Toelichting bij COM(2023)377 - Voortgangsverslag over pijler 1

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

dossier COM(2023)377 - Voortgangsverslag over pijler 1.
bron COM(2023)377
datum 30-06-2023
1. Inleiding

De modelvoorschriften ter bestrijding van mondiale grondslaguitholling (Global Anti-Base Erosion of GloBE) met betrekking tot pijler twee van de verklaring van oktober 2021 van het inclusief kader inzake grondslaguitholling en winstverschuiving (BEPS)1 zijn op 14 december 2021 goedgekeurd en op 20 december 2021 door de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) bekendgemaakt2. De OESO legt momenteel de laatste hand aan de technische werkzaamheden met betrekking tot bepaalde aspecten van de administratieve richtsnoeren (waaronder de “Qualified Domestic Minimum Top-up Tax Safe Harbour”, de “Transitional Under Taxed Profit Rule Safe Harbour” en de “GloBE Information return”) en is voornemens deze werkzaamheden tegen juli 2023 af te ronden.

De GloBE-modelvoorschriften met betrekking tot pijler twee zijn in EU-recht omgezet door middel van de richtlijn tot waarborging van een mondiaal minimumniveau van belastingheffing voor groepen van multinationale ondernemingen en omvangrijke binnenlandse groepen in de Unie van 15 december 2022 (richtlijn inzake de tweede pijler)3. Krachtens artikel 57 van die richtlijn moet de Commissie uiterlijk op 30 juni 2023 bij de Raad een verslag indienen over de uitvoering van pijler 1 van de verklaring van oktober 2021. Dit verslag bevat een korte beoordeling van de stand van zaken met betrekking tot de onderhandelingen in de OESO over pijler 1. Aangezien de werkzaamheden met betrekking tot pijler 1 momenteel nog lopen op OESO-niveau, bevat dit verslag een beoordeling van de uitvoering van pijler 1 op het moment dat dit verslag werd opgesteld.

 


2. Beoordeling van de uitvoering van pijler 1

Pijler 1 bestaat uit twee hoofdcomponenten4. Bedrag A biedt een nieuw belastingrecht op een deel van de restwinsten5 van de grootste en meest winstgevende multinationale ondernemingen ter wereld aan marktjurisdicties. Bedrag B is bedoeld om de toepassing van het zakelijkheidsbeginsel op nationale basismarketing- en distributieactiviteiten te vereenvoudigen en te stroomlijnen6.

Het inclusief kader inzake BEPS heeft vormgegeven aan het akkoord over de belangrijkste elementen van het Bedrag A, zoals weergegeven in de verklaring van oktober 2021. Het inclusief kader inzake BEPS heeft de taskforce digitale economie van de OESO opdracht gegeven vooruitgang te boeken met de technische werkzaamheden. In het voortgangsverslag van juli 2022 over Bedrag A van pijler 17 werden de volgende kernelementen van Bedrag A genoemd:

- de regels voor het toepassingsgebied met drempels die ervoor moeten zorgen dat Bedrag A alleen van toepassing is op grote en zeer winstgevende groepen. Deze regels sluiten inkomsten en winsten uit winningsactiviteiten en gereguleerde financiële diensten uit van het toepassingsgebied van Bedrag A;

- een “special purpose nexus” waarmee wordt vastgesteld welke jurisdicties in aanmerking komen voor Bedrag A, en gedetailleerde regels voor het genereren van inkomsten die voorzien in een methodologie om te bepalen waar de inkomsten van een groep worden gegenereerd;

- de regels inzake de belastinggrondslag die voorzien in de stappen voor de berekening van de winst (of het verlies) van een groep die (of dat) zal worden gebruikt voor de berekening van Bedrag A;

- de regels voor winsttoerekening op basis van een formule die 25 % van de winst van een groep bovenop de 10 % winstgevendheid over de inkomsten van de groep toewijst aan in aanmerking komende marktjurisdicties, en rekening houdt met de veilige haven voor marketing en distributie voor marktjurisdicties met bestaande belastingrechten op de restwinst van de groep;

- regels ter voorkoming van dubbele belasting die voortvloeit uit de toepassing van het Bedrag A als overlappend met het bestaande winsttoerekeningssysteem;

- en een proces van fiscale zekerheid voor de nieuwe regels inzake Bedrag A en alle daarmee verband houdende kwesties.

De regels inzake Bedrag A die voor de leden van de taskforce digitale economie al aanvaardbaar lijken, worden vertaald in bepalingen voor opname in een multilateraal verdrag en een toelichting van het OESO-secretariaat. In het multilateraal verdrag zullen de wettelijke verplichtingen van de partijen worden vastgesteld om Bedrag A op gecoördineerde en consistente wijze ten uitvoer te leggen. De toelichting zal commentaren en interpretaties van de regels van het multilateraal verdrag bevatten.

De technische werkzaamheden van de taskforce digitale economie zijn nog niet afgerond. In de komende weken zijn verschillende vergaderingen gepland. De elementen van het multilaterale verdrag die nog worden besproken, zijn onder meer: het wegwerken van dubbele belasting, de veilige haven voor marketing en distributie en de behandeling van bronbelasting, de standstill en terugdraaiing van digitaledienstenbelastingen en andere relevante soortgelijke unilaterale maatregelen, de invoering van een autonome binnenlandse bedrijfsvrijstelling en de uitzondering voor defensieve inkomsten, alsmede de voorwaarde van inwerkingtreding.

Het OESO-secretariaat streeft ernaar de technische werkzaamheden uiterlijk op 10-12 juli 2023 af te ronden en het pakket van het multilateraal verdrag en de toelichting te presenteren. Aangezien jurisdicties om binnenlandse redenen meer tijd nodig hebben voordat zij het multilateraal verdrag ondertekenen, zal de ondertekeningsceremonie van het multilateraal verdrag naar verwachting eind 2023 plaatsvinden.

Het OESO-secretariaat is ook van plan om in juli een voorlopig akkoord te hebben over de belangrijkste componenten van Bedrag B dat eind 2023 aan een valideringsfase wordt onderworpen. De OESO streeft er met name naar overeenstemming te bereiken over de volgende elementen van Bedrag B:

- het toepassingsgebied, met verdere werkzaamheden die tegen het einde van het jaar moeten worden verricht om de lijst van uitgesloten activiteiten en de geschiktheid van de prijsstellingsmethode voor digitale goederen beter te definiëren;

- de start van een valideringsfase van het prijskader die tot het einde van het jaar zal lopen en die de start van een nieuwe openbare raadpleging met zich meebrengt;

- een uitvoeringskader waarin wordt erkend dat Bedrag B in januari 2024 in de OESO-richtlijnen voor verrekenprijzen zal worden opgenomen, met een evaluatie van Bedrag B na drie jaar uitvoering.


3. Conclusie

De Commissie is ingenomen met de grote inspanningen en de vooruitgang die tot dusver is geboekt en dringt er bij alle deelnemers op aan nog een laatste inspanning te leveren om overeenstemming te bereiken over het multilateraal verdrag met het oog op de uitvoering van pijler 1. De Commissie staat volledig achter het voornemen van het OESO-secretariaat om het multilateraal verdrag en de toelichting af te ronden en het pakket in juli 2023 te presenteren om ervoor te zorgen dat het multilateraal verdrag zo spoedig mogelijk kan worden ondertekend. Dit is een gelegenheid om een historisch akkoord op het gebied van internationale belastingen te bereiken en de werkzaamheden met betrekking tot de twee-pijler-oplossing van de verklaring van oktober 2021 af te ronden. De Commissie zal alles in het werk stellen om te zorgen voor een tijdige en consistente uitvoering van pijler 1 op EU-niveau.

1 https://www.oecd.org/tax/beps

2 https://www.oecd-ilibrary.org/docserver

3 Richtlijn (EU) 2022/2523 van de Raad van 15 december 2022 tot waarborging van een mondiaal minimumniveau van belastingheffing voor groepen van multinationale ondernemingen en omvangrijke binnenlandse groepen in de Unie (PB L 328 van 22.12.2022, blz. 1).

4 Zie voor meer details de blauwdruk voor pijler 1: https://www.oecd-ilibrary.org/docserver

5 Voor het bedrag A wordt de restwinst van de groep aangemerkt als de winst boven de winstgevendheidsdrempel van 10 % van het rendement van de verkoop (“return on sale”) van de groep.

6 Het zakelijkheidsbeginsel is de internationale norm die OESO-lidstaten zijn overeengekomen om de verrekenprijzen voor fiscale doeleinden vast te stellen.

7 https://www.oecd.org/tax/beps

NL NL