Toelichting bij COM(2023)551 - 16e financieel verslag van de Commissie aan het Europees Parlement en de raad over het Europees landbouwgarantiefonds begrotingsjaar 2022

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

INHOUD
1. BEGROTINGSPROCEDURE 2

1.1. Financieel kader 2021-2027 2

1.2. Ontwerpbegroting 2022, nota van wijzigingen nr. 1/2022 en vaststelling van de begroting 2022 3

2. MAANDELIJKSE BETALINGEN 3

2.1. Besluiten inzake de maandelijkse betalingen 4

2.1.1. Verlagingen van de maandelijkse betalingen 4

2.1.2. Uitgaven voor rechtstreeks beheer door de Commissie 4

3. UITVOERING VAN DE ELGF-BEGROTING 2022 4

3.1. Besteding van de ELGF-begrotingskredieten 4

4. CONTROLEMAATREGELEN 5

4.1. Inleiding 5

4.2. Geïntegreerd beheers- en controlesysteem (GBCS) 5

4.3. Toepassing van titel V, hoofdstuk III, van Verordening (EU) nr. 1306/2013 (controle achteraf) 6

5. GOEDKEURING VAN DE REKENINGEN 6

5.1. Conformiteitsgoedkeuring 6

5.1.1. Inleiding 6

5.1.2. Audits en besluiten vastgesteld in 2022 6

5.2. Boekhoudkundige goedkeuring 8

5.3. Beroepsprocedures bij het Hof van Justitie van de Europese Unie tegen goedkeuringsbesluiten 8

6. BETREKKINGEN MET HET PARLEMENT EN DE EUROPESE REKENKAMER 8

6.1. Betrekkingen met het Parlement 8

6.2. Betrekkingen met de Europese Rekenkamer 8

7. BIJLAGEN 9

1. BEGROTINGSPROCEDURE

1.1. Financieel kader 2021-2027

De uitgaven van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) worden gefinancierd binnen het meerjarig financieel kader voor de jaren 2021-2027, zoals bepaald bij Verordening (EU, Euratom) 2020/2093 van de Raad1. De GLB-uitgaven maken meer bepaald deel uit van het maximum dat is vastgesteld voor rubriek 3: Natuurlijke hulpbronnen en milieu. Binnen dat algemene maximum is een specifiek submaximum vastgesteld voor marktgerelateerde uitgaven en rechtstreekse betalingen die door het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) worden gefinancierd.

Het maximum voor marktgerelateerde uitgaven en directe betalingen werd aangepast naar aanleiding van de overdracht van bepaalde bedragen van rechtstreekse betalingen naar plattelandsontwikkeling zoals gefinancierd door het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) (flexibiliteit tussen GLB-pijlers en verlaging van rechtstreekse betalingen) evenals de overdracht van plattelandsontwikkeling (Elfpo) naar directe betalingen (flexibiliteit). Daarom zijn, op basis van Uitvoeringsverordening (EU) 2021/128 van de Commissie2 tot vaststelling van het nettosaldo dat voor uitgaven uit het ELGF beschikbaar is, in rubriek 3 van het meerjarig financieel kader (2021-2027) de volgende GLB-bedragen opgenomen:

(in miljoen EUR; lopende prijzen)

Rubriek 3*2021202220232024202520262027
Totaal

waarvan:

— Marktgerelateerde uitgaven en rechtstreekse betalingen a), b), c)
55 713,0


40 368,0
53 365,9


40 638,2
53 626,9


40 692,2
53 757,9


40 602,1
53 890,9


40 664,9
54 021,9


40 690,3
54 155,9


40 650,8
— Plattelandsontwikkeling a), b), c)15 345,012 727,712 934,713 155,813 226,013 331,713 505,1
* Natuurlijke hulpbronnen en milieu in verband met het GLB
a) Na jaarlijkse overdrachten van het ELGF naar het Elfpo voor de begrotingsjaren 2021-2023 voor een totaalbedrag van 3 463,1 miljoen EUR op grond van artikel 14, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1307/2013, en voor de begrotingsjaren 2024-2027 voor een totaalbedrag van 7 123,8 miljoen EUR op grond van artikel 103, lid 1, punt a), en artikel 103, lid 2, van Verordening (EU) 2021/2115.
b) Na jaarlijkse overdrachten van het Elfpo naar het ELGF voor de begrotingsjaren 2021-2023 voor een totaalbedrag van 1 633,4 miljoen EUR op grond van artikel 14, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1307/2013, en voor de begrotingsjaren 2024-2027 voor een totaalbedrag van 2 360,9 miljoen EUR op grond van artikel 103, lid 1, punt b), en artikel 103, lid 3, van Verordening (EU) 2021/2115.
c) Na jaarlijkse overdrachten van het ELGF naar het Elfpo voor de begrotingsjaren 2021-2023 voor een totaalbedrag van 171,9 miljoen EUR op grond van artikel 7, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1307/2013, en voor de begrotingsjaren 2024-2027 voor een totaalbedrag van 20 miljoen EUR op grond van artikel 17, lid 5, van Verordening (EU) 2021/2115.

1.2. Ontwerpbegroting 2022, nota van wijzigingen nr. 1/2022 en vaststelling van de begroting 20223

De oorspronkelijke ontwerpbegroting 2022 is op 9 juli 2021 door de Commissie vastgesteld en aan de begrotingsautoriteit voorgelegd. De Raad heeft op 6 september 2021 zijn standpunt over de ontwerpbegroting 2022 vastgesteld. De Commissie heeft op 12 oktober 2021 de nota van wijzigingen nr. 1/2022 bij het ontwerp van algemene begroting van de Europese Unie ingediend, terwijl het Europees Parlement op 21 oktober 2021 zijn standpunt heeft vastgesteld.

De voorzitter van de Raad heeft op 25 oktober 2021 het bemiddelingscomité bijeengeroepen. Het bemiddelingscomité heeft overeenstemming bereikt over een gezamenlijke tekst die op 23 november 2021 door de Raad en op 24 november 2021 door het Parlement is goedgekeurd.

De ELGF-begroting bevatte in totaal 40 368,9 miljoen EUR aan vastleggingskredieten en 40 393,0 miljoen EUR aan betalingskredieten.

Verdere informatie over de bedragen in verband met de ontwerpbegroting 2022 van de Commissie en de standpunten van de Raad en het Europees Parlement, de nota van wijzigingen en de goedgekeurde begroting is opgenomen in bijlage 1.

Wat de bestemmingsontvangsten betreft, werd bij het opstellen van de begroting 2022 verwacht dat in de loop van het begrotingsjaar 2022 een bedrag van 551 miljoen EUR zou worden geïnd.

Toen de begrotingsautoriteit de begroting 2022 vaststelde, werden de geraamde bestemmingsontvangsten meegenomen in de financieringsbehoeften van de basisbetalingsregeling. Meer informatie over de inning, het gebruik en de eventuele overdracht van de bestemmingsontvangsten is opgenomen in de bijlagen 6 en 7.

2. MAANDELIJKSE BETALINGEN

Overeenkomstig artikel 18, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1306/20134 moeten “maandelijkse betalingen door de Commissie [worden] uitgekeerd voor de uitgaven die de erkende betaalorganen van de lidstaten in de referentiemaand hebben verricht”. De maandelijkse betalingen moeten aan elke lidstaat worden uitgekeerd uiterlijk op de derde werkdag van de tweede maand na de maand waarin de uitgaven zijn gedaan.

Het gaat bij de maandelijkse betalingen dus om de vergoeding van reeds gedane uitgaven, en wel op nettobasis (na aftrek van de ontvangsten). De betrokken bedragen worden beschikbaar gesteld op basis van de maandelijkse declaraties van de lidstaten5. De maandboekingen van de uitgaven en ontvangsten worden vervolgens gecontroleerd en gecorrigeerd op basis van deze declaraties. Bovendien krijgen deze betalingen pas een definitief karakter nadat de Commissie ze heeft geverifieerd in het kader van de boekhoudkundige goedkeuring van de rekeningen.

De betalingen die de lidstaten hebben gedaan in de periode van 16 oktober 2021 tot en met 15 oktober 2022 vallen onder de regeling voor maandelijkse betalingen.

Voor het volledige begrotingsjaar bedroeg het totale bedrag aan vastgestelde maandelijkse betalingen 40 870,2 miljoen EUR. Rekening houdend met de op grond van de goedkeuringsbesluiten teruggevorderde bedragen is 40 410,2 miljoen EUR daadwerkelijk aan de lidstaten betaald.

2.1. Besluiten inzake de maandelijkse betalingen

De Commissie heeft een betalingsbesluit vastgesteld voor elk van de twaalf perioden van het begrotingsjaar. Daarnaast is in december nog een aanvullend besluit vastgesteld waarbij de totale ten laste van het jaar te brengen uitgaven zijn gecorrigeerd.

Voor nadere informatie wordt verwezen naar bijlage 2.

2.1.1. Verlagingen van de maandelijkse betalingen

In 2022 werden de maandelijkse betalingen aan de lidstaten verlaagd met een nettobedrag van 11,7 miljoen EUR. Voor sommige door het ELGF gefinancierde maatregelen worden in de sectorale verordeningen financiële maxima vastgesteld. Uitgaven die deze maxima overschrijden, worden beschouwd als “niet-subsidiabele uitgaven” en leiden tot verlagingen van de maandelijkse betalingen.

2.1.2. Uitgaven voor rechtstreeks beheer door de Commissie

De Commissie verricht betalingen onder rechtstreeks beheer voor bepaalde maatregelen. Deze hebben voornamelijk betrekking op operationele technische bijstand en afzetbevorderingsacties.

Voor nadere informatie wordt verwezen naar de bijlagen 3 en 4.

3. UITVOERING VAN DE ELGF-BEGROTING 2022

3.1. Besteding van de ELGF-begrotingskredieten

Met de besteding van de ELGF-kredieten was een bedrag van 41 181,8 miljoen EUR gemoeid6. Deze uitgaven werden gefinancierd uit de initiële begrotingskredieten en met de bestemmingsontvangsten voor het ELGF. Van de in 2022 geïnde ELGF-bestemmingsontvangsten van 629,4 miljoen EUR is 627,0 miljoen EUR besteed.

Binnen hoofdstuk 08 02 werd door het ELGF 2 976,5 miljoen EUR besteed aan marktgerelateerde uitgaven buiten de strategische GLB-plannen (08 02 03). Dit omvat 492 miljoen EUR voor een uitzonderlijke maatregel, waarbij voor het eerst een deel van de crisisreserve werd gebruikt: 350 miljoen EUR van de totale reserve van 497,3 miljoen EUR. Daarnaast werd 37 969,0 miljoen EUR besteed aan rechtstreekse betalingen buiten de strategische GLB-plannen (08 02 05).

De onderbesteding voor het ELGF bedroeg 338 miljoen EUR en de kredieten werden gebruikt om de crisisreserve opnieuw aan te vullen en werden vervolgens overgedragen naar het begrotingsonderdeel voor terugbetalingen (08 02 05 12). Bijgevolg is in 2023, ondanks het gebruik van de crisisreserve, 485 miljoen EUR beschikbaar voor terugbetaling.


Voor nadere informatie over de uitvoering van de begroting per beleidsterrein en over het gebruik van de bestemmingsontvangsten wordt verwezen naar:

- bijlage 5: analyse van de uitvoering van de ELGF-begroting 2022;

- bijlage 6: in 2022 geïnde en gebruikte bestemmingsontvangsten (C4);

- bijlage 7: uit 2021 overgedragen en in 2022 gebruikte bestemmingsontvangsten (C5);

- bijlage 8: uitgaven per lidstaat, per financieringsbron en per post;

- bijlagen 9 en 11: overzicht van de totale ELGF-uitgaven per lidstaat en per soort maatregel voor de begrotingsjaren 2016-2022.

4. CONTROLEMAATREGELEN

4.1. Inleiding

In overeenstemming met de EU-wetgeving en net als in voorgaande jaren werden de landbouwuitgaven van 2022 onderworpen aan een alomvattend controlesysteem.

De controles worden uitgevoerd door de betaalorganen of door gedelegeerde instanties die onder hun toezicht opereren, en er worden doeltreffende, afschrikkende en evenredige sancties opgelegd indien uit de controles blijkt dat de EU-regels niet worden nageleefd. Bovendien moeten voor de meeste regelingen die niet onder het geïntegreerd beheers- en controlesysteem vallen, naast de primaire en secundaire controleniveaus ook controles achteraf worden uitgevoerd.

4.2. Geïntegreerd beheers- en controlesysteem (GBCS)

Verordening (EU) nr. 1306/2013, Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 640/2014 van de Commissie7 en Uitvoeringsverordening (EU) nr. 809/2014 van de Commissie8 bevatten de regels inzake het GBCS.

Het jaarlijkse activiteitenverslag (JAV) van DG AGRI9 voor 2022 bevat gedetailleerde informatie over onder het GBCS vallende uitgaven in bijlage 7, deel 1, niveau 2 (blz. 128): gedetailleerde systemen voor controles vóór betalingen en afschrikkende sancties. De relevante onderdelen van het GBCS zijn ook van toepassing op de maatregelen voor plattelandsontwikkeling, die op oppervlakte of aantal dieren gebaseerd zijn. Dergelijke maatregelen omvatten onder meer maatregelen voor milieuvriendelijke landbouw en maatregelen op het gebied van dierenwelzijn, achtergebleven gebieden en gebieden met beperkingen op milieugebied, en bebossing van landbouwgrond.

4.3. Toepassing van titel V, hoofdstuk III, van Verordening (EU) nr. 1306/2013 (controle achteraf)

In 2022 werd het systeem voor controles achteraf van titel V, hoofdstuk III, van Verordening (EU) nr. 1306/2013 toegepast. Het omvatte een systeem voor controles achteraf ter aanvulling van de hierboven beschreven sectorale controlesystemen.

In 2022 hebben de controlediensten van de lidstaten controles achteraf uitgevoerd met betrekking tot verrichtingen waarvoor in begrotingsjaar 2020 betalingen waren verricht. Uit de jaarverslagen over de respectieve controleperiode (juli 2021 — juni 2022) blijkt dat de lidstaten 79 % van de geplande controles aan het einde van de controleperiode hadden voltooid. Verschillende lidstaten meldden dat hun controleaanpak is aangepast als gevolg van de COVID-19-pandemie.

5. GOEDKEURING VAN DE REKENINGEN

5.1. Conformiteitsgoedkeuring

5.1.1. Inleiding

Het is in de eerste plaats de verantwoordelijkheid van de lidstaten om er via een systeem van controles en afschrikkende sancties voor te zorgen dat verrichtingen daadwerkelijk plaatsvinden en correct worden uitgevoerd. Wanneer lidstaten niet aan deze vereiste voldoen, past de Commissie financiële correcties toe om de financiële belangen van de EU te beschermen.

De conformiteitsgoedkeuring in het kader van het GLB die van toepassing is in begrotingsjaar 2022 heeft betrekking op de wettigheid en regelmatigheid van de verrichtingen. Ze is bedoeld om uitgaven die niet in overeenstemming met de EU-voorschriften zijn gedaan, van EU-financiering uit te sluiten.

5.1.2. Audits en besluiten vastgesteld in 2022

Meer informatie over de in 2022 uitgevoerde audits is te vinden in het JAV, tabel 2.1.1.2.2-9 (blz. 53).

De in 2022 vastgestelde conformiteitsgoedkeuringsbesluiten, met inbegrip van financiële correcties in een aantal sectoren, zijn opgenomen in tabel 2.1.1.3.1-1 van het JAV (blz. 64).

De goedkeuringsbesluiten met financiële gevolgen voor de begroting 2022 omvatten ook de uitvoering van een aantal arresten van het Hof van Justitie van de Europese Unie ten gunste van de lidstaten. De totale financiële gevolgen voor het ELGF bedroegen derhalve 475,8 miljoen EUR ten gunste van het ELGF.

- Besluit (EU) 2021/2020 van 17 november 2021 — ad-hocbesluit 67, met financiële gevolgen ten gunste van het ELGF voor een bedrag van 223,6 miljoen EUR

- Besluit (EU) 2021/2019 van 17 november 2021 — ad-hocbesluit 67 VK, met financiële gevolgen ten gunste van het ELGF voor een bedrag van 29,0 miljoen EUR

- Besluit (EU) 2022/222 van 16 februari 2022 — ad-hocbesluit 68, met financiële gevolgen ten gunste van het ELGF voor een bedrag van 55,3 miljoen EUR

- Besluit (EU) 2022/908 van 8 juni 2022 — ad-hocbesluit 69, met financiële gevolgen ten gunste van het ELGF voor een bedrag van 166,4 miljoen EUR

- Besluit (EU) 2022/909 van 8 juni 2022 — ad-hocbesluit 69 VK, met financiële gevolgen ten gunste van het ELGF voor een bedrag van 1,5 miljoen EUR

Voor Uitvoeringsbesluit (EU) 2022/908 van de Commissie10 heeft de Commissie, vanwege de relatieve omvang van de correcties in vergelijking met het bruto binnenlands product van bepaalde lidstaten, op verzoek van de betrokken lidstaten besloten dat de volgende correcties in drie gelijke jaarlijkse termijnen konden worden betaald.

Besluit nummerLidstaatIn termijnen te betalen bedrag (in miljoen EUR)
69Hongarije17,4
69Portugal94,7

- Wat het begrotingsjaar 2022 betreft, hebben de lidstaten op 15 februari 2023 de informatie over gevallen van terugvordering verstrekt. Deze zijn opgenomen in het JAV, tabel bijlage 7 — 5.2-1 (blz. 234).

In de loop van het begrotingsjaar 2022 hebben de lidstaten ongeveer 131,8 miljoen EUR voor het ELGF teruggevorderd. Het uitstaande bedrag dat aan het einde van het begrotingsjaar 2022 nog van de begunstigden moest worden teruggevorderd, bedroeg 725,5 miljoen EUR voor het ELGF. De financiële gevolgen voor de lidstaten bij niet-inning van bedragen in het kader van het ELGF, het Elfpo en het tijdelijk instrument voor plattelandsontwikkeling binnen vier jaar na de datum van het verzoek tot terugvordering (voor nieuwe gevallen11) of de primaire administratieve of gerechtelijke bevinding — PACA — (voor oude zaken), of binnen acht jaar wanneer over de terugvordering een zaak is aangespannen bij de nationale rechter, bedroegen 60,1 miljoen EUR. In de loop van het begrotingsjaar 2022 werd ongeveer 49,2 miljoen EUR voor het ELGF, het Elfpo en het tijdelijk instrument voor plattelandsontwikkeling voor 100 % door de EU-begroting gedragen12.

5.2. Boekhoudkundige goedkeuring

1.

Besluit tot boekhoudkundige goedkeuring vastgesteld in 2022


Besluit nummerDatum van vaststellingBegrotings-jaarGedeclareerde uitgaven goedgekeurd, in miljoen EURBetrokken betaal-organen (BO's)
Besluit (EU) 2022/82024.5.2022202139 576,03Alle BO’s behalve NL04 (RVO — Nederland)
Besluit (EU) 2022/81924.5.202220212,404 Britse BO’s


5.3. Beroepsprocedures bij het Hof van Justitie van de Europese Unie tegen goedkeuringsbesluiten

Een samenvatting van de bij het Gerecht en het Hof van Justitie van de Europese Unie ingediende zaken is opgenomen in bijlage 12.

6. BETREKKINGEN MET HET PARLEMENT EN DE EUROPESE REKENKAMER

6.1. Betrekkingen met het Parlement

Het Europees Parlement maakt samen met de Raad deel uit van de begrotingsautoriteit van de EU. Het is dus een van de belangrijkste gesprekspartners van de Commissie over begrotingsaangelegenheden en dus over het ELGF.

Drie commissies van het Europees Parlement zijn betrokken bij de besprekingen en de voorbereiding van de plenaire vergadering over landbouwbegrotingsaangelegenheden. Dat zijn de Commissie landbouw en plattelandsontwikkeling, de Begrotingscommissie en de Commissie begrotingscontrole.

Sinds 2014 brengt de Commissie landbouw en plattelandsontwikkeling aan de Commissie begrotingscontrole advies uit over de kwijtingsprocedure.

De Commissie begrotingscontrole (CONT) controleert de correcte uitvoering van de begroting en stelt het verslag op waarin aan het Parlement wordt voorgesteld kwijting te verlenen en aan de Commissie of de lidstaten aanbevelingen worden gedaan.

Het Europees Parlement heeft de Commissie kwijting verleend voor de uitvoering van de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2021 door op 10 mei 2023 in de plenaire vergadering te stemmen over een besluit van het Parlement.

6.2. Betrekkingen met de Europese Rekenkamer

De Europese Rekenkamer (ERK) is de externe onafhankelijke controleur van de Europese Unie. Een samenvatting van de bevindingen en conclusies van de ERK voor het begrotingsjaar 2021 is opgenomen in punt 2.1.2.2 van het JAV (blz. 79).




7. BIJLAGEN

Algemeen

2.

1. Begrotingsprocedure ELGF voor 2022


Beheer van de kredieten

3.

2. Maandelijkse terugbetalingen aan lidstaten voor het begrotingsjaar 2022

3. Betalingen onder rechtstreeks beheer door de Europese Commissie in het begrotingsjaar 2022 (gesplitste kredieten)

4.

4. Betalingen onder rechtstreeks beheer door de Europese Commissie in het begrotingsjaar 2022 (niet-gesplitste kredieten)


Begrotingsresultaat

5.

5. ELGF 2022 Analyse van uitvoering van begroting

6. ELGF 2022 Analyse van besteding van bestemmingsontvangsten C4

6.

7. ELGF 2022 Analyse van besteding van bestemmingsontvangsten C5

8. ELGF 2022 Uitgaven per lidstaat, per post en per financieringsbron
9. Ontwikkeling van de ELGF-uitgaven per lidstaat en in % Begrotingsjaren 2016-2022

7.

10. Ontwikkeling van de ELGF-uitgaven voor opslag Begrotingsjaren 2015-2022

11. Ontwikkeling van de uitsplitsing van de ELGF-uitgaven Begrotingsjaren 2016-2022

Goedkeuring van rekeningen

12. Beroepsprocedures tegen goedkeuringsbesluiten — 2022

8.

13. Financiële correcties (besluiten 45-69) per besluit en per begrotingsjaar



1PB L 433I van 22.12.2020, blz. 11.

2PB L 40 van 4.2.2021, blz. 8.

3 Deze procedure wordt uiteengezet in bijlage 1.

4PB L 347 van 20.12.2013, blz. 549.

5Deze maandelijkse uitgavendeclaraties worden door de lidstaten toegezonden uiterlijk op de twaalfde van maand N+1.

6Dit cijfer omvat de terugbetaling van het uit begrotingsjaar 2021 overgedragen bedrag van de financiële discipline in het kader van de crisisreserve voor de landbouw.

7PB L 181 van 20.6.2014, blz. 48.

8PB L 227 van 31.7.2014, blz. 69.

9De jaarlijkse activiteitenverslagen van DG AGRI zijn te vinden op: https://commission.europa.eu/publications/annual-activity-report-2022-agriculture-and-rural-development_nl

10 PB L 157 van 10.6.2022, blz. 15.

11Gevallen van onregelmatigheden waarvoor de primaire administratieve of juridische bevinding (PACA) niet vóór 16 oktober 2014 was vastgesteld. Indien de PACA vóór die datum was vastgesteld, moeten de gevallen als “oude gevallen” worden aangemerkt.

12Gevallen die oninbaar zijn verklaard overeenkomstig artikel 54, lid 3, van Verordening (EU) nr. 1306/2013.

NL NL