Toelichting bij COM(2023)402 - Wijziging van Verordening (EG) nr. 223/2009 betreffende de Europese statistiek

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel

Sinds 1953 spelen de Europese statistieken, parellel met de ontwikkeling van de Europese Unie, een steeds belangrijkere rol bij het onderbouwen van de activiteiten, het beleid en de wetgevingshandelingen van de EU, van het ontwerp en de uitvoering tot de monitoring en evaluatie ervan.

Het huidige rechtskader voor de Europese statistieken is Verordening (EG) nr. 223/2009, die in 2009 door het Europees Parlement en de Raad is vastgesteld. Deze werd in 2015 herzien om de algemene governance van het Europees statistisch systeem (ESS) en met name de professionele onafhankelijkheid ervan te versterken. Sindsdien is deze versterkte governance doeltreffend gebleken.

De recente financiële, migratie- en COVID-19-crises, gevolgd door de Russische militaire agressie tegen Oekraïne, hebben echter geleid tot meer vraag naar, en hogere verwachtingen met betrekking tot tijdiger en gedetailleerdere Europese statistieken, die nodig zijn om de besluitvorming van de EU te onderbouwen en te zorgen voor de best mogelijke respons van de EU op crises. In het recente verleden heeft de EU verschillende wetgevingsinitiatieven genomen om alomvattende crisisresponsmechanismen op te bouwen, door middel van voorstellen zoals het mechanisme voor civiele bescherming, de Europese Autoriteit voor paraatheid en respons inzake noodsituaties op gezondheidsgebied (HERA), het marktcorrectiemechanisme of het noodinstrument voor de eengemaakte markt (SMEI).

Tegelijkertijd opereert het ESS in een context die wordt aangestuurd door een grondige digitale transformatie, waardoor nieuwe informatiebehoeften zijn ontstaan, naast de opkomst van veel digitale gegevensbronnen. Deze bronnen zijn klaar om te worden aangeboord en kunnen Europese statistieken helpen genereren die efficiënter, uitgebreider en tijdiger aan deze behoeften kunnen voldoen. Dit kan op zijn beurt de economische groei vergroten, innovatie stimuleren, de democratische verantwoordingsplicht en het algemene welzijn van de samenleving ondersteunen.

Als gevolg daarvan zijn de verwachtingen van de gebruikers van Europese statistieken veranderd: er is een toenemende vraag naar gedetailleerdere informatie, die sneller en vaker geproduceerd wordt en meer diepgaande inzichten verschaft met het oog op met feitelijke gegevens onderbouwd EU-beleid. Nieuwe gegevensbeschermingsvoorschriften (de algemene verordening gegevensbescherming – AVG) en nieuwe privacybeschermingsparameters zijn ook belangrijke onderdelen van deze nieuwe omgeving geworden. Aangezien de huidige productiemethoden voor Europese statistieken beperkt blijven tot traditionele gegevensbronnen (bv. enquêtes en administratieve bestanden), is het moeilijk, zo niet onmogelijk geworden om aan deze toenemende vraag te voldoen, zelfs als extra middelen zijn toegewezen aan de statistische instanties.

De algemene doelstelling van dit voorstel is daarom het rechtskader voor Europese statistieken klaar te maken voor de toekomst en het ESS aanzienlijk beter af te stemmen op de gegevensbehoeften. Het ESS zal statistieken kunnen produceren die relevanter, sneller beschikbaar en gedetailleerder zijn. Dit zal leiden tot een betere efficiëntie en tot minder kosten en lasten voor de lidstaten en de respondenten. Dit initiatief heeft ook tot doel te voorzien in een mechanisme en instrumenten voor het ESS om snel, collectief en gecoördineerd te reageren op dringende gegevensbehoeften in tijden van crisis.

Meer in het bijzonder moet het voorstel statistische instanties in staat stellen het volledige potentieel van digitale gegevensbronnen en -technologieën te benutten door het hergebruik ervan voor Europese statistieken mogelijk te maken. Het voorstel zal ertoe bijdragen, het ESS efficiënter en doeltreffender te maken door het delen van gegevens te bevorderen en de coördinatie ervan te versterken, en de statistische geheimhouding en de privacy van gegevens strikt in acht nemen; het zal de taken van ESS-partners actualiseren; de mogelijke rollen beschrijven voor het benutten van de kansen die de digitale transformatie biedt voor kostenefficiëntere en minder belastende statistische productie, en nieuwe functies specificeren die statistische instanties in de opkomende Europese en nationale data-ecosystemen zouden kunnen vervullen, met volledige inachtneming van het subsidiariteitsbeginsel.

Verenigbaarheid met bestaande bepalingen op het beleidsterrein

Het voorstel is volledig in overeenstemming met de bestaande bepalingen in de EU-wetgeving inzake statistieken.

Samenhang met andere beleidsgebieden van de EU

Dit voorstel is in overeenstemming met de bestaande voorschriften op het gebied van:

— verwerking van persoonsgegevens (met inbegrip van de algemene verordening gegevensbescherming (AVG));

— versterkte mechanismen om de beschikbaarheid van gegevens te vergroten (de datagovernanceverordening);

— de algemene aanpak voor het beschikbaar stellen van gegevens aan openbare lichamen in situaties van uitzonderlijke behoefte, zoals voorzien in het voorstel voor de dataverordening dat momenteel wordt besproken;

— bescherming van de persoonlijke levenssfeer en de vertrouwelijkheid van communicatie, alsook van alle (persoonlijke of niet-persoonsgebonden) gegevens die zijn opgeslagen in en worden geraadpleegd via eindapparatuur (dit is de e-privacyrichtlijn, die zal worden vervangen door de e-privacyverordening waarover het Europees Parlement en de Raad momenteel met elkaar onderhandelen).

2. RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

Rechtsgrondslag

De rechtsgrondslag van dit voorstel is artikel 338, lid 1, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU). Het Europees Parlement en de Raad moeten volgens de gewone wetgevingsprocedure maatregelen aannemen voor de opstelling van statistieken wanneer dit voor de vervulling van de taken van de Unie nodig is.

Voorts bevat artikel 338, lid 2, VWEU de vereisten voor de productie van Europese statistieken en bepaalt dat deze moeten voldoen aan de normen van onpartijdigheid, betrouwbaarheid, objectiviteit, wetenschappelijke onafhankelijkheid, kosteneffectiviteit en statistische geheimhouding, zonder dat dit buitensporige lasten voor marktdeelnemers met zich brengt.

Subsidiariteit (bij niet-exclusieve bevoegdheid)

Het subsidiariteitsbeginsel is van toepassing omdat het voorstel geen gebieden bestrijkt die onder de exclusieve bevoegdheid van de EU vallen. Dit betekent dat de EU alleen optreedt omdat dit doeltreffender zou zijn dan maatregelen op nationaal, regionaal of lokaal niveau.

Om ervoor te zorgen dat het ESS relevantere, tijdiger en gedetailleerdere Europese statistieken kan produceren, zijn wettelijke bepalingen op EU-niveau nodig om nieuwe gegevensbronnen ter beschikking te stellen van de nationale bureaus voor de statistiek (NSI’s) en de Commissie (Eurostat), zodat zij Europese statistieken op duurzame wijze kunnen opstellen.

Momenteel verschillen de voorwaarden en waarborgen van de lidstaten wanneer zij toestaan dat gegevens in particulier bezit worden hergebruikt voor officiële statistieken. Een geharmoniseerde aanpak op EU-niveau zou zorgen voor juridische duidelijkheid en een eerlijke behandeling van particuliere gegevenshouders die in meerdere lidstaten actief zijn.

Om ervoor te zorgen dat het ESS op crises kan reageren, moeten in het algemene wetgevingskader voor Europese statistieken specifieke verwijzingen worden opgenomen die een snelle reactie op EU-niveau mogelijk maken en er ook voor zorgen dat de statistische respons in alle lidstaten consistent is. Het voorgestelde responsmechanisme zou de doeltreffendheid verbeteren door middel van versterkte statistische coördinatie, met inachtneming van de taken en verantwoordelijkheden van de nationale statistische instanties. Bovendien kan het worden gebruikt als aanvulling op de bestaande crisisresponsinstrumenten van de EU, om te zorgen voor tijdige en relevante statistieken voor met feitelijke gegevens onderbouwde besluitvorming binnen die instrumenten.

Om de lasten voor bedrijven en burgers te verminderen en de efficiëntie en kwaliteit te verhogen, moeten de processen binnen het ESS worden geoptimaliseerd. Deze processen omvatten regelingen voor gegevensverzameling en gegevensuitwisseling in verband met fenomenen die zich in meer dan één lidstaat voordoen, zoals de activiteiten van multinationals.

Zonder verdere wetgevingsmaatregelen op EU-niveau zullen de problemen die zijn ontstaan, voortduren en kunnen deze geleidelijk verergeren, gezien de toenemende digitalisering van de samenleving en veranderingen in de vraag van de gebruikers.

De EU kan derhalve maatregelen vaststellen overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag vervatte subsidiariteitsbeginsel.

Evenredigheid

Het voorstel is op de volgende wijze in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel.

Doel van het initiatief is het ESS toekomstbestendig te maken. Er is geoordeeld dat het geschikt is voor dit doel, wat ertoe leidt dat de totale voordelen voor de samenleving aanzienlijk hoger zijn dan de totale kosten, zoals blijkt uit de effectbeoordeling. Procedurele waarborgen zorgen ervoor dat evenredigheid wordt toegepast in alle stadia van de uitvoering van de herziene Verordening (EG) nr. 223/2009.

Het initiatief is evenredig omdat het alleen gericht is op bestaande belemmeringen voor het opstellen van tijdigere en gedetailleerdere Europese statistieken. Bij dit initiatief zijn de nationale autoriteiten betrokken, en het consolideert de nauwe betrokkenheid van de nationale autoriteiten bij het ESS. De voorkeursoptie gaat niet verder dan wat nodig is om de doelstellingen van de verdragen te verwezenlijken.

Keuze van instrument

Aangezien het onderwerp van het voorstel reeds in een verordening is geregeld en dit voorstel zal worden gewijzigd, is het meest geschikte instrument een verordening.

3. EVALUATIE, RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELING

Raadpleging van belanghebbenden

Bij de voorbereiding van dit voorstel werden de belanghebbenden op verschillende manieren geraadpleegd. Tijdens de openbare raadpleging werden standpunten van belanghebbenden verzameld over opties om ervoor te zorgen dat Europese statistieken toekomstbestendig zijn. Er is feedback ontvangen van verschillende groepen belanghebbenden. Hun standpunten worden uitvoerig beschreven in de bijlage bij het werkdocument van de diensten van de Commissie over de effectbeoordeling.

Van 19 juli tot en met 25 oktober 2022 heeft een openbare raadpleging plaatsgevonden1. De Commissie heeft in totaal 204 geldige reacties ontvangen. De respondenten spraken hun steun uit voor maatregelen op EU-niveau om digitale gegevens van de particuliere sector beschikbaar te stellen voor de productie van Europese officiële statistieken, aangezien 83 % van de respondenten van mening was dat dit van zeer groot of groot belang is. 11 % van de respondenten was van mening dat de Europese officiële statistieken voldoende inspelen op de opkomende behoefte van gebruikers, ook tijdens openbare noodsituaties en crises, terwijl 72 % van mening was dat ze er enigszins op inspelen, maar niet voldoende. Wat betreft de doeleinden waarvoor het gemakkelijker en systematischer delen van gegevens tussen statistische instanties nuttig zou zijn binnen het Europees statistisch systeem, vond 72 % van de respondenten het nuttig de responslast te verminderen en het hergebruik van reeds verzamelde gegevens mogelijk te maken. Tot slot was 85 % van de respondenten het ermee eens of sterk ermee eens dat statistische instanties professionele adviezen moeten verstrekken aan organisaties binnen hun ecosysteem over kwesties in verband met gegevens en gegevensverwerking, zoals kwaliteit, hergebruik van gegevens, intellectuele eigendom, vertrouwelijkheid, beveiliging en metagegevens.

De standpunten van belanghebbenden werden ook verzameld via de studie ter ondersteuning van een effectbeoordeling voor de herziening van Verordening (EG) nr. 223/2009 betreffende de Europese statistiek, die gebaseerd was op materiaal zoals interviews met belanghebbenden tussen oktober en november 2022, een online-enquête (van 5 oktober tot en met 7 november 2022) en een onlineworkshop voor belanghebbenden die op 8 november 2022 heeft plaatsgevonden.

Concluderend spraken gebruikers en producenten van Europese statistieken hun steun uit voor een herziening van Verordening (EG) nr. 223/2009 naar het voorbeeld van dit voorstel, hoewel de producenten van statistieken (d.w.z. de partners van het ESS) de gevolgen voor de begroting opmerken. Het grote publiek was ook voorstander, gezien de aanzienlijke voordelen voor de samenleving, maar aangezien de voor Europese statistieken te hergebruiken gegevens tot op zekere hoogte persoonsgegevens kunnen zijn, vroegen zij om strenge vertrouwelijkheidswaarborgen, hoewel zij erkenden dat het ESS reeds zeer solide waarborgen inzake vertrouwelijkheid biedt.

Bedrijven kunnen in hun hoedanigheid van gegevenshouders kosten maken en als zodanig achtten zij het van essentieel belang hun belangen te eerbiedigen. Zij staan open voor de voorkeursoptie, mits een billijke oplossing voor kostencompensatie wordt gevonden. De mogelijke vermindering van de lasten voor bedrijven en huishoudens doordat enquêtes worden vervangen door het gebruik van nieuwe gegevensbronnen, wordt door iedereen gewaardeerd.

Tot slot heeft het ESS er al jaren herhaaldelijk op aangedrongen dat de kwestie van de toegang tot gegevens in particulier bezit voor statistische doeleinden op Europees niveau wordt aangepakt. Dit is begonnen met de ESS-standpuntnota over de toegang tot gegevens in particulier bezit die van openbaar belang zijn van november 20172 en meer recentelijk met de ESS-standpuntnota over het toekomstige voorstel voor een dataverordening3.

Bijeenbrengen en gebruik van expertise

Het voorstel werd ondersteund door verschillende documenten, studies, aanbevelingen, conferenties en andere input van deskundigen, waaronder:

— Verslag van de deskundigengroep over het vergemakkelijken van het gebruik van nieuwe gegevensbronnen voor officiële statistieken: Empowerment van de samenleving door gebruik te maken van particuliere gegevens voor officiële statistieken — een Europese aanpak4;

- Studie ter ondersteuning van een effectbeoordeling voor de herziening van Verordening (EG) nr. 223/2009 betreffende de Europese statistiek;

- Bijeenkomst op hoog niveau georganiseerd door het Franse voorzitterschap op 7-8 april 2022 in Lyon over “Het Europees statistisch systeem klaar maken voor de toekomst”;

Vergadering van de voorzitters en directeuren-generaal van de nationale bureaus voor de statistiek van het ESS in Luxemburg op 18 mei 2022 om twee specifieke onderwerpen verder te bespreken: duurzame toegang tot gegevens in particulier bezit en het delen van gegevens in het ESS voor de productie van Europese statistieken.

Effectbeoordeling

Het voorstel gaat vergezeld van een effectbeoordeling die op 14 december 2022 en 6 maart 2023 aan de Raad voor regelgevingstoetsing van de Europese Commissie is voorgelegd. Op 27 maart 2023 heeft de Raad onder voorbehoud een positief advies uitgebracht. Naast een dynamische basisoptie (optie 0) die rekening houdt met de bredere Europese datastrategie en die geen herziening van Verordening (EG) nr. 223/2009 inhoudt, zijn twee andere wetgevingsopties beoordeeld: (Optie 1) waarbij wetgevingsmaatregelen met een lage intensiteit worden ingevoerd, en optie (optie 2) waarbij grondigere wetgevingsmaatregelen worden ingevoerd, waarbij verplichtingen worden opgelegd aan de gegevenshouders en aan de nationale statistische instanties van de lidstaten. Voor elke beleidsoptie zijn verschillende specifieke beleidsmaatregelen vastgesteld.

Uit de vergelijkende evaluatie van de drie beleidsopties is gebleken dat de basisoptie (optie 0) het minst wenselijke resultaat heeft in termen van doeltreffendheid, efficiëntie en samenhang, en de eerste beleidsoptie (optie 1) het meest wenselijk, terwijl de tweede beleidsoptie daartussen het midden houdt. Dit geldt voor elk van de specifieke doelstellingen. Optie 1 is minder doeltreffend, maar efficiënter en coherenter dan optie 2. Bovendien is deze ook realistischer en wordt deze door belanghebbenden ondersteund. Dit wijst er duidelijk op dat optie 1 de voorkeursoptie is.

1.

De voorkeursoptie omvat maatregelen die


i) een duurzaam en billijk gebruik van digitale gegevensbronnen voor Europese statistieken waarborgen door een mechanisme in te stellen waarmee particuliere gegevenshouders verplicht kunnen worden om het hergebruik van de gegevens waarover zij beschikken met het oog op de ontwikkeling en productie van dergelijke statistieken mogelijk te maken;

ii) het mogelijk maken om rechtstreeks op EU-niveau uitgevoerde statistische maatregelen te initiëren naar aanleiding van crises en buitengewone omstandigheden;

iii) opdracht geven tot het delen van gegevens tussen de partners van het ESS voor statistische doeleinden, indien dit relevant en gerechtvaardigd is;

2.

iv) de Commissie (Eurostat) in staat stellen gegevens met de nationale bureaus voor de statistiek te delen via een beveiligde infrastructuur, en


v) de NSI’s in staat stellen datagovernance in hun respectieve gegevensecosystemen op zich te nemen en zo de interoperabiliteit en standaardisering van gegevens te verbeteren.

Grondrechten

De effectbeoordeling heeft geen mogelijke directe gevolgen voor de grondrechten vastgesteld. Het enige grondrecht dat indirect op het spel kan staan, is gegevensbescherming bij het bevorderen van het delen van gegevens en het versterken van de coördinatie binnen het ESS. Een dergelijke betere uitwisseling van gegevens zal echter worden georganiseerd met strikte inachtneming van de statistische vertrouwelijkheid en de privacy van gegevens. Elke verwerking van persoonsgegevens overeenkomstig deze verordening zal voldoen aan alle voorwaarden en voorschriften van de wetgeving inzake gegevensbescherming, zoals Verordening (EU) 2016/6795 en Verordening (EU) 2018/17256.

4. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

Het voorstel heeft geen gevolgen voor de begroting.

5. OVERIGE ELEMENTEN

Uitvoeringsplanning en regelingen betreffende controle, evaluatie en rapportage

De voorgestelde verordening zal naar verwachting in 2024 door het Europees Parlement en de Raad worden goedgekeurd, waarbij de uitvoeringsmaatregelen van de Commissie kort daarna moeten worden goedgekeurd. De verordening zal rechtstreeks toepasselijk zijn in alle lidstaten van de EU, zonder dat daarvoor een uitvoeringsplan nodig is.

In overeenstemming met de effectbeoordeling zal de uitvoering van de vastgestelde verordening regelmatig worden gemonitord en geëvalueerd. De effectbeoordeling bevat ook regelingen voor monitoring, met inbegrip van voorstellen voor te gebruiken indicatoren.

Artikelsgewijze toelichting

3.

Invoering van nieuwe kerndefinities of aanpassing van bestaande definities (voorstel tot wijziging van artikel 3)


Er wordt voorgesteld een nieuwe definitie van “meerbronstatistieken” in te voeren om rekening te houden met het feit dat Europese statistieken kunnen worden opgesteld met behulp van een combinatie van verschillende gegevensbronnen. Hierdoor kunnen statistische instanties zoeken naar de meest relevante en kosteneffectieve mix van primaire gegevensbronnen voor de ontwikkeling en productie van verschillende Europese officiële statistieken.

Om de realiteit van het digitale tijdperk waarin het ESS werkt beter weer te geven, wordt ook voorgesteld nieuwe definities in te voeren, zoals met betrekking tot “gegevens”, “metagegevens”, “gegevenshouders”, “gegevensuitwisseling” en “gegevensbron”. De bestaande definitie van “statistische doeleinden” moet ook worden aangepast zodat onderzoeksactiviteiten die worden uitgevoerd door statistische instanties of de vaststelling van steekproefkaders expliciet deel gaan uitmaken van dergelijke statistische doeleinden.

4.

Vergroten van de capaciteit van het ESS om snel en collectief en gecoördineerd te reageren op dringende gegevensbehoeften in tijden van crisis (voorstel voor een nieuw artikel 16 bis)


In het algemeen neemt de vraag naar gedetailleerdere en tijdiger, vaak bijna realtime officiële statistieken toe, maar het vermogen om aan die eisen te voldoen is vooral van cruciaal belang in tijden van crisis, zoals de recente COVID-19-pandemie en de energiecrisis als gevolg van de Russische militaire agressie tegen Oekraïne. Binnen de gebruikelijke planningscyclus beslaat de incubatietijd voor een nieuwe statistiek doorgaans meerdere jaren, maar als de vraag dringend en belangrijk is, is een versnelde oplossing nodig met passende waarborgen voor alle partners en voor de kwaliteit en harmonisatie van de daaruit voortvloeiende statistische informatie. Het ESS moet sneller kunnen reageren of proactief kunnen innoveren om met Europese statistieken te reageren op dergelijke uitzonderlijke en ongeplande politieke eisen waaraan niet kan worden voldaan in het kader van de uitvoering van het zevenjarige programmeringstijdschema van het Europees statistisch programma. De mogelijkheid voor de Commissie om overeenkomstig artikel 14, lid 2, van Verordening (EG) nr. 223/2009 specifieke acties ter uitvoering van het Europees statistisch programma vast te stellen, volstaat daarom niet.

Daarom wordt een nieuwe bepaling voorgesteld die voorziet in mogelijke statistische maatregelen op Europees niveau om te voorzien in dringende informatiebehoeften die zich voordoen in tijden van crisis en naar aanleiding van noodmechanismen die worden geactiveerd overeenkomstig de procedures van het Unierecht.

In dergelijke situaties moet de Commissie (Eurostat), in nauwe samenwerking met het ESS-comité, tijdelijke statistische maatregelen onderzoeken die op Europees niveau moeten worden geïnitieerd en uitgevoerd. Het voordeel voor politieke belanghebbenden en beleidsmakers van een dergelijke grotere onmiddellijke responsiviteit binnen het ESS zou erin bestaan tijdig statistische output en inzichten te ontvangen die in alle EU-lidstaten vergelijkbaar zijn.

Deze statistische acties kunnen bestaan uit de productie van statistieken op basis van nieuwe tijdelijke gegevensverzamelingen of het verschaffen van aanvullende inzichten op basis van bestaande gegevens. De acties kunnen ook de ontwikkeling omvatten van nieuwe methoden en andere gecoördineerde maatregelen om de continuïteit, consistentie en vergelijkbaarheid van de in tijden van crisis geleverde Europese statistieken te waarborgen.

Bij het vaststellen van de behoefte aan statistische maatregelen moet de Commissie (Eurostat) het ESS-comité tijdig en op transparante wijze informeren en raadplegen. De nationale bureaus voor de statistiek kunnen besluiten zich aan te sluiten bij en deel te nemen aan de statistische acties. De Commissie moet ook de bevoegdheid krijgen om uitvoeringshandelingen vast te stellen waarin de relevante termijnen, frequentie en kwaliteitsvereisten voor deze statistische acties worden gespecificeerd.

Bovendien kan het worden gebruikt als aanvulling op de bestaande crisisresponsinstrumenten van de EU, om te zorgen voor tijdige en relevante statistieken voor empirisch onderbouwde besluitvorming binnen die instrumenten.

5.

Verbetering van de tijdige toegang tot administratieve gegevens voor Europese statistieken (voorstel tot wijziging van artikel 17 bis)


Voorgesteld wordt de eis aan te scherpen dat de nationale overheidsinstanties die belast zijn met administratieve gegevensbronnen die relevant zijn voor de ontwikkeling, productie en verspreiding van Europese statistieken, de nationale bureaus voor de statistiek en andere nationale instanties7 in staat moeten stellen om kosteloos toegang te krijgen tot administratieve gegevens en deze te hergebruiken en te integreren in voldoende tijd en frequentie om statistieken te produceren en in te dienen bij de Commissie (Eurostat) binnen de termijnen en in overeenstemming met de in de statistische wetgeving vastgestelde kwaliteitseisen.

Daarnaast wordt een verfijning en verduidelijking ingevoerd dat de Commissie (Eurostat) op verzoek toegang krijgt tot relevante gegevens en metagegevens uit databanken en interoperabiliteitssystemen die worden onderhouden door organen en agentschappen van de Unie, en deze tijdig kan hergebruiken, wanneer dit noodzakelijk is voor de ontwikkeling, productie en verspreiding van Europese statistieken. Daartoe zal de Commissie (Eurostat) samenwerken met de relevante organen en agentschappen van de Unie, teneinde de vereiste gegevens en metagegevens op maat, de operationele modaliteiten voor het hergebruik van gegevens en de nodige fysieke en logische waarborgen te specificeren.

Zorgen voor duurzame toegang tot gegevens in particulier bezit die ontstaan als bijproduct van digitale diensten en het internet der dingen voor Europese statistieken (voorstel voor nieuwe artikelen 17 ter, 17 quater, 17 quinquies en 17 sexies)

In de nieuwe artikelen 17 ter, 17 quater, 17 quinquies en 17 sexies, in hoofdstuk III over “Productie van Europese statistieken”, wordt voorgesteld particuliere gegevenshouders te verplichten om op verzoek gegevens onder bepaalde voorwaarden ter beschikking te stellen van de nationale bureaus voor de statistiek of de Commissie (Eurostat). Het voorgestelde mechanisme vormt een evenredig, beperkt en voorspelbaar kader op Europees niveau dat doeltreffend is om deze gegevens beschikbaar te stellen voor de productie van Europese statistieken en tegelijkertijd zorgt voor rechtszekerheid en de responslast voor bedrijven tot een minimum beperkt. Dit mechanisme doet echter geen afbreuk aan de in de sectorale wetgeving vastgelegde rapportageverplichtingen voor statistische respondenten, noch aan de verplichting voor gegevenshouders om gegevens beschikbaar te stellen op basis van uitzonderlijke behoeften in overeenstemming met de dataverordening8.

Het voorstel voorziet in een motiveringsprocedure in twee fasen, waarbij de noodzaak om toegang te krijgen tot een nieuwe gegevensbron eerst moet worden vastgesteld op het niveau van een jaarlijks werkprogramma voor Europese statistieken. De motivering in het jaarlijkse werkprogramma zou een voorafgaande voorwaarde zijn voor de tweede fase, waarin de nationale bureaus voor de statistiek of de Commissie (Eurostat) daadwerkelijk individuele verzoeken zullen indienen bij particuliere gegevenshouders tot beschikbaarstelling van bepaalde gegevens voor de opstelling van bepaalde statistieken (binnen de reikwijdte van de motivering in de eerste fase). Dergelijke verzoeken moeten in verhouding staan tot de statistische behoeften, duidelijk het doel van het verzoek aangeven en de belangen eerbiedigen van de particuliere gegevenshouder die wordt verzocht de gegevens beschikbaar te stellen.

Hoewel de nationale bureaus voor de statistiek de belangrijkste toegangspunten zullen zijn voor gegevens in particulier bezit voor het opstellen van Europese statistieken, kan de Commissie (Eurostat) in sommige gevallen beter in staat zijn om het eerste toegangspunt tot gegevens van bedrijven te zijn. Dit geldt met name voor gebieden waar een ESS-gegevensverzamelingsaanpak doeltreffender zou kunnen zijn, zoals wanneer gegevens in het bezit zijn van ondernemingen die op Uniebrede schaal actief zijn. Voorts beoogt het voorstel een verplichting tot samenwerking en wederzijdse bijstand tussen de nationale bureaus voor de statistiek in te voeren om buitensporige verzoeken van particuliere gegevenshouders te voorkomen en te zorgen voor een aanpak van gegevensminimalisering.

Aan de Commissie moet de bevoegdheid worden verleend om door middel van uitvoeringshandelingen de regelingen voor het beschikbaar stellen van de gegevens vast te stellen, zoals het gegevensformaat, de vereisten inzake metagegevens, een gemeenschappelijk sjabloon dat moet worden gebruikt bij het indienen van een verzoek of de feitelijke manier om toegang tot de gegevens te krijgen, waarbij de verplichting om gegevens beschikbaar te stellen die duidelijk verschillende mogelijkheden moet bestrijken, waaronder de doorgifte van gegevens, het gebruik van een beveiligd berekeningskader van een derde partij of het verzenden van een algoritme aan de particuliere gegevenshouder.

De bepalingen bevatten verplichtingen voor de nationale bureaus voor de statistiek en de Commissie (Eurostat) bij het hergebruik van gegevens die beschikbaar zijn gesteld voor de ontwikkeling en productie van Europese statistieken. De nationale bureaus voor de statistiek en de Commissie (Eurostat) mogen deze gegevens met name uitsluitend voor statistische doeleinden gebruiken en in overeenstemming met de beginselen van statistische geheimhouding en kosteneffectiviteit, en deze gegevens niet delen met derden, tenzij de gegevenshouder daarmee heeft ingestemd. Daarnaast nemen de nationale bureaus voor de statistiek en de Commissie (Eurostat) passende maatregelen om de statistische vertrouwelijkheid en bedrijfsgeheimen te beschermen en om andere legitieme belangen van particuliere gegevenshouders in acht te nemen, waaronder de kosten en inspanningen die nodig zijn om de gegevens beschikbaar te stellen. De Commissie (Eurostat) publiceert een beschrijving van de belangrijkste categorieën kosten in verband met de gegevensverwerking waarvoor de gegevenshouder een vergoeding kan worden toegekend en de methode voor de berekening van deze kosten.

6.

Bevordering van het delen van gegevens binnen het ESS (voorstel voor een nieuw artikel 17 septies)


Voorgesteld wordt om in het huidige hoofdstuk III over “Productie van Europese statistieken” nieuwe bepalingen op te nemen over het delen van gegevens tussen NSI’s onderling en tussen de NSI’s en de Commissie (Eurostat), uitsluitend met het oog op de ontwikkeling en productie van Europese statistieken en de verbetering van de kwaliteit ervan, indien relevant en noodzakelijk. Bijvoorbeeld in gevallen zoals de waarneming van grensoverschrijdende fenomenen die niet kunnen worden gemeten als som van nationale ramingen.

Het delen van gegevens wordt beschouwd als een manier om de toegang tot gegevensbronnen binnen het ESS te verbeteren voor zowel statistische ontwikkeling als productie en om gegevensanalysedoeleinden te ondersteunen. De NSI’s en de Commissie (Eurostat) die deelnemen aan het delen van gegevens binnen het ESS, bieden alle nodige waarborgen met betrekking tot de fysieke en logische bescherming van de vertrouwelijkheid van gegevens. Het delen van gegevens moet worden vergemakkelijkt door het gebruik van een beveiligde infrastructuur die de technische integriteit en vertrouwelijkheid van gegevensverwerking waarborgt.

Wanneer de betrokken gegevens vertrouwelijke gegevens zijn in de zin van artikel 3 van deze verordening of persoonsgegevens overeenkomstig de Verordeningen (EU) 2016/679 en (EU) 2018/1725, is het delen van die gegevens toegestaan en kan deze op vrijwillige basis plaatsvinden, op basis van privacybevorderende technologieën.

Ontwikkeling van Europese statistieken (voorstel voor een nieuw hoofdstuk III bis over “Ontwikkeling van Europese statistieken” met een nieuw artikel 17 octies)

Het voorstel introduceert een nieuw hoofdstuk III bis over “Ontwikkeling van Europese statistieken”, dat betrekking heeft op statistieken die in ontwikkeling zijn, soms “experimentele statistieken” genoemd. Het doel is een kader te creëren waarbinnen Europese statistieken op specifieke gebieden kunnen worden ontwikkeld als onderdeel van een collectieve inspanning van het ESS, waarbij nieuwe technologieën en nieuwe inzichten geleidelijk worden geïntegreerd. De Commissie (Eurostat) kan, in nauwe samenwerking met het ESS-comité, op gecoördineerde wijze een begin maken met de ontwikkeling van nieuwe statistische outputs en inzichten in het ESS.

7.

Verspreiding van Europese statistieken (voorstel voor een nieuw lid 4 in artikel 18)


Voorgesteld wordt te profiteren van het feit dat de lidstaten soms Europese statistieken op nationaal niveau zullen publiceren vóór de in de desbetreffende sectorale wetgeving vastgestelde indieningstermijnen. Zodra deze gegevens zijn gepubliceerd, moet de Commissie (Eurostat) die gegevens onmiddellijk daarna kunnen verspreiden en aldus bijdragen tot een grotere tijdigheid op Europees niveau, mits de relevante definities en classificaties in acht worden genomen.

8.

Hergebruik van openbaar beschikbare gegevens (voorstel voor een gewijzigd artikel 25)


Om een efficiënter gebruik van openbaar beschikbare gegevens te waarborgen, wordt voorgesteld de formulering van artikel 25 te wijzigen.

Nieuwe functies van NSI’s in de nationale kaders voor gegevensbeheer (voorstel voor een nieuw artikel 26 bis)

Ook wordt voorgesteld dat nationale bureaus voor de statistiek, in overeenstemming met het subsidiariteitsbeginsel, op nationaal niveau functies op zich kunnen nemen in de nationale kaders voor gegevensbeheer, met inbegrip van die waarin de datagovernanceverordening voorziet, met als doel de integratie en interoperabiliteit van gegevens, de beschrijving van metagegevens, kwaliteitsborging en de vaststelling van normen te bevorderen en nieuwe gegevensbronnen te identificeren die moeten worden gebruikt voor statistieken die in ontwikkeling zijn. Deze functies moeten worden uitgevoerd overeenkomstig de statistische beginselen van deze verordening.

9.

Evaluatie- en herzieningsclausule (voorstel voor een nieuw artikel 27 bis)


In overeenstemming met het akkoord tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie over beter wetgeven wordt voorgesteld een herzieningsclausule op te nemen.