Toelichting bij COM(2023)335 - Platform voor strategische technologieën voor Europa ("STEP")

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel

Het langetermijnengagement van de EU voor een groene en digitale transitie en de impact op de industrie in de EU.

De EU is een aantrekkelijke bestemming voor duurzame investeringen. De Europese interne markt heeft de afgelopen 30 jaar zeer aanzienlijke economische voordelen opgeleverd, waardoor het bbp van de EU op lange termijn tot 9 % hoger ligt dan het geval zou zijn geweest zonder de interne markt1. Het Europese bedrijfsmodel is gebaseerd op openheid en de EU biedt een bedrijfsvriendelijk klimaat. Het Europees sociaal model biedt onderwijs en opleiding van hoge kwaliteit voor iedereen, goed functionerende stelsels voor sociale bescherming, volksgezondheid en milieubescherming. Samen met billijke mededinging en een ongeëvenaard regelgevingskader dat gericht is op de dubbele digitale en groene transitie en op veerkracht, draagt dit bij tot de nodige voorspelbaarheid voor investeerders.

Het versterken van het concurrentievermogen en de veerkracht in strategische sectoren en het verminderen van de afhankelijkheid van de Europese economie door middel van de groene en digitale transformaties waren de afgelopen jaren het kompas van de EU. Met NextGenerationEU,2 het paradepaardje van het economisch herstelprogramma van de EU, heeft de EU de kloof met de productieniveaus van vóór de pandemie al in de zomer van 2021 gedicht. Het geld dat naar de dubbele groene en digitale transitie gaat, maakt onze economie concurrerender. De ongekende inspanningen van de lidstaten om cruciale hervormingen door te voeren, vergroten de veerkracht van de EU.

De EU-industrie heeft haar ingebouwde veerkracht bewezen, maar wordt op de proef gesteld. Hoge inflatie, tekorten aan arbeidskrachten en vaardigheden, demografische veranderingen, verstoringen van de toeleveringsketens na COVID-19, stijgende rentevoeten en pieken in energiekosten en inputprijzen drukken op het concurrentievermogen van de EU-industrie. Dit gaat gepaard met hevige, maar niet altijd billijke mededinging op de gefragmenteerde wereldmarkt. De invoering en schaalvergroting van bepaalde kritieke en opkomende technologieën in strategische sectoren binnen de Unie wordt essentieel om de kansen te grijpen en de doelstellingen van de groene en digitale transitie te verwezenlijken, strategische afhankelijkheden te verminderen en grensoverschrijdende investeringen in de hele eengemaakte markt te vergemakkelijken. Daarom is onmiddellijke actie nodig ter ondersteuning van de ontwikkeling of productie in de Unie, of de bescherming en versterking van hun waardeketens, van kritieke technologieën op de volgende gebieden: diepe en digitale technologieën, schone technologieën en biotechnologieën. De Unie moet ook de tekorten aan arbeidskrachten en vaardigheden in deze strategische sectoren aanpakken.

De EU heeft al verschillende initiatieven voorgesteld om haar industrie te ondersteunen. Het industrieel plan voor de Green Deal3 heeft als doel het concurrentievermogen van Europa's nettonulindustrie te vergroten, de volumes die nodig zijn voor kritieke grondstoffen veilig te stellen en de snelle overgang naar klimaatneutraliteit te ondersteunen. Het biedt een gunstiger klimaat voor de opschaling van de productiecapaciteit van de EU op het gebied van schone technologie. Het plan is gebaseerd op vier pijlers: een voorspelbaar en vereenvoudigd regelgevingskader, versnelde toegang tot financiering, het verbeteren van vaardigheden, en open handel voor veerkrachtige toeleveringsketens. Met de Europese innovatieagenda4 streeft de EU ernaar Europa een voortrekkersrol te geven in de nieuwe golf van deeptech-innovatie en start-ups. Een van de belangrijkste doelstellingen is het verbeteren van de toegang tot financiering voor Europese start-ups en scale-ups, bijvoorbeeld door onbenutte bronnen van particulier kapitaal aan te boren en de noteringsregels te vereenvoudigen. Bovendien heeft de Commissie in maart 2023 een nieuw tijdelijk crisis- en transitiekader voor staatssteun goedgekeurd5. De lidstaten hebben meer flexibiliteit om steunmaatregelen te ontwerpen en uit te voeren in sectoren die cruciaal zijn voor de overgang naar klimaatneutraliteit. De lidstaten zijn momenteel ook bezig hun nationale herstel- en veerkrachtplannen aan te passen om er REPowerEU-hoofdstukken in op te nemen6. Dit is een cruciale kans om onmiddellijke steun te verlenen aan bedrijven en hun concurrentievermogen te stimuleren, zonder onnodige strategische afhankelijkheden te creëren.

Hoewel deze oplossingen snelle en gerichte steun bieden, heeft de EU een structureler antwoord nodig op de investeringsbehoeften van haar industrieën. Zoals voorzitter Von der Leyen in de toespraak over de Staat van de Unie van 14 september 20227 heeft aangegeven, moet ervoor worden gezorgd dat de toekomst van de industrie in Europa tot stand komt. Bovendien vereist een gemeenschappelijk Europees industriebeleid gemeenschappelijke Europese financiering8. Vandaar de noodzaak om een platform voor strategische technologieën voor Europa ("STEP") op te zetten.

Het platform is gericht op het behoud van een Europese voorsprong op het gebied van kritieke en opkomende technologieën die relevant zijn voor de groene en digitale transitie, en van computertechnologieën, waaronder micro-elektronica, kwantumcomputing en kunstmatige intelligentie; biotechnologie en biofabricage, en nettonultechnologieën. De Europese Raad erkende dat dit probleem moet worden aangepakt en beval aan te “zorgen voor een volledige mobilisering van de beschikbare financiering en de bestaande financiële instrumenten, en deze flexibeler in te zetten, zodat in strategische sectoren tijdig gerichte steun kan worden verleend en de doelstellingen van het cohesiebeleid tegelijk gewaarborgd blijven”9. Op die manier moet het STEP ook particulier kapitaal helpen mobiliseren om het concurrentievermogen van Europese bedrijven op het gebied van deze technologieën in de mondiale arena te ondersteunen, wat op zijn beurt zal leiden tot binnenlandse capaciteitsopbouw.

Het centraal stellen van het STEP in de EU-begroting is de meest doeltreffende oplossing. De overgang naar klimaatneutraliteit, veerkracht en digitale technologieën zijn al leidende beginselen van het meerjarig financieel kader: 30 % van het MFK van 2 biljoen EUR voor 2021-2027, dat de herstelprogramma's van NextGenerationEU omvat, wordt besteed aan klimaatmaatregelen en meer dan 20 % van de herstel- en veerkrachtfaciliteit is bestemd voor digitaal beleid. Daarnaast ondersteunt het programma Digitaal Europa het aanbieden van digitale technologie aan bedrijven, burgers en overheden. De EU-begroting is ook het ultieme EU-instrument om de interne markt en gemeenschappelijke acties te ondersteunen met toegevoegde waarde op EU-niveau, waarbij schaalvoordelen, doeltreffendheid en solidariteit worden gewaarborgd en een duidelijke politieke boodschap wordt afgegeven dat de EU gezamenlijk de uitdagingen aangaat.

De oprichting van STEP is volledig in overeenstemming met de ambities van de Europese partners. De Inflation Reduction Act van de Verenigde Staten zal tegen 2032 meer dan 360 miljard USD (ongeveer 330 miljard EUR) activeren. De groene transformatieplannen van Japan zijn erop gericht om tot 20 biljoen JPY (ongeveer 140 miljard EUR) op te halen10. India heeft het Production Linked Incentive Scheme voorgesteld om het concurrentievermogen in sectoren als fotovoltaïsche zonne-energie en accu's te vergroten. Het Verenigd Koninkrijk, Canada en vele andere hebben ook hun investeringsplannen voor schone technologieën gepresenteerd. Het is belangrijk dat alle partijen ervoor zorgen dat de financiering zo min mogelijk verstorend werkt. Versterking van de transparantie en het overleg over industriële subsidies op internationaal niveau is net zo belangrijk voor het behoud en de verbetering van het bestaande - zij het onvolledige - gelijke speelveld waarop de welvaart van de EU en de wereld is gebouwd.

Overzicht van de EU-begroting voor de groene en digitale transitie

De EU heeft verschillende fondsen en programma's binnen en buiten de begroting om steun te bieden aan diepe en digitale technologieën, schone technologieën en biotechnologieën. Deze instrumenten omvatten met name de fondsen in het kader van het cohesiebeleid, de herstel- en veerkrachtfaciliteit, het innovatiefonds, InvestEU, het Europees Defensiefonds en Horizon Europe.

- Het cohesiebeleid ondersteunt de groene (110 miljard EUR) en digitale (36,6 miljard EUR) transitie in de lidstaten en regio's, waaronder in totaal 85 miljard EUR uit het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO), het cohesiefonds (CF) en het Fonds voor rechtvaardige transitie (JTF) - de belangrijkste fondsen van de EU in het kader van het regionale ontwikkelingsbeleid - om de energietransitie in de EU te ondersteunen.

- De herstel- en veerkrachtfaciliteit en REPowerEU, het plan van de EU om Europa onafhankelijk te maken van Russische fossiele brandstoffen, bieden lidstaten ongekende mogelijkheden om groene en digitale investeringen en hervormingen te financieren.

- Gebruikmaken van de inkomsten uit het EU-emissiehandelssysteem (ETS)11

- Het moderniseringsfonds (60 miljard EUR) biedt 13 begunstigde lidstaten aanzienlijke steun om hun energietransitie te versnellen.

- Het sociaal klimaatfonds (86 miljard EUR) zal de lidstaten aanzienlijke steun bieden om kwetsbare groepen te helpen de gevolgen van de groene transitie op te vangen.

- Het innovatiefonds (43 miljard EUR) zal tot 2030 financiering verstrekken voor innovatieve koolstofarme technologieën, ook voor de fabricage van deze technologieën, bijvoorbeeld om energie-intensieve industrieën te helpen, of koolstofafvang en -opslag, innovatieve hernieuwbare energieopwekking of energieopslag te ontwikkelen.

- InvestEU draagt zowel bij aan de groene transitie als aan digitalisering. In totaal draagt 30 % van de InvestEU-garantie (d.w.z. 7,8 miljard EUR) en 60 % van het onderdeel duurzame infrastructuur (5,9 miljard EUR) bij aan klimaatdoelstellingen. Verder wordt verwacht dat meer dan 2 miljard EUR kan bijdragen aan digitale doelstellingen en meer dan 1 miljard EUR aan investeringen in biotechnologie en geneesmiddelen.

- Horizon Europe, het belangrijkste onderzoeks- en innovatieprogramma van de EU, zal 20,2 miljard EUR uittrekken voor onderzoek en ontwikkeling op het gebied van schone technologie; 11,5 miljard EUR voor biotechnologie en medicijnen en 19,3 miljard EUR voor digitale technologieën.

- Het programma Digitaal Europa, met een totale begroting van 7,6 miljard EUR, ondersteunt digitale technologieën.

- Het Europees Defensiefonds, met een begroting van 8 miljard EUR, ondersteunt onderzoek en ontwikkeling van ultramoderne en interoperabele defensietechnologie en -uitrusting.

Hoewel de EU gestaag financiering heeft verstrekt voor zowel de groene als de digitale transitie, zijn de fondsen over het algemeen verspreid over verschillende uitgavenprogramma's en volgen ze verschillende regels. Door gebruik te maken van bestaande instrumenten en bestuurskaders kan de uitvoering worden versneld en kunnen grotere bedragen aan financiële steun worden gemobiliseerd. Dit is het doel van het STEP.

Platform voor strategische technologieën voor Europa (STEP)

Het STEP zal de nodige voorwaarden creëren voor een effectiever, efficiënter en gerichter gebruik van de bestaande EU-middelen en tegelijkertijd bijdragen tot gelijke voorwaarden op de eengemaakte markt om de cohesie bewaren. Het zal ook helpen om bestaande financiering naar de relevante projecten te leiden en de uitvoering te versnellen op een aantal subgebieden die als cruciaal voor het leiderschap van Europa worden aangemerkt. De keuze voor stroomlijning en een beter gebruik van bestaande instrumenten in plaats van het creëren van een geheel nieuw instrument beantwoordt aan de oproep van de Europese Raad en heeft drie belangrijke voordelen. Ten eerste, timing. De invoering van een nieuw instrument neemt ten minste 12 tot 18 maanden in beslag terwijl het samenbrengen van bestaande instrumenten veel sneller kan gaan. Dit vormt een onbetwistbaar voordeel voor de begunstigden van EU-financiering, aangezien zij sneller de vruchten van EU-financiering kunnen plukken. Ten tweede zou het aanpassen van de bestaande instrumenten de mogelijkheden vergroten om verschillende financieringsbronnen te combineren - zowel onder direct als onder gedeeld beheer - wat zou leiden tot een efficiënter gebruik van middelen. Ten slotte zal het ook voor projectontwikkelaars en programmabeheerders eenvoudiger zijn om op deze bestaande instrumenten voort te bouwen. Met behulp van het soevereiniteitsportaal zal alle informatie over financieringsmogelijkheden worden gecentraliseerd. Bovendien zal het de administratieve last voor projectontwikkelaars en programmabeheerders beperken en het risico op overlappingen tussen instrumenten minimaliseren.

Het STEP beoogt de Unie in staat te stellen om snel te reageren op risico's voor bedrijven die van cruciaal belang zijn voor de waardeketens van de Unie en een aanvulling te ontwikkelen voor meerlandenprojecten, zoals belangrijke projecten van gemeenschappelijk Europees belang (IPCEI's), om de toegang van alle lidstaten tot dergelijke projecten te verbeteren en zo de cohesie te waarborgen, de interne markt te versterken en de ongelijke beschikbaarheid van staatssteun tegen te gaan.

Op die basis is de doelstelling van het STEP drieledig.

1.

1. Flexibiliteit bieden in bestaande instrumenten


2.

2. De slagkracht van bestaande instrumenten versterken


3.

3. Synergie tussen bestaande instrumenten creëren



Flexibiliteit bieden in bestaande instrumenten om relevante investeringen beter te ondersteunen

Cohesiefondsen vormen het grootste afzonderlijke EU-beleid dat uit de EU-begroting wordt gefinancierd. Als stimulans voor de lidstaten stelt de Commissie een nieuwe prioriteit voor in alle belangrijke fondsen - het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO), het cohesiefonds (CF) en het Fonds voor rechtvaardige transitie (JTF). De Commissie stelt ook voor om deze fondsen open te stellen voor grote bedrijven in minder ontwikkelde en overgangsregio's, en in meer ontwikkelde regio's van lidstaten met een bbp per hoofd van de bevolking onder het EU-gemiddelde, om meer investeringen in de doelgebieden van het STEP mogelijk te maken. Door financiële prikkels te geven in de vorm van hogere voorfinanciering en EU-financiering worden de lidstaten aangemoedigd om hun programma's opnieuw te prioriteren. In het kader van deze fondsen stelt de Commissie ook een voorfinanciering van 30 % in 2024 voor om de invoering te stimuleren en een verhoging van de EU-financiering tot 100 % voor STEP-projecten.

Bovendien wordt voorgesteld de lidstaten extra flexibiliteit te bieden om de cohesiebeleidsprogramma's 2014-2020 te kunnen uitvoeren. Het regelgevingskader voor de uitvoering van de programma's 2014-2020 voor het cohesiebeleid en het Fonds voor Europese hulp aan de meest behoeftigen (FEAD) is al aangepast om de lidstaten en de regio's extra flexibiliteit te bieden wat betreft de uitvoeringsvoorschriften van het cohesiebeleid, en meer liquiditeit om de gevolgen van de COVID-19-pandemie en de agressieoorlog tegen Oekraïne aan te pakken12. Deze maatregelen, die aan het einde van de programmeringsperiode zijn ingevoerd, vereisen voldoende tijd en administratieve middelen om volledig te kunnen worden benut en uitgevoerd. Daarom wordt voorgesteld de termijnen voor de indiening van de afsluitingsdocumenten voor de periode 2014-2020 met 12 maanden te verlengen. Dit moet de lidstaten helpen die te maken zullen krijgen met extra werklast in verband met de herziening van de operationele programma’s in het kader van het STEP.

Om de lidstaten aan te moedigen om middelen te verstrekken aan InvestEU, het vlaggenschipprogramma van de EU om investeringen in kritieke industrieën te stimuleren, stelt de Commissie voor om de overdrachten naar InvestEU uit de herstel- en veerkrachtplannen van 4 % naar 10 % te verhogen. Dankzij deze extra flexibiliteit om de middelen van de lidstaten in het kader van InvestEU te gebruiken, kunnen de lidstaten profiteren van de gevestigde structuren en de marktexpertise van de uitvoeringspartners van InvestEU en de meestbelovende ondernemingen selecteren en financieren.Wanneer een lidstaat besluit om middelen aan de nationale compartimenten van InvestEU over te dragen voor de uitvoering van een bestaand financieel product van InvestEU dat door de Commissie voor het EU-compartiment is ontwikkeld met uitvoeringspartners van de Unie en internationale uitvoeringspartners, zoals de Europese Investeringsbankgroep en de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling, zodat de lidstaat geen discretionaire inbreng heeft in het ontwerp van het financieel product, dan is de staat door een dergelijk besluit niet verantwoordelijk voor het ontwerp van het financieel product en vormt dat besluit derhalve op zichzelf geen staatssteun. Dit doet geen afbreuk aan de verplichting dat financieringsinstrumenten en begrotingsgaranties van de Unie in overeenstemming moeten zijn met de staatssteunregels overeenkomstig artikel 209, lid 2, punt c), van het Financieel Reglement.

Bovendien zal de Commissie, om de bijdragen van het SRF aan het compartiment van InvestEU in de lidstaten en de opname ervan te vergemakkelijken, de technische richtsnoeren voor de toepassing van het 'verslechteringsverbod' krachtens Verordening (EU) 2021/241 aanpassen zodat financiële producten die in het kader van het InvestEU-fonds worden uitgevoerd, in voorkomend geval kunnen aangeven dat de zes milieudoelstellingen van artikel 17 van Verordening (EU) 2020/852 geen ernstige schade wordt toegebracht door de toepassing van de InvestEU-regels in combinatie met het beleid van de betrokken uitvoeringspartner.

Daarnaast zullen nieuwe STEP-prioriteiten worden opgenomen in het Innovatiefonds, een financieringsprogramma voor de toepassing van nettonul- en innovatieve technologieën; het Europees Defensiefonds, een financieringsprogramma voor onderzoek en ontwikkeling van defensietechnologie, en de Europese Innovatieraad (EIC) in het kader van Horizon Europe, het innovatieprogramma van Europa om baanbrekende technologieën in kaart te brengen, te ontwikkelen en op grotere schaal toe te passen. Bovendien wordt het voor de EIC mogelijk om uitsluitend op kapitaal gebaseerde steun te verlenen aan niet-bancaire kleine midcapondernemingen.

4.

Kapitaalsteun voor STEP-sectoren


Bedrijven die op zoek zijn naar investeringen om op te starten of op te schalen, moeten onderling samenhangende problemen overwinnen, van het verkrijgen van geduldkapitaal tot toegang tot kritieke netwerken en capaciteiten, als ze in Europa willen blijven en effectief willen concurreren in de huidige innovatiegolf.

Figuur: Durfkapitaal per bestemming en per fase (2020-Q1 2023).


Bron: Durfkapitaal wereldwijd - update Dealroom Q1 2023.

De EU heeft twee belangrijke instrumenten voor geldelijke ondersteuning van Europese bedrijven, namelijk het InvestEU-programma en de Europese Innovatieraad. InvestEU is het vlaggenschipprogramma van de EU om particuliere investeringen in de economie van de EU te stimuleren. Het InvestEU-fonds wordt verstrekt via uitvoerende partners, waaronder de Europese Investeringsbank (EIB) en het Europees Investeringsfonds (EIF), die financiële producten inzetten waarmee schuld (inclusief garantie), kapitaal en quasi-kapitaal wordt verstrekt aan ondernemingen en projecten die actief zijn in sectoren die relevant zijn voor de Europese soevereiniteit.

Het EIF maakt met name gebruik van twee aandelenproducten met een totale EU-garantietoewijzing van 5,2 miljard EUR en een indicatieve portefeuille van 8,7 miljard EUR, die gericht zijn op onderzoek, ontwikkeling, commercialisering en schaalvergroting van schone technologieën of duurzame milieuoplossingen en digitale en duurzame infrastructuurprojecten. Medio 2023 heeft het EIF meer dan 100 investeringen goedgekeurd in fondsen die naar verwachting bijna 30 miljard EUR aan investeringen zullen activeren. De EIB biedt uit het eigen vermogen gefinancierde steun in het kader van thematische en risicodragende schuldproducten met een hoog risico, onder andere gericht op de groene transitie, strategische digitale technologieën en sleuteltechnologieën.

De soorten steun die via het EIC kunnen worden verleend, omvatten gemengde financiering, zuivere subsidies en uitsluitend kapitaal onder bepaalde voorwaarden. Overeenkomstig bestaande wetgeving kan uitsluitend op kapitaal gebaseerde steun worden verleend aan niet-bancaire kleine en middelgrote ondernemingen, met inbegrip van start-ups, die reeds steun uitsluitend in de vorm van subsidies hebben ontvangen. Dit initiatief breidt die definitie uit door toe te staan dat uitsluitend op kapitaal gebaseerde steun wordt verstrekt aan niet-bancaire kleine en middelgrote ondernemingen en kleine midcapondernemingen die zich bezighouden met baanbrekende en disruptieve innovatie op het gebied van kritieke technologieën, ongeacht of zij eerder andere soorten steun van de EIC-Accelerator ontvingen. De voorgestelde uitbreiding biedt uitsluitend vermogenssteun aan risicovolle bedrijven met een hoog potentieel die gericht zijn op investeringen tussen de 15 en 50 miljoen EUR en als katalysator fungeren voor financieringsrondes met mede-investeerders tussen de 50 en 250 miljoen EUR.

Het EIC is opgericht in het kader van Horizon Europe om baanbrekende technologieën en innovaties in kaart te brengen en op grotere schaal te ondersteunen, met de nadruk op bedrijven met een hoger risico in een eerdere fase. Een belangrijk onderdeel van de EIC is het EIC-fonds, dat is bedoeld om risico’s te nemen die de markt niet alleen zal nemen en om een kritiek financieringstekort voor deep techbedrijven te dichten. Het EIC-fonds is sinds het najaar van 2022 volledig operationeel en heeft al meer dan 130 investeringsbeslissingen genomen. Het EIC-fonds kan echter niet tegemoetkomen aan de behoeften van een toenemend aantal bedrijven die vervolgfinancieringsrondes of grotere investeringsbedragen nodig hebben. Dit is met name het geval voor kritieke en opkomende technologieën die een hoog risico blijven vormen, maar ook grote hoeveelheden kapitaal nodig hebben om de markt te bereiken. Het nieuwe EIC-fondscompartiment moet voorzien in de behoefte aan grotere investeringsbedragen (meer dan 15 miljoen EUR) en een aanvulling vormen op andere financiële instrumenten en producten van de EU, onder meer in het kader van Invest EU.

De vraag naar investeringen in diepgaande technologie in Europa blijft hoog: in de eerste twee jaar dat de EIC actief was, zijn meer dan 5000 aanvragen ontvangen, wat resulteerde in steun voor meer dan 400 bedrijven. Hiervan zijn 245 bedrijven aanbevolen voor de unieke combinatie van subsidies zonder verwaterende gevolgen naast investeringen via de EIC en 131 van deze bedrijven hebben een investeringsaanbeveling van 5 miljoen EUR of meer ontvangen. Naar schatting zal ongeveer 25 % van de bedrijven die een investering van meer dan 5 miljoen EUR van het EIC hebben gekregen, vervolgfinanciering nodig hebben van gemiddeld 25-35 miljoen EUR: dit komt neer op een pijplijn van 20-30 bedrijven per jaar13 die 0,5 tot 1 miljard EUR per jaar nodig hebben.

Op basis van de huidige ervaring van de EIC zou deze door de EU gesteunde investering een hefboomwerking hebben die tot vijf keer zo groot is als de particuliere investeringen, waardoor onvolkomenheden in de marktwerking in grote mate zouden worden opgelost. Zonder extra steun zouden veel van deze bedrijven zich buiten Europa kunnen vestigen om toegang te krijgen tot grotere financieringsronden of zouden ze ingehaald kunnen worden door concurrenten uit derde landen die beter gefinancierd zijn.

De slagkracht van bestaande instrumenten versterken om relevante investeringen te versnellen

Ten aanzien van de middelen wordt voorgesteld een aanvullend totaalbedrag van 10 miljard EUR toe te wijzen ter ondersteuning van bestaande en beproefde EU-investeringsregelingen die gericht zijn op de versterking van de STEP-investeringen, waarbij de cohesiedoelstellingen behouden blijven en wordt bijgedragen aan gelijke voorwaarden op de eengemaakte markt door te zorgen voor een geografisch evenwichtige spreiding van de in het kader van STEP gefinancierde projecten via de respectieve doelstellingen van de deelnemende programma's, rekening houdend met het vraaggestuurde karakter van bepaalde uitvoeringsprogramma's.

5.

InvestEU


De uitrol ligt goed op schema: 85 % van de initiële garantie is al contractueel vastgelegd met uitvoerende partners, wat neerkomt op 22,3 miljard EUR. Uit de snelle absorptie van de EU-garantie blijkt de grote belangstelling van de markt voor de financieringsmogelijkheden die InvestEU biedt. Dit vraagt om een versterking van de EU-garantie met nog eens 7,5 miljard EUR; daarvoor is een financiële aanvulling van 3 miljard EUR nodig met een voorzieningspercentage van 40 %. Deze extra garantie moet uitsluitend worden gebruikt voor projecten die bijdragen aan de STEP-prioriteiten en kan tot 75 miljard EUR aan investeringen genereren met een gemiddelde multiplicator van 10.

In het kader van InvestEU zal een nieuw STEP-beleidsonderdeel worden opgezet om een extra volume aan begrotingsgaranties te verstrekken aan de uitvoerende partners, die schuld- (inclusief garanties) en vermogensfinancieringsproducten zullen inzetten voor ondernemingen, inclusief kleine en middelgrote ondernemingen, en projecten in de door het STEP ondersteunde sectoren, inclusief investeringen in productie- en toeleveringsketens. InvestEU zal extra investeringen aantrekken, met name van de particuliere sector, door marktfalen en suboptimale investeringssituaties aan te pakken in de sectoren waarop het STEP is gericht. InvestEU kan reeds steun verlenen aan projecten die vallen onder belangrijke projecten van gemeenschappelijk Europees belang (IPCEI's) in de zin van artikel 107, lid 3, punt b), VWEU en de versterking ervan via het vijfde venster zal aldus de mogelijkheid vergroten om dit te doen voor kritieke projecten binnen het toepassingsgebied van STEP .

6.

De Europese Innovatieraad


De EIC is het toonaangevende instrument voor het verstrekken van startkapitaal aan snelgroeiende start-ups. Gezien zijn expertise is de EIC zeer geschikt om de financiering te versterken bij bedrijven die op zoek zijn naar kapitaal voor schaalvergroting na de eerste innovatiefase. Een budgetverhoging van 0,5 miljard EUR in combinatie met 2,13 miljard EUR uit herschikkingen en vrijmakingen zal de EIC in staat stellen ongekende kapitaalinvesteringen te doen van 15 miljoen tot 50 miljoen EUR per onderneming. Met een gemiddelde multiplicator van 5 kan dit leiden tot 13 miljard EUR aan nieuwe kapitaalsteun voor niet-bankabele kleine en middelgrote ondernemingen en kleine mid-caps.

7.

Innovatiefonds


Het innovatiefonds, dat gefinancierd wordt uit de veiling van emissierechten in het kader van het emissiehandelssysteem van de EU, is een van de grootste financieringsprogramma's ter wereld voor de inzet van nettonul- en innovatieve technologieën. Het is gericht op het op de markt brengen van industriële oplossingen om Europa koolstofvrij te maken en richt zich op zeer innovatieve technologieën en processen. Het doel om de juiste financiële prikkels te creëren voor bedrijven om te investeren in schone technologie en hen in staat te stellen om wereldwijde leiders op het gebied van schone technologie te worden, is volledig in lijn met de STEP-doelstellingen. Om tegemoet te komen aan de toenemende behoefte aan innovatie om het concurrentievermogen van de EU op de wereldmarkten in stand te houden, moet de omvang van het Innovatiefonds met 5 miljard EUR worden verhoogd. Conform de doelstellingen om de cohesie te waarborgen en de interne markt te bevorderen, en om de groene transitie en de ontwikkeling van schone technologieën in de hele Unie te ondersteunen, worden de aanvullende financiële middelen beschikbaar gesteld door middel van oproepen tot het indienen van voorstellen die openstaan voor entiteiten uit lidstaten met een gemiddeld bbp per hoofd van de bevolking dat lager is dan het EU-gemiddelde van de EU-27, gemeten in koopkrachtstandaarden (KKS) en berekend op basis van cijfers van de Unie voor de periode 2015-2017. Rekening houdend met de ervaringen tot nu toe, zou dit moeten resulteren in totale investeringen van ongeveer 20 miljard EUR.

8.

Europees Defensiefonds


Het Europees Defensiefonds is van cruciaal belang voor het vergroten van het concurrentievermogen, de innovatie, de efficiëntie en de technologische autonomie van de defensie-industrie van de Unie en het draagt daarmee bij aan de open strategische autonomie van de Unie. Het ondersteunt ook de grensoverschrijdende samenwerking tussen de lidstaten en de samenwerking tussen ondernemingen, onderzoekscentra, nationale overheden, internationale organisaties en universiteiten in de hele Unie, in de onderzoeks- en in de ontwikkelingsfase van defensieproducten en -technologieën. Om aan de groeiende behoeften te voldoen, moet het Europees Defensiefonds met 1,5 miljard EUR worden verhoogd. Rekening houdend met de beperkte ervaring tot nu toe, zou dit kunnen leiden tot totale investeringen van ongeveer 2 miljard EUR.

Samen kunnen de versterkingen van de vier bovengenoemde programma's en instrumenten (InvestEU, Europese Innovatieraad, Innovatiefonds, Europees Defensiefonds) naar verwachting leiden tot ongeveer 110 miljard EUR aan extra investeringen in de kritieke technologieën die onder het STEP vallen.

Door in de cohesiebeleidsfondsen financiële prikkels te geven in de vorm van hogere voorfinanciering en medefinanciering, worden de lidstaten aangemoedigd om hun programma's opnieuw te prioriteren. Elke 5 % herprogrammering voor STEP-prioriteiten leidt tot 18,9 miljard EUR aan beschikbaar gestelde middelen, bovenop de 6 miljard EUR die uit het Fonds voor een rechtvaardige transitie wordt betaald. De verhoging van het plafond van de herstel- en veerkrachtfaciliteit voor het gebruik van middelen voor InvestEU-producten via de nationale compartimenten betekent een extra flexibiliteit voor de lidstaten van 30 miljard EUR die potentieel beschikbaar is voor dergelijke soevereiniteitsinvesteringen.

In totaal kan het geschatte bedrag aan nieuwe investeringen via STEP oplopen tot 160 miljard EUR.

Synergie tussen instrumenten creëren om relevante investeringen beter te ondersteunen

Om toegang te krijgen tot deze fondsen kunnen bedrijven en projectpromotors een nieuwe publiek toegankelijke website raadplegen (het 'soevereiniteitsportaal'). Dit portaal zal informatie verschaffen over relevante financieringsmogelijkheden met de lopende en komende oproepen in het kader van de EU-programma's die bijdragen aan de STEP-doelstellingen, alsook begeleiding en contacten met de bestaande adviescentra.

Bovendien zal een 'soevereiniteitszegel' worden toegekend aan projecten die bijdragen tot de doelstellingen van STEP, op voorwaarde dat het project is beoordeeld en voldoet aan de minimale kwaliteitseisen, met name subsidiabiliteits-, uitsluitings- en toekenningscriteria, die zijn vastgesteld in een oproep tot het indienen van voorstellen in het kader van Horizon Europe, het programma Digitaal Europa, het programma EU4Health, het Europees Defensiefonds of het Innovatiefonds, en ongeacht of het project middelen heeft ontvangen in het kader van die instrumenten. Deze minimale kwaliteitseisen zullen worden vastgesteld met het oog op het identificeren van projecten van hoge kwaliteit. Dit zegel biedt een unieke kans om voort te bouwen op de toepasselijke hoogwaardige evaluatieprocessen in het kader van die instrumenten. Dit zegel zal worden gebruikt als een kwaliteitslabel en zal projecten helpen publieke en private investeringen aan te trekken door aan te tonen dat ze bijdragen aan de doelstellingen van STEP en zo marktdeelnemers helpen bij hun investeringsbeslissingen. Bovendien zal het zegel een betere toegang tot EU-financiering en -financiering bevorderen, met name door cumulatieve of gecombineerde financiering uit verschillende EU-instrumenten te vergemakkelijken. Hierdoor zouden lidstaten bijvoorbeeld rechtstreeks steun uit het EFRO en ESF+ kunnen verlenen aan projecten waaraan een soevereiniteitszegel is toegekend, mits de toepasselijke regels voor staatssteun worden nageleefd.

De Commissie werkt ook aan synergie tussen de regels van het Innovatiefonds en de staatssteunregels om het proces beter te stroomlijnen. De Commissie zal de criteria verder op elkaar afstemmen en de processen stroomlijnen om ervoor te zorgen dat het besluit over staatssteun op hetzelfde moment wordt genomen als het financieringsbesluit uit het Innovatiefonds, op voorwaarde dat de lidstaat tijdig een volledige kennisgeving doet. Een dergelijke synergie wordt ook beoordeeld voor andere geselecteerde EU-instrumenten, waaronder het EIC-fonds.

De Commissie zal de lidstaten ook raadplegen over een voorstel om hogere steunpercentages mogelijk te maken via een bonus voor projecten in het kader van STEP in steungebieden om verdere economische ontwikkeling te stimuleren, zonder afbreuk te doen aan de cohesiedoelstellingen.

Autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor programma's die onder STEP vallen, moeten ook worden aangemoedigd om steun te overwegen voor strategische projecten die zijn bepaald overeenkomstig de verordening nettonulindustrie en de verordening kritieke grondstoffen en die onder het toepassingsgebied van artikel 2 van de verordening vallen, op voorwaarde dat de toepasselijke staatssteunregels worden nageleefd.

STEP – focus op investeringen

Om succesvol te zijn, moet het STEP zich richten op enkele, maar doelgerichte investeringsgebieden. Het platform moet een Europese voorsprong op het gebied van kritieke en opkomende technologieën en aanverwante productie op de volgende gebieden waarborgen en in stand houden14: diepe en digitale technologieën, schone technologieën en biotechnologieën. De reikwijdte van STEP zou daarom gericht zijn op speerpunttechnologieën om de groene en digitale transitie te bevorderen, waarbij zowel de productiekant als de waardeketens worden ondersteund.

Diepe en digitale technologieën

Innovatie, en in het bijzonder de nieuwe golf van diepgaande technologische innovatie, is het Europese antwoord om de uitstoot van broeikasgassen terug te dringen, onze economieën digitaler te maken en Europa's voedsel- en energievoorziening en leveringszekerheid van grondstoffen te garanderen. Deep-techinnovatie, die geworteld is in baanbrekende wetenschap, technologie en engineering, waarbij vooruitgang in de fysieke, biologische en digitale omgeving vaak wordt gecombineerd met het potentieel om transformerende oplossingen te bieden voor mondiale uitdagingen. Deze innovaties hebben het potentieel om innovatie in de hele economie en samenleving te stimuleren en zo het bedrijfslandschap van de EU te veranderen.

Met de Europese innovatieagenda wordt al beoogd Europa een voortrekkersrol te geven in de nieuwe golf van deep-techinnovatie en start-ups. Een van de belangrijkste doelstellingen is het verbeteren van de toegang tot financiering voor Europese start-ups en scale-ups, bijvoorbeeld door onbenutte bronnen van particulier kapitaal te mobiliseren en de regels voor noteringen te vereenvoudigen.

STEP zou een nieuwe dimensie toevoegen aan de inzet van de EU om deze agenda uit te voeren. De EU zal verdere financiering sturen en ook een duidelijke investeringsrichting bepalen. Dit zal investeringen in diepgaande technologie in Europa verder ondersteunen, ten voordele van de EU-economieën en de samenleving als geheel.

Digitale technologieën hebben een grote impact op het concurrentievermogen van de EU-economie als geheel en stimuleren efficiëntie en innovatie. De invoering en integratie ervan in de hele economie zal van vitaal belang zijn voor het algemene concurrentievermogen en de productiviteit15. Om haar industriële leiderschap te behouden, moet de EU een leidende rol spelen in belangrijke digitale technologie.

Schone technologieën

Het concurrentievermogen van de EU in de sector schone energie houdt in dat de EU in staat moet zijn betaalbare, betrouwbare en toegankelijke schone energie te produceren en te gebruiken en te concurreren op de mondiale markten voor schone energie, met als algemeen doel de overgang naar klimaatneutraliteit te ondersteunen en de economie en de bevolking van de EU voordelen te bieden. De EU wordt momenteel geconfronteerd met technologische en niet-technologische uitdagingen, zoals hoge energieprijzen, verstoringen in de toeleveringsketen van kritieke grondstoffen en tekorten aan vaardigheden. Versterking van het concurrentievermogen van de sector schone energie in de EU zal bijdragen tot een groter technologisch leiderschap van de EU en vorm geven aan een veerkrachtiger, onafhankelijker, veiliger en betaalbaarder energiesysteem dat nodig is om deze uitdagingen aan te gaan. In dat verband werd in de mededeling van de Commissie over het industrieel plan voor de Green Deal een uitgebreid plan gepresenteerd om het concurrentievermogen van de Europese industrie met een nettonuluitstoot te versterken en de snelle transitie naar klimaatneutraliteit te ondersteunen; en de verordening nettonulindustrie16 stelt een kader van maatregelen vast om Europa's ecosysteem voor de productie van nettonul-energietechnologieën te versterken.

Sinds 2020 publiceert de Europese Commissie jaarlijkse voortgangsrapporten over het concurrentievermogen van schone energietechnologieën, waarin de huidige en verwachte stand van zaken voor verschillende schone en koolstofarme energietechnologieën en -oplossingen wordt gepresenteerd. Volgens het voortgangsverslag inzake het concurrentievermogen 2022,17 dat de Commissie publiceert in het kader van de governance van de energie-unie en van de klimaatactie, is "de snelle ontwikkeling en inzet van in de EU ontwikkelde schone-energietechnologieën is essentieel voor een kosteneffectieve, klimaatvriendelijke en sociaal rechtvaardige respons op de huidige energiecrisis.” Het verslag bevestigt ook dat meer publieke en particuliere investeringen in onderzoek en innovatie op het gebied van schone energie, schaalvergroting en betaalbare uitrol van cruciaal belang zijn. De regelgevings- en financiële kaders van de EU spelen hierbij een cruciale rol. Samen met de uitvoering van de nieuwe Europese innovatieagenda zijn EU-financieringsprogramma’s, nauwere samenwerking tussen de lidstaten en voortdurend toezicht op nationale O&I-activiteiten van cruciaal belang om een doeltreffend ecosysteem voor onderzoek en innovatie in de EU op te zetten en de kloof tussen onderzoek en innovatie en de marktintroductie te overbruggen om aldus het concurrentievermogen van de EU te versterken.

Biotechnologie

Biotechnologie en biofabricage zijn essentieel voor de modernisering van de Europese industrie. Ze worden gebruikt in verschillende industriële sectoren zoals gezondheidszorg en farmaceutica, landbouw, materialen en bio-economie. Het ten volle benutten van de voordelen van biotechnologie kan de economie van de EU helpen groeien en nieuwe banen opleveren, terwijl ook duurzame ontwikkeling, volksgezondheid en milieubescherming worden ondersteund.

De coronapandemie heeft het belang van biotechnologie aangetoond, waarbij vaccinproducenten een belangrijke rol hebben gespeeld bij het omkeren van het verloop van de pandemie. En hoewel Europa koploper blijft op het gebied van innovatie in de biowetenschappen, blijft de biotechnologische industrie ongeveer een kwart van de omvang van de VS, zowel wat betreft het aantal bedrijven als de waarde van durfkapitaal18. Bovendien wordt de financiering - zowel in de vroegste stadia als later - in Europa beperkter geacht dan in de VS. Dit beperkt het vermogen van bedrijven om te investeren in grotere gediversifieerde pijplijnen en maakt hen afhankelijk van hun oorspronkelijke investeerders.

Verenigbaarheid met bestaande bepalingen op het beleidsterrein

Het industrieel plan voor de Green Deal is de routekaart van de EU om het concurrentievermogen van de Europese industrie op lange termijn veilig te stellen en de snelle transitie naar klimaatneutraliteit te ondersteunen. De verordening nettonulindustrie vertegenwoordigt het regelgevende aspect hiervan. De verordening moet zorgen voor eenvoudigere en snellere vergunningsprocedures, en beoogt Europese strategische projecten te bevorderen en normen te ontwikkelen om de schaalvergroting van technologieën in de hele eengemaakte markt te ondersteunen. De verordening wordt aangevuld met de verordening kritieke grondstoffen,19 om te zorgen voor voldoende toegang tot die materialen, zoals zeldzame aardmetalen, die van vitaal belang zijn voor productietechnologieën die cruciaal zijn voor de dubbele transitie. Een ander belangrijk instrument ter ondersteuning van het concurrentievermogen van de Europese industrie is de Europese chipverordening20. Deze is bedoeld om de veerkracht van Europa op het gebied van halfgeleidertechnologieën en -toepassingen te versterken en het aandeel van de EU in de wereldmarkt voor microchips te vergroten.

Verenigbaarheid met andere beleidsterreinen van de Unie

Het voorstel maakt deel uit van de algemene inspanningen van de EU om de groene en digitale transformatie van haar economie veilig te stellen. Het draagt bij aan de doelstellingen van delen van het 'Fit for 55'-pakket21 die gericht zijn op het koolstofarm maken van de EU-industrie.

Het voorstel zal ook bijdragen tot de veerkracht en open strategische autonomie van de EU door het versterken van de capaciteit van de EU op het gebied van kritieke technologieën, waaronder belangrijke energiegerelateerde technologieën, wat cruciaal is voor de ondersteuning van de ontwikkeling van andere sectoren van de economie.

Het is gebaseerd op bestaand EU-beleid dat hetzelfde doel nastreeft – van cohesie via herstelinvesteringen tot financiering van onderzoek en innovatie – dat de Europese economie probeert te ondersteunen en EU-middelen kanaliseert naar de groene en digitale transformatie.

2. RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

Rechtsgrondslag

Deze verordening streeft de algemene doelstelling na om een wettelijk kader op te zetten dat de kanalisering van EU-middelen naar STEP-projecten ondersteunt. De doelstellingen van STEP worden bereikt via de volgende programma's:

- Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) en Cohesiefonds (CF), opgericht bij Verordening (EU) 2021/105822; het Fonds voor een rechtvaardige transitie (JTF), opgericht bij Verordening (EU) 2021/105623; het Europees Sociaal Fonds Plus (ESF+), opgericht bij Verordening 2021/105724; Verordening (EU) 2021/1060 houdende gemeenschappelijke bepalingen25.

- Herstel- en veerkrachtfaciliteit, opgericht bij Verordening (EU) 2021/24126.

- InvestEU, opgericht bij Verordening (EU) 2021/52327

- Digitaal Europa, opgericht bij Verordening 2021/69428; Horizon Europa, opgericht bij Verordening 2021/69529; Europees Defensiefonds, opgericht bij Verordening (EU) 2021/69730 en het Innovatiefonds, opgericht bij Richtlijn 2003/87/EG31.

- Het STEP zal ook worden uitgevoerd in het kader van het programma EU4Health, dat is vastgesteld bij Verordening (EU) 2021/52232, betreffende de doelstelling om de ontwikkeling van de biotechnologieën in de Unie te versterken.

Gezien het bovenstaande zijn artikel 164, artikel 173, artikel 175, lid 3, artikel 176, artikel 177, artikel 178, artikel 182, lid 1, en artikel 192, lid 1, de relevante rechtsgrondslagen voor de uitvoering van deze verordening.


Subsidiariteit (bij niet-exclusieve bevoegdheid)

De doelstellingen van het voorstel kunnen niet door de lidstaten alleen worden verwezenlijkt, aangezien de problemen grensoverschrijdend van aard zijn en niet beperkt blijven tot afzonderlijke lidstaten of tot een aantal lidstaten. De voorgestelde acties zijn gericht op gebieden waar optreden op het niveau van de Unie aantoonbare meerwaarde biedt vanwege de schaal, de snelheid en de omvang van de inspanningen die binnen de eengemaakte markt nodig zijn.

Gezien de uitdagingen om de uitrol van nettonul- en digitale technologieën te versnellen, helpt optreden op het niveau van de Unie de respons te coördineren om tegemoet te komen aan de behoeften van de Unie aan extra productiecapaciteit en om structurele afhankelijkheden te voorkomen. Het is duidelijk dat optreden op Unieniveau de Europese actoren op weg kan zetten naar een gemeenschappelijke visie en uitvoeringsstrategie. Dit is van cruciaal belang om schaalvoordelen en toepassingsvoordelen en de kritische massa te genereren die nodig is voor de opschaling van de productie van groene en digitale technologieën in de EU, en tegelijkertijd de versnippering van de inspanningen, de verdieping van regionale onevenwichtigheden en de voor de EU zelf schadelijke subsidiewedloop tussen de lidstaten te beperken.

Evenredigheid

Het voorstel is bedoeld om een ecosysteem voor de verwerkende industrie te helpen ontwikkelen via maatregelen om investeringen te vergemakkelijken. Het doel is om het concurrentievermogen en de innovatiecapaciteit van de Europese industrie op de langere termijn te ondersteunen via productiecapaciteit, het verminderen van risico's bij investeringen in strategische projecten en door startende, groeiende en kleine en middelgrote ondernemingen.

De maatregelen gaan niet verder dan wat nodig is om deze doelen te bereiken. Het STEP bestaat niet uit een nieuwe fondsstructuur, maar is gebaseerd op bestaande EU-financieringsinstrumenten en de voorgestelde extra middelen staan in verhouding tot de noodzaak om de platforminvesteringen op korte termijn te versnellen.

Keuze van het instrument

Een verordening is het geschikte instrument, aangezien deze rechtstreeks toepasselijke regels voor de steun bevat.

3. EVALUATIE, RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELING

Raadpleging van belanghebbenden

Er is geen specifieke raadpleging van belanghebbenden uitgevoerd. Bij dit initiatief is rekening gehouden met de raadplegingen van belanghebbenden die zijn gehouden ter voorbereiding van andere verwante initiatieven, zoals de verordeningen kritieke grondstoffen en de nettonulindustrie, de Europese Innovatie Agenda, het “Fit for 55”-pakket, de Europese chipverordening en het Kompas voor het digitale decennium. Bovendien heeft de Europese Commissie langdurige en regelmatige contacten met belanghebbenden uit de sector, de lidstaten en brancheorganisaties, waardoor feedback kon worden verzameld die relevant is voor het voorstel.

Effectbeoordeling

Dit voorstel creëert geen nieuw instrument, maar wordt uitgevoerd via bestaande instrumenten in het kader van de EU-begroting, die worden gewijzigd om beter investeringsmiddelen voor kritieke technologieën te kunnen mobiliseren. Deze bestaande instrumenten, zoals de cohesiefondsen, InvestEU en Horizon Europe, zijn onderworpen aan een effectbeoordeling33. Bovendien bouwt het voorstel voort op bestaande voorstellen waarvoor een effectbeoordeling is uitgevoerd, zoals de verordening kritieke grondstoffen, de Europese Innovatieagenda, het “Fit for 55”-pakket, de Europese chipverordening en het Kompas voor het digitale decennium, alsook de beoordeling van de investeringsbehoeften die op 23 maart 2023 is gepubliceerd. Deze analyse, die wordt uitgevoerd in effectbeoordelingen of werkdocumenten van analisten,34 heeft betrekking op de belangrijkste effecten van dit voorstel. Daarom is een nieuwe effectbeoordeling niet nodig. De toelichting weerspiegelt ook de ex-ante beoordeling die de Commissie heeft uitgevoerd met betrekking tot de steun die in het kader van de EIC alleen op basis van vermogen moet worden verleend aan niet-bankabele kleine en middelgrote ondernemingen en kleine midcapondernemingen.

Resultaatgerichtheid en vereenvoudiging

Het voorstel houdt geen verband met geschiktheid en vereenvoudiging van de regelgeving, maar bevat een aantal bepalingen om de uitvoering van bestaande EU-instrumenten te vereenvoudigen. De rapportageverplichtingen zijn tot een minimum beperkt om de administratieve lasten voor de autoriteiten en bedrijven van de lidstaten te beperken, zonder afbreuk te doen aan de beginselen van goed financieel beheer.

Grondrechten

Artikel 15 van het Handvest voorziet in de vrijheid van beroep en het recht om te werken. Ondersteuning van het concurrentievermogen van de Europese industrie zal zorgen voor economische groei en ervoor zorgen dat de industrie burgers en inwoners van de Unie kansen op werk blijft bieden.

Artikel 16 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie (hierna: “het Handvest”) voorziet in de vrijheid van ondernemerschap. De maatregelen in het kader van dit voorstel ondersteunen de totstandbrenging van innovatiecapaciteit en de uitrol van schone energietechnologieën, die de vrijheid van ondernemerschap kunnen versterken in overeenstemming met het recht van de Unie en de nationale wetgeving en praktijken.

GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

Het voorstel zal resulteren in aanvullende initiële voorfinanciering die moet worden betaald in het kader van het JTF in 2024 en wordt gefinancierd door het Europees herstelinstrument NextGenerationEU. Het zal ook resulteren in aanvullende voorfinanciering die in 2024 in het kader van het EFRO, het CF en het ESF+ moet worden betaald voor bedragen die zijn geprogrammeerd in het kader van prioriteiten voor concrete acties die bijdragen aan de versterking van de STEP-doelstellingen. De aanvullende voorfinancieringsbetalingen voor de JTF in 2024 worden uitsluitend gefinancierd uit externe bestemmingsontvangsten en leiden tot een vervroegde terbeschikkingstelling van de betalingskredieten van de NGEU van jaar 2026 naar jaar 2024. Alle bedragen zullen beschikbaar zijn als externe bestemmingsontvangsten in de zin van artikel 21, lid 5, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 die voortvloeien uit de leningen van Next GenerationEU.


De aanvullende voorfinancieringsbetalingen voor het EFRO, het CF en het ESF+ in 2024 leiden tot een vervroegde terbeschikkingstelling van de betalingskredieten naar 2024 en zijn budgettair neutraal voor de periode 2021-2027. Deze aanvullende voorfinanciering was niet voorzien in de ontwerpbegroting. De Commissie zal toezicht houden op de bedragen die door de lidstaten worden geprogrammeerd in het kader van de prioriteiten voor concrete acties die bijdragen tot de verwezenlijking van de STEP-doelstellingen en zal de impact ervan op de betalingsbehoeften beoordelen in het kader van de algemene overdrachten in 2024. Het als aanvullende voorfinanciering betaalde bedrag wordt uiterlijk bij de afsluiting van de respectieve programma’s volledig verwijderd uit de rekeningen van de Commissie, zodat het totale bedrag van de betalingen in het kader van de betrokken fondsen met dit voorstel ongewijzigd blijft. De voorgestelde wijziging vereist geen wijzigingen in de jaarlijkse maxima van het meerjarig financieel kader voor vastleggingen en betalingen overeenkomstig bijlage I bij Verordening (EU, Euratom) 2020/2093 van de Raad en houdt geen wijzigingen in van de totale betalingsbehoeften voor de programmeringsperiode 2021-27.


Wat Horizon Europa betreft, bestaat het voorstel uit een verhoging van het budget van het EIC met in totaal 2,63 miljard EUR:

- Er wordt voorgesteld 0,8 miljard EUR te herschikken van de middelen die zijn toegewezen aan pijler II 'Uitdagingen op mondiaal niveau en het concurrentievermogen van de Europese industrie' voor de periode 202[x] tot 2027;

- 0,13 miljard EUR uit de terugbetalingen van het EIC-proefproject van Horizon 2020

- Overeenkomstig artikel 15, lid 3, van het Financieel Reglement wordt voorgesteld een bedrag van 1,2 miljard EUR dat voortvloeit uit de volledige of gedeeltelijke niet-uitvoering van onderzoeksprojecten die door Horizon Europa en zijn voorlopers zijn ondersteund, opnieuw beschikbaar te stellen ten behoeve van het EIC-onderdeel van Horizon Europa; plus

- 0,5 miljard EUR budgettaire versterking


Daarnaast moet het innovatiefonds met 5 miljard EUR worden versterkt, het Europees Defensiefonds met 1,5 miljard EUR en InvestEU met 3 miljard EUR, wat neerkomt op een garantie van 7,5 miljard EUR.


De totale gevolgen voor de begroting van het MFK bedragen dus 10 miljard EUR.


5. OVERIGE ELEMENTEN

Uitvoeringsplanning en regelingen betreffende controle, evaluatie en rapportage

De Commissie zal toezicht houden op de uitvoering van het platform en de verwezenlijking van de doelstellingen van deze verordening op gerichte en evenredige wijze meten. De Commissie zal ervoor zorgen dat de gegevens voor het toezicht op de uitvoering van de activiteiten en de resultaten efficiënt, doeltreffend en tijdig worden verzameld.

Om toezicht te houden op de uitvoering van het platform zal de Commissie de uitgaven in verband met het STEP uit de relevante programma's verzamelen. De respectieve streefcijfers voor klimaatuitgaven in het kader van de relevante programma's blijven van toepassing. Dit vereist het volgende:

- Verordening gemeenschappelijke bepalingen: het bijwerken van bijlage I bij de verordening om daarin extra interventiegebieden op te nemen;

- De herstel- en veerkrachtfaciliteit: labeling en rapportage op basis van een uitsplitsing van de geraamde uitgaven van de Commissie overeenkomstig artikel 29, lid 3, van die verordening voor investeringen in verband met de STEP-doelstellingen;

- InvestEU: het volgen van uitgaven door de Commissie.

- Programma's onder direct beheer (Horizon Europa, Innovatiefonds, Europees Defensiefonds, programma Digitaal Europa, programma EU4Health): het volgen van uitgaven door de Commissie.

Om de prestaties van het programma te monitoren en te beoordelen, zal de Commissie de resultaten van de prestatie-indicatoren met betrekking tot de STAP van de relevante programma's verzamelen.

De implementatie van de prestatie-indicatoren met betrekking tot STEP vereist:

- Cohesie-instrumenten: wijziging van de bijlagen bij de fondsspecifieke regelgeving die de prestatie-indicatoren bevatten;

- InvestEU: wijziging van bijlage III bij de InvestEU-verordening met de voornaamste prestatie- en toezichtindicatoren;

- De herstel- en veerkrachtfaciliteit: vertrouwen op het bestaande rapportagekader

- Programma's onder direct beheer (Horizon Europa, Innovatiefonds, Europees Defensiefonds, programma Digitaal Europa, programma EU4Health): door de Commissie te verzamelen informatie.

Artikelsgewijze toelichting

Hoofdstuk 1 van deze verordening (artikelen 1 tot en met 8) bevat de gemeenschappelijke bepalingen die nodig zijn voor de oprichting van het STEP, terwijl hoofdstuk 2 de wijzigingen van andere relevante EU-wetgeving bevat (artikelen 9 tot en met 19).

9.

Onderwerp en doelstellingen van het platform (artikelen 1 en 2)


In artikel 1 wordt het onderwerp van de verordening toegelicht en in artikel 2 worden de doelstellingen en het toepassingsgebied van het instrument omschreven. Overeenkomstig artikel 2 heeft de STEP een tweeledig doel: i) het ondersteunen van de ontwikkeling of vervaardiging van kritieke technologieën in de Unie of het beschermen en versterken van de waardeketens ervan; en ii) het terugdringen van tekorten aan arbeidskrachten en vaardigheden in die strategische sectoren. Artikel 2 definieert ook de gebieden voor deze kritieke technologieën, namelijk diepe en digitale technologieën, schone technologieën en biotechnologieën. In deze bepaling wordt verder gespecificeerd dat een technologie aan de volgende voorwaarden moet voldoen om in het kader van het platform als kritiek te worden beschouwd: i) een innovatief element met een aanzienlijk economisch potentieel op de interne markt brengen; of ii) bijdragen tot het verminderen of voorkomen van strategische afhankelijkheden van de Unie. Ook wordt verduidelijkt dat, wanneer een overeenkomstig artikel 107, lid 3, punt b), VWEU goedgekeurd IPCEI betrekking heeft op een van de in artikel 2, lid 1, punt a), bedoelde technologiegebieden, de desbetreffende technologieën als kritiek moeten worden beschouwd. Artikel 2 geeft ook verdere richtsnoeren over de betekenis van 'waardeketen'.

10.

Financiële steun (artikel 3)


Deze bepaling legt de extra EU-financiering vast die wordt gebruikt om de slagkracht van verscheidene instrumenten te versterken, namelijk InvestEU, Horizon Europa, het Europees Defensiefonds en het Innovatiefonds.

11.

Soevereiniteitszegel en cumulatieve financiering (artikel 4)


Artikel 4 roept een “soevereiniteitszegel” in het leven, een nieuw label om projectontwikkelaars te helpen publieke en particuliere investeringen aan te trekken door certificering van hun bijdrage aan de STEP-doelstellingen. Het soevereiniteitszegel zou worden toegekend in het kader van rechtstreeks beheerde programma's, namelijk Horizon Europa, het Innovatiefonds, het programma Digitaal Europa, het programma EU4Health en het Europees Defensiefonds. Het zegel bouwt voort op het bestaande “excellentiekeurmerk”, dat een kwaliteitslabel is voor subsidiabele projecten die niet gefinancierd konden worden omdat er onvoldoende budget beschikbaar was. In tegenstelling tot het excellentiekeurmerk wordt het soevereiniteitszegel alleen gedefinieerd aan de hand van de doelstellingen van de projecten waaraan het is toegekend, en ongeacht of het project EU-financiering heeft kunnen ontvangen zolang het met succes is geëvalueerd in het kader van Horizon Europa, het Innovatiefonds, het programma Digitaal Europa, het programma EU4Health of het Europees Defensiefonds. Dit is een manier om te bevorderen dat gedeeltelijk gefinancierde projecten ook cumulatieve of gecombineerde financiering kunnen ontvangen met een ander instrument van de Unie (artikel 4, lid 1, punt b)). Bovendien zou het soevereiniteitszegel ook van toepassing zijn op gevallen waarin een project geen EU-middelen heeft kunnen ontvangen in het kader van een bepaald programma, om te bevorderen dat het steun ontvangt in het kader van een ander programma (artikel 4, lid 1, punt a)).

Deze bepaling geeft ook aan dat projecten waaraan een soevereiniteitszegel is toegekend voorrang moeten krijgen van de lidstaten wanneer zij hun herstel- en veerkrachtplannen voorstellen en wanneer zij beslissen over investeringsprojecten die worden gefinancierd uit hun deel van het Moderniseringsfonds. Wat het InvestEU-programma betreft (zie ook artikel 15), moet het soevereiniteitszegel door de Commissie in aanmerking worden genomen in het kader van de procedure van artikel 19 van de EIB-statuten en van de in artikel 23 van Verordening (EU) 2021/523 vastgestelde beleidscontrole. Daarnaast moeten de uitvoerende partners worden verzocht projecten te onderzoeken waaraan het soevereiniteitszegel is toegekend, indien deze binnen hun geografische en activiteitenbereik vallen. Wat het cohesiebeleid betreft, wordt voorgesteld dat de beheersautoriteiten rechtstreeks steun uit het EFRO of het ESF+ kunnen verlenen voor concrete acties waaraan een soevereiniteitszegel is toegekend (zie artikel 13), mits de toepasselijke staatssteunregels worden nageleefd.

Strategische projecten geïdentificeerd in overeenstemming met de verordeningen nettonulindustrie en kritieke grondstoffen die onder het toepassingsgebied van artikel 2 van de verordening vallen, kunnen in aanmerking komen voor cumulatieve financiering uit verschillende relevante Programma's.

12.

Toezicht en uitvoering (artikel 5)


Artikel 5 bepaalt hoe de Commissie toezicht houdt op de uitvoering van het STEP, de resultaten en de vorderingen met betrekking tot de verwezenlijking van de doelstellingen.

13.

Soevereiniteitsportaal (artikel 6)


Artikel 6 verplicht de Commissie een nieuwe publiek toegankelijke website op te zetten (het soevereiniteitsportaal) ter ondersteuning van bedrijven en projectontwikkelaars die op zoek zijn naar fondsen voor STEP-investeringen. Daartoe moet het portaal met name de volgende informatie weergeven: lopende en komende oproepen tot het indienen van voorstellen in verband met de doelstellingen van het programma (artikel 6, lid 1, punt a)) en contacten met de nationale bevoegde autoriteiten die zijn aangewezen om op te treden als belangrijkste contactpunt voor de uitvoering van het programma op nationaal niveau (artikel 6, lid 1, punt d)). Bovendien moet het portaal informatie verschaffen over de projecten die een soevereiniteitszegel hebben gekregen, om ze zichtbaar te maken voor potentiële investeerders (artikel 6, lid 1, punt b)) en over strategische projecten die zijn aangewezen in het kader van de NZIA en de CRMA (artikel 6, lid 1, punt c)). Bovendien moet het Platform de informatie over de uitvoering van het Platform presenteren (artikel 6, lid 2). Artikel 6, lid 4, schrijft voor dat de lidstaten één nationale bevoegde autoriteit aanwijzen die fungeert als belangrijkste contactpunt voor deze prioriteiten, met als doel de consistente toepassing van het STEP in de hele Unie te waarborgen en de combinatie van beschikbare financiering voor platformprojecten te vergemakkelijken, met name in het kader van programma's onder direct beheer en programma's onder gedeeld beheer.

Jaarverslag en evaluatie (artikelen 7 en 8).

Artikel 7 verplicht de Commissie om jaarlijks aan het Europees Parlement en de Raad verslag uit te brengen over de geboekte vooruitgang bij de uitvoering van de STAP-doelstellingen.

Artikel 8 bevat de regels voor de evaluatie van het Platform. De Commissie moet uiterlijk op 31 december 2025 een evaluatieverslag indienen bij het Europees Parlement en de Raad.

14.

Wijzigingen in Richtlijn 2003/87/EG (EU-ETS-richtlijn) (artikel 9)


Artikel 9 wijzigt de EU-ETS-richtlijn om het bedrag aan extra middelen te specificeren dat via het innovatiefonds moet worden besteed aan projecten ter ondersteuning van de ontwikkeling of de vervaardiging van schone technologieën in de Unie. Deze aanvullende steun wordt alleen beschikbaar gesteld aan lidstaten waarvan het gemiddelde bbp per hoofd van de bevolking lager is dan het EU-gemiddelde van de EU-27, gemeten in koopkrachtstandaarden (KKS) en berekend op basis van cijfers van de Unie voor de periode 2015-2017.

Wijzigingen van Verordening (EU) 2021/1058, Verordening betreffende het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling en het Cohesiefonds (artikel 10), Verordening betreffende het Fonds voor rechtvaardige transitie (artikel 11) en van Verordening (EU) 2021/1057, Verordening tot oprichting van het Europees Sociaal Fonds Plus (artikel 12)

Artikel 10 wijzigt de verordening betreffende het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) en het Cohesiefonds (CF) om nieuwe specifieke doelstellingen te creëren in het kader van beleidsdoelstelling 1 (een concurrerender en slimmer Europa door het bevorderen van innovatieve en slimme economische transformatie en regionale ICT-connectiviteit) en beleidsdoelstelling 2 (een groenere, koolstofarme transitie naar een koolstofneutrale economie en een veerkrachtig Europa door de bevordering van een schone en billijke energietransitie, groene en blauwe investeringen, de circulaire economie, matiging van en aanpassing aan de klimaatverandering, risicopreventie en -beheer, en duurzame stedelijke mobiliteit). Het wordt ook mogelijk gemaakt om productieve investeringen te ondersteunen in andere ondernemingen dan kleine en middelgrote ondernemingen, in minder ontwikkelde en overgangsregio's en in meer ontwikkelde regio's in lidstaten waarvan het gemiddelde bbp per hoofd van de bevolking lager is dan het EU-gemiddelde van de EU-27, gemeten in koopkrachtstandaarden (KKS) en berekend op basis van cijfers van de Unie voor de periode 2015-2017.

Artikel 11 wijzigt de verordening inzake het Fonds voor een rechtvaardige transitie (JTF) om aan te geven dat een dergelijk programma investeringen kan ondersteunen die verband houden met de STEP-doelstellingen.

Om deze investeringen te helpen versnellen en de nodige liquiditeit te verschaffen, zal bovendien een uitzonderlijke voorfinanciering van 30 % beschikbaar zijn voor het jaar 2024. Ook wordt bepaald dat de lidstaten een verhoogd EU-financieringspercentage tot 100 % moeten kunnen toepassen. Dit komt tot uiting voor de drie bovengenoemde verordeningen, door dezelfde bepalingen op te nemen in de artikelen 10, 11 en 12.

De bijlagen I en II bij de EFRO- en CF-verordening worden gewijzigd om de indicatoren met betrekking tot de nieuwe STEP-doelstellingen op te nemen.

Wijzigingen van Verordening (EU) 2021/1060, verordening houdende gemeenschappelijke bepalingen voor onder meer het EFRO, het CF, het JTF en het ESF+ (artikel 13)

Deze verordening wordt ook gewijzigd om ervoor te zorgen dat projecten met een soevereiniteitszegel gemakkelijker toegang tot EU-financiering krijgen, met name door cumulatieve of gecombineerde financiering uit verschillende EU-instrumenten te vergemakkelijken. Daartoe zullen de beheersautoriteiten rechtstreeks steun uit het EFRO of het ESF+ kunnen verlenen voor concrete acties waaraan een soevereiniteitszegel is toegekend. Ook wordt bepaald dat de lidstaten een verhoogd EU-financieringspercentage tot 100 % moeten kunnen toepassen.

Artikel 49 van de VGB-verordening wordt gewijzigd om ervoor te zorgen dat de beheersautoriteiten de geplande oproepen tot het indienen van voorstellen met betrekking tot de STEP-doelstellingen identificeren en bij de Commissie indienen met het oog op de publicatie ervan op het soevereiniteitsportaal, alsook een specifiek secundair thema voor het ESF +.

De wijziging van bijlage I bij de CPR-verordening omvat aanvullende interventiegebieden waarmee de uitgaven in verband met de nieuwe platformdoelstellingen kunnen worden gevolgd.

15.

Wijzigingen van Verordening (EU) nr. 1303/2013 (artikel 14) en Verordening (EU) nr. 223/2014 (artikel 15)


Deze wijziging voorziet in extra flexibiliteit voor de lidstaten om de cohesiebeleidsprogramma's 2014-2020, het EFMZV en het Fonds voor Europese hulp aan de meest behoeftigen (FEAD) te kunnen uitvoeren. Het regelgevingskader voor de uitvoering van de programma's 2014-2020 is al aangepast om de lidstaten en de regio's extra flexibiliteit te bieden wat betreft de uitvoeringsregels en meer liquiditeit om de gevolgen van de COVID-19-pandemie en de oorlog of agressie tegen Oekraïne aan te pakken35. Deze maatregelen, die aan het einde van de programmeringsperiode zijn ingevoerd, vereisen voldoende tijd en administratieve middelen om volledig te kunnen worden benut en uitgevoerd. Dit houdt verband met de noodzaak voor de lidstaten om de administratieve middelen te concentreren op de herziening van de operationele programma's in de richting van het STEP.

Daarom moet de termijn voor de indiening van die aanvraag voor de eindbetaling met 12 maanden worden verlengd. Bovendien moet de termijn voor de indiening van de afsluitingsdocumenten ook met 12 maanden worden verlengd, zodat de nodige controles en audits kunnen worden uitgevoerd die een ordelijke afsluiting van de programma's van de programmeringsperiode 2014-2020 mogelijk maken. Om een deugdelijke uitvoering van de EU-begroting en de inachtneming van de betalingsmaxima te waarborgen, moeten de in 2025 te verrichten betalingen worden beperkt tot 1 % van de financiële kredieten uit de middelen van het meerjarig financieel kader per programma. Er moet worden verduidelijkt dat verschuldigde bedragen die het plafond van 1 % van de programmakredieten per fonds voor 2025 overschrijden, niet in 2025 of de daaropvolgende jaren worden betaald, maar alleen worden gebruikt voor de goedkeuring van voorfinancieringen. Ongebruikte bedragen worden vrijgemaakt overeenkomstig de algemene regels voor vrijmaking bij afsluiting.

16.

Wijzigingen van Verordening (EU) 2021/523 tot vaststelling van het InvestEU-programma (artikel 16)


Deze bepaling creëert een nieuw beleidsterrein (vijfde deelfaciliteit) voor de ondersteuning van STEP-investeringen in het kader van InvestEU en houdt rekening met het extra bedrag van [...] miljard EUR dat in het kader van de herziening van het MFK is voorgesteld door de bedragen van de EU-garantie voor het STEP te wijzigen. Er worden ook wijzigingen aangebracht om de dimensie van het soevereiniteitszegel in InvestEU tot uiting te laten komen, zoals toegelicht in artikel 4.

Er worden ook aanvullende versoepelingen en verduidelijkingen voorgesteld om de doelstellingen van dit initiatief beter te kunnen verwezenlijken. Met betrekking tot de combinatie van portefeuilles wordt gespecificeerd dat wanneer steun uit de in artikel 7, lid 1, bedoelde financiële instrumenten wordt gecombineerd in een financieel product dat een achtergestelde positie inneemt ten opzichte van de EU-garantie uit hoofde van deze verordening en/of de bij Verordening (EU) 2015/1017 vastgestelde EU-garantie, de verliezen, inkomsten en terugbetalingen alsook potentiële terugvorderingen ook op een niet-evenredige basis kunnen worden toegerekend. Deze wijziging is bedoeld om synergie tussen InvestEU en andere programma's van de Unie te vergemakkelijken door meer flexibiliteit te bieden bij de opzet van gemengde operaties.

Om de opname van het compartiment van de lidstaat te vergemakkelijken, wordt voorgesteld de beschikbare periode voor het sluiten van een garantieovereenkomst licht te verlengen van negen naar twaalf maanden vanaf de sluiting van de bijdrageovereenkomst. De regels voor het lidmaatschap van het investeringscomité worden ook gewijzigd om te verduidelijken dat een niet-permanent lid zitting mag hebben in maximaal twee formaties mag hebben om een selectieprocedure toe te passen die het mogelijk maakt het investeringscomité voor het nieuwe vijfde terrein snel samen te stellen.

Bijlage III bij de InvestEU-verordening wordt gewijzigd om de indicatoren met betrekking tot het nieuwe STEP-terrein op te nemen.

17.

Wijzigingen in Verordening (EU) 2021/695 tot vaststelling van Horizon Europa (artikel 17)


Deze bepaling is bedoeld om extra flexibiliteit en financiering te bieden voor de EIC-Accelerator. De Accelerator in het kader van Horizon Europa moet in staat zijn om uitsluitend op kapitaal gebaseerde steun te verlenen aan niet-bankabele kleine en middelgrote ondernemingen, met inbegrip van start-ups, en niet-bankabele kleine midcapondernemingen die werken aan innovaties in de door STEP ondersteunde technologieën. Bovendien moeten de ongebruikte middelen die zijn vastgelegd voor het EIC-proefproject in Horizon 2020 beschikbaar worden gesteld voor de EIC-Accelerator in het kader van Horizon Europa.

18.

Wijzigingen van Verordening (EU) 2021/697 tot oprichting van het Europees Defensiefonds (artikel 18)


Artikel 18 wijzigt de verordening betreffende het Europees Defensiefonds om het bedrag te specificeren van de aanvullende middelen die via het Europees Defensiefonds zullen worden verstrekt.

19.

Wijzigingen van Verordening (EU) 2021/241 tot oprichting van de herstel- en veerkrachtfaciliteit (artikel 19)


Deze verordening wordt gewijzigd om het plafond te verhogen voor het bedrag van de geraamde kosten van de plannen voor herstel en veerkracht die de lidstaten kunnen gebruiken voor het lidstaatcompartiment van InvestEU. Bovenop het toepasselijke plafond van 4 % van de financiële toewijzing van het herstel- en veerkrachtplan kunnen de lidstaten beslissen om nog eens 6 % toe te wijzen ter ondersteuning van STEP-investeringen, dus tot een totaal van 10 %. Artikel 29 wordt gewijzigd om ervoor te zorgen dat de lidstaten de geplande oproepen tot het indienen van voorstellen met betrekking tot de doelstellingen van het platform identificeren en bij de Commissie indienen met het oog op de publicatie ervan op het soevereiniteitsportaal.

20.

Inwerkingtreding en toepassing (artikel 20)


Voorgesteld wordt dat deze verordening, die rechtstreeks toepasselijk is in alle lidstaten, in werking treedt op de dag volgend op die van haar bekendmaking.