Toelichting bij COM(2023)756 - Standpunt EU op de 13e Ministeriële Conferentie van de Wereldhandelsorganisatie

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. Onderwerp van het voorstel

Dit voorstel betreft het besluit van de Raad tot va stste Ming van het standpunt dat namens de Unie moet worden ingenomen op de 13e M inisteriële Uonferentie van de Were Idhandelsorganisatie in verband met de beoogde aanneming van verschillende beslui te n.

Inhoudsopgave

1.

Achtergrond van het voorstel



2.

2.1. De O vereenkomst tot oprichting van de Were ld ha n delsorga n isatie


("WTO Overeenkomst")

De 0 vereenkomst tot oprichting van de W ereldhandelsorganisatie (hierna.

"WTO Overeenkomst") heeft tot doel de in de preambule van de overeenkom st genoemde

doelstellingen te verwezenlijken. De overeenkomst is op 1 Januari 1995 in werking getreden.

De E u r o p ese Unie (EU) is partij bij de overeenkom st . wok alle lidstaten van de EU-27 zijn partij bij de overeenkomst. De WTO kan besluiten nemen overeenkom stig de procedures van de WTO-0 vereen ko mst.

3.

2.2. IVIinisteriële conferentie van de Were ld ha n delsorga n isatie


De Ministeriële Conferentie is het hoogste besluitvormingsorgaan van de WTO en komt te n mins te een keer per tw ee Jaar b ij een. In het recht en in de prakt ij k worden besluiten bij consensus genomen.

De volgende vergadering van de ministeriële conferentie vindt plaats in A b u D h a b i, Verenigde Arabische Emiraten, op 26 en 29 f e b r u a r i 2024.

4.

2.3. De beoogde handelingen van de IV1 inisteriële Conferentie van de WTO


Op 29 februari 2024 za, de 13e Ministeriële Conferentie van de WTO ("MC13") mogelijk

besluiten vaststellen met betrekking tot.

5.

1. Hervorming van de geschillenbeslechting


6.

2. V isserijsu bsi d ies


7.

3. V oedselzekerhei d


8.

4. T ransparantere landbouw


9.

5. Overheidsvoorraden methetoog op de continuïteit van de voedselvoorziening


10.

6. Interne steun aan de landbouw


11.

7. U itvoerbeperkingen op het gebied van landbouw


12.

8. Uitvoerconcurrentie in de landbouw


9.

13.

IVIarkttoegang in de landbouw


14.

10. H et speciaal vr ij waringsmechanisme in de landbouw


15.

11. K ato e n


Besluit 94/800/EG van de Raad van 22 d e ce mb er 1994 b etr ef f e n de de sluiting, namens de Europese Gemeenschap voor wat be treft de onder haar bevoegdheid vallende aangelegenheden, van de uit de multilaterale handelsbesprekingen in het kader van de Uruguayronde (1986-1994) vo o rtv loeiende

overeen ko msten (PB L 336 van 23.12.1994, b,z.

1).

1

12. TRIPS " v r ij ste Ming

16.

13. Dijzondere en gecli f f e rentieerde behandeling


14. V oor st el voor graduatie van de minst o ntw ikkelde landen - 'steunmaatregelen' in

een aantal specifieke WTO 'overeenkomsten en -besluiten ('bijlage 2")

17.

3. Namens de Unie in te nemen standpunt


IVIet dit voorstel wordt beoogd de EU de mogelijkheid te bieden zich aan te sluiten bij een consensus in de W erel d handelsorgan isatie (WTO) over de goedkeuring van de beoogde handelingen door de M i n i ste r i ë I e Conferentie.

Hoewel het nog niet duidelijk is of, en zo Ja, in hoeverre, de WTO"! eden tot een consensus zullen kunnen komen aangaande de beoogde handelingen, moet de Raad ingevolge

arti kei 218, Md 9, VWEU hetstandpuntvan de EU op MC13 op voorhand bepalen .

Er zij op gewezen dat het standpunt van de EU ter onder steuning van de verlenging van het moratorium op douanerechten op elektronische transmissies en de verlenging van het moratorium op klachten als bedoeld in artikel XXIII, Md 1, puntb), en artikel XXIII, Md 1, puntc), van de A Igemene Overeenkom st betreffende tarieven en handel van 1994 ( k I a c h te n die geen verband houden met schendingen en situaties), niet in dit voor st el zal worden

opgenomen, aangezien in Besluit (EU) 2015/2236 van de Kaad van 27 novem ber 2015 is

bepaald dat dit voor onbepaalde tijd mogelijk is.

Dit voorstel heeft betrekking op de volgende onderwerpen waarover mogelijk besluiten worden genomen.

• Hervorming van de geschillenbeslechting: Tijdens MC12 in G enève in Juni 2022

hebben de WTO-, eden zich ertoe verbonden besprekingen te voeren met het oog op een volledig en goed functionerend systeem voor geschillenbeslechting dat tegen 2024 voor alle leden toegankelijk is. LJeze besprekingen zijn aan de gang en de Unie streeft naar een zinvolle hervorming van het systeem voor geschillenbeslechting om tegemoette komen aan de belangen van de leden, met behoud van de kernkenmerken ervan, die het op regels gebaseerde multilaterale handelsstelsel ondersteunen. De Unie moeteen overeengekomen resultaatsteunen.

18.

Visseri isu bsi d ies, De WTO


streeft naar een multilaterale overeenkomst over

aanvullende bepalingen die tot een alomv a tte nde overeenkomst inzake visser ij subsidies zouden leiden, in overeenstemming met

duurzameontwikkeiingsdoeisteiMng 14 van de VN ("SDG14.6"), waarover de

sta a ts hoofden in 2015 overeen stemming hebben bereikt. In het M inisterieel Besluit van de WTO van 17juni 2022 (WT/M I N (22)/33) is de overeenkom st inzake visser ij subsidies vastgesteld en tegelijkertijd opgeroepen tot een alomvattende overeenkomst inzake visser ij subsidies. De onderhandelingen aangaande aanvullende bepalingen zijn gaande, en de EU moeteen overeengekomen resultaatsteunen.

Vo edselzekerheid . M a atre g e I e n van de WTO z ijn nodig als an t w oord op de huidige uitdagingen op het gebied van voedselzekerheid, die nog worden verergerd door de gevolgen van de niet_uitgelokte en ongerechtvaardigde agressie van Rusland in

Voor zover de consensus, anders dan de momentele verwachting is, zou worden geformaliseerd in de vorm van een internationale overeenkom st tot wijziging van de WTO-Ov ereenkomst of van een plurilaterale internationale overeenkom st tussen een aantal WTO ~ leden, zou de Commissie de nodige voo rste Men overeenkom stig artikel 218, ,,d 6, VWEU do en nadat de teksten zijn aangenomen en zijn opengesteld voor aanvaarding door MC13of doord e b etr o k k e n WTO- leden tijdens MC13.

2

Oekraïne, in een context van wereldwijde milieu_uitdagingen. Voedselzekerheid zal naar verwachting een belangrijk thema vormen binnen de resultaten van MC13. Dovendien hebben de ministers tijdens MC12 hun goedkeuring gehecht aan een verklaring inzake de respons in noodsituaties op het gebied van voedselzekerheid

(WT/MIN(22)/28, WT/L/1139), waarin het Landbouwcomité werd opgedragen een

specifiek werkprogramma op te st ellen om na te gaan hoe het besluit inzake maatregelen aangaande de mogelijke negatieve gevolgen van het

hervormingsprogramma voor de minst ontwikkelde landen (MOL's) en de netto invoerende ontwikkelingslanden (NFIDC's) (besluit van Marrakesh) doeltreffender

en operationeler kan worden gemaakt. Tegelijkertijd kregen de leden de opdracht

rekening te houden met de behoeften van de MOL's en de NFIDC's om hun

weerbaarheid bij het reageren op acute voedselinstabiliteit te vergroten, onder meer door na te denken over het best mogelijke gebruik van flexibiliteit om hun landbouwproductie te ver st erken en hun binnenlandse voedselzekerheid te verbeteren, indien nodig in een noodsituatie. De leden hebben gezamenlijk een tijdschema voor eind november 2023 vastgesteld om een werkprogramma af te ronden en tot een aantal gemeenschappelijke aanbevelingen te komen. De EU m o et een overeengekomen resultaatsteunen.

Transparantere landbouw! De EU is van mening dat haar bijdrage (RD/AG/110) over betere instrumenten voor het delen van informatie over landbouwbeleid een basis zou kunnen vormen voor een besluit tijdens MC13. Deze bijdrage bevat concrete ideeën voor verbeteringen in de transparantie op het gebied van uitvoerbeperkingen en uitvoerconcurrentie. Ver beteringen op het gebied van transparantie zouden een onderdeel kunnen zijn van een alomvattende oplossing voor de problemen waarmee de huidige voedsel" en landbouwmarkten worden geconfronteerd en tegelijkertijd deel uitmaken van de oplossing voor de huidige uitdagingen op het gebied van voedselzekerheid. De EU moet een overeengekomen resultaat op dit gebied steunen.

19.

O verheidsvoorraden met het oog op de conti nu ïteit van de voedselvoorziening. De onderhandelingen zijn erop gericht tot overeenstemming te komen over een


"permanente oplossing" waarmee wordt voldaan aan de doelstelling van het

ministerieel besluit van Bali van 7 december 2013 inzake overheidsvoorraden met het oog op de continu ïteit van de voedselvoorziening (WT/MIN(13)/38-WT/L/913), zoals uitgelegd door het latere besluit van de /Algemene r\aad van 27 novem ber 2014 (WT/L/939). D it doel werd herhaald in het M inisterieel Besluit van Nairobi van 19 december 2015 (WT/M I N (1 5)/44"WT/L/979) . De EU moet een overeengekomen resultaat op dit gebied steunen.

Interne steun aan de landbouw. De onderhandelingen over handelsver storende interne steun zijn opgenomen in artikel 20 van de WTO-0 vereenkomst inzake de landbouw en maakten deel uit van het mandaat van de D o h a ~ o n tw i kkel i ngsagenda (DDA), zoals neergelegd in de ministeriële verklaring van LJoha van 14 novem ber

20.

2001 (WT/MIN(01)/DEC/1). De EU moet een overeengekomen resultaat op dit


gebied ste u n e n .

Uitvoerbeperkingen op het gebied van landbouw. Uit onderhandelingen over uitvoerbeperkingen in de landbouw is gebleken dat een groot deel van de WTO-leden voor st ander is van grotere transparantie en voorspelbaarheid van de uitvoerverboden en "beperkingen en voor de verbetering van relevante disciplines. Gezien het belang van deze kwestie moet de EU haar ste un blijven verlenen aan voor st ellen voor een ministerieel besluit ter zake, dat een belangrijk onderdeel zou

3

kunnen vormen van een voedselzekerheidspakket tijdens MC13. De EU m o et een overeengekomen resultaat steunen.

21.

Uitvoerconcurrentie in de landbouw, Er m o


et worden gestreefd naar verbeteringen

op het gebied van transparantie en disciplines op het gebied van uitvoerconcurrentie. Er is enige kans op vooruitgang bij de verbetering van de transparantie voor M C1 3. De EU heeft in dit verband verschillende ideeën opgenomen in onze bijdrage (RD/AG/110) aangaande be te re instrumenten voor het delen van informatie over landbouwbeleidsmaatregelen. De Unie moet een overeengekomen resultaat steunen.

arkttoegang in de landbouw. Bij de besprekingen over de alomvattende onderhandelingen over markttoegang in de landbouw is bevestigd dat er een geringe bereidheid bestaat voor en een beperkte realistische kans bestaat op een herneming op korte termijn van substantiële onderhandelingen over tariefverlagingen in het kader van de WTO. Ma rkttoegang maakt echter nog steeds deel uit van het evenwicht ten opzichte van andere gebieden, met name binnenlandse steun. De EU moet een overeengekomen resultaat steunen.

Speciaal vrijwaringsmechanisme in de landbouw. De besprekingen over het speciaal vr ij waringsmechanisme in de landbouw zijn voortgezet overeenkomstig de voor st ellen die ter tafel liggen en het M inisterieel Besluit van Nairobi

(WT/MIN (15)/43 — WT/L/978). De EU heeft er belang bij ervoor te zorgen dat het

speciaal vr ij waringsmechanisme niet als een op zichzelf staand element wordt onderhandeld, maar als onderdeel van de bredere onderhandelingen over m arkttoegang. De EU moeteen overeengekomen resultaat steunen.

22.

Katoen . De besprekingen over katoen zijn voortgezet in het kader dat is ingesteld in de p u n te n 5, 6 en 7 van het ministerieel besluit van Bali inzake katoen


(WT/MIN(13)/41 — WT/L/916) en in punt 14 van het ministerieel besluit van

Nairobi inzake katoen (WT/M I N (1 5)/46 — WT/L/981). De EU moet een overeengekomen resultaat op dit gebied steunen.

TRIPS ~ v r i j ste I I i n g . LJe onderhandelingen maken deel uit van de lopende besprekingen in de WTO over de wijze waarop het handelssysteem de wereldwijde to e g a n g tot COVID-19 'vaccins, 'diagnosehulpmiddelen en 'geneesmiddelen kan verbeteren. I iidens MC12 is het ministerieel besluit aangenomen met betrekking tot de mogelijkheid voor de in aanmerking komende WTO-, eden om hun producenten toestemming te verlenen om COVID-19 'vaccins te produceren zonder toe stemming van octrooihouders. LJe productomschrijving van het TRIPS 'besluit omvat COVID-19 'vaccins en de ingrediënten en processen die nodig zijn voor de vervaardiging ervan. I en tij de van de va stste Ming van het TRIPS 'besluit bestond er geen consensus onder de WTO-, eden om ook COVID-19 'diagnosehui pm iddelen en 'geneesmiddelen te bestrijken. A Is onderdeel van het compromis bepaalt het TRIPS 'besluit dat de leden uiterlijk zes maanden na de datum van het TRIPS 'besluit een besluit zullen nemen over de uitbreiding ervan tot de productie en levering van COVID-19 'diagnosehulpmiddelen en 'geneesmiddelen, wndanks de besprekingen die tussen Juli en december 2022 gaande waren, hebben de WTO-, eden geen consensus bereikt. De A Igemene Kaad van de WTO kwam in december 2022 overeen de besprekingen voort te zetten, maar zonder een besluit te nemen over de termijn voor het afronden van de onderhandelingen. Naar verwachting wordt het besluit over de uitbreiding van het toepassingsgebied van het TRIPS 'besluit tot COVID-19 'diagnosehulpmiddelen en 'geneesmiddelen tijdens MC13 genomen.

4

Gezien het belang van deze kwestie moet de EU zi ch aansluiten bij een mogelijke consensus in de WTO over de aanneming van de beoogde handeling tijdens MC13. Tegelijkertijd moet in het resultaat van de besprekingen tussen de WTOl eden een goed evenwicht worden gevonden tussen het aanpakken van de noodsituatie op het gebied van de volksgezondheid als gevolg van de COVID-19-p andemie en het handhaven van stimulansen voor innovatie op het gebied van gezondheid.

Dij zon dere en gedifferentieerde behandeling (SDT): 0 nderhandelingen over SDT-bepalingen, onder meer in het kader van de besprekingen over enkele voorstellen van de G90 ( groep van staten in Afr i ka, hetCaribisch gebied en de Sti Me Oceaan) inzake sanitaire en fytosanitaire maatregelen (SPS) en technische handelsbelemmeringen (TBT) en de beleidsruimtevoorst ellen van de Afr ikaanse vjroep op gebieden als subsidies, handelsgerelateerde investeringsmaatregelen (TRIMS) en overdracht van technologie binnen handelsgerelateerde aspecten van intellectuele_eigendo msrechten (TRIPS), kunnen resulteren in een ministerieel resultaattijdens MC13, b ij voorbeeld door bestaande bepalingen te verduidelijken of aanvullende SDT toe te kennen aan

23.

de minst ontwikkelde landen (MOL's) en bepaalde ontwikkelingslanden. Gezien de


uiteenlopende standpunten in de onderhandelingen beschouwt de EU h et als een mogelijk resultaat dat deze onderwerpen deel gaan uitmaken van een werkprogramma voor de periode na MC13 of andere resultaten die geen wijziging van de WTO "overeen ko msten i m pl iceren.

• Graduatievoorstel voor de minst ontwikkelde landen - ^StClHlIH<l<ltrC£ClCIl^ 111

een aantal specifieke WTO "overeen kom st en en besluiten ("bijlage 2"): Er

worden momenteel onderhandelingen gevoerd over voor st ellen van de in b ij lage 2 vermelde MOL 'groep inzake de volgende steunmaatregelen voor een vlo tt ere overgang voor WTO-, eden die de categorie MOL ontgroeien (gradueren ): O SDT-bepalingen in een aantal specifieke WTO 'overeenkomsten en "besluiten met een passende termijn verlengen, ii) deze specifieke overeenkom st en en besluiten gedurende een passende periode vrijstellen van acties in het kader van het WTO-mechanisme voor geschillenbeslechting, en iii) zorgen voor blijvende toegang tot alle

24.

programma's voor technische bijstand en capaciteitsopbouw die in het kader van het


WTO- systeem worden ver st rekt, gedurende een passende periode. M o c h t een ministerieel resultaat nodig zijn, dan moet de EU een overeengekomen resultaat

steunen. LT_en dergel ij k resultaat zou een aantal MOL "bepalingen voor een strikt beperkte periode kunnen uitbreiden tot recent gegradueerde landen.

A a ngezien er momenteel over alle bovengenoemde elementen wordt onderhandeld, verwacht de Uom missie dat de Kaad zijn besluit over het standpunt van de EU met betrekking tot de uitkomst van de onderhandelingen zal va stste Men zodra er duidelijkheid ten aanzien van de desbetreffende teksten komttijdens de vergadering van de M inisteriële Conferentie zelf.

Het initiatief is volledig in overeenstemming met bestaande beleidsbepalingen. Soortgelijke beslui te n zijn opgesteld voor eerdere vergaderingen van de M inisteriële Conferentie van de WTO, recentelijk voor de 12e M inisteriële Uonferentie van de WTO in 2022.

Rechtsgrondslag



25.

4.1. P rocedurele rechtsgrondslag


4.7.7. Beg inse Ie n

Arti kei 21 8, I i d 9, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) voorziet in de vaststelling van besluiten tot bepaling van de "StafldpUfltefl (He flCimeflS de Utile

5

worden ingenomen in een k r a c hte n s een overeenkomst opgericht lichaam, wa n neer dit lichaam handelingen m et rechtsgevolgen va stste It, m et u itzo n derI n g van handelingen tot

aanvulling of wijziging van het institutionele kader van de overeenkomst. ".

Het begrip "handelingen met rechtsgevolgen" omvat ook handelingen die rechts gevolgen

hebben uit hoofde van de op het betrokken lichaam toepasselijke volkenrechtelijke bepalingen. Onder dit begrip vallen ook instrumenten die volkenrechtelijk niet bindend zijn, maar die een "beslissende invloed [kunn en hebben] op de inhoud van de regelgeving die de

wetgever van de Unie vaststelt"3.

4,1,2, To epassing op het onderhavige geval

De Ministeriële Conferentie van de WTO is een krachtens een overeenkomst, namelijk de WTO-0 vereenkomst, opgericht lichaam dat op grond van artikel IV, Md 1, van de WTO-Overeenkomst bevoegd is om besluiten over alle onder multilaterale handelsovereenkomsten vallende aangelegenheden te nemen, waaronder besluiten met rechts gevolgen.

De bovenbedoelde beoogde handelingen vormen handelingen met rechts gevolgen, aangezien zij de rechten en verplichtingen van de Unie kunnen raken overeenkomstig het internationaal recht.

De beoogde handelingen strekken niet tot aanvulling ofwijziging van het institutionele kader van de overeenkomst.

De procedurele rechts grondslag voor het voorgestelde besluit is daarom artikel 218, lid 9,

VWEU.

26.

4.2. IVIateriële rechtsg ron dslag


4.2, 1, Beg inse Ie n

De materiële rechtsgrondslag voor een overeenkomstig artikel 218, lid 9, VWEU te nemen besluit wordt in de eerste plaats bepaald door de doelstelling en de inhoud van de beoogde handeling ten aanzien waarvan namens de Unie een standpunt moet worden ingenomen. W anneer de beoogde handeling een tw eeledige doelstelling heeft of bestaat uit tw e e componenten waarvan er een kan worden gezien als hoofddoel stelling of overwegende component terwijl de andere doelstelling of andere component slechts ondergeschikt is, moet het overeenkom stig artikel 218, Md 9, VWEU te nemen besluit op één materiële rechts grondslag worden gebaseerd, namelijk die welke vereist is gelet op de hoofddoel stelling of de overwegende component.

4,2,2, To epassing op het onderhavige geval

De doelstelling en de inhoud van de beoogde handelingen hebben in de eerste plaats betrekking op de gemeenschappelijke handelspolitiek.

De materiële rechtsgrondslag voor het voorgestelde besluit is derhalve artikel 207 VWEU.

4.3. C o n c I u s i e

27.

De rechtsgrondslag voor het voorgestelde besluit is artikel 207 VWEU, in samenhang met


arti kei 218, Md 9, VWEU.

Arrest van het Hof van Justitie van 7 oktober 2014, D u its I a n d /Raad, C-399/12, ECLI:EU:C:2014:2258, p u n te n 61 tot en m et 64.

6