Toelichting bij COM(2024)171 -

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

dossier COM(2024)171 - .
bron COM(2024)171
datum 17-04-2024
VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

over de toepassing van Verordening (EG) nr. 1005/2008 van de Raad houdende de totstandbrenging van een communautair systeem om illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij te voorkomen, tegen te gaan en te beëindigen


VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD 1

1. Inleiding 2

2. Vooruitgang die is geboekt na het verslag van 2020 3

a) Uitvoering van tegen IOO gerichte maatregelen in de EU 3

i) Wijzigingen in de rechtsgrondslag — herzien visserijcontrolesysteem en wijzigingen in de IOO-verordening 3

ii) Afschrikkende sancties 5

iii) Uitvoering van de IOO-vangstcertificeringsregeling van de EU 5

iv) Onderdanen die IOO-visserij bedrijven of ondersteunen 7

v) Wederzijdse bijstand 7

vi) Lijst van IOO-vaartuigen 7

b) Internationaal IOO-governancekader 7

i) Bilaterale samenwerking met niet-EU-landen 8

ii) Regionale en multilaterale samenwerking 10

c) Samenwerking met belanghebbenden 11

3. Belangrijkste uitdagingen bij de uitvoering van de IOO-verordening 12

a) Binnen de EU 12

b) Buiten de EU 12

4. Conclusie 13


1. Inleiding

Met dit periodieke verslag ontvangen het Europees Parlement en de Raad een update over de belangrijkste resultaten van de toepassing van Verordening (EG) nr. 1005/2008 van de Raad houdende de totstandbrenging van een communautair systeem om illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij te voorkomen, tegen te gaan en te beëindigen (de “IOO-verordening”)1. Daarmee wordt voldaan aan de rapportageverplichting van artikel 55, lid 2, van de IOO-verordening. Het verslag berust op de informatie die de lidstaten in het kader van artikel 55, lid 1, hebben ingediend2, op eigen waarnemingen van de Commissie en op haar beoordeling van alle informatie ter zake vanaf 20203.

In de 14 jaar die zijn verstreken sinds de inwerkingtreding van de IOO-verordening, is de EU uitgegroeid tot en wordt zij wereldwijd erkend als een belangrijke speler in de strijd tegen illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij (IOO-visserij). Nultolerantie4 van IOO-visserij is de aanpak die gevolgd wordt in het kader van het EU-controlesysteem van het gemeenschappelijk visserijbeleid (GVB) en de geactualiseerde EU-agenda voor internationale oceaangovernance5. De IOO-verordening helpt bij het uitbannen van IOO-visserij en past daarmee in het EU-commitment voor doelstelling 14 van Agenda 2030 voor duurzame ontwikkeling6.

De IOO-verordening berust op twee pijlers: i) de vangstcertificeringsregeling om IOO-visserijproducten van de EU-markt te weren op basis van traceerbaarheid, en ii) de bilaterale samenwerking met niet-EU-landen om de visserijgovernance in niet-EU-landen te versterken en die landen te helpen om hun regionale en internationale verplichtingen op doeltreffendere wijze na te komen.

De EU-aanpak om IOO-visserij te voorkomen, tegen te gaan en uit te bannen, is ingebed in het internationaal visserijrecht en berust naast de IOO-verordening op de controleverordening7, op de verordening inzake het duurzame beheer van externe vloten8 en op in EU-recht geïmplementeerde maatregelen van regionale organisaties voor visserijbeheer (ROVB’s).

Het voorliggende verslag bevat een overzicht van de belangrijkste activiteiten die in de periode 2020-2023 in het kader van het EU-beleid om IOO-visserij te voorkomen, tegen te gaan en uit te bannen, hebben plaatsgevonden, zoals wetgevingswijzigingen, inspanningen om de beschikbare instrumenten te versterken, en samenwerking met de voornaamste belanghebbenden. Afsluitend wordt een overzicht gegeven van de voornaamste zaken die nog moeten worden aangepakt rond de uitvoering van de IOO-verordening.

2. Vooruitgang die is geboekt na het verslag van 2020

In het verslag van 2020 werden verdere werkzaamheden aangekondigd om de IOO-verordening te moderniseren en de doeltreffendheid ervan te vergroten, met name door over te stappen van een op papieren documenten gebaseerde naar een gedigitaliseerde vangstcertificeringsregeling. In het verslag werd gewezen op de noodzaak om de samenwerking met niet-EU-landen voort te zetten en deze landen te ondersteunen bij hun commitment om IOO-visserij aan te pakken. In dit hoofdstuk wordt de vooruitgang geschetst die op beide gebieden is geboekt.

Daarnaast wordt stilgestaan bij de werkzaamheden waarmee gevolg is gegeven aan de aanbevelingen van de audit in 2022 door de Europese Rekenkamer (ERK) van de actie die de EU heeft ondernomen om illegale visserij te bestrijden (het “speciaal verslag van de ERK”). Het speciaal verslag van de ERK bevat aanbevelingen voor de sancties die de lidstaten opleggen bij illegale visserij, en voor de controlesystemen van de lidstaten om invoer van illegale visserijproducten in de EU te voorkomen.

a. Uitvoering van tegen IOO gerichte maatregelen in de EU

i. Wijzigingen in de rechtsgrondslag — herzien visserijcontrolesysteem en wijzigingen in de IOO-verordening

De herziening van het visserijcontrolesysteem van de EU is eind 2023 afgerond9. De nieuwe regels zorgen voor een doeltreffender en meer geharmoniseerd visserijcontrolesysteem en moderniseren de controle van visserijactiviteiten van zowel EU-vaartuigen als vaartuigen die in EU-wateren vissen.

In het kader van de herziening werd de IOO-verordening gericht gewijzigd. Daarbij werd het gebruik van digitale instrumenten voor de uitvoering van de vangstcertificeringsregeling verplicht gesteld en werden invoercontroles versterkt om in de EU ingevoerde producten beter traceerbaar te maken.

Handhaving en sancties

Met de herziening van het visserijcontrolesysteem van de EU heeft een duidelijke harmonisatie op handhavingsgebied plaatsgevonden10. De handhavingsbepalingen van de IOO-verordening werden herzien in het kader van de controleverordening, waarin minimumniveaus voor administratieve financiële sancties of standaardtarieven voor bepaalde ernstige inbreuken op het GVB werden opgenomen. Daarnaast werd de lijst van ernstige inbreuken uitgebreid en werden inbreuken die onder alle omstandigheden als ernstig worden beschouwd, geïntroduceerd. Omwille van de consistentie met de nieuwe handhavingsbepalingen van de controleverordening werd derhalve hoofdstuk IX van de IOO-verordening gewijzigd.

Verplicht gebruik van digitale instrumenten en betere traceerbaarheid

Met de wijziging van de IOO-verordening in het kader van de herziening van het visserijcontrolesysteem werd het gebruik van Catch, een IT-systeem voor de uitvoering van de vangstcertificeringsregeling van de EU, verplicht gesteld. EU-importeurs en de instanties van de lidstaten moeten vanaf 10 januari 2026 gebruikmaken van Catch. Daarmee is er nog wat tijd voor de ontwikkeling van IT en voor opleidingen, promotie en tests.

Catch wordt een EU-breed realtime-IT-systeem waarin alle informatie, gegevens en documenten centraal worden beheerd. Het moet de vangstcertificeringsregeling van de EU doeltreffender maken en de elektronische indiening van vangstcertificaten en begeleidende documenten bij de invoer van visserijproducten in de EU mogelijk maken, waarmee de uitvoering van de regeling wordt geharmoniseerd en invoercontroles worden versterkt.

Met de wijzigingen in de IOO-verordening werd ook de inhoud van het vangstcertificaat en begeleidende documenten aangepast. De wijzigingen moeten leiden tot een betere traceerbaarheid en betere controles van voor de EU-markt bestemde visserijproducten door aanvullende informatie te verzamelen die nodig is om visserijproducten, gerelateerde visserijactiviteiten en handelsstromen correct te identificeren.

Een andere belangrijke wijziging is dat de verplichting om een verwerkingsverklaring af te geven, is uitgebreid tot visserijproducten die in hetzelfde land zijn verwerkt als de vlaggenstaat van het vissersvaartuig, dit om de traceerbaarheid van alle zendingen die de EU binnenkomen, te verbeteren en te zorgen voor een correct kwantiteitsbeheer binnen Catch.

Ook is aan de Commissie de bevoegdheid verleend om secundaire wetgeving op te stellen tot aanvulling van de documentatie-eisen inzake de traceerbaarheid van visserijproducten en het vervoer ervan naar de EU.

Hoewel het gebruik van Catch alleen verplicht wordt voor EU-marktdeelnemers en instanties van de lidstaten, kunnen ook exploitanten en instanties uit niet-EU-landen vangstcertificaten en gerelateerde documenten rechtstreeks in het systeem aanmaken, valideren en doorgeven.

EU-risicocriteria in het kader van de vangstcertificeringsregeling

Op basis van het gewijzigde artikel 17, lid 3, van de IOO-verordening moeten alle lidstaten voortaan EU-risicocriteria toepassen bij de verificatie van invoer in het kader van de vangstcertificeringsregeling. Daarmee wordt voor een consistentere aanpak van invoercontroles in het kader van de vangstcertificering gezorgd, waarbij de voordelen van geautomatiseerde kruiscontroles van gegevens in Catch worden benut. Voorheen konden de lidstaten hun eigen risicocriteria kiezen, waardoor invoercontroles minder gelijkvormig verliepen.

Aanvullende maatregelen ten aanzien van landen die niet meewerken aan de bestrijding van IOO-visserij

Een andere wijziging van de IOO-verordening betreft artikel 38 inzake maatregelen tegen niet-EU-landen die overeenkomstig artikel 33 van de IOO-verordening zijn opgenomen in de lijst van niet-meewerkende landen. Niet alleen kunnen dergelijke landen geen mariene visserijproducten meer uitvoeren naar de EU, ook krijgen vissersschepen die de vlag van een op de zwarte lijst geplaatst land voeren, geen toegang meer tot EU-havens11. Bovendien moeten EU-personen die als “uiteindelijke begunstigden” vissersvaartuigen onder de vlag van deze landen exploiteren of bezitten, deze vaartuigen laten uitschrijven.

ii. Afschrikkende sancties

Naar aanleiding van de ERK-aanbevelingen en de studie over sanctiesystemen heeft de Commissie met de lidstaten gewerkt aan een uniforme en doeltreffende toepassing van afschrikkende sancties op basis van permanente controles en monitoring. Vanaf 2022 heeft de Commissie 15 EU-pilots gelanceerd of andere correspondentie met lidstaten gevoerd12 over hun sanctiesysteem. Om tekortkomingen in de lidstaten aan te pakken, en afhankelijk van de uitkomst van de EU-pilots kan het nodig zijn dat de Commissie in een later stadium corrigerende maatregelen neemt om ervoor te zorgen dat sanctiesystemen doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn. Daarbij valt te denken aan actieplannen, administratief onderzoek en inbreukprocedures.

ii. Uitvoering van de IOO-vangstcertificeringsregeling van de EU

Als een van de grootste importeurs van visserijproducten ter wereld dient de EU te voorkomen dat IOO-visserijproducten op haar markt terechtkomen.

In totaal 93 niet-EU-landen hebben de Commissie laten weten welke instanties in hun land bevoegd zijn om de waarheidsgetrouwheid te bevestigen van de informatie van vangstcertificaten die zijn afgegeven voor producten die naar de EU worden uitgevoerd (“bevoegde instanties”). Over de periode 2020-2021 werden bij de bevoegde instanties van de lidstaten rond de 400 000 vangstcertificaten en 59 000 verwerkingsverklaringen voor in te voeren producten ingediend13. In de verslagperiode werd de invoer in de EU van zendingen visserijproducten in het kader van de IOO-vangstcertificeringsregeling in totaal 93 maal geweigerd14.

In het speciaal verslag van de ERK is gekeken naar de doeltreffendheid van controlesystemen om de invoer in de EU van illegale visserijproducten te voorkomen. De Commissie werd aanbevolen om de vangstcertificeringsregeling te digitaliseren, om toe te werken naar een uniforme toepassing van criteria voor de vaststelling van risico’s en om de reikwijdte en kwaliteit van de door de lidstaten uitgevoerde controles te monitoren en de nodige actie te ondernemen. Met de gewijzigde IOO-verordening is gevolg gegeven aan de aanbevelingen inzake digitalisering en inzake de uniforme toepassing van criteria voor de vaststelling van risico’s.

In de periode 2020-2023 heeft de Commissie met de lidstaten gewerkt aan technische verbeteringen in Catch op basis van de wijzigingen in de IOO-verordening. Bovendien werd in samenwerking met de lidstaten en het Europees Bureau voor visserijcontrole (EFCA) gekeken naar de mogelijkheid van geautomatiseerde alerts op basis van kruiscontroles van gegevens, waarvan een aantal inmiddels is ontwikkeld.

Om de algehele invoerprocedures en invoercontroles inzake visserijproducten te vergemakkelijken, voorzien de herziene bepalingen van de IOO-verordening in de interoperabiliteit van Catch met de EU-éénloketomgeving voor de douane, als ingesteld bij Verordening (EU) 2022/239915. De Commissie heeft financiële middelen voor deze doelstelling uitgetrokken en brengt momenteel de technische specificaties van het toekomstige systeem in kaart. Interoperabiliteit moet uiterlijk op 10 januari 2028 tot stand zijn gebracht en zal invoerprocedures en controles van visserijproducten vergemakkelijken, ook op gebieden die niet onder het IOO-beleid vallen.

Om het risicobeheer door de lidstaten verder te vergemakkelijken, zal de Commissie de EU-risicocriteria16 voordat de nieuwe bepalingen van kracht worden, toetsen aan de statistische kenmerken van Catch.


Zoals besproken met de lidstaten en het EFCA, heeft de Commissie met het oog op een uniformere toepassing van de vangstcertificeringsregeling door de belanghebbenden het gebruikershandboek voor EU-marktdeelnemers en -instanties vervangen door een aantal veelgestelde vragen (FAQ’s), die op de website van DG MARE zijn gezet17.


Ook heeft de Commissie in samenwerking met het EFCA en de lidstaten richtsnoeren opgesteld voor een gemeenschappelijke aanpak van controles en verificaties in het kader van de huidige vangstcertificeringsregeling. Daarnaast heeft zij richtsnoeren ontwikkeld met meer informatie over het toekomstige verplichte gebruik van Catch door de lidstaten18.


Conform de aanbeveling van het speciaal verslag van de ERK om de reikwijdte en kwaliteit van de door de lidstaten uitgevoerde controles en verificaties te monitoren, heeft de Commissie de vragenlijst voor de tweejaarlijkse verslagen19 van de lidstaten over de uitvoering van de IOO-verordening herzien. Bovendien heeft de Commissie de informatie van de lidstaten20 over de uitvoering van de vangstcertificeringsregeling in hun recente tweejaarlijkse verslagen aan een uitgebreide evaluatie onderworpen. Op basis van de informatie over de periode 2022-2023 zal de Commissie zich beraden op de meest aangewezen follow-upacties.

Naast informatie over de vangstcertificeringsregeling hebben de lidstaten in hun tweejaarlijkse verslagen ook informatie aan de Commissie verstrekt over de resultaten van haveninspecties en rechtstreekse aanlandingen en overladingen van visserijproducten door niet-EU-vissersvaartuigen21. In de periode 2020-2021 hebben ongeveer 6 000 niet-EU-vaartuigen visserijproducten aangeland in EU-havens. Van die vaartuigen werden er 1 004 door de lidstaten geïnspecteerd.

ii. Onderdanen die IOO-visserij bedrijven of ondersteunen

De Commissie heeft een grondige analyse verricht van de nationale rechtskaders en handhavingsmaatregelen die in de lidstaten van toepassing zijn ten aanzien van EU-onderdanen die IOO-visserij bedrijven of ondersteunen. Uit de analyse is gebleken dat de verplichtingen van de artikelen 39 en 40 van de IOO-verordening niet op uniforme wijze in de nationale rechtsorde van lidstaten zijn verwerkt. In de periode 2017-2021 ontdekten de lidstaten 51 gevallen waarin EU-onderdanen IOO-visserij bedreven of ondersteunden, legden zij aan 47 EU-onderdanen een sanctie op en ontzegden zij 79 EU-onderdanen publieke of EU-middelen22. Voorts werd via wederzijdse bijstand in 96 gevallen de identiteit vastgesteld van EU-onderdanen die IOO-visserij bedreven of ondersteunden, en wisselden de lidstaten in 86 gevallen informatie met niet-EU-landen uit over dit onderwerp23.

ii. Wederzijdse bijstand

De Commissie blijft nauw samenwerken met de lidstaten om IOO-visserijactiviteiten op te sporen, te voorkomen en tegen te gaan door onder meer verslagen te analyseren over vermoedelijke IOO-visserij van niet-EU-vaartuigen in hun wateren24.

Het systeem van wederzijdse bijstand dat is ingesteld in het kader van artikel 51 van de IOO-verordening, vergemakkelijkt de samenwerking tussen de lidstaten, de Commissie en niet-EU-landen. Het systeem is van belang voor het onderzoek naar en de bestraffing van IOO-visserij. Dankzij dit systeem kan doorlopend informatie worden uitgewisseld, en met name alerts, inlichtingen en de resultaten van onderzoek naar vermoedelijke IOO-visserijactiviteiten. Tussen 2020 en 2023 zond de Commissie 61 alerts naar de lidstaten. Daarbij werd om informatie gevraagd, werden de mogelijke risicogebieden aangegeven en werd advies gegeven over de verificaties van invoer. In sommige gevallen is dankzij het actief gebruik van wederzijdse bijstand invoer van IOO-visserijproducten geweigerd.

ii. Lijst van IOO-vaartuigen

Elk jaar stelt de Commissie een bijgewerkte EU-lijst van IOO-vaartuigen vast op basis van ROVB-lijsten25. De Commissie helpt met inlichtingen, eigen onderzoek en beoordelingen ook actief mee aan de opstelling van ROVB-lijsten van IOO-vaartuigen.

b. Internationaal IOO-governancekader

Gezien de wereldwijde gevolgen van IOO-visserij hecht de Commissie grote waarde aan continue samenwerking tussen en een continue, proactieve en doortastende inzet van alle partners op internationaal, regionaal en nationaal niveau. In de herziene EU-strategie voor maritieme veiligheid26 is IOO-visserij ook aangemerkt als een van de bedreigingen. In het bijbehorende actieplan wordt aangegeven met welke maatregelen die bedreiging kan worden gepareerd. In de verslagperiode heeft de Commissie actief verder samengewerkt met internationale partners, via bilaterale IOO-dialogen met niet-EU-landen, in IOO-werkgroepen en binnen regionale en multilaterale samenwerkingskaders.

i. Bilaterale samenwerking met niet-EU-landen

De Commissie heeft verder samengewerkt met en ondersteuning geboden aan een aantal niet-EU-landen bij het doorvoeren van een ingrijpende hervorming van hun visserijcontrolesysteem. In de verslagperiode legde de Commissie ondanks de reisbeperkingen die het gevolg waren van de COVID-19-pandemie, meer dan dertig bezoeken ter plaatse af en hield zij videoconferenties met niet-EU-landen die met de EU actief samenwerken in het kader van de IOO-verordening. Daarnaast kwamen IOO-werkgroepen in die periode 17 maal bijeen.

Politiek draagvlak voor hervormingen is van cruciaal belang gebleken om visserijcontrolesystemen in overeenstemming te brengen met internationale en regionale verplichtingen. Over het algemeen hebben niet-EU-landen waarmee de Commissie samenwerkt, blijk gegeven van een ferme politieke wil om IOO-visserij aan te pakken en de gezamenlijk geconstateerde tekortkomingen te verhelpen. De ervaring leert dat duurzaam politiek leiderschap en advies blijvend resultaat kunnen opleveren bij de naleving van de visserijregels.

- IOO-dialogen

Dialogen over IOO-visserij met niet-EU-landen vormen een van de hoekstenen van de IOO-verordening. Of de Commissie besluit om een IOO-dialoog aan te gaan met een niet-EU-land, hangt af van een reeks indicatoren die aangeven in hoeverre dat land zijn internationale verplichtingen als vlaggen-, kust-, haven- en marktstaat nakomt en blootgesteld is aan IOO-visserij.

De IOO-verordening bevat een “kaartsysteem” waarbij de Commissie een niet-EU-land mag meedelen dat het risico loopt om te worden bestempeld als land dat niet meewerkt aan de bestrijding van IOO-visserij (pre-identificatie ofwel “gele kaart”)27. In deze fase gaat de Commissie met zo’n land een formele IOO-dialoog aan en stelt zij samen met het land een actieplan op.

Vanaf eind 2020 werd de gele kaart van één land ingetrokken na wezenlijke hervormingen van zijn visserijsector. In dezelfde periode werden twee gele kaarten uitgedeeld en werd een formele dialoog aangegaan over de gesignaleerde tekortkomingen28.

Wanneer een land met pre-identificatie in gebreke blijft en zijn internationale verplichtingen dus blijft verzaken, kan de Commissie het definitief bestempelen als land dat niet meewerkt aan de bestrijding van IOO-visserij (“rode kaart”)29. In tegenstelling tot pre-identificatie, die geen sancties meebrengt, heeft deze procedure ernstige gevolgen, waaronder een handelsverbod. De lidstaten moeten de invoer weigeren van wilde mariene visserijproducten die zijn gevangen door vaartuigen die de vlag van het niet-meewerkende land voeren.

Nadat een land definitief als zodanig is bestempeld, stelt de Commissie de Raad voor om het op te nemen in de lijst van niet-meewerkende niet-EU-landen (“de zwarte lijst”). Plaatsing op deze lijst heeft ingrijpendere gevolgen dan alleen een handelsverbod. Zo kunnen EU-marktdeelnemers geen vissersvaartuigen meer kopen uit of omvlaggen naar deze landen, wordt de uitvoer van EU-vissersvaartuigen naar die landen verboden, kunnen die landen geen particuliere handelsovereenkomsten meer sluiten met EU-onderdanen en zijn geen gezamenlijke visserijverrichtingen meer mogelijk met EU-vaartuigen. Sinds de inwerkingtreding van de nieuwe maatregelen op 9 januari 2024 kunnen vissersvaartuigen uit landen die op de zwarte lijst staan, ook geen gebruik meer maken van EU-havens en kunnen EU-onderdanen geen vissersvaartuigen meer bezitten, exploiteren of beheren die de vlag van deze landen voeren.

Vanaf eind 2020 werden twee rode kaarten uitgedeeld en werden de desbetreffende landen opgenomen in de Raadslijst van niet-EU-landen die niet-meewerken aan de bestrijding van IOO-visserij30.

De IOO-dialoog heeft landen een kader geboden om hun nationale rechtsstelsel te versterken en in overeenstemming te brengen met hun internationale verplichtingen als vlaggen-, kust-, haven- en marktstaat. Daarnaast hebben de betrokken niet-EU-landen toegewerkt naar een verbeterd monitoring-, controle- en bewakingssysteem voor zowel vaartuigen die hun vlag voeren, als buitenlandse vaartuigen die vissen in wateren die onder hun nationale jurisdictie vallen. Doeltreffende, evenredige en afschrikkende sancties maken eveneens deel uit van de hervormingen in het kader van de IOO-dialogen, die weer tot gevolg hebben dat niet-EU-landen hun nationale wetgeving doeltreffend kunnen handhaven en vervolgens IOO-visserij doeltreffend kunnen bestrijden.

- IOO-werkgroepen met niet-EU-landen

Er zijn diverse bilaterale IOO-werkgroepen opgericht met belangrijke visserijlanden. Zij komen ten minste eenmaal per jaar bijeen en bieden een platform voor regelmatige updates over nieuwe ontwikkelingen op het gebied van visserijcontrole, de uitwisseling van best practices en de lessen die getrokken zijn bij de uitvoering van nationale wetgeving. Zij geven ook updates over vangstdocumentatieregelingen, ROVB’s en informatie over handelsstromen.

Na de vorige verslagperiode heeft de Commissie in dergelijke werkgroepen verder samengewerkt met de Verenigde Staten van Amerika, Japan, China, de Republiek Korea, Taiwan en Thailand.

- Gevolgen van de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de EU

Op 1 januari 2021 werd het VK een niet-EU-land wat betreft de toepassing van de IOO-verordening. De Commissie zorgde ervoor dat tijdig kennisgeving werd gedaan aan de instanties die in de lidstaten bevoegd zijn voor de validering van vangstcertificaten voor de uitvoer van visserijproducten naar het VK, en trad met de autoriteiten van het Verenigd Koninkrijk in overleg om de continuïteit van handelsstromen van visserijproducten van en naar het VK veilig te stellen. De Commissie verstrekte de lidstaten regelmatig richtsnoeren om uitvoeringsproblemen te helpen voorkomen.

Op grond van het Windsor-kader31, dat deel uitmaakt van het terugtrekkingsakkoord32, is de IOO-verordening ook van toepassing op en in het Verenigd Koninkrijk met betrekking tot Noord-Ierland. In verband met de problemen die waren ontstaan bij de uitvoering van het protocol inzake Noord-Ierland, sloten de Commissie en het VK een politiek akkoord over een uitgebreide reeks gezamenlijke oplossingen om de praktische problemen waar burgers en bedrijven in Noord-Ierland tegen aanliepen, aan te pakken en hun blijvende zekerheid en voorspelbaarheid te bieden. Als gevolg daarvan mogen visserijproducten vanuit Groot-Brittannië voor eindverbruik naar Noord-Ierland worden vervoerd mits aan de nieuwe vereenvoudigde certificerings-, etiketterings- en controle-eisen voor in de detailhandel te verkopen agrovoedingsproducten is voldaan.

- Partnerschapsovereenkomsten inzake duurzame visserij (PODV’s)

Eind 2023 had de EU twintig PODV’s33 met partnerlanden in, aan en rond de Atlantische, de Indische en de Stille Oceaan. In veertien gevallen was het protocol voor visserijactiviteiten actief. Met de sectorale-steuncomponent van PODV’s wordt voor IOO-beleidsdoelstellingen bijstand verleend via programma’s en opleiding op het gebied van capaciteitsopbouw en via inspanningen om correct werkende controlesystemen te ontwikkelen. Dit heeft gunstige neveneffecten op de bestrijding van IOO-visserij.

Om de coherentie van de externe dimensie van het GVB te waarborgen, stelt de Commissie overeenkomstig artikel 38 van de IOO-verordening voor om de PODV met een niet-EU-land op te zeggen indien de Raad dat land op de zwarte lijst heeft geplaatst.

ii. Regionale en multilaterale samenwerking

In overeenstemming met de externe dimensie van het GVB speelt de EU een essentiële rol bij de bevordering van tegen IOO gerichte maatregelen binnen ROVB’s op basis van EU-beginselen en -normen. Centraal daarin staan EU-inspanningen om het overnemen door ROVB’s van elkaars zwarte lijsten van IOO-vaartuigen en sanctiebepalingen gericht tegen onderdanen die betrokken zijn bij IOO-visserij, te bevorderen en deze lijsten en bepalingen bij te werken en te handhaven. Tegelijk zorgt het overnemen van elkaars zwarte lijsten van IOO-vaartuigen de facto voor een uniek mondiaal systeem dat vaartuigen hindert of belet om op illegale wijze te profiteren van uiteenlopende of ongecoördineerde regelgevingssystemen.

Wat de uitvoering van de havenstaatmaatregelen van de FAO-overeenkomst (PSMA) betreft, is de Commissie blijven ijveren voor de ratificatie en doeltreffende uitvoering ervan in alle externe visserijbetrekkingen, onder meer door financiële steun aan de FAO. De Commissie speelde binnen de FAO ook een actieve rol in de onderhandelingen over en vaststelling van duidelijke vrijwillige richtsnoeren voor overladingen. Voorts leverde de Commissie een cruciale bijdrage aan het tot een goed eind brengen van de WTO-onderhandelingen over de afschaffing, conform SDG 14.6, van visserijsubsidies die IOO-visserij in de hand werken.

In de verslagperiode was de EU de hoofddonor van het mondiale capaciteitsontwikkelingsprogramma van de FAO om niet-EU-landen te helpen bij de implementatie van de PSMA. De EU verleende ook steun aan Afrika en de Indo-Pacifische regio voor de ontwikkeling en het beheer van duurzame visserij, waaronder steun voor de opbouw van hun capaciteit om IOO-visserij te bestrijden. Zo heeft de EU in het kader van het mariene partnerschapsprogramma tussen het Stille Oceaangebied en de Europese Unie 35 miljoen euro uitgetrokken voor ACS-landen in de Stille Oceaan, in het kader van het Ecofish-programma 28 miljoen euro uitgetrokken voor het gebied rond de Indische Oceaan en in het kader van het programma voor verbetering van het regionale visserijbeheer in West-Afrika 16,5 miljoen euro uitgetrokken voor West-Afrikaanse landen.

In 2023 sloot de EU zich aan bij IUU Fishing Action Alliance Pledge (alliantie die zich ertoe verbindt actie te ondernemen tegen IOO-visserij), een ander coördinatieplatform dat ervoor moet zorgen dat de bestrijding van IOO-visserij een prioriteit blijft op internationaal politiek niveau. De “Pledge” past in de kernbeginselen van het EU-beleid en schetst de acties die de Commissie op basis van de IOO-verordening kan ondernemen.

c. Samenwerking met belanghebbenden

Om de coördinatie en uitvoering in het kader van de IOO-verordening EU-breed te verbeteren, organiseert de Commissie regelmatig technische bijeenkomsten met de autoriteiten van de lidstaten. Deze bieden een forum voor de uitwisseling van best practices en voor de bespreking van de problemen die worden ondervonden bij de toepassing van de vangstcertificeringsregeling. Het overleg moet zorgen voor een gebruikersvriendelijk Catch dat alle noodzakelijke functies bevat.

De Commissie heeft de samenwerking met het Europees Parlement voortgezet, onder meer via regelmatige briefings aan de PECH-commissie over lopende acties tegen IOO-visserij. Mede door deze uitwisseling van informatie wordt binnen de EU rekenschap afgelegd, en wel achter gesloten deuren om de vertrouwelijkheid van IOO-dialogen met niet-EU-landen te waarborgen.

Ook is verder samengewerkt met niet-gouvernementele organisaties (ngo’s) om de uitvoering van de IOO-verordening te ondersteunen door informatie uit te wisselen over gevallen van IOO-visserij en informatie die van belang is voor de IOO-dialogen. De Commissie onderhoudt daarnaast contact met de in het kader van het GVB opgerichte adviesraden en geeft regelmatig updates over de stand van zaken bij de ontwikkeling van Catch en over de IOO-dialogen.

3. Belangrijkste uitdagingen bij de uitvoering van de IOO-verordening

a. Binnen de EU

Een van de belangrijkste uitdagingen waarvoor de Commissie staat, is dat de grondslag moet worden gelegd voor een doeltreffende uitvoering van de gewijzigde IOO-verordening, en met name het verplichte gebruik van Catch vanaf 10 januari 2026. De werkzaamheden om Catch in overeenstemming te brengen met de nieuwe wetgevingsvereisten, zijn al van start gegaan en moeten ruim voor die datum worden afgerond zodat er nog tijd is om de bevoegde instanties van de lidstaten en niet-EU-landen scholing te bieden, om de laatste hand te leggen aan een gebruikershandboek, om te zien welke instanties in niet-EU-landen interesse hebben voor Catch, en om verder te werken aan de interoperabiliteit van het systeem.

Omwille van de consistentie met de nieuwe rechtsbepalingen moet Verordening (EG) nr. 1010/2009 van de Commissie34 worden herzien. Er moeten nieuwe bepalingen worden vastgesteld voor de werking van Catch.

Daarnaast is de Commissie al begonnen met werkzaamheden om Catch uiterlijk op 10 januari 2028 te koppelen aan de EU-éénloketomgeving voor de douane. Deze koppeling zal IOO-, douane- en sanitaire controles van visserijproducten die in de EU worden ingevoerd, verder vergemakkelijken en de samenhang tussen deze controles verder versterken.

De Commissie zal ook gevallen van ernstige tekortkomingen die zijn gesignaleerd bij de toepassing van controles door de lidstaten in het kader van de vangstcertificeringsregeling, opvolgen en hun sturing blijven geven om tot een verdergaande harmonisatie van invoercontroles te komen.

Tot slot zal de Commissie wat betreft de uitvoering van de artikelen 39 en 40 van de IOO-verordening met betrekking tot EU-onderdanen die IOO-visserij bedrijven of ondersteunen, samen met de lidstaten blijven werken aan harmonisering en vergemakkelijking van de bestaande procedures voor de identificatie van die onderdanen en aan de bevordering van de consistentie tussen mogelijke handhavingsmaatregelen in de lidstaten.

b. Buiten de EU

De belangrijkste uitdaging bij de uitvoering van de externe dimensie van de IOO-verordening blijft het vinden van voldoende politieke steun in partnerlanden om hun nationale regelgeving in overeenstemming te brengen met internationale verplichtingen en doeltreffend uit te voeren.

Voor de Commissie blijft het zaak om tussen verdragsluitende en meewerkende niet-verdragsluitende partijen in ROVB’s consensus te bereiken over maatregelen gericht tegen IOO-visserij, en met name over het overnemen van elkaars zwarte lijsten van IOO-vaartuigen. De Commissie ziet dat binnen die organisaties, waarvan de besluitvorming over het algemeen op consensus berust, in toenemende mate verzet wordt geboden tegen intensivering van de controles van visserijactiviteiten en tegen verbetering van de transparantie op het gebied van het economisch eigendom van vissersvaartuigen (d.w.z. wie de uiteindelijke begunstigden zijn).

Het gebruik van goedkope vlaggen kan tot gevolg hebben dat een vlaggenstaat zijn verantwoordelijkheden uit hoofde van het internationaal recht verzaakt. Dit is een van de primaire zaken die de Commissie aankaart bij niet-EU-landen, en is inmiddels onderwerp van bilaterale IOO-dialoog met diverse landen. De Commissie heeft opdracht gegeven tot een studie over de vraag wat economische en publieke actoren drijft die open registers ondersteunen. Daarin zal ook worden gekeken naar de gevolgen van open registers voor de EU-doelstellingen en internationale regels en kaders op essentiële beleidsterreinen, namelijk visserij, goed fiscaal bestuur, veiligheid en milieubescherming, sociale en arbeidsomstandigheden, en ontduiking van EU-sancties.

4. Conclusie

De IOO-verordening blijft een omvattend, doeltreffend EU-kader voor de bestrijding van IOO-visserij bieden doordat IOO-visserijproducten van de EU-markt worden geweerd en de bestrijding van IOO-visserij wereldwijd wordt gestimuleerd via het mechanisme van bilaterale IOO-dialogen en in multilaterale fora.

Het kaartsysteem van de IOO-verordening is uitgegroeid tot een internationaal erkend instrument om vooruitgang te boeken in de strijd tegen IOO-visserij en om wereldwijd meer politieke aandacht te vestigen op dit probleem.

Het is nu tijd om de vangstcertificeringsregeling te digitaliseren en het potentieel ervan te benutten voor het weren van IOO-visserijproducten van de EU-markt. Catch kan als digitale omgeving voor vangstdocumentatieregelingen en internationale handelsstromen van visserijproducten uitgroeien tot een referentiepunt dankzij de webgebaseerde aanpak en het aanzienlijke interoperabiliteitspotentieel ervan.

Om onze verbintenissen in het kader van Agenda 2030 voor duurzame ontwikkeling gestand te doen en ervoor te zorgen dat “nultolerantie” van IOO-visserij als aanpak echt werkt, is het in het belang van de EU om de vangstcertificeringsregeling, het kaartsysteem en het stelselmatig overnemen door ROVB’s van elkaars zwarte lijsten van IOO-vaartuigen — krachtige instrumenten in de strijd tegen IOO-visserij — te bevorderen. Tegelijk zijn ook inspanningen vereist om governancelacunes op nationaal en regionaal niveau te dichten en de capaciteit van niet-EU-landen om IOO-visserij te bestrijden, te versterken.

1 PB L 286 van 29.10.2008, blz. 1.

2 Informatie van de lidstaten over de perioden 2018-2019 en 2020-2021.

3 Verslag van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad over de toepassing van Verordening (EG) nr. 1005/2008 van de Raad houdende de totstandbrenging van een communautair systeem om illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij (IOO-visserij) te voorkomen, tegen te gaan en te beëindigen (de IOO-verordening), COM(2020) 772 van 9.12.2020, https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?uri=CELEX%3A52020DC0772.

4 “De Europese Green Deal”, COM(2019) 640 van 11.12.2019, “EU-biodiversiteitsstrategie voor 2030”, COM(2020) 380 van 20.5.2020, en “Een “van boer tot bord”-strategie voor een eerlijk, gezond en milieuvriendelijk voedselsysteem”, COM(2020) 381 van 20.5.2020.

5 “De koers bepalen voor een duurzame blauwe planeet — Gezamenlijke mededeling over de EU-agenda voor internationale oceaangovernance”, JOIN(2022) 28 final.

6 https://sdgs.un.org/goals/goal14#targets_and_indicators.

7 PB L 343 van 22.12.2009, blz. 1.

8 PB L 347 van 28.12.2017, blz. 81.

9 PB L, 2023/2842, 20.12.2023, https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/PDF/?uri=OJ:L_202302842.

10 De artikelen 41 tot en met 44 van de IOO-verordening.

11 Deze bepalingen zijn vanaf de inwerkingtreding, d.w.z. vanaf 9 januari 2024, van toepassing.

12 Overeenkomstig artikel 96 van de controleverordening.

13 Artikel 55, lid 1, van de IOO-verordening.

14 Informatie over 2020-2021, verstrekt in een tweejaarlijks verslag uit hoofde van artikel 55 van de IOO-verordening. Voor de periode 2022-2023 berust de informatie op kennisgevingen van de lidstaten uit hoofde van artikel 18, lid 5, van de IOO-verordening.

15 PB L 317 van 9.12.2022, blz. 1.

16 Artikel 31 van Verordening (EG) nr. 1010/2009 van de Commissie.

17 https://oceans-and-fisheries.ec.europa.eu/document/download/e1e6fa33-6bcb-4352-837c-9903faef6b6b_en?filename=frequently-asked-questions-iuu-regulation_en.pdf.

18 https://oceans-and-fisheries.ec.europa.eu/document/download/4b92c8f5-9f96-46ec-babc-3bc880ff4ad3_en?filename=FAQ-amendment-IUU-Regulation_en.pdf.

19 Artikel 55, lid 1, van de IOO-verordening.

20 Deze beoordeling omvat relevante rechtsbepalingen, richtsnoeren, regelingen voor samenwerking tussen instanties, standaardwerkwijzen en handboeken die momenteel op nationaal niveau van toepassing zijn en bekend zijn bij de Commissie.

21 Artikel 55, lid 1, van de IOO-verordening.

22 https://data.europa.eu/doi/10.2771/353964.

23 Ibid.

24 In 2020-2021 meldden de lidstaten 1 300 waarnemingen van buitenlandse vissersvaartuigen. Waarnemingen van drie lidstaten zijn om twee redenen niet meegeteld. Vanuit één lidstaat werden 385 waarnemingen gemeld zonder dat werd aangegeven of het om vaartuigen van buiten de EU of om vaartuigen van lidstaten ging. Vanuit twee lidstaten werden waarnemingen gemeld die alleen betrekking hadden op vaartuigen uit andere lidstaten. Informatie op basis van de verslagen van de lidstaten over de periode 2020-2021 uit hoofde van artikel 55, lid 1, van de IOO-verordening.

25 PB L 181 van 18.7.2023, blz. 16.

26 Gezamenlijke mededeling aan het Europees Parlement en de Raad betreffende de actualisering van de strategie van de EU voor maritieme veiligheid en haar actieplan “Een versterkte EU-strategie voor maritieme veiligheid voor evoluerende maritieme bedreigingen”, https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?uri=CELEX:52023JC0008.

27 Artikel 32 van de IOO-verordening.

28 https://oceans-and-fisheries.ec.europa.eu/system/files/2023-11/illegal-fishing-overview-of-existing-procedures-third-countries_en.pdf.

29 Artikelen 31 en 33 van de IOO-verordening.

30 Ibid.

31 PB L 102 van 17.4.2023, blz. 87.

32 PB C 384 I van 12.11.2019, blz. 1.

33 https://ec.europa.eu/fisheries/cfp/international/agreements_en.

34 PB L 280 van 27.10.2009, blz. 5.

NL NL