kiezen uit een breder scala van veilige en innovatieve mobiele portemonnees 101 .
Bron: Europese Commissie.
In 2024 heeft de Commissie verschillende fusies in de financiëledienstensector onderzocht. Zo heeft de Commissie in maart 2024 de joint venture goedgekeurd van Worldline en Crédit Agricole, beide gevestigd in Frankrijk 102 . De joint venture richt zich op de markt voor de levering van acquiring- en acceptatiediensten 103 aan Franse en buitenlandse handelaren in Frankrijk. In juni 2024 heeft de Commissie de verwerving van de uitsluitende zeggenschap over Alpha Bank Romania door UniCredit goedgekeurd 104 . De transactie had betrekking op verschillende bank- en financiële diensten in Roemenië, zoals bankdiensten voor particulieren en ondernemingen, en diensten op de financiële markt.
In 2024 heeft de Commissie toestemming gegeven voor de verlenging en herinvoering van bepaalde bestaande staatssteunregelingen op basis waarvan de lidstaten steun kunnen verlenen voor de herstructurering of het ordelijk verlaten van de markt van financiële ondernemingen in moeilijkheden. Zo heeft de Commissie in september 2024 toestemming gegeven voor de herinvoering van een Poolse regeling voor de liquidatie van kredietcoöperaties, die sinds 2014 van kracht was 105 . Bovendien heeft de Commissie in april en december 2024 een herinvoering en wijziging door Cyprus van de regeling voor het beheer van leningen die zijn verstrekt in het kader van de huisvestingsplannen van de overheid (OIKIA-regeling) goedgekeurd. Via deze regeling worden subsidies in de vorm van gedeeltelijke kwijtschelding verleend aan kredietnemers die moeilijkheden ondervinden bij de terugbetaling van hun leningen in het kader van een huisvestingsplan van de overheid 106 . In december 2024 heeft de Commissie opnieuw een verlenging van Hercules, een regeling voor de bescherming van activa in Griekenland, goedgekeurd. Hercules helpt banken om niet-renderende leningen te securitiseren en van hun balans af te voeren 107 .
In februari 2024 heeft de Commissie het onderzoek naar staatssteun via de Deense 108 en Zweedse 109 overheidsfinanciering voor de vaste spoor-wegverbinding Øresund afgesloten. De Commissie heeft geconcludeerd dat noch de door Denemarken en Zweden verleende garantie, noch de bouw nieuwe staatssteun vormde. Een deel van de door Denemarken verleende en uitgevoerde belastingsteun werd echter beschouwd als nieuwe staatssteun die onevenredig was en derhalve onverenigbaar met de staatssteunregels. Denemarken moest de onverenigbare steun terugvorderen.
In juni 2024 heeft de Commissie twee besluiten met betrekking tot Duitsland vastgesteld 110 . De Commissie heeft geconcludeerd dat de bijzondere belastingregeling van Duitsland voor exploitanten van overheidscasino’s niet in overeenstemming was met de EU-staatssteunregels. De onverenigbare staatssteun moest derhalve worden teruggevorderd en de belastingregelingen moesten worden afgeschaft.
Het Hof van Justitie heeft het besluit van de Commissie dat Ierland onrechtmatige staatssteun aan Apple heeft verleend, bekrachtigd
In een besluit van 2016 heeft de Commissie geconcludeerd dat ondernemingen die deel uitmaakten van de Apple-groep, van 1991 tot 2014 door Ierland toegekende belastingvoordelen hadden ontvangen die onrechtmatige staatssteun vormden. De steun had betrekking op door Apple buiten de VS gegenereerde winsten. Ierland had twee fiscale rulings afgegeven ten gunste van twee ondernemingen van de Apple-groep. Beide ondernemingen zijn in Ierland opgericht, maar hebben daar geen fiscale zetel. In haar besluit heeft de Commissie vastgesteld dat middels de fiscale rulings aan die ondernemingen onrechtmatige staatssteun was verleend die onverenigbaar was met de interne markt van de Unie; de door de twee ondernemingen gegenereerde winst werd namelijk van de heffingsgrondslag uitgesloten op grond dat het hoofdkantoor van die ondernemingen buiten Ierland was gevestigd. De Commissie gelastte Ierland derhalve de op 13 miljard EUR geraamde steun terug te vorderen. In 2020 heeft het Gerecht het besluit van de Commissie nietig verklaard op grond dat de Commissie niet voldoende had aangetoond dat de ondernemingen van de Apple-groep een selectief voordeel genoten. Op 10 september 2024 heeft het Hof het arrest van het Gerecht vernietigd en het besluit van de Commissie bekrachtigd 111 . De Commissie was ingenomen met het arrest van het Hof en trok de volgende conclusies. De lidstaten hebben de exclusieve bevoegdheid om hun vennootschapsbelastingstelsel vast te stellen. Dit betekent niet dat fiscale rulings niet onderhevig zijn aan het EU-staatssteuntoezicht. De Commissie mag controles uitvoeren om te voorkomen dat ondernemingen oneerlijke belastingvoordelen ontvangen door middel van rulings die afwijken van het nationale recht, de nationale rechtspraak of de administratieve praktijk. Het is van cruciaal belang dat de belastingdienst zich aan de eigen regels houdt. Maar het is aan de Commissie om te bewijzen dat de lidstaten van hun eigen belastingregels zijn afgeweken 112 .
4. Doeltreffende handhaving van de digitalemarktenverordening en de verordening buitenlandse subsidies
4.1. De uitdagingen en dynamiek van digitale markten aanpakken door de digitalemarktenverordening te handhaven
De digitalemarktenverordening 113 is een regelgevingshandeling voor de eengemaakte markt die tot doel heeft de digitale markten beter betwistbaar te maken en een einde te maken aan oneerlijke praktijken van ondernemingen die in de onlineplatformeconomie optreden als poortwachters. Formeel als poortwachters aangewezen ondernemingen moeten voldoen aan een reeks verplichtingen voorzien in die verordening 114 .
De eerste zes aangewezen poortwachters 115 hebben in maart 2024 hun nalevingsverslagen in het kader van de digitalemarktenverordening ingediend 116 . Later in dezelfde maand is de Commissie gestart met formele niet-nalevingsonderzoeken tegen Alphabet, Apple en Meta. Deze onderzoeken hadden betrekking op: de regels met betrekking tot “steering” van Alphabet en Apple in hun respectieve appstores (d.w.z. Google Play; App Store); de voorkeursbehandeling van eigen producten of diensten van Alphabet in Google Search; de verplichtingen die Apple aan gebruikers oplegt bij het maken van keuzes, met inbegrip van het kiezen van een webbrowser, het verwijderen van programma’s en de standaardinstellingen; en het reclamemodel op basis van “pay or consent” van Meta. De Commissie vermoedde dat de nalevingsmaatregelen van deze poortwachters niet voldeden aan het principe van daadwerkelijke naleving en dat zij ondernemingen die in de EU actief zijn en EU-burgers niet het brede scala van mogelijkheden boden waarin de digitalemarktenverordening voorziet.
Wat de kernplatformdiensten betreft, heeft de Commissie vijf diepgaande marktonderzoeken uitgevoerd naar aanleiding van de weerleggingen van de respectieve ondernemingen over hun vermeende status van poortwachter, waarbij zij de standpunten van een breed scala van marktdeelnemers en ook poortwachters zorgvuldig heeft beoordeeld. Bijgevolg heeft de Commissie, ten eerste, in februari 2024 besloten dat sommige van de kernplatformdiensten van Microsoft — namelijk de onlinezoekmachine Bing van Microsoft, de webbrowser Edge en de onlineadvertentiedienst Microsoft Advertising — en de berichtendienst iMessage van Apple, ondanks het feit dat zij aan de drempels voldeden, niet als poortwachterdiensten kunnen worden aangemerkt. Ten tweede heeft de Commissie in mei 2024 besloten om X Ads en TikTok Ads niet als kernplatformdiensten aan te wijzen, en in oktober 2024 heeft de Commissie haar vijfde marktonderzoek afgerond met het besluit om de onlinesocialenetwerkdienst X niet als kernplatformdienst aan te wijzen, aangezien deze in het kader van de digitalemarktenverordening voor zakelijke gebruikers geen belangrijke toegangspoort vormt om eindgebruikers te bereiken 117 . In totaal heeft de Commissie in 2024 zes besluiten tot niet-aanwijzing vastgesteld.
In juni 2024 heeft de Commissie Apple in kennis gesteld van haar voorlopige standpunt dat zijn regels met betrekking tot “steering” in de App Store in strijd zijn met de digitalemarktenverordening, omdat zij app-ontwikkelaars beletten consumenten vrijelijk door te leiden naar alternatieve kanalen waar aanbiedingen en inhoud te vinden zijn. Daarnaast heeft de Commissie in dezelfde maand een nieuwe niet-nalevingsprocedure tegen Apple ingeleid met betrekking tot de contractuele vereisten die de onderneming externe app-ontwikkelaars en appstores oplegt, waaronder de nieuwe “Core Technology Fee” van Apple.
In juli 2024 heeft de Commissie een niet-nalevingsprocedure tegen Meta ingeleid en de onderneming daarbij in kennis gesteld van haar voorlopige bevindingen dat haar reclamemodel op basis van “pay or consent” niet in overeenstemming is met de digitalemarktenverordening. De Commissie is voorlopig van oordeel dat deze binaire keuze gebruikers ertoe dwingt om met het combineren van hun persoonsgegevens in te stemmen, en dat gebruikers geen gelijkwaardige versie van de sociale netwerken van Meta kunnen krijgen waar minder gepersonaliseerde advertenties worden getoond.
Bovendien heeft de Commissie Apple in april 2024 aangewezen als poortwachter met betrekking tot zijn besturingssysteem iPadOS voor gebruik in de tablets (iPads) van Apple, wat alle ondernemingen die in de EU actief zijn, in staat stelt de in de digitalemarktenverordening beschreven mogelijkheden te benutten. In mei 2024 heeft de Commissie Booking aangewezen als poortwachter in het kader van de verordening voor zijn onlinebemiddelingsdienst Booking.com. Booking kreeg zes maanden de tijd, tot en met 14 november 2024, om ervoor te zorgen dat de verplichtingen ten aanzien van deze dienst uit hoofde van de verordening volledig werden nageleefd. Op 13 november 2024 heeft Booking een nalevingsverslag gepubliceerd met daarin de maatregelen die het voor Booking.com heeft genomen om aan de verordening te voldoen 118 .
In september 2024 heeft de Commissie twee specificatieprocedures 119 ingeleid om Apple te helpen te voldoen aan zijn verplichtingen uit hoofde van de digitalemarktenverordening, om externe ontwikkelaars en bedrijven gratis en doeltreffende interoperabiliteit te bieden met hardware- en softwarefuncties die worden beheerd door de uit hoofde van de verordening aangewezen besturingssystemen iOS en iPadOS van Apple. Op 18 december 2024 heeft de Commissie Apple haar voorlopige bevindingen in beide specificatieprocedures toegezonden. In deze voorlopige bevindingen worden, rekening houdend met de input van Apple en derden, maatregelen voorgesteld waarmee Apple de interoperabiliteit van verbonden apparaten met iPhones kan waarborgen en de interoperabiliteit door externe aanbieders voorspelbaarder en transparanter kan maken, zoals vereist uit hoofde van de verordening.
In juli 2024 heeft het Gerecht uitspraak gedaan over het bezwaar van Bytedance om op grond van de digitalemarktenverordening als poortwachter te worden aangewezen. Het Gerecht heeft de hogere voorziening afgewezen.
In de digitalemarktenverordening wordt opgeroepen tot nauwe samenwerking tussen de Commissie als enige partij die wetgeving kan afdwingen, de nationale mededingingsautoriteiten en andere betrokken partijen. Daartoe werd een groep op hoog niveau opgericht 120 . De belangrijkste doelstellingen van de groep op hoog niveau zijn het ondersteunen van een samenhangende en doeltreffende uitvoering van de digitalemarktenverordening en andere sectorspecifieke verordeningen die van toepassing zijn op poortwachters. In 2024 kwam de groep op hoog niveau acht keer bijeen.
Meer informatie over de wijze waarop de Commissie de digitalemarktenverordening handhaaft, is te vinden in het jaarverslag over die verordening.
4.2. De eengemaakte markt beschermen tegen verstorende buitenlandse subsidies door de verordening buitenlandse subsidies te handhaven
In 2024 heeft de Commissie de verordening buitenlandse subsidies 121 strikt gehandhaafd om de eengemaakte markt te beschermen tegen concurrentieverstorende subsidies die door niet-EU-landen worden verleend aan ondernemingen die actief zijn op de eengemaakte markt. De verordening buitenlandse subsidies biedt een kader voor het aanpakken van verstoringen op de eengemaakte markt als gevolg van buitenlandse subsidies, teneinde een gelijk speelveld te waarborgen. De verstoringen kunnen zich voordoen bij iedere economische activiteit, en met name bij concentraties en bij aanbestedingsprocedures. Tegelijkertijd zorgt deze verordening ervoor dat de eengemaakte markt van de EU open blijft voor handel en investeringen uit derde landen 122 .
In 2024 heeft de Commissie 102 aanmeldingen van concentraties ontvangen in het kader van de verordening buitenlandse subsidies. In 2024 is de Commissie gestart met een voorlopige toetsing op het gebied van beveiligingsapparatuur voor luchthavens en havens. Als onderdeel van dit onderzoek heeft de Commissie in het kader van de verordening onaangekondigde inspecties uitgevoerd bij de Nederlandse en Poolse faciliteiten van Nuctech, een Chinese onderneming die in de EU actief is op het gebied van de productie en verkoop van beveiligingsapparatuur. De Commissie beschikte over aanwijzingen dat de gecontroleerde onderneming mogelijk buitenlandse subsidies heeft ontvangen die de concurrentie op de eengemaakte markt zouden kunnen verstoren 123 . Voorts is de Commissie gestart met een voorlopige toetsing op het gebied van windenergie.
Op grond van de 102 aanmeldingen van concentraties die in het kader van de verordening buitenlandse subsidies zijn ontvangen, is de Commissie één diepgaand onderzoek gestart naar de verwerving door Emirates Telecommunications Group Company PJSC (e&) van de uitsluitende zeggenschap over PPF Telecom Group B.V. (PPF), met uitzondering van zijn Tsjechische activiteiten 124 . De Commissie heeft deze transactie in september 2024 onder voorwaarden goedgekeurd, namelijk dat de door de partijen gedane toezeggingen volledig worden nagekomen. e& is een in de Verenigde Arabische Emiraten gevestigde exploitant van telecommunicatiediensten die onder zeggenschap staat van het staatsinvesteringsfonds Emirates Investment Authority (EIA). PPF, met hoofdkantoor in Nederland, is een exploitant van telecommunicatiediensten in Tsjechië, Bulgarije, Hongarije, Servië en Slowakije. De Commissie heeft vastgesteld dat e& en EIA buitenlandse subsidies van de Verenigde Arabische Emiraten ontvingen, met name in de vorm van een onbeperkte staatsgarantie voor e&, alsook subsidies, leningen en andere schuldinstrumenten. Volgens de verordening buitenlandse subsidies worden onbeperkte staatsgaranties beschouwd als “categorieën buitenlandse subsidies die de interne markt zeer waarschijnlijk zullen verstoren”. Met behulp van deze subsidies had de gefuseerde entiteit investeringen kunnen doen die de concurrentie op de eengemaakte markt verstoren. Om tegemoet te komen aan de bezwaren van de Commissie hebben e& en EIA zich ertoe verbonden dat de statuten van e& niet afwijken van de in de Verenigde Arabische Emiraten toepasselijke faillissementswetgeving, en de onbeperkte staatsgarantie ingetrokken. Bovendien was elke financiering vanuit EIA en e& aan PPF voor activiteiten van de gefuseerde entiteit op de eengemaakte markt verboden. De partijen hebben toegezegd dat andere transacties tussen de ondernemingen tegen marktvoorwaarden zullen plaatsvinden en hebben zich ertoe verbonden de Commissie in kennis te stellen van toekomstige overnamen die op grond van de verordening niet hoeven te worden aangemeld.
5. Gevolgen van het mededingingsbeleid en de handhaving
5.1. Voordelen van handhaving van de mededingingsregels voor consumenten en burgers
De handhaving van de antitrust- en fusiewetgeving door de Commissie levert directe voordelen op voor de burgers. DG Concurrentie meet de effecten hiervan op verschillende manieren. Een belangrijk voorbeeld hiervan is een meting waarbij wordt nagegaan of er sprake is van directe besparingen voor klanten; d.w.z. directe prijseffecten die klanten ten goede komen nadat de Commissie heeft ingegrepen in fusies en antitrustzaken (waaronder kartels en eenzijdige gedragingen). Op basis van een door de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) goedgekeurde methode 125 schat DG Concurrentie dat de directe besparingen van klanten als gevolg van de handhaving van het antitrust- en concentratiebeleid door de Commissie tussen 2012 en 2023 12 miljard tot 21 miljard EUR per jaar bedroegen 126 .
Bron: Europese Commissie.
De Commissie is niet de enige partij die de mededingingsregels van de EU handhaaft. Ook de nationale mededingingsautoriteiten zijn hier nauw bij betrokken. In 2024 is DG Concurrentie begonnen met het meten en ramen van de directe extra besparingen voor klanten als gevolg van de handhaving door de nationale mededingingsautoriteiten in de EU. In de periode 2020-2022 kunnen de totale directe besparingen voor klanten van alle 13 deelnemende nationale mededingingsautoriteiten worden geraamd op een bedrag tussen 7 miljard en 11 miljard EUR per jaar. Als alle besparingen voor klanten worden opgeteld, d.w.z. de besparingen die door de Commissie en de deelnemende nationale mededingingsautoriteiten worden gerealiseerd, loopt dit op tot een bedrag dat varieert van 23 miljard tot 38 miljard EUR voor de periode 2020-2022. Deze berekeningen bieden een eerste inzicht in de omvang van de directe besparingen die worden gerealiseerd door de handhaving van de mededingingsregels door de Commissie en de 13 deelnemende nationale mededingingsautoriteiten 127 .
De indirecte afschrikkende effecten van handhaving en de positieve effecten ervan op innovatie en kwaliteit zijn ook aanzienlijk. De indirecte effecten zijn moeilijker in te schatten dan de directe effecten, maar zullen waarschijnlijk groter zijn dan de directe besparingen voor de klant. Eind 2023 heeft de Commissie opdracht gegeven tot een enquête over de afschrikkende effecten van de handhaving van de mededingingsregels om beter te begrijpen hoe ondernemingen hiermee rekening houden bij hun zakelijke beslissingen. Het project is in 2024 voortgezet en zal in de eerste helft van 2025 worden afgerond.
5.2. De concurrentie beschermen in een veranderende wereld
In juni 2024 heeft DG Concurrentie een beoordelingsverslag gepubliceerd, getiteld Protecting competition in a changing world — Evidence on the evolution of competition in the EU during the past 25 years 128 (Beschermen van de mededinging in een veranderende wereld — bewijsmateriaal over de ontwikkeling van de concurrentie in de EU in de afgelopen 25 jaar). In 2024 werden hierover ook een conferentie en een deskundigenworkshop gehouden. Het beoordelingsverslag is gebaseerd op bijdragen van de OESO, inzichten van een onderzoeksconsortium en op onderzoek van DG Concurrentie zelf. Het doel van het verslag was te onderzoeken hoe en waarom de concurrentievoorwaarden in de EU de afgelopen 20 tot 25 jaar zijn geëvolueerd, en te bepalen hoe en waarom effectieve concurrentie van belang is voor bredere economische resultaten (zoals prijsstelling, productiviteit, concurrentievermogen en groei).
Uit onderzoek dat in het eerste deel van dit verslag wordt gepresenteerd, blijkt dat de afgelopen 25 jaar gemiddeld en in een breed scala van sectoren in de EU i) de concentratie op zowel industrie- als marktniveau is toegenomen, ii) de marges en winsten, met name aan de top van de distributieketen, zijn toegenomen, iii) de kloof tussen marktleiders en volgers op het gebied van marges, winsten en productiviteit is toegenomen, en iv) de bedrijfsdynamiek is afgenomen, gemeten aan de hand van indicatoren zoals de volatiliteit van het marktaandeel tussen toonaangevende bedrijven, of de toetredings- en uittredingspercentages. Een belangrijke aanjager van de ontwikkelingen van de afgelopen 25 jaar lijkt te zijn dat in veel sectoren vooral grote pioniers de hiervan de vruchten plukken (“winner takes most”-dynamiek), grotendeels als gevolg van structurele economische verschuivingen op lange termijn: i) stijging van het aandeel van investeringen in eigen IT-oplossingen en gegevens of andere immateriële activa (bijvoorbeeld O&O, octrooien en merken), ii) globalisering, en iii) het toenemende aantal fusies en overnamen, hoewel deze laatste mogelijk in beperktere mate. Regelgevingsbelemmeringen voor het betreden en verlaten van de markt kunnen ook tot deze trends hebben bijgedragen.
Hoewel de trends en de mix van bijdragende factoren per sector zullen verschillen, lijkt de concurrentie gemiddeld genomen minder intens te zijn en lijkt de marktmacht van bedrijven met de hoogste marges en winsten meer uitgesproken dan in het verleden.
Het onderzoek dat in het tweede deel van het verslag wordt gepresenteerd, bevestigt eerder onderzoek en vormt een aanvulling daarop. Hieruit blijkt dat effectieve (of zwakke) concurrentie aanzienlijke positieve (of negatieve) effecten kan hebben, niet alleen op de prijsstelling en dus op de koopkracht van consumenten, maar ook op de productiviteit en het concurrentievermogen van bedrijven in de EU en dus op de algehele economische groei 129 . Deze resultaten worden bevestigd door een onderzoek waarin het verband is geanalyseerd tussen prijs en marktconcentratie in zes sectoren met aanzienlijke prijsverschillen tussen de lidstaten, door een enquête onder in de EU gevestigde exporterende ondernemingen over de relevantie van daadwerkelijke binnenlandse concurrentie binnen de eengemaakte markt van de EU en door een onderzoek naar de macro-economische effecten van daadwerkelijke concurrentie.
5.3. Gevolgen van het staatssteunbeleid voor de eengemaakte markt
Om de eerlijke en goede werking van de eengemaakte markt te beschermen, verbiedt het VWEU staatssteun die de concurrentie verstoort of dreigt te verstoren. Het toezicht op staatssteun zorgt ervoor dat de concurrentie tussen ondernemingen is gebaseerd op verdienste en niet op de hoeveelheid overheidssteun die elke onderneming ontvangt. Op deze manier kunnen subsidiewedlopen worden vermeden waarbij ondernemingen die worden gesteund door lidstaten met de “diepste zakken” worden bevoordeeld. In bepaalde situaties kan overheidsingrijpen echter noodzakelijk zijn om de goede en eerlijke werking van de economie te waarborgen. Daarom biedt het VWEU de lidstaten de mogelijkheid om staatssteun te verlenen ter ondersteuning van bepaalde, duidelijk omschreven beleidsdoelstellingen. Staatssteun kan worden verleend op voorwaarde dat deze noodzakelijk, evenredig en passend is om de vastgestelde doelstellingen te verwezenlijken en zonder de concurrentie op de eengemaakte markt onnodig te verstoren. Het resultaat van doeltreffend staatssteuntoezicht is staatssteun die doelgerichter, legitiemer en doeltreffender is en overcompensatie voorkomt. Op deze manier helpt het staatssteuntoezicht het nut van beperkte overheidsmiddelen te maximaliseren.
Om het effect van staatssteun te monitoren, verzamelt de Commissie regelmatig gegevens om te meten hoe de lidstaten hun staatssteunmaatregelen uitvoeren. Dit gebeurt op verschillende manieren, met name middels:
i) het scorebord voor staatssteun, dat elk jaar wordt gepubliceerd. Dit scorebord is gebaseerd op door de lidstaten verzamelde gegevens 130 over de werkelijke uitgaven (d.w.z. de uitbetaalde bedragen) in het kader van elke goedgekeurde steunmaatregel, met inbegrip van de steunbestanddelen, d.w.z. het door de steun verleende voordeel 131 . De meest recente gegevens van het scorebord voor staatssteun hebben betrekking op het jaar 2023.
ii) periodieke enquêtes waarin informatie wordt verzameld over de overheidssteun die de lidstaten tijdens de recente crises (de COVID-19-pandemie en de Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne) hebben verleend en uitbetaald. Deze enquêtes werden bij wijze van uitzondering uitgevoerd om de gevolgen vast te stellen van de zeer grote steunbedragen die zijn goedgekeurd als reactie op de Russische invasie van Oekraïne en om economische sectoren te ondersteunen die van cruciaal belang zijn voor de transitie naar een nettonuleconomie. Daartoe heeft de Commissie informatie verzameld over staatssteun die daadwerkelijk is toegekend in overeenstemming met de goedgekeurde crisismaatregelen, d.w.z. middelen waarop ondernemingen in de periode waarop elke enquête betrekking had, wettelijk recht hadden. De meest recente enquête heeft betrekking op de steun die tot eind juni 2024 is verleend.
De hieronder besproken cijfers hebben uitsluitend betrekking op uitbetalingen in het kader van steunmaatregelen die als staatssteun kunnen worden aangemerkt. Het is mogelijk dat de lidstaten hun economieën en huishoudens aanzienlijke steun hebben verleend met andere middelen die niet als staatssteun kunnen worden aangemerkt.
Volgens de meest recente jaarverslagen van de lidstaten (over het jaar 2023) hebben zij een bedrag van 186,77 miljard EUR (of 1,09 % van het bbp van de EU) aan steun uitbetaald voor crisis- en niet-crisismaatregelen.
De totale uitgaven zijn aanzienlijk gedaald ten opzichte van voorgaande jaren. Nominaal gezien zijn de uitgaven voor 2023 bijna gehalveerd ten opzichte van de jaren 2020 en 2021 (d.w.z. tijdens de piek van de COVID-19-crisis). Gecorrigeerd voor de inflatie (ten opzichte van het inflatiepercentage op jaarbasis in 2022) daalden de totale uitgaven voor staatssteun met ongeveer 23 %.
Figuur 1: Totale uitgaven voor staatssteun en steunbestanddelen als percentage van het bbp, uitgesplitst naar COVID-19-gerelateerde staatssteun, TC(T)F-gerelateerde staatssteun 132 en niet-crisisgebonden staatssteunmaatregelen.
Om de volgende redenen zijn de in 2022 en 2023 geconstateerde lagere uitgaven in overeenstemming met een aanzienlijke vermindering van de steun in verband met crisismaatregelen 133 :
i) De uitgaven voor COVID-19-maatregelen bedroegen in 2023 10,55 miljard EUR, wat overeenkomt met ongeveer 0,06 % van het bbp van de EU en minder dan 6 % van de totale uitgaven voor staatssteun. Vergeleken met de uitgaven voor COVID-19-maatregelen in 2022 — die 77,70 miljard EUR bedroegen in prijzen van 2023 — betekent dit een daling van 86 %. Deze daling was te verwachten in het licht van de uitfasering van de tijdelijke kaderregeling voor COVID-19, die eind december 2023 afliep.
ii) De gerapporteerde uitgaven voor crisismaatregelen waren voornamelijk gebaseerd op het TC(T)F, met inbegrip van de onderdelen ervan om de transitie naar een nettonuleconomie te ondersteunen. De uitgaven voor staatssteunmaatregelen die in het kader van het TCTF of op basis van de TCTF-beginselen zijn goedgekeurd, zijn in 2023 gedaald tot 39,45 miljard EUR. Dit komt neer op ongeveer 0,23 % van het totale bbp van de EU en 21 % van de totale uitgaven voor staatssteun in 2023. Vergeleken met de uitgaven voor 2022, van 45,59 miljard EUR in constante prijzen zijn de totale steunuitgaven in 2023 met 13 % gedaald.
In 2023 steeg de staatssteun voor niet-crisisgebonden doelstellingen tot ongeveer 136,78 miljard EUR, een stijging van 14 % ten opzichte van de uitgaven in 2022 (119,98 miljard EUR in constante prijzen). In nominale termen is het totale voor niet-crisisgebonden steun uitbetaalde bedrag in 19 lidstaten gestegen ten opzichte van 2022 134 . De toename van de niet-crisisgebonden steun lijkt voornamelijk te zijn veroorzaakt door de hogere uitbetaling van steun voor milieubescherming (met inbegrip van energiebesparingen). De uitgaven aan deze vorm van steun zijn gestegen van ongeveer 45,99 miljard EUR in 2022 tot 55,32 miljard EUR in 2023. Evenzo zijn de uitgaven voor staatssteun voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie gestegen, van 11,99 miljard EUR in 2022 tot 15,95 miljard EUR in 2023. De uitgaven voor niet-crisisgebonden staatssteun voor sectorale ontwikkeling zijn gestegen van 9,37 miljard EUR in 2022 tot 13,02 miljard EUR in 2023. Tot slot is de staatssteun voor belangrijke projecten van gemeenschappelijk Europees belang bijna verdubbeld, van 1,25 miljard EUR in 2022 tot 2,22 miljard EUR in 2023.
Ondanks de stijging blijft het bedrag aan niet-crisisgebonden steun voor 2023 ver onder de uitgaven voor niet-crisisgebonden maatregelen zoals berekend op het hoogtepunt van de COVID-19-pandemie. In constante prijzen bedroegen deze uitgaven 157,46 miljard EUR in 2020 en 157,23 miljard EUR in 2021. Bovendien blijven de uitgaven voor niet-crisisgebonden steun in 2023 onder de uitgaven van vóór de crisis, die 153,34 miljard EUR bedroegen in 2019 en 145,43 miljard EUR in 2018 (in constante prijzen).
Figuur 2: Uitgaven voor staatssteun, met uitzondering van crisissteun tussen 2018 en 2023, steunbestanddelen in miljard EUR in constante prijzen, uitgesplitst naar de doelstelling van de steun.
Als we kijken naar de verdeling van de uitgaven voor crisisgebonden en niet-crisisgebonden steun over de lidstaten als percentage van het nationale bbp, zien we een aanzienlijke spreiding van de uitgaven 135 . Kortom, hoewel er aanzienlijke verschillen zijn tussen de nominale steunbedragen die door de lidstaten worden uitbetaald, wordt het beeld genuanceerder wanneer wordt gekeken naar de relatieve uitgaven voor staatssteun in vergelijking met het bbp.
Ten slotte hebben de hierboven vermelde cijfers uitsluitend betrekking op uitbetalingen in het kader van steunmaatregelen die als staatssteun kunnen worden aangemerkt. Lidstaten hebben mogelijk aanzienlijke steun aan hun economieën en huishoudens verleend door middel van andere maatregelen die niet uit staatssteun bestonden.
Figuur 3: Totale uitgaven voor staatssteun per lidstaat in 2023, steunbestanddelen in miljard EUR, uitgesplitst naar niet-crisisgebonden staatssteunmaatregelen, COVID-19-gerelateerde staatssteun en TC(T)F-gerelateerde staatssteun.
Figuur 4: Totale uitgaven voor staatssteun per lidstaat in 2023 als percentage van het nationaal bbp, uitgesplitst naar niet-crisisgebonden staatssteunmaatregelen, COVID-19-gerelateerde staatssteun en TC(T)F-gerelateerde staatssteun.
Hoewel een staat een belangrijke rol kan spelen bij het stimuleren van het concurrentievermogen van een economie, vormen veel soorten steun geen staatssteun in de zin van artikel 107, lid 1, VWEU. Toch bieden de staatssteunregels de lidstaten meerdere mogelijkheden om een goed functionerende en eerlijke economie te ondersteunen en marktfalen aan te pakken. De “overgangsafdelingen” van het TCTF zijn bedoeld om de groene en de digitale transitie te stimuleren. Tot en met 31 december 2025 kunnen de lidstaten steun verlenen om de transitie naar een nettonuleconomie te bevorderen 136 .
In 2023 bedroeg het totale bedrag aan industriële steun 137 — met inbegrip van steun op basis van richtsnoeren inzake staatssteun — 126,97 miljard EUR, wat overeenkomt met ongeveer 0,74 % van het bbp van de EU. Van het totale bedrag aan industriële steun was steun voor milieubescherming (met inbegrip van energiebesparingen) de belangrijkste beleidsdoelstelling van de afgelopen tien jaar. Hieraan werd in 2023 55,32 miljard EUR uitgegeven, wat neerkomt op 44 % van de totale industriële steun, d.w.z. ongeveer 0,32 % van het totale bbp van de EU. De staatssteun ten behoeve van belangrijke projecten van gemeenschappelijk Europees belang (IPCEI’s) bedroeg in 2023 2,22 miljard EUR. De investeringssteun die overeenkomstig de richtsnoeren inzake regionale steunmaatregelen ter ondersteuning van de productie van batterijen, batterijonderdelen, zonnepanelen en elektrische voertuigen is uitbetaald, bedroeg in dat jaar 138 miljoen EUR.
Volgens de meest recente gegevens die zijn verzameld via een enquête naar de steun die in het kader van het TCTF tot eind juni 2024 is verleend 138 , zijn elf lidstaten 139 na 2023 begonnen met de uitvoering van maatregelen in het kader van de “overgangsafdelingen” van het TCTF: ongeveer 2,38 miljard EUR werd toegekend voor maatregelen die zijn goedgekeurd in het kader van de afdelingen 2.5, 2.6 en 2.8 van het TCTF 140 .
Als we uitsluitend kijken naar steun ter bevordering van de transitie naar een nettonuleconomie door elke lidstaat, berekend als percentage van het nationale bbp, was Portugal de grootste steunverlener, gevolgd door Slowakije.
Figuur 5: Staatssteun toegekend in 2023 en 2024 (tot en met 30 juni 2024) in het kader van TCTF-maatregelen (in absolute waarden en als percentage van het nationale bbp).
6. Communicatie en promotie ondersteunen het mededingingsbeleid
In 2024 heeft de Commissie op meerdere niveaus haar activiteiten voor de bevordering van en voorlichting over het mededingingsbeleid voortgezet om de doeltreffendheid van het EU-mededingingsbeleid te ondersteunen, vooral door de deelname van de uitvoerend vicevoorzitter die verantwoordelijk is voor mededinging, aan evenementen en persconferenties. Ondersteund door de vertegenwoordigers van de Commissie hebben hogere leidinggevenden van DG Concurrentie ook deelgenomen aan voorlichtingsactiviteiten in de lidstaten. Deze activiteiten vormen een aanvulling op de externe communicatie-initiatieven van DG Concurrentie, zoals persberichten, beleidsnota’s, nieuwsbrieven en publicaties op sociale media.
In 2024 heeft de Commissie de reeks discussies op locatie getiteld “The Markets for People” (Markten voor mensen) voortgezet. Onder de titel “This is why we need competition policy” (Redenen waarom we een mededingingsbeleid nodig hebben) vond in mei 2024 het vijfde en laatste debat plaats in Aarhus, Denemarken. Daarnaast heeft DG Concurrentie de reeks debatten via webcasts getiteld “Let’s Talk Competition” (Laten we het hebben over concurrentie) voortgezet. In de webcasts bespraken deskundigen belangrijke ontwikkelingen op het gebied van beleid en handhaving ten aanzien van het mededingingsbeleid 141 .
Er zijn ook belangrijke communicatie-inspanningen geleverd naar aanleiding van de publicatie van het beoordelingsverslag Protecting competition in a changing world — Evidence on the evolution of competition in the EU during the past 25 years van DG Concurrentie, die vergezeld ging van een openingsconferentie op 27 juni 2024 142 en een deskundigenworkshop op 15 oktober 2024 143 .
7. Relaties met andere EU-instellingen
Het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Europees Comité van de Regio’s zijn belangrijke partners van de Commissie in de voortdurende dialogen over het mededingingsbeleid. In het Europees Parlement nam uitvoerend vicevoorzitter Vestager in 2024 deel aan diverse gedachtewisselingen of gestructureerde dialogen, onder meer met de Commissie economische en monetaire zaken, de Commissie interne markt en consumentenbescherming, het Subcommissie belastingaangelegenheden en de Commissie begrotingscontrole. Daarnaast nam uitvoerend vicevoorzitter Vestager deel aan plenaire debatten over het mededingingsbeleid.
In de Raad nam uitvoerend vicevoorzitter Vestager in 2024 deel aan gedachtewisselingen en debatten op het gebied van het mededingingsbeleid en over het concurrentievermogen, de groene transitie en staatssteuninstrumenten tegen de achtergrond van de Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne.
De Commissie heeft ook rechtstreeks contact gehad met andere EU-organen. Zo waren medewerkers van DG Concurrentie aanwezig bij vergaderingen die werden bijeengeroepen door de rapporteur die verantwoordelijk is voor het opstellen van het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over het verslag van de Commissie over het mededingingsbeleid 2023, dat in oktober 2024 werd goedgekeurd 144 . Tijdens dergelijke vergaderingen van de redactiegroep en de afdeling die verantwoordelijk is voor het mededingingsbeleid (eengemaakte markt, productie en consumptie) heeft DG Concurrentie advies verstrekt en feitelijke vragen beantwoord.
8. Mededingingsbeleid in een Europese en wereldwijde context
8.1. Bevordering van een Europese mededingingscultuur via het Europees Mededingingsnetwerk
In de EU handhaven de nationale mededingingsautoriteiten de mededingingsregels binnen hun nationale rechtsgebieden, terwijl de Commissie zich richt op zaken met een eengemaaktemarktdimensie. De multilaterale samenwerking tussen de nationale mededingingsautoriteiten en de Commissie, met name op het gebied van de antitrustregels, vindt plaats via het Europees Mededingingsnetwerk (ECN) 145 . Het ECN heeft tot doel ervoor te zorgen dat de antitrustregels van de EU in de hele EU op doeltreffende en consistente wijze worden toegepast, met name bij onderzoeken naar gedragingen die de concurrentie beperken en die de handel tussen EU-lidstaten ongunstig kunnen beïnvloeden. Gezamenlijke handhaving van de antitrustregels via het ECN-kader versterkt de relevantie en geloofwaardigheid van het mededingingsbeleid in de hele EU.
In 2024 is de Commissie een doeltreffende en consistente toepassing van de artikelen 101 en 102 VWEU in de hele EU blijven waarborgen. Ten eerste stellen de nationale mededingingsautoriteiten de Commissie in kennis van elk nieuw onderzoek op het moment van de eerste formele onderzoeksmaatregel. Ten tweede raadplegen de nationale mededingingsautoriteiten de Commissie alvorens bepaalde soorten besluiten vast te stellen. In 2024 werden binnen het netwerk 191 nieuwe onderzoeken gestart en werden door de nationale mededingingsautoriteiten 66 voorgenomen besluiten bij de Commissie ingediend. De leden van het ECN komen regelmatig bijeen om zaken, beleidskwesties en strategische zaken te bespreken. In 2024 vonden 37 ECN-bijeenkomsten plaats. De werkgroep voor digitaal onderzoek en AI bevordert het samenbrengen van datawetenschappers binnen het ECN. Met deze gezamenlijke middelen kan worden samengewerkt aan projecten van gemeenschappelijk belang voor de nationale mededingingsautoriteiten, bijvoorbeeld het opsporen van manipulatie van aanbestedingen door het analyseren van grote datasets.
8.2. De lidstaten helpen bij hervormingen via het instrument voor technische ondersteuning
Met het instrument voor technische ondersteuning wil de Commissie de lidstaten helpen bij het ontwerpen en uitvoeren van hervormingen 146 . Voor deze ondersteuning is geen medefinanciering door de lidstaten vereist. De steun kan bijvoorbeeld de vorm aannemen van strategisch en juridisch advies, een onderzoek, opleiding en bezoeken van deskundigen ter plaatse. De steun kan betrekking hebben op elke fase van het hervormingsproces. Het instrument voor technische ondersteuning wordt beheerd door de taskforce voor hervorming en investering van de Commissie (SG REFORM). Elk jaar worden voor het instrument vlaggenschipprojecten voor technische ondersteuning vastgesteld die voorzien in gemeenschappelijke behoeften in alle lidstaten en die aansluiten bij de belangrijkste prioriteiten van de EU.
Voor de cyclus 2024 heeft DG COMP financiering ondersteund voor de volgende projecten:
Bestrijding van manipulatie bij inschrijving op overheidsopdrachten — verbetering van de naleving van en de concurrentie bij overheidsopdrachten 147 : dit project is opgezet en georganiseerd door de OESO en heeft tot doel Oostenrijk, Bulgarije, Kroatië, Cyprus, Griekenland en Roemenië door middel van een reeks workshops te helpen de preventie en opsporing van manipulatie bij inschrijvingen op overheidsopdrachten te verbeteren. Daarnaast bevordert het project capaciteitsopbouw, goede praktijken en samenwerking tussen mededingingsautoriteiten en aanbestedende diensten en andere overheidsinstanties.
Marktonderzoek naar concurrentie — digitale sector 148 : het doel van dit project is het in kaart brengen van mogelijke concurrentieproblemen op de digitale markten in Polen, Letland en Litouwen en nagaan of de huidige nationale en EU-wetgevingskaders geschikt zijn om dergelijke problemen doeltreffend aan te pakken.
8.3. Internationale betrekkingen
In 2024 heeft de Commissie haar betrokkenheid bij internationale fora op het gebied van concurrentie voortgezet, zoals het Competition Committee van de OESO, het International Competition Network (ICN) en de Conferentie van de Verenigde Naties inzake handel en ontwikkeling (UNCTAD).
Als een van de medevoorzitters van de ICN-werkgroep voor concentraties heeft de Commissie bijgedragen aan de werkzaamheden inzake aanbevolen praktijken voor het analyseren van concentraties, met name door leiding te geven aan de werkzaamheden ter herziening van de hoofdstukken over unilaterale en gecoördineerde effecten bij horizontale fusies. Daarnaast was de Commissie medeorganisator van de ICN-workshop over concentraties, die in november 2024 in Taiwan plaatsvond.
De Commissie heeft deelgenomen aan verschillende rondetafelgesprekken van de OESO en bijgedragen aan de opstelling van de herziene aanbeveling van de OESO inzake concentraties, die een leidraad is voor procedurele aspecten van concentratiecontrole. Ten slotte heeft de Commissie meegewerkt aan de herziening van een OESO-document over de inhoudelijke aspecten van de controle op concentraties.
In 2024 heeft de Commissie de onderhandelingen over het sluiten van eerlijke handelsovereenkomsten met India, Indonesië, de Filipijnen, Thailand en de OZA5 voortgezet 149 .
In april 2024 hebben de Commissie en de mededingingsautoriteiten van de Verenigde Staten de vierde bijeenkomst op hoog niveau van de gezamenlijke dialoog over mededingingsbeleid op technologiegebied gehouden 150 , om de samenwerking op het gebied van het waarborgen en bevorderen van eerlijke concurrentie in de digitale economie voort te zetten. De dialoog was gericht op de zich ontwikkelende bedrijfsstrategieën van grote technologiebedrijven, waaronder de recente investeringen en partnerschappen tussen grote cloudproviders en AI-aanbieders, en de gevolgen daarvan voor de handhaving van het mededingingsbeleid.
In 2024 heeft de Commissie haar werkzaamheden op het gebied van bilaterale samenwerking met het Verenigd Koninkrijk voortgezet, zoals bepaald in de handels- en samenwerkingsovereenkomst EU-VK 151 en in het terugtrekkingsakkoord 152 . In oktober hebben de Commissie en het Verenigd Koninkrijk de technische besprekingen over een overeenkomst betreffende samenwerking in mededingingszaken afgerond 153 . De toekomstige overeenkomst zou een “aanvullende overeenkomst” zijn op de handels- en samenwerkingsovereenkomst EU-VK, die voorziet in de mogelijkheid om een afzonderlijke overeenkomst inzake samenwerking op mededingingsgebied aan te gaan. De overeenkomst zou niet alleen de Commissie, maar ook de nationale mededingingsautoriteiten die het mededingingsrecht van de EU handhaven, in staat stellen samen te werken met de mededingingsautoriteit van het Verenigd Koninkrijk.
In 2024 is de Commissie ook onderhandelingen begonnen met Zwitserland over acht kwesties die relevant zijn voor de bilaterale betrekkingen tussen de EU en Zwitserland. Een van de besproken kwesties is staatssteun.
De Commissie heeft in 2024 haar samenwerking op het gebied van mededingingsbeleid met de Koreaanse commissie voor eerlijke handelspraktijken en de Japanse commissie voor eerlijke handelspraktijken voortgezet. De Commissie heeft ook de onderhandelingen met Canada voortgezet om ervoor te zorgen dat de bepalingen over gegevensbescherming in de overeenkomst inzake samenwerking in mededingingszaken tussen de EU en Canada in overeenstemming zijn met de normen zoals vastgesteld in het advies van het Hof van Justitie over de overeenkomst inzake passagiersgegevens tussen de EU en Canada van 2014 154 . Bovendien heeft de Commissie in 2024 met verschillende Afrikaanse nationale en regionale autoriteiten samengewerkt om de samenwerking op mededingingsgebied te bevorderen 155 .
Wat het uitbreidingsbeleid van de EU betreft, heeft de Commissie op mededingingsgebied als belangrijkste doelstellingen het ondersteunen van de kandidaat-lidstaten 156 en potentiële kandidaat-lidstaten 157 bij het opzetten, handhaven en ontwikkelen van wetgevingskaders, het bijstaan van goed werkende en operationeel onafhankelijke mededingings- en staatssteunautoriteiten, en het helpen van deze autoriteiten bij het opbouwen van solide handhavingsresultaten. De Commissie werkt ook aan de uitvoering van ondersteuningsfaciliteiten voor Oekraïne en Moldavië om hulp te bieden bij de juridische, administratieve maar ook economische integratie van deze landen met de eengemaakte markt van de EU.
(1)
Much More than a Market — Speed, Security, Solidarity. Empowering the Single Market to deliver a sustainable future and prosperity for all EU Citizens, Enrico Letta, 10.4.2024.
(2)
The future of European competitiveness — A competitiveness strategy for Europe, Mario Draghi, 9.9.2024.
(3)
Mededeling van de Commissie — Bekendmaking van de Commissie betreffende de afbakening van de relevante markt ten behoeve van het mededingingsrecht van de Unie (PB C, C/2024/1645, 22.2.2024, blz. 1).
(4)
Verordening (EG) nr. 1/2003 van de Raad van 16 december 2002 betreffende de uitvoering van de mededingingsregels van de artikelen 81 en 82 van het Verdrag (PB L 1 van 4.1.2003, blz. 1).
(5)
Verordening (EG) nr. 773/2004 van de Commissie van 7 april 2004 betreffende procedures van de Commissie op grond van de artikelen 81 en 82 van het Verdrag (PB L 123 van 27.4.2004, blz. 18).
(6)
Werkdocument van de diensten van de Commissie — Evaluatie van Verordeningen 1/2003 en 773/2004 (SWD(2024) 217 final, 5.9.2024).
(7)
Mededeling van de Commissie — Richtsnoeren inzake de toepasselijkheid van artikel 102 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op onrechtmatig uitsluitingsgedrag door ondernemingen met een machtspositie.
(8)
Gezamenlijke verklaring van het Europees Mededingingsnetwerk (ECN) over het initiatief van de Europese Commissie om richtsnoeren vast te stellen inzake onrechtmatig uitsluitingsgedrag door ondernemingen met een machtspositie van 2.9.2024.
(9)
Verordening (EU) nr. 461/2010 van de Commissie van 27 mei 2010 betreffende de toepassing van artikel 101, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op groepen verticale overeenkomsten en onderling afgestemde feitelijke gedragingen in de motorvoertuigensector (PB L 129 van 28.5.2010, blz. 52), zoals gewijzigd bij Verordening (EU) 2023/822 van de Commissie van 17 april 2023 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 461/2010 wat de toepassingsperiode ervan betreft (PB L 102I van 17.4.2023, blz. 1).
(10)
Bekendmaking van de Commissie — Aanvullende richtsnoeren betreffende verticale beperkingen in overeenkomsten voor de verkoop en herstelling van motorvoertuigen en voor de distributie van reserveonderdelen voor motorvoertuigen (PB C 138 van 28.5.2010, blz. 16), zoals gewijzigd bij de mededeling van de Commissie over wijzigingen van de bekendmaking van de Commissie — Aanvullende richtsnoeren inzake verticale beperkingen in overeenkomsten inzake de verkoop en reparatie van motorvoertuigen en voor de distributie van reserveonderdelen voor motorvoertuigen (2023/C 133 I/01, PB C 133I van 17.4.2023, blz. 1).
(11)
Verordening (EU) nr. 316/2014 van de Commissie van 21 maart 2014 betreffende de toepassing van artikel 101, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op groepen overeenkomsten inzake technologieoverdracht (PB L 93 van 28.3.2014, blz. 17).
(12)
Mededeling van de Commissie — Richtsnoeren voor de toepassing van artikel 101 VWEU op overeenkomsten inzake technologieoverdracht (PB C 89 van 28.3.2014, blz. 3).
(13)
Werkdocument van de diensten van de Commissie — Evaluatie van Verordening (EU) nr. 316/2014 van de Commissie van 21 maart 2014 betreffende de toepassing van artikel 101, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op groepen overeenkomsten inzake technologieoverdracht (SWD(2024) 269 final, 22.11.2024).
(14)
Zonder toegang tot interne documenten konden de auteurs niet bevestigen (“bewijzen”) dat er specifieke voorbeelden van killeracquisities bestonden. De orde van grootte van de bevindingen in het onderzoek is vergelijkbaar met wat andere onderzoekers met behulp van andere methoden en datasets hebben gevonden.
(15)
Buccirossi, P., Marrazzo, A. et al. (2024), Ex-post evaluation: EU competition enforcement and acquisitions of innovative competitors in the pharma sector leading to the discontinuation of overlapping drug research and development projects, eindverslag opgesteld door Lear voor de Europese Commissie, november 2024. Zie: https://competition-policy.ec.europa.eu/publications/ex-post-economic-evaluations_en . Voor een uitgebreidere beschrijving van de bevindingen, zie het begeleidende werkdocument van de diensten, punt 7.4.
(16)
De vijf gevallen zijn geselecteerd voor de doeleinden van het onderzoek en geven niet het totale aantal gevallen weer waarin sprake was van mogelijke killeracquisities.
(17)
Wat de killeracquisities betreft, wordt verwezen naar de samenvatting van het arrest van het Hof van Justitie in de zaak Illumina/Grail in punt 3.1.
(18)
Mededeling van de Commissie — Richtsnoeren inzake regionale steunmaatregelen (PB C 153 van 29.4.2021, blz. 1).
(19)
Mededeling van de Commissie tot aanvulling van de richtsnoeren inzake regionale steunmaatregelen met betrekking tot het platform voor strategische technologieën voor Europa (STEP).
(20)
Verordening (EU) 2024/795 van het Europees Parlement en de Raad van 29 februari 2024 tot oprichting van het platform voor strategische technologieën voor Europa (STEP) en tot wijziging van Richtlijn 2003/87/EG en Verordeningen (EU) 2021/1058, (EU) 2021/1056, (EU) 2021/1057, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) 2021/1060, (EU) 2021/523, (EU) 2021/695, (EU) 2021/697 en (EU) 2021/241.
(21)
Practical guidance for Member States: The Market Economy Operator Test for Risk Finance Measures, 26.1.2024.
(22)
Verordening (EU) 2023/2831 van de Commissie van 13 december 2023 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun (PB L, 2023/2831, 15.12.2023).
(23)
Verordening (EU) 2023/2832 van de Commissie van 13 december 2023 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun verleend aan diensten van algemeen economisch belang verrichtende ondernemingen (PB L, 2023/2832, 15.12.2023).
(24)
Verordening (EU) nr. 1408/2013 van de Commissie van 18 december 2013 inzake de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun in de landbouwsector (PB L 352 van 24.12.2013, blz. 9).
(25)
Mededeling van de Commissie — Communautaire richtsnoeren betreffende staatssteun aan spoorwegondernemingen (PB C 184 van 22.7.2008, blz. 13).
(26)
Mededeling van de Commissie — Tijdelijk crisis- en transitiekader voor staatssteunmaatregelen ter ondersteuning van de economie na de Russische agressie tegen Oekraïne (PB C 101 van 17.3.2023, blz. 3).
(27)
Mededeling van de Commissie — Tweede wijziging van het tijdelijk crisis- en transitiekader voor staatssteunmaatregelen ter ondersteuning van de economie na de Russische agressie tegen Oekraïne (PB C, C/2024/3113, 2.5.2024).
(28)
Zie: https://ec.europa.eu/commission/presscorner/detail/nl/ip_22_3131 en https://ec.europa.eu/economy_finance/recovery-and-resilience-scoreboard/index.html?lang=en .
(29)
https://next-generation-eu.europa.eu/index_nl .
(30)
Voornamelijk Verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard (PB L 187 van 26.6.2014, blz. 1), zoals laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EU) 2021/1237 van de Commissie (PB L 270 van 29.7.2021, blz. 1).
(31)
Voornamelijk Verordening (EU) 2023/2831 van de Commissie van 13 december 2023 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun (PB L, 2023/2831, 15.12.2023, blz. 1).
(32)
Zaak AT.40437 — Apple — App Store-praktijken (streamen van muziek).
(33)
Zaak AT.40684 — Facebook Marketplace.
(34)
Zaak AT.40721 — Microsoft Teams, en AT.40873 — Microsoft Teams II.
(35)
Zaak AT.40728 — Corning.
(36)
Zaak AT.40642 — Pierre Cardin/Ahlers.
(37)
Zaak AT.40632 — Mondelez — handelsbeperkingen.
(38)
Zaak AT.40606 — gekweekte Atlantische zalm.
(39)
Zaak AT.40577 — Vifor — intraveneuze ijzerproducten.
(40)
Zaak AT.40588 — Teva — Copaxone.
(41)
Zie: https://ec.europa.eu/commission/presscorner/detail/en/ip_24_561 en https://ec.europa.eu/commission/presscorner/detail/nl/ip_24_3365 .
(42)
Zie: https://ec.europa.eu/commission/presscorner/detail/en/ip_24_5926 .
(43)
Zie: https://ec.europa.eu/commission/presscorner/detail/en/ip_24_4832 .
(44)
Zaak AT.40882 — IFF — wissen van gegevens.
(45)
Arrest van het Gerecht van 18 september 2023 in zaak T-671/19, Qualcomm/Europese Commissie.
(46)
Arrest van het Hof van Justitie van 10 september 2024 in zaak C-48/22 P, Google en Alphabet/Europese Commissie, ECLI:EU:C:2024:726.
(47)
Arrest van het Gerecht van 18 september 2024 in zaak T-334/19, Google en Alphabet/Europese Commissie (Google AdSense for Search), ECLI:EU:T:2024:634.
(48)
Interventies in fusiezaken omvatten verbodsbesluiten, fusies die zijn goedgekeurd onder voorbehoud van corrigerende maatregelen en intrekkingen in fase II.
(49)
Zaak M.10920 — Amazon/iRobot, en zaak M.11109 — IAG/AIR EUROPA.
(50)
Zaak M.10149 — Korean Air/Asiana Airlines.
(51)
Zaak M.11071 — Deutsche Lufthansa/Italiaans ministerie van Economische Zaken en Financiën/ITA
(52)
Zaak M.10896 — Orange/MásMóvil/JV.
(53)
Zaak M.11143 — Bolloré Logistics/CMA CGM.
(54)
Zaak M.11383 — Viatris/Cooper.
(55)
Zaak M.11204 — Bunge/Viterra.
(56)
Zaak M.11159, JD Sports/Groupe Courir.
(57)
Zaak M.11577, Eiffage/Eqos.
(58)
Arrest van het Hof van Justitie van 3 september 2024 in de gevoegde zaken C-611/22 P en C-625/22, Illumina en Grail/Commissie, ECLI:EU:C:2024:677.
(59)
In maart 2021 heeft de Franse mededingingsautoriteit gevraagd om verwijzing naar de Commissie van de voorgenomen overname van GRAIL door Illumina op grond van artikel 22 van de EU-concentratieverordening. Op 19 april 2022 heeft de Commissie de verwijzing uit hoofde van artikel 22 aanvaard. De nationale mededingingsautoriteiten in Nederland, België, Griekenland, IJsland en Noorwegen hebben zich daarna aangesloten bij het verwijzingsverzoek.
(60)
Zaak M.10188 — Illumina/GRAIL.
(61)
Namelijk: i) het besluit van 22 juli 2021 tot opening van een fase II-onderzoek naar de voorgenomen overname van GRAIL door Illumina (M.10188), ii) het besluit van 6 september 2022 houdende een verbod op de overname van GRAIL door Illumina (M.10188), iii) twee besluiten betreffende voorlopige maatregelen van 29 oktober 2021 (M.10493) en 28 oktober 2022 (M.10938), iv) het besluit van 12 oktober 2023 waarbij herstelmaatregelen worden gelast op grond waarvan Illumina zijn overname van GRAIL moet staken (M.10939), en v) het besluit van 12 juli 2023 waarbij Illumina en GRAIL worden beboet voor de uitvoering van hun fusie vóór goedkeuring door de Commissie (M.10483).
(62)
Verklaring van uitvoerend vicevoorzitter Vestager van 3 september 2024, https://ec.europa.eu/commission/presscorner/detail/en/statement_24_4525 .
(63)
Besluit (EU) 2022/2481 van het Europees Parlement en de Raad van 14 december 2022 tot vaststelling van het beleidsprogramma voor het digitale decennium tot 2030.
(64)
Zaak SA.55953 — Slowakije — Compensatie aan Towercom voor de kosten die voortvloeien uit de vrijgave van de 700 MHz-band.
(65)
Besluit (EU) 2017/899 van het Europees Parlement en de Raad van 17 mei 2017 betreffende het gebruik van de 470-790 MHz-frequentieband in de Unie (PB L 138 van 25.5.2017, blz. 131).
(66)
Zaak SA.107594 — Italië — Catania Campus — STMicroelectronics S.r.l.
(67)
Zie: https://ec.europa.eu/commission/presscorner/detail/en/ip_18_6862 , en https://ec.europa.eu/commission/presscorner/detail/nl/ip_23_3087 .
(68)
Verordening (EU) 2023/1781 van het Europees Parlement en de Raad van 13 september 2023 tot vaststelling van een kader voor maatregelen ter versterking van het Europese halfgeleiderecosysteem en tot wijziging van Verordening (EU) 2021/694 (chipsverordening) (PB L 229 van 18.9.2023, blz. 1).
(69)
Zaak SA.62829 — Roemenië — Blue Air.
(70)
Zaak SA.63470 — Hongarije — LIP — Regionale investeringssteun aan Rubin NewCo 2021 Kft.
(71)
Zaken SA.50787 en SA.50837 — Tsjechië — Steun voor de herstructurering van boomgaarden en steun voor de aanleg van druppelirrigatie in boomgaarden, hopvelden, wijngaarden en boomkwekerijen.
(72)
Verordening (EU) nr. 702/2014 van de Commissie van 25 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun in de landbouw- en de bosbouwsector en in de plattelandsgebieden op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie met de interne markt verenigbaar worden verklaard (PB L 193 van 1.7.2014, blz. 1).
(73)
Zie: https://competition-policy.ec.europa.eu/state-aid/ipcei/joint-european-forum-ipcei_en .
(74)
Zaken SA.105088 — België; SA.104974 — Frankrijk; SA.105126 — Hongarije; SA.105085 — Italië; SA.105097 — Slowakije; SA.105098 — Spanje, herstel- en veerkrachtfaciliteit — Belangrijk project van gemeenschappelijk Europees belang inzake gezondheid (IPCEI-Med4Cure).
(75)
Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Europese Raad, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s, “De Europese Green Deal” (COM(2019) 640 final).
(76)
Zaak AT.40401 — Tweedehands rollend materieel.
(77)
Zaak AT.40735 — Renfe — Onlineverkoop van treinkaartjes in Spanje.
(78)
Zaak M.11632 — Alten/Worldgrid.
(79)
Zaak M.11745 — Die Schweizerische Post/Fenaco/PowerUp JV.
(80)
Zaak M.11639 — Enilive/LG Chem/JV.
(81)
Zaak M.11371 — Eramet/Suez RV/TFIN/JV.
(82)
Zaak M.11634 — Masdar/Terna.
(83)
Dit aantal omvat niet de steun die in het kader van de algemene groepsvrijstellingsverordening wordt verleend.
(84)
Zaak SA.50952 — Duitsland — Vermeende staatssteunmaatregelen ten gunste van DB Cargo.
(85)
Mededeling van de Commissie — Richtsnoeren voor reddings- en herstructureringssteun aan niet-financiële ondernemingen in moeilijkheden (PB C 249 van 31.7.2014, blz. 1).
(86)
Zaken SA.102821 — Frankrijk; SA.102825 — Duitsland; SA.102815 — Italië; SA.102807 — Nederland; SA.102810 — Polen; SA.103494 — Portugal; SA.102811 — Slowakije, herstel- en veerkrachtfaciliteit — Belangrijk project van gemeenschappelijk Europees belang inzake waterstofinfrastructuur (IPCEI Hy2Infra).
(87)
Zaken SA.104442 — Estland; SA.104668 — Frankrijk; SA.104676 — Duitsland; SA.104453 — Italië; SA.104440 — Nederland; SA.104434 — Slowakije; SA.104435 — Spanje, herstel- en veerkrachtfaciliteit — Belangrijk project van gemeenschappelijk Europees belang inzake waterstof voor mobiliteit en vervoer (IPCEI Hy2Move).
(88)
Zaak SA.104898 — Duitsland — herstel- en veerkrachtfaciliteit — ArcelorMittal (Bremen en Eisenhuttenstadt).
(89)
Mededeling van de Commissie — Richtsnoeren staatssteun ten behoeve van klimaat, milieubescherming en energie 2022 (PB C 80 van 18.2.2022, blz. 1).
(90)
Zaak SA.110031 — Zweden — Oprichting van een grootschalige groene staalfabriek.
(91)
Zaak SA.109640 — Zweden — Steun aan SSAB Luleå voor de transitie naar koolstofneutrale productie van platen.
(92)
Zaak SA.103740 — Slowakije — Regionale investeringssteun aan Volvo Car Slovakia s.r.o.
(93)
Mededeling van de Commissie — Kaderregeling betreffende staatssteun voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie (PB C 414 van 28.10.2022, blz. 1).
(94)
Zaak SA.106964 — Frankrijk — Soutien à la phase APD du projet Nuward.
(95)
Zaak SA.109161 — Frankrijk — TCTF FR Régime de soutien à Deux parcs éoliens en mer posés, l’un en Sud Atlantique et l’autre au large de la Normandie dans la zone Centre Manche 2.
(96)
Zaak SA.107936 Duitsland — TCTF — Steun aan Northvolt Germany GmbH.
(97)
Zaak SA.108368 — Tsjechië — Steun voor elektriciteit uit hoogrenderende warmtekrachtkoppelingscentrales.
(98)
Een mobiele portemonnee is een manier om creditcards, betaalkaarten, ID-kaarten en cadeaubonnen digitaal op te slaan, zodat aankopen kunnen worden gedaan met behulp van een mobiel slim apparaat in plaats van een fysieke kaart.
(99)
Zaak AT.40452 — Apple — Mobiele betalingen.
(100)
“Near Field Communication” (NFC) is een set communicatieprotocollen die communicatie tussen twee elektronische apparaten over een afstand van 4 cm mogelijk maakt.
(101)
Zie: https://ec.europa.eu/commission/presscorner/detail/en/ip_24_3706 .
(102)
Zaak M.11120 — Worldline/Crédit Agricole/JV.
(103)
Acquiring verwijst naar een reeks diensten waarmee handelaren betaalkaarten kunnen accepteren (bv. wanneer een klant de kaart tegen de betaalterminal houdt en de terminal de betaling goedkeurt — de diensten die deze goedkeuring mogelijk maken zijn de acquiringdiensten). Acceptatie verwijst naar een dienst die een handelaar in staat stelt zijn verbinding met meerdere acquirers (partijen die deze acquiringdiensten verlenen) te optimaliseren. Dit is vooral belangrijk voor grote handelaren (bv. een supermarkt) die dagelijks honderden/duizenden betalingen verwerken en die gewoonlijk verbonden zouden zijn met meerdere acquirers om deze betalingen te optimaliseren.
(104)
Zaak M.11546 — Unicredit/Alpha Bank Romania.
(105)
Zaak SA.114922 — Polen — Herinvoering van de regeling voor de ordelijke afwikkeling van kredietcoöperaties.
(106)
Zaak SA.112704 — Cyprus — Regeling voor het beheer van leningen in het kader van huisvestingsplannen van de overheid (OIKIA-regeling) en zaak SA.116563 — Cyprus — Wijziging van de regeling voor het beheer van leningen in het kader van huisvestingsplannen van de overheid (OIKIA-regeling).
(107)
Zaak SA. 116229 — Griekenland — Verlenging en wijziging van de heringevoerde Hercules-regeling.
(108)
Zaak SA.52162 — Denemarken — Staatssteun ten gunste van het Øresund Bridge-consortium.
(109)
Zaak SA.52617 — Zweden — Staatssteun ten gunste van het Øresund Bridge-consortium.
(110)
Zaken SA.44944 en SA.53552 — Duitsland — Fiscale behandeling van exploitanten van overheidscasino’s in Duitsland.
(111)
Arrest van het Hof van Justitie van 10 september 2021 in zaak C-465/20 P, Europese Commissie/Ierland e.a.
(112)
Zie: https://ec.europa.eu/commission/presscorner/detail/en/speech_24_4624
(113)
Verordening (EU) 2022/1925 van het Europees Parlement en de Raad van 14 september 2022 over betwistbare en eerlijke markten in de digitale sector, en tot wijziging van Richtlijnen (EU) 2019/1937 en (EU) 2020/1828 (digitalemarktenverordening) (PB L 265 van 12.10.2022, blz. 1).
(114)
Ondernemingen die op grond van de digitalemarktenverordening als poortwachters zijn aangewezen voor een of meer kernplatformdiensten, moeten derden toestaan om in bepaalde specifieke situaties gebruik te maken van de eigen diensten van de poortwachter; hun zakelijke gebruikers toegang geven tot de gegevens die zij genereren wanneer zij van het platform gebruikmaken; de adverteerders op het platform voorzien van de instrumenten en informatie die nodig zijn om door de poortwachter gehoste advertenties te controleren; zakelijke gebruikers in staat stellen hun aanbiedingen op het platform te promoten en buiten het platform om contracten met klanten te sluiten. Het is aangewezen poortwachters bijvoorbeeld niet toegestaan hun eigen producten en diensten bij de rangschikking gunstiger te behandelen dan soortgelijke producten en diensten of producten die door derden worden aangeboden; zij kunnen consumenten niet langer beletten om zich buiten de platforms in verbinding te stellen met bedrijven; zij kunnen gebruikers niet beletten vooraf geïnstalleerde software of apps te verwijderen of eindgebruikers zonder toestemming buiten de kernplatformdienst te volgen met het oog op gerichte reclame.
(115)
In september 2023 heeft de Commissie in het kader van de digitalemarktenverordening zes poortwachters aangewezen — Alphabet, Amazon, Apple, ByteDance, Meta en Microsoft — met betrekking tot 22 kernplatformdiensten die door deze poortwachters worden aangeboden.
(116)
Er zijn openbare versies van deze verslagen gepubliceerd. Zie: https://digital-markets-act-cases.ec.europa.eu/reports/compliance-reports .
(117)
De niet-vertrouwelijke versie van het besluit zal worden bekendgemaakt op de website van de Commissie over de digitalemarktenverordening.
(118)
Zie: https://digital-markets-act-cases.ec.europa.eu/reports/compliance-reports .
(119)
Overeenkomstig artikel 8, lid 2, van de digitalemarktenverordening kan de Commissie op eigen initiatief een besluit vaststellen waarin de maatregelen worden gespecificeerd die een poortwachter moet uitvoeren om de daadwerkelijke naleving van materiële verplichtingen van die verordening te waarborgen, zoals de interoperabiliteitsverplichting van artikel 6, lid 7, van de verordening.
(120)
De groep op hoog niveau bestaat uit dertig vertegenwoordigers die zijn benoemd door het www.berec.europa.eu/en">Orgaan van Europese regulerende instanties voor elektronische communicatie (Berec), de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming (EDPS) en het www.edpb.europa.eu/edpb_nl">Europees Comité voor gegevensbescherming , het Europees Mededingingsnetwerk (ECN), het samenwerkingsnetwerk voor consumentenbescherming (SCB-netwerk) en de Europese Groep van regelgevende instanties voor de audiovisuele media (ERGA).
(121)
Verordening (EU) 2022/2560 van het Europees Parlement en de Raad van 14 december 2022 betreffende buitenlandse subsidies die de interne markt verstoren (PB L 330 van 23.12.2022, blz. 1). DG Concurrentie is verantwoordelijk voor de handhaving van de regels uit hoofde van de verordening inzake concentraties en voor het ambtshalve inleiden van procedures buiten openbare aanbestedingsprocedures, terwijl DG Interne Markt, Industrie, Ondernemerschap en Midden- en Kleinbedrijf (DG GROW) verantwoordelijk is voor de handhaving van de verordening bij openbare aanbestedingen.
(122)
Met de verordening buitenlandse subsidies wordt een lacune in de regelgeving ten aanzien van de eengemaakte markt gedicht: door de lidstaten toegekende subsidies worden op grond van de EU-staatssteunregels aan nauwlettend toezicht onderworpen, terwijl subsidies van niet-EU-overheden grotendeels ongecontroleerd blijven. Op grond van die verordening moeten ondernemingen financiële bijdragen aanmelden die zij in de afgelopen drie jaar van overheidsinstanties van buiten de EU hebben ontvangen, voordat zij een concentratie (d.w.z. een fusie, overname of joint venture) of de gunning van een opdracht in het kader van een openbare aanbestedingsprocedure in de EU boven bepaalde aanmeldingsdrempels verwezenlijken. De verordening stelt de Commissie in staat ambtshalve te toetsen of uit informatie blijkt dat er sprake is van een buitenlandse subsidie die de eengemaakte markt verstoort.
(123)
https://ec.europa.eu/commission/presscorner/detail/en/mex_24_2247 .
(124)
Zaak FS.100011 — Emirates Telecommunications Group/PPF Telecommunication Group.
(125)
The OECD Guide for helping competition authorities assess the expected impact of their activities, OESO, 15.4.2014.
(126)
Het bedrag van 12 miljard EUR is het gemiddelde van de ondergrenzen voor de periode 2012-2023 en het bedrag van 21 miljard EUR is het gemiddelde van de bovengrenzen voor dezelfde periode.
(127)
De geraamde marge bestrijkt niet alle nationale bevoegde autoriteiten in de EU, zodat het bedrag als een ruwe schatting moet worden beschouwd. Bovendien moet worden opgemerkt dat deze eerste exercitie betrekking had op een periode van drie jaar waarin de handhaving waarschijnlijk werd beïnvloed door de COVID-19-pandemie.
(128)
Zie: https://op.europa.eu/en/publication-detail/-/publication/c03374f1-3833-11ef-b441-01aa75ed71a1 .
(129)
Zie voor een samenvatting van de resultaten het begeleidende werkdocument van de diensten van de Commissie, afdeling 7.3.
(130)
De gegevens in het scorebord voor staatssteun zijn gebaseerd op de jaarlijkse verslaglegging door de lidstaten overeenkomstig artikel 6, lid 1, van Verordening (EG) nr. 794/2004 van de Commissie. De lidstaten blijven verantwoordelijk voor de verstrekte gegevens.
(131)
Het steunbestanddeel hangt af van de vorm van de steun. Bij subsidies stemt het voordeel voor de begunstigde gewoonlijk overeen met de begrotingsuitgaven. Bij andere steuninstrumenten kunnen het voordeel voor de begunstigde onderneming en de kosten voor de overheid verschillen. In het geval van staatsgaranties bestaat het voordeel erin dat het daaraan verbonden risico door de staat wordt gedragen. Dat de staat dit risico draagt, zou normaal gesproken door een passende premie moeten worden vergoed. Wanneer de staat van een dergelijke premie geheel of gedeeltelijk afstand doet, vormt dit het steunbestanddeel.
(132)
TC(T)F staat voor “tijdelijk crisis- en (transitie)kader”.
(133)
Waar de COVID-19-gerelateerde steun in 2022 ongeveer 0,45 % van het bbp van de EU vertegenwoordigde, was deze in 2023 noch slechts 0,06 % van het bbp van de EU. Ook de steunuitgaven als reactie op de verstoring van de economie als gevolg van de Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne zijn gedaald: van 0,27 % van het bbp van de EU in 2022 tot 0,23 % in 2023.
(134)
Malta (+0,91 procentpunt), Kroatië (+0,47 procentpunt), Griekenland (+0,33 procentpunt), Polen (+0,32 procentpunt), Litouwen (+0,27 procentpunt), Slovenië (+0,22 procentpunt), Luxemburg (+0,21 procentpunt), Duitsland (+0,19 procentpunt), Letland (+0,16 procentpunt), Italië (+0,13 procentpunt), Denemarken (+0,12 procentpunt), Spanje, Slowakije en Oostenrijk (+0,09 procentpunt), Finland (+0,08 procentpunt), Ierland (+0,07 procentpunt), Frankrijk en Cyprus (+0,04 procentpunt) en Estland (+0,02 procentpunt). In Nederland bleef de steun stabiel, terwijl in zeven andere lidstaten het niveau van de niet-crisisgebonden steun daalde: Portugal (–0,44 procentpunt), Tsjechië (–0,23 procentpunt), Bulgarije (–0,11 procentpunt), Zweden (–0,09 procentpunt), België (–0,07 procentpunt), Bulgarije (–0,04 procentpunt) en Roemenië (–0,02 procentpunt).
(135)
Hongarije gaf het meeste uit in verhouding tot zijn bbp van 2023 (ongeveer 2,91 %). Kroatië gaf het op een na hoogste bedrag uit ten opzichte van zijn bbp (ongeveer 1,86 %). De lidstaten met de laagste uitgaven in 2023 — Ierland, Cyprus en Bulgarije — besteedden respectievelijk 0,39 % tot 0,51 % van hun nationale bbp. Meer informatie is te vinden op het scorebord voor staatssteun dat is gepubliceerd op de website van de Commissie: https://competition-policy.ec.europa.eu/state-aid/scoreboard_en.
(136)
Er kan steun worden verleend om i) de uitrol van hernieuwbare energie, opslag en hernieuwbare warmte te versnellen, wat relevant is voor REPowerEU (maatregelen in het kader van afdeling 2.5) en ii) industriële productieprocessen koolstofvrij te maken (maatregelen in het kader van afdeling 2.6). Lidstaten kunnen ook steun verlenen om investeringen te versnellen in sectoren die van belang zijn voor de transitie naar een nettonuleconomie. Zo wordt het mogelijk investeringssteun toe te kennen voor de fabricage van strategische componenten, zoals batterijen, zonnepanelen, windturbines, warmtepompen, elektrolyse-installaties en installaties voor koolstofafvang en -opslag, alsmede voor de productie van belangrijke componenten en voor de productie en recycling van daaraan verbonden kritieke grondstoffen (maatregelen in het kader van afdeling 2.8).
(137)
Industriële steun omvat de uitgaven voor staatssteun die in 2023 per steunbestanddeel werden gedaan, zoals gerapporteerd in jaarverslagen, met uitzondering van staatssteun voor de volgende beleidsdoelstellingen: “cultuur”, “instandhouding erfgoed” en “vergoeding van schade als gevolg van natuurrampen”. De analyse sluit ook crisissteun uit, d.w.z. uitgaven voor staatssteun in het kader van de COVID-19-crisis en uitgaven voor staatssteun in reactie op de Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne.
(138)
Een vollediger overzicht van de steun die in de periode van maart 2022 tot en met juni 2024 in het kader van het TC(T)F is verleend, is te vinden in de beleidsnota’s over staatssteun en mededinging: Competition policy briefs — Europese Commissie .
(139)
Portugal, Slowakije, Hongarije, Kroatië, Spanje, Duitsland, Italië, België, Frankrijk, Oostenrijk en Denemarken.
(140)
Van die 2,38 miljard EUR is 150 miljoen EUR toegekend in het kader van afdeling 2.5 van het TCTF, “Steun om de implementatie van voor het REPowerEU-plan relevante hernieuwbare energie, opslag en hernieuwbare warmte te versnellen”; 240 miljoen EUR in het kader van afdeling 2.6, “Steun om de industriële productieprocessen middels elektrificatie en/of het gebruik van hernieuwbare waterstof en waterstof op basis van elektriciteit die aan bepaalde voorwaarden voldoet, te decarboniseren, en voor energie-efficiëntiemaatregelen”, en 1,99 miljard EUR in het kader van afdeling 2.8, “Steun voor versnelde investeringen in sectoren die van strategisch belang zijn voor de transitie naar een klimaatneutrale economie”.
(141)
Zie: https://competition-policy.ec.europa.eu/about/reaching-out/lets-talk-competition_en .
(142)
Zie: https://competition-policy.ec.europa.eu/about/reaching-out/protecting-competition-changing-world_en .
(143)
Zie: https://competition-policy.ec.europa.eu/about/reaching-out/protecting-competition-changing-world-public-workshop_en .
(144)
Europees Economisch en Sociaal Comité, Advies over het Verslag van de Commissie, Verslag over het mededingingsbeleid 2023 (COM(2024) 115 final), www.eesc.europa.eu/nl/our-work">https://www.eesc.europa.eu/nl/our-work .
(145)
Mededeling van de Commissie betreffende de samenwerking binnen het netwerk van mededingingsautoriteiten (PB C 101 van 27.4.2004, blz. 43 en PB C 374 van 13.10.2016, blz. 1).
(146)
https://commission.europa.eu/funding-tenders/find-funding/eu-funding-programmes/technical-support-instrument/technical-support-instrument-tsi_en.
(147)
www.oecd.org/en/about/projects">https://www.oecd.org/en/about/projects .
(148)
https://www.oecd.org/en/about/projects
(149)
Deze vijf landen zijn: Comoren, Madagaskar, Mauritius, Seychellen en Zimbabwe.
(150)
Zie: https://ec.europa.eu/commission/presscorner/detail/nl/ip_24_1952 .
(151)
Handels- en samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, anderzijds (PB L 444 van 31.12.2020, blz. 14).
(152)
Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (PB C 384I van 12.11.2019, blz. 1).
(153)
Zie: https://ec.europa.eu/commission/presscorner/detail/en/ip_24_5468 .
(154)
Advies van het Hof van Justitie (Grote kamer) van 26 juli 2017, advies 1/15, Ontwerp van overeenkomst tussen Canada en de Europese Unie — Doorgifte van persoonsgegevens van luchtreizigers van de Unie naar Canada, ECLI:EU:C:2016:656.
(155)
Zie: https://africa.competitioncooperation.eu/ .
(156)
Landen die van de Europese Raad de status van kandidaat-lidstaat hebben gekregen op basis van een aanbeveling van de Europese Commissie: Albanië, Bosnië en Herzegovina, Georgië, Moldavië, Montenegro, Noord-Macedonië, Servië, Turkije en Oekraïne.
(157)
Potentiële kandidaat voor EU-lidmaatschap: Kosovo.