Toelichting bij COM(2023)618 - Hervormingsprogramma 2023 en stabiliteitsprogramma 2023 van Malta

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

Aanbeveling voor een

AANBEVELING VAN DE RAAD

over het nationale hervormingsprogramma 2023 van Malta en met een advies van de Raad over het stabiliteitsprogramma 2023 van Malta

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 121, lid 2, en artikel 148, lid 4,

Gezien Verordening (EG) nr. 1466/97 van de Raad van 7 juli 1997 over versterking van het toezicht op begrotingssituaties en het toezicht op en de coördinatie van het economisch beleid1, en met name artikel 5, lid 2,

Gezien de aanbeveling van de Europese Commissie,

Gezien de resoluties van het Europees Parlement,

Gezien de conclusies van de Europese Raad,

Gezien het advies van het Comité voor de werkgelegenheid,

Gezien het advies van het Economisch en Financieel Comité,

Gezien het advies van het Comité voor sociale bescherming,

Gezien het advies van het Comité voor de economische politiek,

1.

Overwegende hetgeen volgt:


Verordening (EU) 2021/241 van het Europees Parlement en de Raad2, waarbij de herstel- en veerkrachtfaciliteit werd ingesteld, is op 19 februari 2021 in werking getreden. De herstel- en veerkrachtfaciliteit biedt de lidstaten financiële ondersteuning voor de uitvoering van hervormingen en investeringen, die worden gerealiseerd met budgettaire stimulansen door de EU. In overeenstemming met de prioriteiten van het Europees Semester draagt zij bij tot economisch en sociaal herstel en de uitvoering van duurzame hervormingen en investeringen, met name om de groene en de digitale transitie te stimuleren en de economieën van de lidstaten veerkrachtiger te maken. Zij helpt ook de overheidsfinanciën te versterken en de groei en werkgelegenheid op middellange en lange termijn te stimuleren, de territoriale cohesie binnen de EU te verbeteren en de verdere uitvoering van de Europese pijler van sociale rechten te ondersteunen. De maximale financiële bijdrage per lidstaat in het kader van de herstel- en veerkrachtfaciliteit is op 30 juni 2022 bijgewerkt, overeenkomstig artikel 11, lid 2, van Verordening (EU) 2021/241.

Op 22 november 2022 heeft de Commissie haar goedkeuring gehecht aan de jaarlijkse duurzamegroeianalyse 20233 en daarmee de aanzet gegeven tot het Europees Semester 2023 voor coördinatie van het economisch beleid. De Europese Raad heeft op 23 maart 2023 zijn goedkeuring gehecht aan de prioriteiten van de analyse rond de vier dimensies van concurrerende duurzaamheid. Op 22 november 2022 heeft de Commissie op grond van Verordening (EU) nr. 1176/2011 ook het waarschuwingsmechanismeverslag 2023 aangenomen, waarin zij Malta niet identificeert als een van de lidstaten die door onevenwichtigheden geraakt kan zijn of het risico loopt daardoor geraakt te worden, en waarvoor een diepgaande evaluatie nodig zou zijn. Op dezelfde datum heeft de Commissie ook een advies goedgekeurd over het ontwerpbegrotingsplan 2023 van Malta. De Commissie heeft ook een aanbeveling voor een aanbeveling van de Raad over het economisch beleid van de eurozone goedgekeurd, die de Raad op 16 mei 2023 heeft aangenomen, alsook het voorstel voor het gezamenlijk verslag over de werkgelegenheid 2023 waarin de uitvoering van de werkgelegenheidsrichtsnoeren en de beginselen van de Europese pijler van sociale rechten wordt geanalyseerd, dat de Raad op 13 maart 2023 heeft aangenomen.

Hoewel de economieën in de EU blijk geven van opvallende veerkracht, blijft de geopolitieke context een negatief effect hebben. Aangezien de EU resoluut achter Oekraïne staat, is de economische en sociale beleidsagenda van de EU erop gericht om op korte termijn de negatieve gevolgen van energieschokken voor zowel kwetsbare huishoudens als bedrijven te beperken en op middellange termijn de inspanningen met het oog op de verwezenlijking van de groene en de digitale transitie, de ondersteuning van duurzame en inclusieve groei, de bewaking van de macro-economische stabiliteit en de vergroting van de veerkracht vol te houden. De agenda is ook sterk gericht op het vergroten van het concurrentievermogen en de productiviteit van de EU.

Op 1 februari 2023 heeft de Commissie een mededeling uitgebracht met de titel “Een industrieel plan voor de Green Deal voor het nettonultijdperk”4 om het concurrentievermogen van de nettonulindustrie van de EU te versterken en de snelle transitie naar klimaatneutraliteit te bevorderen. Het plan vormt een aanvulling op de lopende inspanningen in het kader van de Europese Green Deal en REPowerEU. Het heeft tot doel een omgeving te scheppen die gunstiger is voor het opschalen van de capaciteit van de EU om de nettonultechnologieën en -producten te fabriceren die nodig zijn om de ambitieuze klimaatdoelstellingen van de EU te halen en de toegang tot relevante kritieke grondstoffen te waarborgen, onder meer door de aanvoer te diversifiëren, geologische hulpbronnen in de lidstaten naar behoren te exploiteren en grondstoffen zoveel mogelijk te recyclen. Het plan is gebaseerd op vier pijlers: een voorspelbaar en vereenvoudigd regelgevingskader, versnelde toegang tot financiering, het verbeteren van vaardigheden, en open handel voor veerkrachtige toeleveringsketens. Op 16 maart 2023 heeft de Commissie ook een mededeling gepubliceerd met de titel “Concurrentievermogen van de EU op lange termijn: blik op de periode na 2030”5, die is gestructureerd rond negen elkaar versterkende aanjagers, met als doel te werken aan een groeibevorderend regelgevingskader. In de mededeling worden beleidsprioriteiten vastgesteld die bedoeld zijn om actief te zorgen voor structurele verbeteringen, gerichte investeringen en regelgevingsmaatregelen voor het concurrentievermogen van de EU en haar lidstaten op lange termijn. Onderstaande aanbevelingen dragen bij tot de verwezenlijking van deze prioriteiten.

In 2023 blijft het Europees Semester voor coördinatie van het economisch beleid evolueren in overeenstemming met de uitvoering van de herstel- en veerkrachtfaciliteit. De volledige uitvoering van de herstel- en veerkrachtplannen blijft essentieel voor de verwezenlijking van de beleidsprioriteiten in het kader van het Europees Semester, aangezien de plannen betrekking hebben op alle of een aanzienlijk deel van de relevante landspecifieke aanbevelingen die in de afgelopen jaren zijn gedaan. De landspecifieke aanbevelingen 2019, 2020 en 2022 blijven ook relevant voor herstel- en veerkrachtplannen die worden herzien, bijgewerkt of gewijzigd overeenkomstig de artikelen 14, 18 en 21 van Verordening (EU) 2021/241.

De REPowerEU-verordening6, die op 27 februari 2023 is vastgesteld, heeft tot doel de afhankelijkheid van de EU van de invoer van Russische fossiele brandstoffen snel af te bouwen. Dit zal bijdragen tot energiezekerheid en de diversificatie van de energievoorziening van de EU en tegelijkertijd het gebruik van hernieuwbare energiebronnen, de opslagcapaciteit voor energie en de energie-efficiëntie vergroten. De verordening stelt de lidstaten in staat een nieuw REPowerEU-hoofdstuk toe te voegen aan hun nationale herstel- en veerkrachtplannen om belangrijke hervormingen en investeringen te financieren die de REPowerEU-doelstellingen helpen verwezenlijken. Deze plannen stimuleren ook het concurrentievermogen van de nettonulindustrie van de EU zoals uiteengezet in het industrieel plan voor de Green Deal voor het nettonultijdperk, en gaan in op de energiegerelateerde landspecifieke aanbevelingen die in 2022 en, indien van toepassing, in 2023 aan de lidstaten zijn gedaan. Met de REPowerEU-verordening wordt een nieuwe categorie niet-terugbetaalbare financiële steun ingevoerd die ter beschikking van de lidstaten wordt gesteld voor de financiering van nieuwe energiegerelateerde hervormingen en investeringen in het kader van hun herstel- en veerkrachtplannen.

Op 8 maart 2023 heeft de Commissie een mededeling aangenomen met richtsnoeren voor het begrotingsbeleid voor 2024, die erop gericht is de voorbereiding van de stabiliteits- en convergentieprogramma’s van de lidstaten te ondersteunen en aldus de beleidscoördinatie te versterken7. De Commissie heeft eraan herinnerd dat de algemene ontsnappingsclausule van het stabiliteits- en groeipact eind 2023 wordt gedeactiveerd. Zij heeft verzocht om een begrotingsbeleid in 2023-24 dat de houdbaarheid van de schuld op middellange termijn waarborgt en de potentiële groei op duurzame wijze verhoogt. De lidstaten is verzocht in hun stabiliteits- en convergentieprogramma’s 2023 uiteen te zetten hoe hun begrotingsplannen ervoor zullen zorgen dat de tekortreferentiewaarde van 3 % van het bbp wordt nageleefd en de schuld voortdurend op plausibele wijze wordt teruggedrongen, of dat de schuld op middellange termijn op een prudent niveau wordt gehouden. De Commissie heeft de lidstaten verzocht de nationale begrotingsmaatregelen die zijn ingevoerd om huishoudens en bedrijven te beschermen tegen de energieprijsschok, geleidelijk af te schaffen, te beginnen met de minst gerichte maatregelen. Zij heeft erop gewezen dat indien de steunmaatregelen zouden moeten worden verlengd vanwege de hernieuwde druk op energieprijzen, de lidstaten dergelijke maatregelen veel beter moeten richten op kwetsbare huishoudens en ondernemingen dan in het verleden. De Commissie heeft voorgesteld de begrotingsaanbevelingen te kwantificeren, te differentiëren en te formuleren op basis van de netto primaire uitgaven, zoals voorgesteld in haar mededeling over een leidraad voor een hervorming van het EU-kader voor economische governance8. Zij heeft aanbevolen dat alle lidstaten nationaal gefinancierde investeringen blijven beschermen en zorgen voor een doeltreffend gebruik van de herstel- en veerkrachtfaciliteit en andere EU-fondsen, met name in het licht van de doelstellingen met betrekking tot de groene en de digitale transitie en veerkracht. De Commissie heeft aangegeven dat zij de Raad zal voorstellen om in het voorjaar van 2024 een op een tekort gebaseerde buitensporigtekortprocedure in te stellen op basis van de begrotingsresultaten voor 2023, in overeenstemming met de bestaande wettelijke bepalingen.

Op 26 april 2023 heeft de Commissie wetgevingsvoorstellen gepresenteerd om een uitgebreide hervorming van de EU-regels inzake economische governance uit te voeren. De voorstellen moeten vooral de overheidsschuld houdbaarder maken en tegelijkertijd duurzame en inclusieve groei bevorderen in alle lidstaten via hervormingen en investeringen. De voorstellen beogen de lidstaten meer controle te geven wat het ontwerpen van hun middellangetermijnplannen betreft, maar tuigen ook een strengere handhavingsregeling op om ervoor te zorgen dat de lidstaten de verbintenissen die zij in hun begrotingsplannen voor de middellange termijn aangaan, ook daadwerkelijk nakomen. De doelstelling is om de wetgevingswerkzaamheden in 2023 af te ronden.

Op 13 juli 2021 heeft Malta zijn nationale herstel- en veerkrachtplan bij de Commissie ingediend, overeenkomstig artikel 18, lid 1, van Verordening (EU) 2021/241. Krachtens artikel 19 van Verordening (EU) 2021/241 heeft de Commissie de relevantie, doeltreffendheid, efficiëntie en samenhang van het herstel- en veerkrachtplan beoordeeld overeenkomstig de beoordelingsrichtsnoeren van bijlage V bij die verordening. Op 5 oktober 2021 heeft de Raad zijn besluit betreffende de goedkeuring van de beoordeling van het herstel- en veerkrachtplan voor Malta aangenomen9. De vrijgave van tranches is afhankelijk van een besluit van de Commissie overeenkomstig artikel 24, lid 5, van Verordening (EU) 2021/241 houdende dat Malta de desbetreffende mijlpalen en streefdoelen die in het uitvoeringsbesluit van de Raad zijn vastgelegd, op bevredigende wijze heeft verwezenlijkt. Onder bevredigende verwezenlijking wordt begrepen dat de verwezenlijking van eerdere mijlpalen en streefdoelen niet is teruggedraaid.

Malta heeft op 25 april 2023 zijn nationale hervormingsprogramma 2023 en op 3 mei 2023 zijn stabiliteitsprogramma 2023 ingediend, overeenkomstig artikel 4, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1466/97. Om met de onderlinge verbanden tussen beide programma’s rekening te houden, zijn deze samen geëvalueerd. Overeenkomstig artikel 27 van Verordening (EU) 2021/241 weerspiegelt het nationale hervormingsprogramma 2023 ook de halfjaarlijkse verslaglegging van Malta over de vorderingen bij de verwezenlijking van zijn herstel- en veerkrachtplan.

De Commissie heeft op 24 mei 2023 het landverslag 2023 voor Malta10 gepubliceerd. Daarin werd de vooruitgang beoordeeld die Malta heeft geboekt bij de uitvoering van de desbetreffende landspecifieke aanbevelingen die de Raad tussen 2019 en 2022 heeft vastgesteld en werd de balans opgemaakt van de uitvoering door Malta van het herstel- en veerkrachtplan. Op basis van deze analyse werden in het landverslag lacunes vastgesteld met betrekking tot de uitdagingen die niet of slechts gedeeltelijk worden aangepakt in het herstel- en veerkrachtplan, alsook nieuwe en opkomende uitdagingen. Ook werd de vooruitgang beoordeeld die Malta heeft geboekt bij de uitvoering van de Europese pijler van sociale rechten en bij de verwezenlijking van de kerndoelen van de EU inzake werkgelegenheid, vaardigheden en armoedebestrijding, alsook bij de verwezenlijking van de duurzameontwikkelingsdoelstellingen van de VN.

Op basis van door Eurostat gevalideerde gegevens11 is het overheidstekort van Malta afgenomen van 7,8 % van het bbp in 2021 tot 5,8 % in 2022, terwijl de bruto-overheidsschuld is gedaald van 55,1 % van het bbp eind 2021 tot 53,4 % eind 2022. Op 24 mei 2023 heeft de Commissie een verslag uitgebracht op grond van artikel 126, lid 3, VWEU12; in het verslag werd de begrotingssituatie van Malta besproken aangezien het overheidstekort in 2022 de in het Verdrag vastgelegde referentiewaarde van 3 % van het bbp overschreed. In het verslag wordt geconcludeerd dat niet aan het tekortcriterium was voldaan. In overeenstemming met de mededeling van 8 maart 202313 heeft de Commissie niet voorgesteld om in het voorjaar van 2023 nieuwe buitensporigtekortprocedures in te leiden; de Commissie heeft daarop verklaard dat zij de Raad zou voorstellen om in het voorjaar van 2024 een op een tekort gebaseerde buitensporigtekortprocedure in te leiden op basis van de begrotingsresultaten voor 2023. Malta moet hiermee rekening houden bij de uitvoering van zijn begroting voor 2023 en bij de opstelling van het ontwerpbegrotingsplan voor 2024.

Het overheidssaldo is beïnvloed door de fiscale beleidsmaatregelen die zijn genomen om de economische en sociale gevolgen van de stijging van de energieprijzen te verzachten. In 2022 omvatten deze inkomstenverlagende maatregelen verlagingen van indirecte belastingen op energieverbruik, terwijl dergelijke uitgavenverhogende maatregelen onder meer bestonden uit subsidies voor energieproductie om de prijsstijgingen van ingevoerde elektriciteit en koolstofemissies te compenseren. De Commissie raamt de netto begrotingskosten van deze maatregelen op 2,5 % van het bbp in 2022. Het overheidssaldo is ook beïnvloed door de begrotingsuitgaven voor de tijdelijke bescherming van ontheemden uit Oekraïne, die in 2022 op 0,1 % van het bbp worden geschat. Tegelijkertijd zijn de geraamde kosten van de tijdelijke noodmaatregelen in verband met COVID-19 gedaald van 3,2 % in 2021 tot 0,8 % van het bbp in 2022.

Op 18 juni 2021 heeft de Raad Malta aanbevolen14 om in 2022 een ondersteunende begrotingskoers aan te houden, met inbegrip van de impuls van de herstel- en veerkrachtfaciliteit, en nationaal gefinancierde investeringen in stand te houden.

Volgens de ramingen van de Commissie was de begrotingskoers15 in 2022 grotendeels neutraal met -0,2 % van het bbp, zoals aanbevolen door de Raad. Zoals aanbevolen door de Raad is Malta het herstel blijven steunen met investeringen die door de herstel- en veerkrachtfaciliteit zullen worden gefinancierd. De met subsidies uit de herstel- en veerkrachtfaciliteit en andere EU-fondsen gefinancierde uitgaven bedroegen 0,9 % van het bbp in 2022 (1,1 % van het bbp in 2021). De daling van de uitgaven die in 2022 door subsidies van de herstel- en veerkrachtfaciliteit en andere EU-middelen werden gefinancierd, was het gevolg van een lagere absorptie van andere EU-middelen. De nationaal gefinancierde investeringen leverden een contractieve bijdrage van 0,2 procentpunt aan de begrotingskoers16. Malta heeft derhalve de nationaal gefinancierde investeringen niet in stand gehouden, hetgeen niet overeenstemde met de aanbeveling van de Raad. Tegelijkertijd heeft de groei van de nationaal gefinancierde primaire lopende uitgaven (ongerekend nieuwe maatregelen aan de ontvangstenzijde) een expansieve bijdrage aan de begrotingskoers van 0,9 procentpunt geleverd. Deze aanzienlijke expansieve bijdrage omvatte echter de extra gevolgen van de begrotingsbeleidsmaatregelen om de economische en sociale impact van de stijging van de energieprijzen te beperken (extra netto begrotingskosten van 1,9 % van het bbp) en de kosten voor het bieden van tijdelijke bescherming aan ontheemden uit Oekraïne (0,1 % van het bbp). Malta heeft dus de groei van de nationaal gefinancierde lopende uitgaven voldoende onder controle gehouden.

Het macro-economische scenario dat aan de begrotingsprognoses van het stabiliteitsprogramma ten grondslag ligt, is realistisch in 2023 en daarna. De regering gaat ervan uit dat het reële bbp in 2023 met 4,1 % en in 2024 met 4,5 % zal groeien. In vergelijking daarmee gaan de voorjaarsprognoses 2023 van de Commissie uit van een lagere reële bbp-groei van 3,9 % in 2023 en 4,1 % in 2024, voornamelijk vanwege de lagere bijdrage van de netto-uitvoer aan de groei.

In het stabiliteitsprogramma 2023 verwacht de regering dat de overheidstekortquote zal afnemen naar 5,0 % van het bbp in 2023. De daling in 2023 weerspiegelt voornamelijk de toename van andere inkomsten, waaronder de opbrengsten van de regelingen voor het staatsburgerschap en het verblijf van investeerders, terwijl de daling van de subsidies, met inbegrip van de verwachte afbouw van de herstructureringskosten van de nationale luchtvaartmaatschappijen, gedeeltelijk wordt gecompenseerd door een toename van het intermediair verbruik en de bruto-investeringen in vaste activa. Volgens het programma zal de overheidsschuldquote naar verwachting toenemen van 53,4 % van het bbp eind 2022 tot 54,5 % eind 2023. In de voorjaarsprognoses 2023 van de Commissie wordt voor 2023 van een overheidstekort van 5,1 % van het bbp uitgegaan. Dit is in overeenstemming met het tekort dat in het stabiliteitsprogramma wordt voorspeld. In de voorjaarsprognoses 2023 van de Commissie wordt gerekend op een vergelijkbare overheidsschuldquote van 54,8 % tegen eind 2023.

Het overheidssaldo in 2023 wordt naar verwachting nog steeds beïnvloed door de fiscale maatregelen die zijn genomen om de economische en sociale gevolgen van de stijging van de energieprijzen te verzachten. Deze bestaan uit maatregelen uit 2022 die zijn verlengd, met name uit verlagingen van indirecte belastingen op energieverbruik en subsidies voor energieproductie om de prijsstijgingen van ingevoerde elektriciteit en koolstofemissies te compenseren. De netto begrotingskosten van de steunmaatregelen worden in de voorjaarsprognoses 2023 van de Commissie geraamd op 1,7 % van het bbp in 202317. De maatregelen in 2023 lijken niet gericht op de meest kwetsbare huishoudens of bedrijven en behouden de prijsprikkel niet volledig om de vraag naar energie te verminderen en de energie-efficiëntie te verhogen. Bijgevolg wordt het bedrag van de gerichte steunmaatregelen, waarmee rekening moet worden gehouden bij de beoordeling van de naleving van de aanbeveling voor 2023, in de voorjaarsprognoses 2023 van de Commissie geraamd op 0,1 % van het bbp in 2023 (tegenover 0,1 % van het bbp in 2022). Ten slotte zal het overheidssaldo in 2023 naar verwachting profiteren van de uitfasering van de tijdelijke noodmaatregelen in verband met COVID-19 ten belope van 0,8 % van het bbp.

Op 12 juli 2022 heeft de Raad aanbevolen18 dat Malta actie onderneemt om er in 2023 voor te zorgen dat de groei van de nationaal gefinancierde primaire lopende uitgaven in overeenstemming is met een algemeen neutrale beleidskoers19, rekening houdend met de aanhoudende tijdelijke en gerichte steun aan huishoudens en bedrijven die het meest kwetsbaar zijn voor stijgingen van de energieprijzen en aan mensen die Oekraïne ontvluchten. Malta moet klaarstaan om de lopende uitgaven aan te passen aan de veranderende situatie. Malta is ook aanbevolen te voorzien in meer overheidsinvesteringen voor de groene en de digitale transitie en voor energiezekerheid, met inachtneming van het REPowerEU-initiatief, onder meer door gebruik te maken van de herstel- en veerkrachtfaciliteit en andere Uniefondsen.

In 2023 zal de begrotingskoers volgens de voorjaarsprognoses 2023 van de Commissie contractief zijn (+0,4 % van het bbp), tegen een achtergrond van hoge inflatie. Dit volgt een grotendeels neutrale begrotingskoers in 2022 (-0,2 % van het bbp). Verwacht wordt dat de groei van de nationaal gefinancierde primaire lopende uitgaven (ongerekend discretionaire maatregelen aan de ontvangstenzijde) in 2023 een contractieve bijdrage van 0,8 % van het bbp aan de begrotingskoers zal leveren. Kortom, de geraamde groei van de nationaal gefinancierde primaire lopende uitgaven is in overeenstemming met de aanbeveling van de Raad. De met subsidies uit de herstel- en veerkrachtfaciliteit en andere EU-fondsen gefinancierde uitgaven bedroegen in 2023 1,6 % van het bbp, terwijl nationaal gefinancierde investeringen een contractieve bijdrage van 0,3 procentpunt aan de begrotingskoers leverden20. Malta is daarom van plan aanvullende investeringen te financieren via de herstel- en veerkrachtfaciliteit en andere EU-fondsen, maar er wordt niet verwacht dat nationaal gefinancierde investeringen worden gehandhaafd. Het land is van plan overheidsinvesteringen te financieren voor de groene en digitale transitie en voor energiezekerheid, met name voor de renovatie van particuliere en openbare gebouwen, waaronder ziekenhuizen en scholen, de elektrificatie van de vervoerssector en projecten in verband met de digitalisering van het openbaar bestuur en de particuliere sector, die gedeeltelijk worden gefinancierd door de herstel- en veerkrachtfaciliteit en andere EU-fondsen.

Volgens het stabiliteitsprogramma wordt verwacht dat het overheidstekort zal dalen tot 4,3 % van het bbp in 2024. De daling in 2024 weerspiegelt voornamelijk de vermindering van subsidies, waaronder de afbouw van de nationale regelingen voor vervroegde uittreding bij luchtvaartmaatschappijen, en de beperkte groei van de loonsom en van de uitgaven voor intermediair verbruik, die gedeeltelijk wordt gecompenseerd door de stijging van de rente-uitgaven. In het programma wordt verwacht dat de overheidsschuldquote zal toenemen tot 55,7 % tegen eind 2024. Op basis van de op de afsluitdatum van de prognoses bekende beleidsmaatregelen wordt in de voorjaarsprognoses 2023 van de Commissie uitgegaan van een overheidstekort van 4,5 % van het bbp in 2024. Dit is in overeenstemming met het tekort dat in het programma wordt voorspeld. In de voorjaarsprognoses 2023 van de Commissie wordt gerekend op een vergelijkbare overheidsschuldquote van 56,1 % tegen eind 2024.

In het stabiliteitsprogramma wordt uitgegaan van de uitfasering van sommige energiesteunmaatregelen in 2024. De Commissie gaat er momenteel vanuit dat de nettokosten van energiesteunmaatregelen 1,5 % van het bbp zullen bedragen. Dit is wel afhankelijk van de aanname dat de energieprijzen niet opnieuw zullen stijgen. De meeste van de energiesteunmaatregelen die volgens de huidige planning in 2024 van kracht zullen blijven, lijken niet gericht op kwetsbare huishoudens of bedrijven. Ze behouden niet volledig de prijsprikkel om de vraag naar energie te verminderen en de energie-efficiëntie te verhogen.

Verordening (EG) nr. 1466/97 van de Raad roept op tot een jaarlijkse verbetering van het structurele begrotingssaldo in de richting van de middellangetermijndoelstelling met 0,5 % van het bbp als benchmark21. Rekening houdend met de budgettaire houdbaarheid22 en met de noodzaak het tekort terug te dringen tot onder de referentiewaarde van 3 % van het bbp, zou een verbetering van het structurele saldo met ten minste 0,5 % van het bbp voor 2024 passend zijn. Voor het waarborgen van een dergelijke verbetering mag de groei van de netto nationaal gefinancierde primaire uitgaven in 2024 niet meer dan 5,9 % bedragen, zoals in deze aanbeveling wordt aangegeven.

Tegelijkertijd moeten de resterende energiesteunmaatregelen (momenteel door de Commissie geraamd op 1,7 % van het bbp in 2023) worden afgebouwd, afhankelijk van de ontwikkelingen op de energiemarkt en beginnend met de minst gerichte maatregelen, en moeten de daarmee samenhangende besparingen worden gebruikt om het overheidstekort te verminderen. Op basis van ramingen van de Commissie zou dit leiden tot een groei van de netto primaire uitgaven die onder de aanbevolen waarde voor 2024 ligt.

Uitgaande van ongewijzigd beleid wordt in de voorjaarsprognoses 2023 van de Commissie verwacht dat de netto nationaal gefinancierde primaire uitgaven in 2024 met 3,3 % zullen stijgen, wat onder het aanbevolen groeipercentage ligt. De in de Commissieprognoses geraamde aanpassing is lager dan de besparingen door de volledige uitfasering van energiesteunmaatregelen, wat voornamelijk komt omdat de meeste van dergelijke maatregelen van kracht blijven.

Volgens het programma zullen de overheidsinvesteringen afnemen van 3,8 % van het bbp in 2023 tot 3,1 % van het bbp in 2024. De lagere investeringen weerspiegelen lagere nationaal gefinancierde investeringen en door de EU gefinancierde investeringen anders dan via de herstel- en veerkrachtfaciliteit. Het programma verwijst naar hervormingen en investeringen die naar verwachting zullen bijdragen tot budgettaire houdbaarheid en duurzame en inclusieve groei. Deze omvatten investeringen met een hoge toegevoegde waarde en structurele hervormingen met het oog op de groene, digitale en energietransitie, waaronder gezondheid en governance, die ook deel uitmaken van het herstel- en veerkrachtplan.

Het stabiliteitsprogramma schetst een begrotingstraject voor de middellange termijn tot 2026. Volgens het programma wordt verwacht dat het overheidstekort zal dalen tot 3,6 % van het bbp in 2025 en tot 2,9 % in 2026. Daarom zal het gepland overheidstekort in 2026 de 3 % van het bbp niet overschrijden. Volgens het programma zal de overheidsschuldquote naar verwachting toenemen van 55,7 % van het bbp eind 2024 tot 56,1 % eind 2026.

Overeenkomstig artikel 19, lid 3, punt b), van en criterium 2.2 van bijlage V bij Verordening (EU) 2021/241 bevat het herstel- en veerkrachtplan een uitgebreide reeks elkaar versterkende hervormingen en investeringen die uiterlijk in 2026 moeten zijn uitgevoerd. Malta heeft goede vooruitgang geboekt bij de uitvoering van zijn herstel- en veerkrachtplan. Malta heeft één betalingsaanvraag ingediend, die overeenkomt met 19 mijlpalen en streefdoelen in het plan en resulteert in een totale uitbetaling van ongeveer 52,3 miljoen EUR (in subsidies) op 8 maart 2023. Op 26 april 2023 heeft Malta een wijziging van zijn plan ingediend, samen met het REPowerEU-hoofdstuk. Verwacht wordt dat het onlangs voorgestelde REPowerEU-hoofdstuk de uitdagingen in verband met energievoorziening en -zekerheid zal aanpakken en de overgang naar hernieuwbare energiebronnen zal bespoedigen. Bovendien stelt Malta enkele wijzigingen van het oorspronkelijke plan voor met het oog op de verminderde totale toekenning en om het aan te passen aan objectieve omstandigheden. Deze wijzigingen worden momenteel door de Commissie beoordeeld en moeten na vaststelling door de Raad worden goedgekeurd. De snelle opname van het nieuwe REPowerEU-hoofdstuk in het herstel- en veerkrachtplan maakt de financiering mogelijk van aanvullende hervormingen en investeringen ter ondersteuning van de strategische doelstellingen van Malta op het gebied van energie en de groene transitie. De systematische en effectieve betrokkenheid van lokale en regionale autoriteiten, sociale partners en andere relevante belanghebbenden blijft belangrijk voor de succesvolle uitvoering van het herstel- en veerkrachtplan, alsook ander economisch en werkgelegenheidsbeleid dat verder gaat dan het plan, om te zorgen voor een breed draagvlak voor de algehele beleidsagenda.

De Commissie heeft in 2022 alle programmadocumenten betreffende het cohesiebeleid van Malta goedgekeurd. Het is van cruciaal belang om de cohesiebeleidsprogramma’s in aanvulling op en in synergie met het herstel- en veerkrachtplan, met inbegrip van het REPowerEU-hoofdstuk, snel uit te voeren om de groene en de digitale transitie te verwezenlijken, de economische en sociale veerkracht te vergroten en een evenwichtige territoriale ontwikkeling in Malta tot stand te brengen.

Naast de economische en sociale uitdagingen die in het herstel- en veerkrachtplan aan bod komen, wordt Malta geconfronteerd met een aantal extra uitdagingen met name in verband met de kenmerken van het belastingsysteem die agressieve fiscale planning vergemakkelijken, het energiebeleid en de groene transitie.

Het aanpakken van agressieve fiscale planning blijft cruciaal om de belastingstelsels efficiënter en eerlijker te maken. Gezien de overloopeffecten van agressieve fiscale planningsstrategieën tussen de lidstaten is een gecoördineerd optreden ter aanvulling van de EU-wetgeving door middel van nationaal beleid van alle lidstaten van het grootste belang. Malta heeft stappen ondernomen om agressieve fiscale planningspraktijken aan te pakken door eerder overeengekomen internationale en Europese initiatieven uit te voeren. Bovendien verbindt Malta zich ertoe deze kwestie aan te pakken in zijn herstel- en veerkrachtplan. De toezeggingen om verrekenprijsregels in te voeren en een onafhankelijk onderzoek te laten uitvoeren naar uitgaande en inkomende betalingen (d.w.z. tussen EU-ingezetenen en ingezetenen van derde landen), gevolgd door wetgeving in overeenstemming met de bevindingen van de studie, wijzen in de goede richting. Zolang Malta echter geen bronbelasting heft op interest, dividenden en royaltybetalingen door in Malta gevestigde bedrijven aan laag- of niet-belastende jurisdicties (hier bedoeld als elke jurisdictie met een wettelijk vennootschapsbelastingtarief dat lager ligt dan het laagste wettelijke vennootschapsbelastingtarief in de EU, namelijk 9 %) of gelijkwaardige defensieve maatregelen toepast om ervoor te zorgen dat bedrijven hun winsten niet onbelast naar derde landen kunnen verschuiven, blijft het risico op dubbele niet-belastingheffing over deze winsten groot. Verder blijft de behandeling van in Malta gevestigde ondernemingen die er niet gedomicilieerd zijn, een risico van dubbele niet-belastingheffing vormen voor zowel ondernemingen als particulieren. Dit probleem zal slechts gedeeltelijk worden aangepakt door naleving van de EU-richtlijn inzake minimumbelasting, die alleen van toepassing zal zijn op grote ondernemingen zodra Malta deze ten uitvoer heeft gelegd.

Fossiele brandstoffen blijven een belangrijke rol spelen in de economie van Malta, waardoor het land sterk afhankelijk is van de invoer van energie en blootstaat aan de mondiale prijsontwikkelingen, hoewel het land niet rechtstreeks olie of gas uit Rusland invoert. In 2021 maakten fossiele brandstoffen het leeuwendeel uit van de elektriciteitsopwekking in Malta, terwijl hernieuwbare energiebronnen slechts 11,9 % voor hun rekening namen. Malta heeft een aanzienlijk potentieel voor zonne- en windenergie op zee, dat niet wordt benut. De toezegging van de regering om in de toekomst hernieuwbare energietechnologieën op zee toe te passen en haar niet-bindende aandeel in de EU-doelstellingen voor hernieuwbare energiebronnen op zee aan te geven, is een positieve beleidswijziging, maar er moeten nog concrete projecten worden aangewezen. De capaciteit en flexibiliteit van het stroomnet is een knelpunt voor de integratie van hernieuwbare energiebronnen en de verhoging van de efficiëntie, betrouwbaarheid en continuïteit van de elektriciteitsvoorziening. Hiervoor zijn investeringen in de modernisering van het net nodig, onder meer uit het subsidiebudget voor REPowerEU van Malta. Malta verbetert zijn continuïteit van de energievoorziening door de aanleg van een tweede elektriciteitsverbindingspijp met Italië.

De bijdrage van Malta aan de energie-efficiëntiedoelstellingen van de EU voor 2030 is laag en het energieverbruik in woongebouwen blijft stijgen. Malta zou de maatregelen voor energie-efficiëntie kunnen uitbreiden en de vraag naar energie kunnen verminderen door: de installatie van zonnepanelen op alle nieuwe gebouwen te stimuleren; ervoor te zorgen dat op alle nieuwe openbare en niet-residentiële gebouwen met een bruikbare vloeroppervlakte van meer dan 250 m2 geschikte installaties voor zonne-energie worden geplaatst; juridische belemmeringen aan te pakken en huiseigenaren extra economische stimuleringsmaatregelen te bieden. Het gebruik van digitale technologie, zoals toepassingen om het energieverbruik te monitoren en te reguleren, kan de energie-efficiëntie helpen verhogen. Een effectieve uitvoering van het nieuwe nationale regelgevingskader voor de bouwsector zou de kwaliteit (inclusief de energie-efficiëntie) van gebouwen en de veiligheid van het bouwproces ten goede komen. Het verbruik van aardgas in Malta is in de periode tussen augustus 2022 en maart 2023 met 12,7 % gestegen ten opzichte van het gemiddelde gasverbruik in dezelfde periode in de voorgaande 5 jaar; de omgekeerde trend ten opzichte van het reductiestreefdoel van 15 %. Ondanks de aan Malta verleende vrijstelling wordt Malta aangemoedigd zijn inspanningen op te voeren om de vraag naar gas tijdelijk te verminderen tot 31 maart 202423.

Vanwege de aanhoudende afhankelijkheid van particuliere auto's blijven de emissies van het wegvervoer bovendien toenemen, wat Malta's grootste bron van niet-ETS-broeikasgasemissies vormt. Het aandeel van emissievrije voertuigen ligt veel lager dan het EU-gemiddelde en stijgt zeer langzaam. Om emissies en verkeerscongestie te verminderen zou Malta het openbaar vervoer moeten verbeteren (punctualiteit, kortere reistijden), intelligente vervoerssystemen moeten invoeren (om de verkeersstromen, de veiligheid en de handhaving van verkeersregels te verbeteren) en moeten investeren in infrastructuur voor zachte mobiliteit voor veilige alternatieven voor het particuliere autogebruik (zoals veilige, gescheiden en onderling verbonden trottoirs en fiets- en elektrische scooterpaden).

Het tekort aan arbeidskrachten en vaardigheden in sectoren en beroepen die van essentieel belang zijn voor de groene transitie, waaronder de productie, de implementatie en het onderhoud van nettonultechnologieën, leiden tot knelpunten in de transitie naar een nettonuleconomie. Hoogwaardige onderwijs- en opleidingsstelsels die inspelen op veranderende behoeften op de arbeidsmarkt en gerichte bij- en omscholingsmaatregelen zijn van cruciaal belang om tekorten aan vaardigheden aan te pakken en arbeidsintegratie en -verschuivingen te bevorderen. Om het onbenutte arbeidsaanbod te ontsluiten, moeten deze maatregelen toegankelijk zijn, met name voor personen en in de sectoren en regio’s waarvoor de gevolgen van de groene transitie het grootst zijn. In 2022 werd in Malta een tekort aan arbeidskrachten gerapporteerd voor zes beroepen waarvoor specifieke vaardigheden of kennis voor de groene transitie vereist waren, waaronder productiemedewerkers en bouwvakkers.

In het licht van deze beoordeling van de Commissie heeft de Raad het stabiliteitsprogramma 2023 onderzocht en zijn advies24 daarover is in de onderstaande aanbeveling 1 weergegeven.

(36) Aangezien de economieën van de lidstaten van de eurozone in hoge mate met elkaar zijn verweven en zij collectief bijdragen aan de werking van de economische en monetaire unie, heeft de Raad de lidstaten van de eurozone aanbevolen actie te ondernemen, onder meer via hun herstel- en veerkrachtplannen, teneinde i) de houdbaarheid van de schuld in stand te houden en af te zien van generieke steun voor de geaggregeerde vraag in 2023, gerichtere begrotingsmaatregelen te nemen om de impact van de hoge energieprijzen te verlichten en na te denken over passende manieren om de steun af te bouwen naarmate de druk die uitgaat van de energieprijzen afneemt; ii) hoge overheidsinvesteringen te handhaven en particuliere investeringen te bevorderen om de groene en de digitale transitie te ondersteunen; (iii) loonontwikkelingen te ondersteunen die het verlies aan koopkracht verzachten en tegelijkertijd tweederonde-effecten op de inflatie beperken, actief arbeidsmarktbeleid verder verbeteren en tekorten aan vaardigheden tegengaan; iv) het ondernemingsklimaat te verbeteren en ervoor te zorgen dat energiesteun aan bedrijven kosteneffectief en tijdelijk is, gericht is op levensvatbare bedrijven en stimulansen voor de groene transitie handhaaft, en v) de macrofinanciële stabiliteit in stand te houden en risico’s te monitoren en tegelijkertijd te blijven werken aan de voltooiing van de bankenunie. Voor Malta dragen de aanbevelingen 1, 2, 3 en 4 bij tot de uitvoering van de eerste, tweede, derde en vierde aanbeveling voor de eurozone.


2.

BEVEELT AAN dat Malta in 2023 en 2024 de volgende actie onderneemt:


1. De geldende energiesteunmaatregelen tegen eind 2023 afbouwen en de gerelateerde besparingen gebruiken om het overheidstekort te verminderen. Indien nieuwe energieprijsstijgingen steunmaatregelen noodzakelijk maken, ervoor zorgen dat deze gericht zijn op de bescherming van kwetsbare huishoudens en bedrijven, fiscaal betaalbaar zijn en stimulansen voor energiebesparing in stand houden.

Zorgen voor een prudent begrotingsbeleid, met name door de nominale stijging van de nationaal gefinancierde netto primaire uitgaven in 2024 te beperken tot maximaal 5,9 %.

Nationaal gefinancierde overheidsinvesteringen in stand houden en zorgen voor een effectieve absorptie van subsidies uit de herstel- en veerkrachtfaciliteit en andere EU-fondsen, met name om de groene en digitale transitie te bevorderen.

Voor de periode na 2024 blijven streven naar een begrotingsstrategie op middellange termijn van geleidelijke en duurzame consolidatie, gecombineerd met investeringen en hervormingen die bevorderlijk zijn voor een hogere duurzame groei, teneinde een prudente begrotingspositie op middellange termijn te bereiken.

2. Doorgaan met de gestage uitvoering van het herstel- en veerkrachtplan en spoedig het addendum afronden, met inbegrip van het REPowerEU-hoofdstuk, zodat snel met de uitvoering ervan kan worden begonnen. Doorgaan met de snelle uitvoering van de cohesiebeleidsprogramma's, in nauwe complementariteit en synergie met het herstel- en veerkrachtplan.

3. De kenmerken van het belastingsysteem die agressieve fiscale planning door particulieren en multinationals in de hand kunnen werken doeltreffend aanpakken, onder meer door ervoor te zorgen dat uitgaande betalingen van interesten, royalty’s en dividenden voldoende worden belast, en door de regels voor niet in Malta gedomicilieerde ondernemingen aan te passen.

4. De afhankelijkheid van fossiele brandstoffen verminderen door de inzet van hernieuwbare energiebronnen, waaronder windenergie en zonne-energie op zee, te versnellen en de capaciteit van het stroomnet, met inbegrip van transmissie, distributie en opslag in accu’s, te verbeteren en uit te breiden. De energiebehoefte verminderen door verbeterde energie-efficiëntie, in het bijzonder in residentiële gebouwen. Emissies van wegvervoer verminderen door verkeersopstoppingen aan te pakken via kwaliteitsvoller openbaar vervoer, intelligente vervoerssystemen en investeringen in infrastructuur voor zachte mobiliteit. de beleidsinspanningen op te voeren die gericht zijn op het voorzien in en verwerven van de vaardigheden die nodig zijn voor de groene transitie.


Gedaan te Brussel,

Voor de Raad

De voorzitter

1PB L 209 van 2.8.1997, blz. 1.

2Verordening (EU) 2021/241 van het Europees Parlement en de Raad van 12 februari 2021 tot instelling van de herstel- en veerkrachtfaciliteit (PB L 57 van 18.2.2021, blz. 17).

3COM(2022) 780 final.

4COM(2023) 62 final.

5COM(2023) 168 final.

6Verordening (EU) 2023/435 van het Europees Parlement en de Raad van 27 februari 2023 tot wijziging van Verordening (EU) 2021/241 wat betreft REPowerEU-hoofdstukken in herstel- en veerkrachtplannen en tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1303/2013, (EU) 2021/1060 en (EU) 2021/1755 en Richtlijn 2003/87/EG (PB L 63 van 28.2.2023, blz. 1).

7COM(2023) 141 final.

8COM(2022) 583 final.

9Uitvoeringsbesluit van de Raad van 5 oktober 2021 betreffende de goedkeuring van de beoordeling van het herstel- en veerkrachtplan voor Malta (ST 11941/2021 INIT; ST 11941/2021 ADD 1).

10SWD(2023) 618 final.

11Eurostat-Euro Indicators, 47/2023, 21.4.2023

12COM(2023) 631 final, 24.5.2023.

13COM(2023) 141 final, 8.3.2023.

14Aanbeveling van de Raad van 18 juni 2021 met een advies van de Raad over het stabiliteitsprogramma 2021 van Malta, PB C 304 van 29.7.2021, blz. 83.

15De begrotingskoers wordt gemeten als de verandering in de primaire uitgaven (ongerekend discretionaire maatregelen aan de ontvangstenzijde), met uitsluiting van aan de COVID-19-crisis gerelateerde tijdelijke noodmaatregelen maar met inbegrip van uitgaven die worden gefinancierd met niet-terugbetaalbare steun (subsidies) van de herstel- en veerkrachtfaciliteit en andere EU-fondsen, ten opzichte van de potentiële groei op middellange termijn. Raadpleeg voor meer details Vak 1 in de Fiscale statistische tabellen.

16Andere nationaal gefinancierde kapitaaluitgaven hebben een contractieve bijdrage van 0,3 procentpunt van het bbp geleverd.

17Dit cijfer geeft het niveau weer van de jaarlijkse begrotingskosten van die maatregelen, waaronder lopende ontvangsten en uitgaven, alsmede eventuele kapitaaluitgaven.

18Aanbeveling van de Raad van 12 juli 2022 over het nationale hervormingsprogramma van Malta en met een advies van de Raad over het stabiliteitsprogramma 2022 van Malta, PB C 334 van 1.9.2022, blz. 146.

19Volgens de voorjaarsprognoses 2023 van de Commissie wordt de potentiële productiegroei op middellange termijn (10-jaarsgemiddelde) van Malta, die wordt gebruikt als maatstaf voor de begrotingskoers, geraamd op 9,5 % in nominale termen.

20Verwacht wordt dat andere nationaal gefinancierde kapitaaluitgaven een neutrale bijdrage van 0,0 procentpunt van het bbp zullen leveren.

21Overeenkomstig artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1466/97 van de Raad, dat ook een aanpassing van meer dan 0,5 % van het bbp voorschrijft voor lidstaten met een overheidsschuld van meer dan 60 % van het bbp of met meer uitgesproken risico's voor de houdbaarheid van de schuld.

22De Commissie heeft geraamd dat Malta een gemiddelde jaarlijkse stijging van het structurele primaire saldo als percentage van het bbp van 0,3 procentpunt nodig zou hebben om een plausibele schuldvermindering te realiseren of ervoor te zorgen dat de overheidsschuld op middellange termijn op een prudent niveau wordt gehouden. Deze raming was gebaseerd op de najaarsprognoses 2022 van de Commissie. Het uitgangspunt voor deze raming waren het verwachte overheidstekort en de verwachte overheidsschuld voor 2024.

23Verordening (EU) 2022/1369 van de Raad.

24Op grond van artikel 5, lid 2, en artikel 9, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1466/97 van de Raad.

NL NL