Toelichting bij COM(2023)150 - Voorstel voor een Gewijzigde begroting nr. 1 bij de begroting 2023 Technische aanpassingen naar aanleiding van de politieke akkoorden die over verschillende wetgevingsvoorstellen zijn bereikt, waaronder met betrekking tot REPowerEU, het mechanisme voor koolstofgrenscorrectie en het programma van de Unie voor beveiligde connectiviteit

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. INLEIDING

Het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 1 voor het jaar 2023 (OGB 1) heeft tot doel de nodige technische wijzigingen in de begroting 2023 aan te brengen die voortvloeien uit de politieke akkoorden die zijn bereikt over verschillende wetgevingsvoorstellen, met name met betrekking tot REPowerEU, het mechanisme voor koolstofgrenscorrectie (CBAM) en het programma van de Unie voor beveiligde connectiviteit.

1.

OGB 1 heeft met name betrekking op de volgende elementen:


- aanpassing van de begrotingsnomenclatuur en -toelichting na de vaststelling van het REPowerEU-plan4 en de REPowerEU-verordening5 met gerichte wijzigingen van de verordening tot instelling van de herstel- en veerkrachtfaciliteit (RRF)6, de richtlijn inzake het emissiehandelssysteem (ETS)7 en de verordening tot oprichting van de reserve voor aanpassing aan de brexit (BAR)8;

- overheveling van het beleidsbegrotingsonderdeel van het CBAM van rubriek 1 naar rubriek 3 van het meerjarig financieel kader (MFK), in overeenstemming met het definitieve akkoord dat het Europees Parlement en de Raad in december 2022 hebben bereikt over de invoering van het CBAM, en gelijktijdige aanpassing van de personeels- en andere administratieve kredieten in rubriek 7 overeenkomstig het herziene financieel memorandum;

- versterking van het programma voor beveiligde ruimtevaartconnectiviteit met een bedrag van 50 miljoen EUR aan vastleggingskredieten, teneinde de financiering van het programma voor de periode tot eind 2027 te voltooien9;

- aanpassing van de EU-bijdrage en/of het personeelsbestand van de antiwitwasautoriteit (AMLA), het Agentschap van de Europese Unie voor de samenwerking tussen energieregulators (ACER), het Bureau voor ondersteuning van het Orgaan van Europese regulerende instanties voor elektronische communicatie (Berec) en het Europees Agentschap voor chemische stoffen (ECHA) om rekening te houden met wijzigingen in hun mandaat;

- aanpassing van de personeelsformatie van het Uitvoerend Agentschap voor gezondheid en digitaal beleid (Hadea) om rekening te houden met een kleine wijziging in de personeelsstructuur van het uitvoerend agentschap;

- verhoging van de kredieten van de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming (EDPS) voor de financiering van proceskosten na een toename van het aantal rechtszaken in verband met de toepassing van de algemene verordening gegevensbescherming (AVG)10.

In totaal komt het netto-effect van OGB 1 op de uitgaven neer op een verhoging van de vastleggingskredieten met 52,6 miljoen EUR. Er worden geen extra betalingskredieten gevraagd.

2. REPOWEREU

De geopolitieke context is aanzienlijk veranderd sinds de vaststelling van de verordening tot instelling van de herstel- en veerkrachtfaciliteit11. Om nieuwe uitdagingen aan te pakken, heeft de Commissie op 18 mei 2022 voorgesteld de slagkracht van de herstel- en veerkrachtfaciliteit te versterken door middel van het REPowerEU-plan.

In de verordening12 over het opnemen van specifieke REPowerEU-hoofdstukken in de herstel- en veerkrachtplannen zijn specifieke REPowerEU-doelstellingen vastgesteld die moeten worden aangepakt met de in de bestaande herstel- en veerkrachtplannen op te nemen investeringen en hervormingen. Daarnaast voorziet de verordening in aanvullende bronnen van specifieke financiering om de desbetreffende maatregelen te financieren. Hieronder vallen ook extra opbrengsten uit de veiling van rechten uit het emissiehandelssysteem uit hoofde van Richtlijn 2003/87/EG en uit vrijwillige overdrachten uit de reserve voor aanpassing aan de brexit (BAR). De aanvullende financiële steun in verband met de REPowerEU-hoofdstukken wordt bovenop de initiële financiële bijdrage uit de herstel- en veerkrachtfaciliteit en, in voorkomend geval, de steun via leningen uitbetaald volgens een gemeenschappelijk tijdschema voor de tranches.

Op 1 februari 202313 heeft de Commissie nieuwe richtsnoeren voor de herstel- en veerkrachtplannen gepubliceerd. Om een snelle uitrol van REPowerEU-maatregelen te waarborgen, moeten de lidstaten ernaar streven hun gewijzigde herstel- en veerkrachtplannen met REPowerEU-hoofdstukken uiterlijk op 30 april 2023 in te dienen. Dit is vóór de voorgeschreven termijn van 31 augustus 2023, rekening houdend met het feit dat de uiterste datum voor de vastlegging van de beschikbare bedragen voor de resterende 30 % van de subsidietoewijzing eind 2023 is. Om de Commissie in staat te stellen de begrotingsvastleggingen tijdig na de vaststelling van de uitvoeringsbesluiten van de Raad te verrichten, stelt de Commissie voor alle nodige aanvullende aanpassingen in de begrotingsnomenclatuur en -toelichting in OGB 1 aan te brengen. Daarom stelt de Commissie voor een nieuw begrotingsonderdeel 16 02 04 “Herstel- en veerkrachtfaciliteit – Bijdrage uit de BAR” te creëren, en wel als volgt:

EUR
Begrotings-onderdeelNaamVastleggings-kredietenBetalings-kredieten
Afdeling III – Commissie
16 02 04Herstel- en veerkrachtfaciliteit – Bijdrage uit de BARp.m.p.m.
Totaalp.m.p.m.


Daarnaast wordt voorgesteld begrotingsonderdeel 08 03 05 “Herstel- en veerkrachtfaciliteit – Bijdrage uit het Elfpo” te schrappen en ramingen op te nemen met betrekking tot de aanvullende financiering uit het REPowerEU-ETS voor begrotingshoofdstuk 06 02 – Herstel- en veerkrachtfaciliteit en instrument voor technische ondersteuning.

De bijbehorende toelichting is opgenomen in de begrotingsbijlage.

3. MECHANISME VOOR KOOLSTOFGRENSCORRECTIE (CBAM)

Het oorspronkelijke voorstel van de Commissie voor de instelling van het mechanisme voor koolstofgrenscorrectie (CBAM)14 was gebaseerd op een gedecentraliseerd governancemodel met aanzienlijke betrokkenheid van de lidstaten bij de uitvoering van het mechanisme. Zoals uiteengezet in het oorspronkelijke financieel memorandum bij het voorstel, zou hiervoor een relatief bescheiden IT-systeem moeten worden ontwikkeld (dat de Commissie in de ontwerpbegroting 2023 wilde financieren uit rubriek 1 Eengemaakte markt, innovatie en digitaal beleid) en zouden beperkte personele middelen bij de Commissie nodig zijn (maximaal acht posten in de personeelsformatie op volle kruissnelheid, te financieren uit rubriek 7 Europees openbaar bestuur).

Het definitieve akkoord dat het Europees Parlement en de Raad in december 2022 hebben bereikt over de instelling van het mechanisme is echter gebaseerd op een gecentraliseerd governancemodel, dat een sterke betrokkenheid van de Commissie bij de uitvoering, de ontwikkeling en het onderhoud van een substantieel IT-systeem vereist. Tegelijkertijd hebben de medewetgevers niet gekozen voor de mogelijkheid om het CBAM te financieren uit externe bestemmingsontvangsten uit het emissiehandelssysteem. De hogere kosten voor het IT-systeem zullen dus moeten worden gefinancierd uit de marge onder het uitgavenmaximum van rubriek 3 (Natuurlijke hulpbronnen en milieu), terwijl het extra personeel van de Commissie zal moeten worden gefinancierd uit rubriek 7.

Op 1 februari 2023 heeft de Commissie een herzien financieel memorandum bij het Europees Parlement en de Raad ingediend, waarin de budgettaire gevolgen van het nieuwe governancemodel voor de periode 2023-2027 worden uiteengezet. De Commissie stelt voor de gevolgen voor het begrotingsjaar 2023 op te nemen in OGB 1, met enkele kleine verlagingen van kredieten ten opzichte van de ramingen in het herziene financieel memorandum voor 2023. Gezien de noodzaak om de voorbereidingen voor het opzetten van het IT-systeem te versnellen, heeft de Commissie 7,7 miljoen EUR van de in het herziene financieel memorandum vastgestelde CBAM-behoeften kunnen dekken met kredieten die beschikbaar zijn in het kader van het Douane-programma en het Fiscalis-programma in 2023.

Daarom stelt de Commissie voor een nieuw begrotingsonderdeel voor het CBAM in rubriek 3 te creëren met 4,1 miljoen EUR aan vastleggingskredieten en 1,6 miljoen EUR aan betalingskredieten, en het bestaande begrotingsonderdeel in rubriek 1 te schrappen, waarbij de kredieten worden toegevoegd aan de desbetreffende marge in rubriek 1, en wel als volgt:

EUR
Begrotings-onderdeelNaamVastleggings-kredietenBetalings-kredieten
Afdeling III – Commissie
30 02 02Gesplitste kredieten (Reserve voor begrotingsartikel 03 20 03 02)-2 250 000-2 250 000
09 20 04 01Mechanisme voor koolstofgrenscorrectie4 150 0001 565 679
Totaal1 900 000-684 321


Wat personeel betreft, was de Commissie ten volle bereid om in de initiële personeelsbehoeften van maximaal acht posten in het kader van het gedecentraliseerde governancemodel te voorzien door herschikking en herprioritering van middelen binnen de instelling, in overeenstemming met het stabiele personeelsbeleid dat de Commissie sinds het begin van het huidige MFK voert. Om het gecentraliseerde beheer van het CBAM op volle kruissnelheid te waarborgen, zullen naar schatting echter 90 personeelsleden nodig zijn, waarvan 16 posten en vier externe personeelsleden in 2023. Aangezien de Commissie de afgelopen jaren in het kader van haar stabiele personeelsbeleid heeft voorzien in de behoeften van andere prioritaire gebieden, zoals de COVID-19-respons, de energiecrisis en de uitgebreide werkzaamheden met betrekking tot Oekraïne, is het niet mogelijk om dergelijke grote aantallen personeelsleden door middel van herschikking te vinden zonder andere kritieke lopende activiteiten in gevaar te brengen. Om die reden heeft de Commissie op 1 februari 2023 een unilaterale verklaring afgelegd over de financiering van personele middelen voor het CBAM:

De Commissie herinnert eraan dat het definitieve akkoord dat de medewetgevers hebben bereikt over de instelling van het mechanisme voor koolstofgrenscorrectie (CBAM) aanzienlijk is geëvolueerd wat betreft de personele middelen die nodig zijn voor de uitvoering ervan binnen de Commissie, vergeleken met het financieel memorandum bij het oorspronkelijke voorstel (COM(2021) 564 final van 14.7.2021), dat gebaseerd was op een gedecentraliseerd uitvoeringsmodel.

De aanvullende personele middelen van de Commissie die vereist zijn op grond van het definitieve akkoord dat door de medewetgevers is goedgekeurd, zullen de Commissie niet in staat stellen het beginsel van stabiele personeelsbezetting in acht te nemen; er zullen extra middelen nodig zijn, die door het Europees Parlement en de Raad moeten worden goedgekeurd tijdens de jaarlijkse begrotingsprocedure, samen met de bijbehorende begrotingskredieten.

Zonder aanvullende middelen, zoals de externe bestemmingsontvangsten uit het ETS, is het niet gemakkelijk opties te vinden voor de financiering van de noodzakelijke administratieve uitgaven (personeel en IT) voor het CBAM. Rubriek 7 Europees openbaar bestuur van het meerjarig financieel kader 2021-2027 was gebaseerd op het beginsel van stabiele personeelsbezetting, en er is geen marge om extra ambtenaren te financieren.

De marge in rubriek 3 Natuurlijke hulpbronnen en milieu kan in beginsel rekening houden met IT-gerelateerde uitgaven, binnen de grenzen ervan. De beperkte beschikbaarheid in het kader van deze rubriek zal het vermogen van de EU-begroting om nieuwe politieke prioriteiten te financieren, beperken.”

Tegen deze achtergrond vraagt de Commissie nu om 16 extra posten in haar personeelsformatie en vier arbeidscontractanten in 2023, alsmede een bijbehorend bedrag van 1,5 miljoen EUR ter dekking van de administratieve uitgaven in rubriek 7, uitgaande van een gemiddelde aanwerving halverwege het jaar.

Dit extra personeel zal taken uitvoeren die verband houden met zowel de uitvoering van het CBAM als het IT-project. 12 AD-posten zijn nodig om de werklast in 2023 aan te kunnen in verband met verschillende gedelegeerde en uitvoeringshandelingen, de methode voor de berekening van ingebedde emissies, het toezicht op de financiële verantwoordelijkheid en contracten en verslagen. De ambtenaren van de Commissie zullen ook de werking van het CBAM-systeem moeten evalueren en beoordelen en het IT-systeem moeten implementeren. Bovendien vereisen het strategische belang, de omvang en de complexiteit van het IT-project voor het CBAM een specifiek CBAM-IT-team dat wordt geraamd op in totaal 15 vte’s om de algehele uitvoering en verrichtingen van het project te beheren. De Commissie heeft hiertoe al zeven vte’s intern herschikt. In 2023 zijn dus nog eens acht vte’s nodig, waarvan vier AD-posten en vier arbeidscontractanten.

EUR
Begrotings-
onderdeel
NaamVastleggings-kredietenBetalings-kredieten
Afdeling III – Commissie
20 01 02 01Salarissen en vergoedingen — Centrale diensten en vertegenwoordigingen764 000764 000
20 01 02 02Uitgaven en vergoedingen voor aanwerving, overplaatsing en beëindiging van de dienst — Centrale diensten en vertegenwoordigingen181 000181 000
20 02 01 01Arbeidscontractanten122 591122 591
20 02 06 01Dienstreizen en representatiekosten75 00075 000
20 02 06 02Kosten voor vergaderingen, deskundigengroepen en conferenties 200 000 200 000
20 02 06 03Vergaderingen van comités27 000 27 000
20 02 06 04Studies en raadplegingen 100 000 100 000
Totaal1 469 5911 469 591

De geactualiseerde personeelsformatie is opgenomen in de budgettaire bijlage.

4. PROGRAMMA VAN DE UNIE VOOR BEVEILIGDE CONNECTIVITEIT

Tijdens de laatste trialoog op 23 november 2022 zijn de medewetgevers overeengekomen de financiering van het initiatief van de Unie voor beveiligde connectiviteit te verhogen met 50 miljoen EUR uit de niet-toegewezen marge onder het uitgavenmaximum van rubriek 1. Met het oog op de uitvoering van deze overeenkomst stelt de Commissie voor om in OGB 1 een bedrag van 50 miljoen EUR aan vastleggingskredieten op te nemen, hetgeen zal bijdragen tot de start van aanbestedingsprocedures in 2023. Het huidige niveau van de betalingskredieten in de begroting 2023 wordt toereikend geacht om de betalingsbehoeften van dit jaar te dekken.

EUR
Begrotings-onderdeelNaamVastleggings-kredietenBetalings-kredieten
Afdeling III – Commissie
04 03 01Beveiligde connectiviteit van de Unie — Bijdrage uit rubriek 150 000 0000
Totaal50 000 0000

5. GEDECENTRALISEERDE AGENTSCHAPPEN

5.1 Antiwitwasautoriteit

Het voorstel van de Commissie tot oprichting van de antiwitwasautoriteit15 voorzag in de start van de activiteiten in 2023. Overeenkomstig artikel 49 van het Financieel Reglement is het geplande bedrag van 1 085 270 EUR voor 2023 in de reserve opgenomen (titel “voorzieningen”). Omdat de onderhandelingen over het voorstel langer duren, zullen de activiteiten echter niet in 2023 van start gaan en kan het bedrag in de reserve derhalve worden geannuleerd. De marge in rubriek 1 zal dienovereenkomstig toenemen.

EUR
Begrotings-onderdeelNaamVastleggings-kredietenBetalings-kredieten
Afdeling III – Commissie
30 02 02Gesplitste kredieten (Reserve voor begrotingsartikel 03 10 05)- 1 085 270
- 1 085 270
Totaal- 1 085 270
- 1 085 270

5.2 Agentschap van de Europese Unie voor de samenwerking tussen energieregulators (ACER)

Voorgesteld wordt het mandaat van het Agentschap van de Europese Unie voor de samenwerking tussen energieregulators (ACER) uit te breiden met de volgende twee nieuwe initiatieven.

Ten eerste moet ACER overeenkomstig de verordening van de Raad inzake de bevordering van solidariteit via een betere coördinatie van de aankoop van gas, betrouwbare prijsbenchmarks en de uitwisseling van gas over de grenzen heen16 een objectief prijsramingsinstrument – en in de loop der tijd een benchmark – voor de invoer van lng in de EU tot stand brengen door realtime-informatie over alle dagelijkse transacties te verzamelen. Om ACER in staat te stellen zijn nieuwe taken uit te voeren, stelt de Commissie voor de EU-bijdrage aan ACER in 2023 met 1,83 miljoen EUR te verhogen. Dit bedrag omvat de financiering van vijf extra posten in de personeelsformatie van het agentschap. Voorgesteld wordt de verhoging van de EU-bijdrage aan ACER te compenseren uit het CEF-energieprogramma.

Ten tweede bepaalt de verordening van de Raad tot vaststelling van een marktcorrectiemechanisme om de burgers en de economie te beschermen tegen buitensporig hoge prijzen17 dat ACER steun zal verlenen bij het monitoren, activeren en opschorten van het marktcorrectiemechanisme. Dit brengt extra taken mee, onder meer met betrekking tot de werking van de grondstoffenmarkten en de voorzieningszekerheid, die momenteel geen deel uitmaken van de rol van de Commissie. Om ACER in staat te stellen zijn nieuwe taken uit te voeren, stelt de Commissie voor de EU-bijdrage aan ACER in 2023 met 942 000 EUR te verhogen. Dit bedrag omvat de financiering van zes extra posten in de personeelsformatie van het agentschap. Voorgesteld wordt de verhoging van de EU-bijdrage aan ACER te compenseren uit het CEF-energieprogramma.

2.

Het algehele effect op de uitgaven is als volgt:

EUR
Begrotings-onderdeelNaamVastleggings-kredietenBetalings-kredieten
Afdeling III – Commissie
02 10 06Agentschap van de Europese Unie voor de samenwerking tussen energieregulators (ACER)2 772 0002 772 000
02 03 02CEF — Energie- 2 772 000
- 2 772 000
Totaal00


De geactualiseerde personeelsformatie is opgenomen in de budgettaire bijlage.

5.3 Bureau voor ondersteuning van het orgaan van Europese regulerende instanties voor elektronische communicatie (Berec-Bureau)

Naar aanleiding van de moeilijkheden die het Bureau voor ondersteuning van het Orgaan van Europese regulerende instanties voor elektronische communicatie (Berec-Bureau) ondervindt bij het toewijzen van voldoende tijdelijke posten aan zijn kernfuncties op het gebied van beheer en administratie, stelt de Commissie voor één post aan de personeelsformatie toe te voegen. De extra post zal worden gefinancierd uit de bestaande EU-bijdrage.

De geactualiseerde personeelsformatie is opgenomen in de budgettaire bijlage.

5.4 Europees Agentschap voor chemische stoffen (ECHA)

In het voorstel van de Commissie voor een verordening inzake batterijen en afgedankte batterijen18 is voorgesteld nieuwe taken toe te wijzen aan het Europees Agentschap voor chemische stoffen – Milieurichtlijnen en internationale verdragen (ECHA), waarvoor in 2023 naar verwachting 602 000 EUR nodig zou zijn, gecompenseerd uit het LIFE-programma. Overeenkomstig artikel 49 van het Financieel Reglement is dit bedrag in de reserve opgenomen (titel “voorzieningen”). Naar aanleiding van een herzien financieel memorandum worden de desbetreffende financiële gevolgen echter uitgesteld tot 2024. De Commissie stelt derhalve voor de toewijzing voor 2023 als volgt terug te geven aan het LIFE-programma:

EUR
Begrotings-onderdeelNaamVastleggings-kredietenBetalings-kredieten
Afdeling III – Commissie
30 02 02Gesplitste kredieten (Reserve voor begrotingsartikel 09 10 01)- 602 000
- 602 000
09 02 02Circulaire economie en levenskwaliteit602 000602 000
Totaal00

6. UITVOERENDE AGENTSCHAPPEN

6.1 Uitvoerend Agentschap voor gezondheid en digitaal beleid (Hadea)

De personeelsformatie van het Uitvoerend Agentschap voor gezondheid en digitaal beleid (Hadea) moet worden gewijzigd om rekening te houden met een wijziging in de personeelsstructuur van het agentschap. Daarom wordt verzocht om een budgettair neutrale opwaardering van één AST-post tot één AD-post, zonder gevolgen voor de administratieve uitgaven van het agentschap voor 2023.

De geactualiseerde personeelsformatie is opgenomen in de budgettaire bijlage.

7. EUROPESE TOEZICHTHOUDER VOOR GEGEVENSBESCHERMING (EDPS)

Gezien de rol van de EDPS bij de toepassing van de algemene verordening gegevensbescherming19 is een verhoging van zijn begroting met 300 000 EUR nodig voor de financiering van proceskosten na een toename van het aantal rechtszaken.

Naarmate de nationale gegevensbeschermingsautoriteiten hun handhavingsactiviteiten ontwikkelen, zijn er meer geschillen die de tussenkomst van het Europees Comité voor gegevensbescherming (EPDB) vereisen, een unieke verantwoordelijkheid in het digitale regelgevingslandschap van de EU. Bindende besluiten van het EDPB spelen een essentiële rol bij het waarborgen van de correcte en consistente toepassing van de AVG door de nationale toezichthoudende autoriteiten. Bindende besluiten pakken grootschalige grensoverschrijdende kwesties aan en hebben meestal betrekking op complexe onderwerpen in verband met verwerkingsactiviteiten door grote spelers. Die besluiten worden dus voor het Gerecht aangevochten. De beroepen van de verwerkingsverantwoordelijke tegen wie het onderzoek is gericht, worden niet-ontvankelijk geacht naar aanleiding van de beschikking van het Gerecht van 7 december 2022 in zaak T-709/21, WhatsApp/EDPB. Tegen deze beschikking loopt echter momenteel een hoger beroep, zodat nog niet definitief zeker is dat het EDPB van deze stroom rechtszaken verlost is. Dit is afhankelijk van de vraag of het Hof van Justitie de beschikking van het Gerecht bevestigt.

Binnenkort zullen nog meer beroepen worden ingesteld, en in maart 2023 zal het EDPB te maken hebben met negen rechtszaken tegelijk. In deze procedures zal het EDPB zich moeten laten bijstaan door een advocatenkantoor, aangezien het doorgaans gaat om nieuwe en/of complexe juridische kwesties inzake de uitlegging en toepassing van het EU-recht en van de AVG. Voor juridische bijstand is in 2023 naar raming in totaal 600 000 EUR aan kredieten nodig. Na een grondige beoordeling van de ruimte voor interne herschikking binnen titel 3 van de begroting van de EDPS blijkt dat 150 000 EUR uit andere begrotingsonderdelen kan worden herschikt. Omdat op het desbetreffende begrotingsonderdeel aanvankelijk al 150 000 EUR aan kredieten beschikbaar was, wordt voorgesteld de kredieten hiervoor met 300 000 EUR te verhogen.

EUR
Begrotings-onderdeelNaamVastleggings-kredietenBetalings-kredieten
Afdeling IX — Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming
3 0 4 5Externe consultancy en studies300 000300 000
Totaal300 000300 000


8. FINANCIERING

In totaal komt het netto-effect van OGB 1 op de uitgaven neer op een verhoging van de vastleggingskredieten met 52,6 miljoen EUR. Er worden geen extra betalingskredieten gevraagd.


9. SAMENVATTING PER MFK-RUBRIEK

In EUR
Begroting 2023Ontwerp van gewijzigde begroting nr. 1/2023Begroting 2023 (incl. OGB 1/2023)
VKBKVKBKVKBK
1.Eengemaakte markt, innovatie en digitaal beleid21 548 391 85920 901 427 34446 664 730-3 335 27021 595 056 58920 898 092 074
waarvan flexibiliteitsinstrument
maximum21 727 000 00021 727 000 000
marge178 608 141-46 664 730131 943 411
2.Cohesie, veerkracht en waarden70 586 704 06358 058 661 39970 586 704 06358 058 661 399
waarvan flexibiliteitsinstrument182 220 073182 220 073
waarvan in het kader van het enkelvoudig marge-instrument artikel 11, lid 1, punt a)280 000 000280 000 000
maximum70 137 000 00070 137 000 000
marge12 516 01012 516 010
2a.Economische, sociale en territoriale cohesie62 926 483 99050 874 959 22962 926 483 99050 874 959 229
waarvan flexibiliteitsinstrument
maximum62 939 000 00062 939 000 000
marge12 516 01012 516 010
2b.Veerkracht en waarden7 660 220 0737 183 702 1707 660 220 0737 183 702 170
waarvan flexibiliteitsinstrument182 220 073182 220 073
waarvan in het kader van het enkelvoudig marge-instrument artikel 11, lid 1, punt a)280 000 000280 000 000
maximum7 198 000 0007 198 000 000
marge
3.Natuurlijke hulpbronnen en milieu57 259 258 22557 455 744 5864 150 0001 565 67957 263 408 22557 457 310 265
waarvan flexibiliteitsinstrument
maximum57 295 000 00057 295 000 000
marge35 741 775-4 150 00031 591 775
waarvan: marktgerelateerde uitgaven en rechtstreekse betalingen40 692 21140 698 181 35640 692 21140 698 181 356
ELGF-submaximum41 518 000 00041 518 000 000
afrondingsverschil uitgesloten voor de berekening van de submarge800 000800 000
netto-overdracht tussen ELGF en Elfpo-825 800 000-825 800 000
nettosaldo dat voor uitgaven uit het ELGF beschikbaar is (submaximum gecorrigeerd door overdrachten tussen het ELGF en het Elfpo)40 693 000 00040 693 000 000
ELGF-submarge789 000789 000
4.Migratie en grensbeheer3 727 311 5183 038 380 2523 727 311 5183 038 380 252
waarvan flexibiliteitsinstrument
maximum3 814 000 0003 814 000 000
marge86 688 48286 688 482
5.Veiligheid en defensie2 116 636 8291 208 374 6122 116 636 8291 208 374 612
waarvan flexibiliteitsinstrument170 636 829170 636 829
maximum1 946 000 0001 946 000 000
marge
6.Nabuurschap en de wereld17 211 879 47813 994 937 84517 211 879 47813 994 937 845
waarvan flexibiliteitsinstrument882 879 478882 879 478
maximum16 329 000 00016 329 000 000
marge
7.Europees openbaar bestuur11 311 349 92711 311 349 9271 769 5911 769 59111 313 119 51811 313 119 518
waarvan flexibiliteitsinstrument
maximum11 419 000 00011 419 000 000
marge107 650 073-1 769 591105 880 482
waarvan: administratieve uitgaven van de instellingen8 743 830 4518 743 830 4511 769 5911 769 5918 745 600 0428 745 600 042
submaximum8 772 000 0008 772 000 000
submarge28 169 549-1 769 59126 399 958
Kredieten voor rubrieken183 761 531 899165 968 875 96552 584 3210183 814 116 220165 968 875 965
maximum182 667 000 000168 575 000 000182 667 000 000168 575 000 000
waarvan flexibiliteitsinstrument1 235 736 380948 114 7331 235 736 380948 114 733
waarvan in het kader van het enkelvoudig marge-instrument artikel 11, lid 1, punt a)280 000 000280 000 000
marge421 204 4813 554 238 768-52 584 3210368 620 1603 554 238 768
Thematische speciale instrumenten2 855 153 0292 679 794 0002 855 153 0292 679 794 000
Totaal kredieten186 616 684 928168 648 669 96552 584 3210186 669 269 249168 6-48 669 965


1Besluit (EU, Euratom) 2020/2053 van de Raad van 14 december 2020 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Unie en tot intrekking van Besluit 2014/335/EU, Euratom (PB L 424 van 15.12.2020).

2Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018).

3PB L 58 van 23.2.2023.

4COM(2022) 230 van 18.5.2022.

5COM(2022) 231 van 18.5.2022.

6PB L 57 van 18.2.2021.

7Richtlijn 2003/87/EG.

8PB L 357 van 8.10.2021.

9COM(2022) 57 van 15.2.2022.

10PB L 119 van 4.5.2016.

11PB L 57 van 18.2.2021.

12COM(2022) 230 van 18.5.2022.

13C(2023)876 Bijlage.

14COM(2021) 564 van 14.7.2021.

15COM(2021) 421 van 20.7.2021.

16PB L 335 van 29.12.2022, blz. 1.

17PB L 335 van 29.12.2022, blz. 45.

18COM(2020) 798 van 10.12.2020.

19PB L 119 van 4.5.2016.

NL NL