Toelichting bij COM(2023)105 - Standpunt EU in het Comité voor overheidsopdrachten met betrekking tot de toetreding van Noord-Macedonië tot de Overeenkomst inzake overheidsopdrachten

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. Onderwerp van het voorstel

Dit voorstel betreft het besluit tot bepaling van het namens de Unie in te nemen standpunt in het Comité voor overheidsopdrachten betreffende de beoogde vaststelling van een besluit van het Comité over de toetreding van Noord-Macedonië tot de Overeenkomst inzake overheidsopdrachten.

2. Achtergrond van het voorstel

2.1De Overeenkomst inzake overheidsopdrachten

De Overeenkomst inzake overheidsopdrachten (hierna “de Overeenkomst” genoemd) is een plurilaterale overeenkomst in het kader van de WTO met als doel de markten voor overheidsopdrachten wederzijds voor alle partijen open te stellen. De herziene versie van de Overeenkomst is op 6 april 2014 in werking getreden.

De Europese Unie is partij bij de Overeenkomst.

Op 17 maart 2017 heeft Noord-Macedonië verzocht tot de Overeenkomst toe te treden. Noord-Macedonië heeft op 28 februari 2018 zijn eerste markttoegangsaanbod ingediend.

De Commissie heeft namens de Unie onderhandeld zowel met Noord-Macedonië op bilaterale basis als met andere partijen bij de Overeenkomst inzake overheidsopdrachten.

Vervolgens heeft Noord-Macedonië op 13 september 2022 zijn definitieve aanbod ingediend. Op 27 september 2022 is een rectificatie van het definitieve markttoegangsaanbod verspreid. Hieronder volgen een samenvatting van het definitieve aanbod van Noord-Macedonië en de beoordeling daarvan van de Commissie.

Op basis van het besluit kan de Commissie het standpunt van de Europese Unie over de toetreding van Noord-Macedonië in het Comité voor overheidsopdrachten kenbaar maken.

2.2Het Comité voor overheidsopdrachten

Het Comité voor overheidsopdrachten is opgericht om de uitvoering van de Overeenkomst te beheren. Het bestaat uit vertegenwoordigers van elk van de partijen alsmede uit WTO-leden en intergouvernementele organisaties met de status van waarnemer.

Het Comité komt geregeld (circa vier keer per jaar) bijeen om de partijen de gelegenheid tot overleg te bieden over aangelegenheden in verband met de uitvoering en de werking van de Overeenkomst of de bevordering van de doelstellingen ervan. Het Comité voert ook andere taken uit waarmee het eventueel door de partijen wordt belast.

Het Comité licht de Algemene Raad van de WTO jaarlijks in over zijn activiteiten en over de ontwikkelingen betreffende de uitvoering en werking van de Overeenkomst.

De Europese Unie is, net als alle andere partijen, lid van het Comité, waarin zij door de Commissie wordt vertegenwoordigd.

2.3De beoogde handeling van het Comité voor overheidsopdrachten

Op 30 december 2022 heeft de Commissie in het kader van de door het secretariaat van de WTO ingeleide schriftelijke procedure impliciet verklaard dat de Europese Unie in beginsel instemt met de toetreding van Noord-Macedonië tot de Overeenkomst inzake overheidsopdrachten.

Het Comité voor overheidsopdrachten moet tijdens zijn volgende formele zitting in maart/april 2023 een besluit vaststellen betreffende de toetreding van Noord-Macedonië tot de Overeenkomst inzake overheidsopdrachten (hierna “de beoogde handeling” genoemd), of, indien de omstandigheden dit niet toelaten, via een schriftelijke procedure.

Het doel van de beoogde handeling is om de toetreding van Noord-Macedonië tot de Overeenkomst inzake overheidsopdrachten overeenkomstig artikel XXII, lid 2, van de Overeenkomst te aanvaarden.

Voor de vaststelling van het besluit gelden de respectieve interne procedures van de partijen. In artikel XXII van de Overeenkomst is bepaald dat elk WTO-lid tot de Overeenkomst kan toetreden op tussen dat lid en de partijen overeen te komen voorwaarden en dat deze voorwaarden worden vastgesteld in een besluit van het Comité. Toetreding geschiedt door nederlegging bij de directeur-generaal van de WTO van een toetredingsinstrument waarin de overeengekomen voorwaarden worden gespecificeerd. Deze overeenkomst treedt voor een toetredend lid in werking op de 30e dag nadat het zijn toetredingsinstrument heeft nedergelegd.

3. Namens de Unie in te nemen standpunt

3.1 Het definitieve aanbod van Noord-Macedonië

1.

Verbintenissen inzake markttoegang (onder de Overeenkomst vallende instanties, goederen, diensten en constructiediensten)


Drempels

Noord-Macedonië past de drempels toe die de partijen bij de Overeenkomst gewoonlijk voor goederen, diensten en constructiediensten toepassen.

2.

Instanties (bijlagen 1, 2 en 3)


In bijlage 1 (“centrale overheidsinstanties”) neemt Noord-Macedonië een exhaustieve lijst op van centrale overheidsinstanties waarvan de opdrachten openstaan voor partijen bij de Overeenkomst. De dekking is toereikend. In bijlage 1 zijn vier aantekeningen opgenomen. Aantekening 1 sluit aanbestedingen voor de aankoop van apparatuur voor luchtverkeersleiding bij leveranciers en dienstverleners uit de Verenigde Staten en van goederen of diensten die onderdeel vormen van een aanbesteding maar zelf niet onder deze overeenkomst vallen bij leveranciers en dienstverleners uit de Verenigde Staten en Canada, uit van de dekking. Bij aantekening 2 wordt bepaald dat artikel XVIII van de Overeenkomst inzake binnenlandse toetsingsprocedures niet geldt voor leveranciers en dienstverleners uit Japan, Korea, de Verenigde Staten en Australië met betrekking tot kleine en middelgrote ondernemingen. In aantekening 3 is vermeld dat centrale overheidsinstanties ook alle ondergeschikte entiteiten van een aanbestedende dienst van Noord-Macedonië omvatten, op voorwaarde dat de ondergeschikte entiteit geen afzonderlijke rechtspersoonlijkheid heeft. In aantekening 4 wordt verduidelijkt dat aanbestedingen door diensten op het gebied van defensie en veiligheid alleen onder de dekking vallen indien die betrekking hebben op niet-gevoelig en niet voor oorlogsvoering bestemd materiaal als bedoeld in bijlage 4. De aantekeningen in deze bijlage komen overeen met de aantekeningen van de EU in bijlage 1. Aantekeningen 1 en 2 zijn pas van toepassing vanaf de datum waarop Noord-Macedonië lid wordt van de EU.

In bijlage 2 (“niet-centrale overheidsinstanties”) neemt Noord-Macedonië alle regionale en lokale aanbestedende diensten op. Er wordt een brede definitie van niet-centrale overheidsinstanties ingevoerd. Bijlage 2 bevat vier aantekeningen, die een afspiegeling zijn van de aantekeningen in de regelingen van de EU. Aantekening 1 voorziet in vrijstellingen van de dekking voor specifieke landen en/of goederen of diensten. Bij aantekening 2 wordt bepaald dat artikel XVIII van de Overeenkomst inzake binnenlandse toetsingsprocedures niet geldt voor leveranciers uit Japan, Korea, de Verenigde Staten en Australië met betrekking tot kleine en middelgrote ondernemingen. Bij aantekening 3 wordt bepaald dat artikel XVIII van de Overeenkomst inzake binnenlandse toetsingsprocedures niet geldt voor de betwisting van gunning van opdrachten door in bijlage 2, punt 2, genoemde instanties met betrekking tot Japan en Korea. Bij aantekening 4 wordt bepaald dat artikel XVIII van de Overeenkomst inzake binnenlandse toetsingsprocedures niet geldt voor Japan en Korea wat betreft de betwisting van gunning van opdrachten door instanties waarvan de waarde lager is dan de drempel die geldt voor dezelfde categorie opdrachten die door deze partijen worden gegund. De aantekeningen in deze bijlage komen overeen met de aantekeningen van de EU in bijlage 2. Aantekeningen 1, 2, 3 en 4 zijn pas van toepassing vanaf de datum waarop Noord-Macedonië lid wordt van de EU.

In bijlage 3 (“andere instanties”) neemt Noord-Macedonië alle aanbestedende diensten op waarvan de aanbestedingen onder de wetgeving inzake overheidsopdrachten van Noord-Macedonië vallen, die aanbestedende overheidsdiensten of overheidsbedrijven zijn en die een van hun activiteiten op het gebied van water, elektriciteit, luchthavens, havens, stadsvervoer en vervoer per spoor uitoefenen. De drempels voor goederen en diensten komen overeen met EU-drempels (400 000 SDR). Aantekening 1 sluit overheidsopdrachten uit van de dekking wanneer zij aan concurrentie blootstaan. Bij aantekening 2 worden overheidsopdrachten voor de aankoop van water en voor de levering van energie of brandstoffen voor de productie van energie, overheidsopdrachten voor andere doeleinden dan de uitvoering van de activiteiten van de aanbestedende diensten en overheidsopdrachten ten behoeve van de wederverkoop of de verhuur aan derden onder de in de aantekening vermelde voorwaarden van de dekking uitgesloten. Aantekening 3 sluit de levering van drinkwater of elektriciteit onder specifieke voorwaarden uit. Aantekening 4 sluit overheidsopdrachten die een aanbestedende dienst bij een met hem verbonden onderneming plaatst, uit van de dekking. Aantekening 5 sluit overheidsopdrachten in het geval van gemeenschappelijke ondernemingen onder specifieke voorwaarden uit van de dekking. Aantekening 6 sluit overheidsopdrachten met betrekking tot leveranciers en dienstverleners van specifieke partijen voor specifieke sectoren uit van de dekking. Bij aantekening 7 wordt bepaald dat artikel XVIII van de Overeenkomst inzake binnenlandse toetsingsprocedures niet geldt voor leveranciers en dienstverleners uit Japan, Korea en de Verenigde Staten met betrekking tot kleine en middelgrote ondernemingen. Bij aantekening 8 worden aanvullende vrijstellingen van de dekking verleend voor leveranciers en dienstverleners uit Japan. De aantekeningen in deze bijlage komen overeen met de aantekeningen van de EU in bijlage 3. Aantekeningen 6, 7 en 8 zijn pas van toepassing vanaf de datum waarop Noord-Macedonië lid wordt van de EU.

3.

Goederen (bijlage 4)


Noord-Macedonië stelt voor dat de overheidsopdrachten voor alle goederen door de in de bijlagen 1, 2 en 3 vermelde instanties onder de overeenkomst vallen. Noord-Macedonië verbindt zich ertoe dat de overheidsopdrachten van de betrokken instanties voor alle goederen onder de overeenkomst vallen, met uitzondering van overheidsopdrachten door het Ministerie van Defensie en agentschappen voor defensie- of beveiligingsactiviteiten. Voor die instanties verstrekt Noord-Macedonië een lijst van goederen waarvoor overheidsopdrachten onder de overeenkomst vallen.

4.

Dienstverlening (bijlage 5)


Noord-Macedonië stelt een lijst van onder de overeenkomst vallende diensten voor. In aantekening 1 van bijlage 5 is vermeld dat aanbesteding van diensten door aanbestedende diensten vallend onder de bijlagen 1, 2 en 3, voor wat betreft de dienstverlener van een bepaalde partij uitsluitend onder deze overeenkomst valt voor zover deze partij deze dienst in haar bijlage 5 heeft opgenomen.

5.

Constructiediensten (bijlage 6)


Noord-Macedonië stelt alle constructiediensten in de zin van afdeling 51 van de centrale productenclassificatie (CPC Prov.) voor, die door de instanties in de bijlagen 1, 2 en 3 worden aanbesteed, zoals algemeen door alle partijen bij de Overeenkomst wordt aangeboden.

Wanneer concessies voor werken worden gegund door aanbestedende diensten van de bijlagen 1 en 2, is daarop het beginsel van nationale behandeling van toepassing voor de dienstverleners in de bouwnijverheid van de EU, IJsland, Liechtenstein, Noorwegen, Nederland met betrekking tot Aruba, Zwitserland, Montenegro en het Verenigd Koninkrijk, mits de waarde ervan ten minste 5 000 000 SDR bedraagt, en voor de dienstverleners in de bouwnijverheid van Korea, mits de waarde ervan ten minste 15 000 000 SDR bedraagt.

In aantekening 1 van bijlage 6 is vermeld dat aanbesteding van constructiediensten door aanbestedende diensten die onder de bijlagen 1, 2 en 3 vallen, voor wat betreft de dienstverlener van een bepaalde partij uitsluitend onder deze overeenkomst valt voor zover deze partij deze dienst in haar bijlage 6 heeft opgenomen.

6.

Algemene aantekeningen (bijlage 7)


In bijlage 7 heeft Noord-Macedonië twee algemene aantekeningen opgenomen. Overeenkomstig aantekening 1 is de Overeenkomst niet van toepassing op overheidsopdrachten voor landbouwproducten in het kader van steunprogramma’s voor landbouw en programma’s voor menselijke voeding (bv. voedselhulp, met inbegrip van noodhulp), noch op overheidsopdrachten voor de aankoop, ontwikkeling, productie of coproductie van programmamateriaal door omroeporganisaties en op overeenkomsten betreffende zendtijd.

Bij aantekening 2 worden overheidsopdrachten door aanbestedende diensten waarop de bijlagen 1 en 2 van toepassing zijn in verband met activiteiten op het gebied van drinkwater, energie, vervoer en postdiensten van de dekking uitgesloten, tenzij ze onder bijlage 3 vallen.

De drempels voor de verschillende bijlagen komen overeen met de respectieve EU-drempels.

3.2 Wetgeving van Noord-Macedonië

De wetgeving van Noord-Macedonië op het gebied van onder de Overeenkomst vallende overheidsopdrachten maakt het mogelijk dat Noord-Macedonië de verplichtingen uit hoofde van de Overeenkomst inzake overheidsopdrachten nakomt.

Het rechtskader inzake overheidsopdrachten van Noord-Macedonië is grotendeels in overeenstemming met het EU-acquis met het oog op het proces voor toetreding tot de EU. De wetgeving inzake overheidsopdrachten van Noord-Macedonië is open, transparant en niet-discriminerend, in overeenstemming met de vereisten van de Overeenkomst.

4. Beoordeling door de Commissie van het aanbod van Noord-Macedonië

Het aanbod van Noord-Macedonië is volledig en bevredigend. Het weerspiegelt grotendeels het aanbod van de EU in het kader van aanhangsel I bij de Overeenkomst inzake overheidsopdrachten. Daarom is het niet nodig om wederkerige specifieke beperkingen of uitzonderingen op de toegang tot de Uniemarkt voor overheidsopdrachten in te voeren.

De volgende voorwaarden voor de toetreding van Noord-Macedonië zullen worden opgenomen in aanhangsel I van de EU.

Goederen, diensten, leveranciers en dienstverleners uit Noord-Macedonië moeten overeenkomstig afdeling 2, punt 1, van bijlage 1 van de EU, toegang tot de dekking van de EU hebben, d.w.z. toegang tot de overheidsopdrachten van alle aanbestedende diensten van de centrale overheden van de EU-lidstaten.

Noord-Macedonië zal ook een van de partijen bij de Overeenkomst worden waaraan de EU toegang verleent tot aanbestedingen voor concessies voor werken uit hoofde van afdeling 2 van bijlage 6.

7.

Aanbeveling


De toetreding van Noord-Macedonië tot de Overeenkomst inzake overheidsopdrachten zal naar verwachting een positieve bijdrage leveren aan de verdere internationale openstelling van de markten voor overheidsopdrachten, doordat het aantal partijen bij de Overeenkomst wordt uitgebreid en andere landen derhalve worden aangemoedigd om tot de Overeenkomst toe te treden. Bovendien zou de toetreding van Noord-Macedonië tot de Overeenkomst inzake overheidsopdrachten in de huidige geopolitieke context een krachtig signaal aan de regio afgeven. De Commissie beveelt aan dat het aanbod van Noord-Macedonië wordt aanvaard mits aan de voornoemde specifieke toetredingsvoorwaarden wordt voldaan.

Dienovereenkomstig wordt voorgesteld dat de Commissie wordt gemachtigd om in het Comité voor overheidsopdrachten het standpunt van de Europese Unie naar voren te brengen, ten gunste van de toetreding van Noord-Macedonië, dat moet worden opgenomen in het besluit van het Comité voor overheidsopdrachten betreffende voorwaarden voor de toetreding van Noord-Macedonië tot de Overeenkomst inzake overheidsopdrachten.

5. Rechtsgrondslag

5.1Procedurele rechtsgrondslag

8.

5.1.1. Beginselen


Artikel 218, lid 9, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) voorziet in de vaststelling van besluiten tot bepaling van “de standpunten die namens de Unie worden ingenomen in een krachtens een overeenkomst opgericht lichaam, wanneer dit lichaam handelingen met rechtsgevolgen vaststelt, met uitzondering van handelingen tot aanvulling of wijziging van het institutionele kader van de overeenkomst”.

Het begrip “handelingen met rechtsgevolgen” omvat tevens handelingen die rechtsgevolgen hebben uit hoofde van de op het betrokken lichaam toepasselijke volkenrechtelijke bepalingen. Onder dit begrip vallen tevens instrumenten die volkenrechtelijk niet bindend zijn, maar die “beslissende invloed [kunnen hebben] op de inhoud van de regelgeving die de wetgever van de Unie vaststelt” 1 .

9.

5.1.2. Toepassing op het onderhavige geval


Het Comité voor overheidsopdrachten is een lichaam dat krachtens een overeenkomst is opgericht, namelijk de Overeenkomst inzake overheidsopdrachten.

De door het Comité voor overheidsopdrachten vast te stellen handeling is een handeling met rechtsgevolgen.

De beoogde handeling strekt niet tot aanvulling of wijziging van het institutionele kader van de Overeenkomst.

De procedurele rechtsgrondslag voor het voorgestelde besluit is derhalve artikel 218, lid 9, VWEU.

5.2. Materiële rechtsgrondslag

10.

5.2.1. Beginselen


De materiële rechtsgrondslag voor een overeenkomstig artikel 218, lid 9, VWEU vast te stellen besluit wordt in de eerste plaats bepaald door de doelstelling en de inhoud van de beoogde handeling ten aanzien waarvan namens de Unie een standpunt wordt ingenomen. Wanneer de voorgenomen handeling verschillende doelstellingen heeft of uit verschillende componenten bestaat, waarvan er een kan worden gezien als hoofddoelstelling of overwegende component, terwijl de andere doelstellingen of componenten slechts ondergeschikt zijn, moet het overeenkomstig artikel 218, lid 9, VWEU te nemen besluit op één materiële rechtsgrondslag worden gebaseerd, namelijk die welke vereist is gelet op de hoofddoelstelling of de overwegende component.

11.

5.2.2. Toepassing op het onderhavige geval


De doelstelling en de inhoud van de beoogde handeling hebben in de eerste plaats betrekking op de gemeenschappelijke handelspolitiek.

De materiële rechtsgrondslag voor het voorgestelde besluit is derhalve artikel 207 VWEU.

5.3. Conclusie

De rechtsgrondslag voor het voorgestelde besluit is artikel 207 VWEU, in samenhang met artikel 218, lid 9, VWEU.

6. Bekendmaking

Aangezien de handeling van het Comité voor overheidsopdrachten de Overeenkomst zal wijzigen, is het passend het besluit van de Raad tot vaststelling van het standpunt dat namens de Unie in het Comité voor overheidsopdrachten moet worden ingenomen, na de vaststelling ervan bekend te maken in het Publicatieblad van de Europese Unie.