Toelichting bij COM(2023)106 - Tijdelijke liberalisering van de handel bovenop de handelsconcessies die op Oekraïense producten van toepassing zijn krachtens de Associatieovereenkomst met Oekraïne

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel

De niet-uitgelokte en ongerechtvaardigde militaire agressie van Rusland tegen Oekraïne sinds 24 februari 2022 heeft ernstige negatieve gevolgen gehad voor het vermogen van Oekraïne om handel te drijven met de rest van de wereld, vanwege het verlies van mensenlevens, de noodzaak om zich te concentreren op de verdediging van het grondgebied, de ontheemding van grote bevolkingsgroepen, de vernietiging van productiecapaciteit en het ontbreken van een aanzienlijk deel van de vervoersmogelijkheden als gevolg van de beperkte toegang tot de Zwarte Zee. In deze moeilijke context heeft de Europese Raad in zijn conclusies van 21 oktober 2022 en 9 februari 2023 onderstreept Oekraïne krachtige politieke en economische steun te blijven verlenen. Bovendien heeft Oekraïne de Unie verzocht zo veel mogelijk de voorwaarden te scheppen om het land in staat te stellen zijn handelspositie ten opzichte van de rest van de wereld te handhaven en zijn handelsbetrekkingen met de Unie verder te verdiepen. Tot deze maatregelen behoren het faciliteren van de logistiek over land door middel van de overeenkomst tussen de Unie en Oekraïne inzake het goederenvervoer over de weg 1 en de solidariteitscorridors tussen de EU en Oekraïne en het vergroten van de mate van liberalisering van de markt door middel van Verordening (EU) 2022/870 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2022 houdende tijdelijke handelsliberaliseringsmaatregelen ter aanvulling van de handelsconcessies die krachtens de associatieovereenkomst op Oekraïense producten van toepassing zijn. Deze verordening is op 4 juni 2022 in werking getreden en zal tot en met 5 juni 2023 van kracht zijn. Het is gebleken dat dergelijke maatregelen de Oekraïense producenten meer flexibiliteit en zekerheid bieden.

Gezien de aanhoudende militaire agressie van Rusland tegen Oekraïne, de daaruit voortvloeiende noodzaak om Oekraïne economisch te blijven steunen, en gezien het feit dat Oekraïne in juni 2022 de status van kandidaat-lidstaat van de EU heeft gekregen, stelt de Commissie een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot verlenging van deze handelsliberaliseringsmaatregelen voor, die van toepassing moet zijn voor een periode van één jaar vanaf de datum waarop de huidige maatregelen vervallen (d.w.z. vanaf 6 juni 2023):

–tijdelijke opschorting van alle nog bestaande douanerechten uit hoofde van titel IV van de Associatieovereenkomst tussen de EU en Oekraïne (hierna “de Associatieovereenkomst” genoemd) 2 , waarbij een diepe en brede vrijhandelsruimte wordt ingesteld. Het gaat daarbij om drie categorieën producten:

·groenten en fruit waarop het stelsel van invoerprijzen van toepassing is;

·landbouwproducten en verwerkte landbouwproducten waarvoor tariefcontingenten gelden;

–tijdelijk afzien van de inning van antidumpingrechten bij invoer van producten van oorsprong uit Oekraïne vanaf de datum van inwerkingtreding van deze verordening, en

–tijdelijke opschorting van de toepassing van de gemeenschappelijke regeling voor de invoer (vrijwaringsmaatregelen) 3 ten aanzien van de invoer van producten van oorsprong uit Oekraïne.

Verordening (EU) 2022/870 voorziet ook in een tijdelijke schorsing van de uitstaande rechten op industrieproducten die overeenkomstig bijlage I-A bij de associatieovereenkomst tegen eind 2022 geleidelijk zijn afgeschaft. Dit voorstel voor een verlenging van deze maatregelen heeft geen betrekking op deze producten, aangezien zij sinds 1 januari 2023 hoe dan ook aan nulrechten zijn onderworpen.

Deze tijdelijke en uitzonderlijke maatregelen zullen bijdragen tot de voortdurende ondersteuning en bevordering van de bestaande handelsstromen van Oekraïne naar de Unie. Dit beantwoordt aan een van de belangrijkste doelstellingen van de Associatieovereenkomst, namelijk de voorwaarden voor versterkte economische en handelsbetrekkingen te creëren met het oog op de geleidelijke integratie van Oekraïne in de interne markt van de EU.

De handelsliberaliseringsmaatregelen waarin dit voorstel voor een verordening voorziet, worden genomen met inachtneming van de verbintenis in artikel 2 van de Associatieovereenkomst, dat de bevordering van respect voor de beginselen van soevereiniteit en territoriale integriteit, onschendbaarheid van de grenzen en onafhankelijkheid als een essentieel element van de overeenkomst aanmerkt. In dezelfde geest zouden de handelsliberaliseringsmaatregelen zelf afhankelijk worden gesteld van de eerbiediging van dezelfde in artikel 2 genoemde grondbeginselen, waaronder die volgens welke de eerbiediging van de democratische beginselen, de mensenrechten en de fundamentele vrijheden en het respect voor de rechtsstaat essentiële onderdelen van die overeenkomst zijn.

Voorts hebben de in dit voorstel vervatte handelsliberaliseringsmaatregelen tot doel, overeenkomstig artikel 207, lid 1, VWEU, ervoor te zorgen dat de gemeenschappelijke handelspolitiek van de Unie wordt gevoerd in het kader van de in artikel 21 VEU neergelegde beginselen en doelstellingen van het externe optreden van de Unie.

Volgens het voorstel zullen versnelde vrijwaringsprocedures van toepassing zijn op basis van regelmatig toezicht dat het mogelijk maakt douanerechten opnieuw in te voeren.

Verenigbaarheid met bestaande bepalingen op het beleidsterrein

Deze handelsliberaliseringsmaatregelen zouden stroken met de uitvoering van de Associatieovereenkomst en met name met titel IV tot instelling van een diepe en brede vrijhandelsruimte, waarin is bepaald dat de Partijen gedurende een overgangsperiode van maximaal tien jaar vanaf de inwerkingtreding van die overeenkomst geleidelijk een vrijhandelsruimte tot stand brengen.

Bovendien heeft Verordening (EU) 2022/870 aangetoond dat de EU vastbesloten is Oekraïne economisch te steunen door middel van internationale handel in de context van de agressie van Rusland tegen Oekraïne. De verlenging van de handelsliberaliseringsmaatregelen is een logische uitbreiding van dit beleid, aangezien de militaire agressie en de economische problemen in Oekraïne voortduren.

Tot slot heeft Oekraïne in 2021 verzocht om over te gaan tot de in artikel 29, lid 4, van de Associatieovereenkomst bedoelde herziening om te bezien of douanerechten tussen Oekraïne en de Unie versneld en in ruimere mate kunnen worden afgeschaft. De onderhandelingen worden momenteel opgeschort.

Niettemin heeft de top EU-Oekraïne op 3 februari 2023 het herziene prioritaire actieplan voor een betere uitvoering van de DCFTA voor 2023-2024 bekrachtigd. Dit omvat bijvoorbeeld de toezegging van Oekraïne om in het eerste kwartaal van 2023 de wetgeving inzake hygiëne en kwaliteit van pluimveevlees in te voeren, waardoor overeengekomen wijzigingen van het uitvoercertificaat voor bepaald pluimveevlees van de EU naar Oekraïne kunnen worden ingevoerd.

Verenigbaarheid met andere beleidsterreinen van de Unie

De Europese Unie heeft de agressie van Rusland tegen Oekraïne krachtig veroordeeld en heeft ongekende stappen ondernomen om Oekraïne in deze uitzonderlijke context te steunen, variërend van financiële bijstand, met inbegrip van macrofinanciële bijstand voor noodmaatregelen en wederopbouw, tot de levering van militair materieel en de vaststelling van uitgebreide sancties tegen Rusland en Belarus, tot de intensivering van de samenwerking in het kader van de associatieovereenkomst. Bovendien kreeg Oekraïne in juni 2022 de status van kandidaat-lidstaat. De voorgestelde verordening zou derhalve voldoen aan en volgen uit de verplichting van de Unie uit hoofde van artikel 21, lid 3, VEU om toe te zien op de samenhang tussen de diverse onderdelen van haar externe optreden, en aan artikel 207, lid 1, VWEU, waarin is bepaald dat de gemeenschappelijke handelspolitiek wordt gevoerd in het kader van de beginselen en doelstellingen van het externe optreden van de Unie.

2. RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

Rechtsgrondslag

De rechtsgrondslag van dit voorstel is artikel 207, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

Subsidiariteit (bij niet-exclusieve bevoegdheid)

De gemeenschappelijke handelspolitiek is krachtens artikel 3, lid 1, punt e), VWEU een exclusieve bevoegdheid van de Unie. Het subsidiariteitsbeginsel is derhalve niet van toepassing.

Evenredigheid

Dit voorstel is noodzakelijk voor de uitvoering van de gemeenschappelijke handelspolitiek en voor de verwezenlijking van de doelstelling om Oekraïne in zijn huidige moeilijkheden economisch te ondersteunen, ook op het gebied van handel met de Unie.

Keuze van het instrument

Dit voorstel strookt met artikel 207, lid 2, VWEU, dat voorziet in maatregelen betreffende de gemeenschappelijke handelspolitiek.

3. EVALUATIE, RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELING

Evaluatie van bestaande wetgeving en controle van de resultaatgerichtheid ervan

Niet van toepassing.

Raadpleging van belanghebbenden

Niet van toepassing.

Bijeenbrengen en gebruik van expertise

Niet van toepassing.

Effectbeoordeling

Om ervoor te zorgen dat de handelsliberaliseringsmaatregelen voor Oekraïne na het verstrijken van Verordening (EU) 2022/870 op 5 juni 2023 worden voortgezet, is het belangrijk dat de verordening op 6 juni 2023 in werking treedt. Gezien deze noodzaak en de daaruit voortvloeiende urgentie van dit voorstel is geen effectbeoordeling uitgevoerd. Met betrekking tot de bepalingen van de Associatieovereenkomst inzake handel en daarmee verband houdende aangelegenheden is in 2007 in opdracht van DG Handel echter een duurzaamheidseffectbeoordeling verricht, die is meegenomen in het onderhandelingsproces over de diepe en brede vrijhandelsruimte. Uit die beoordeling is gebleken dat de uitvoering van bepalingen inzake handel en daarmee verband houdende aangelegenheden voor zowel de EU als Oekraïne een positief economisch effect zou hebben.

Bovendien worden de invoerstromen in het kader van Verordening (EU) 2022/870 regelmatig gecontroleerd en gerapporteerd. Op basis van de resultaten van dit toezicht wordt voorgesteld de vrijwaringsbepalingen operationeler te maken indien de invoer nadelige gevolgen heeft voor de EU-markt.

Resultaatgerichtheid en vereenvoudiging

De maatregel leidt niet tot meer administratieve lasten voor bedrijven.

Grondrechten

Deze maatregelen respecteren dezelfde grondbeginselen als de in de Associatieovereenkomst tussen de EU en Oekraïne opgenomen grondbeginselen. Artikel 2 van de Associatieovereenkomst met Oekraïne bepaalt met name dat de eerbiediging van de democratische beginselen, de mensenrechten en de fundamentele vrijheden, evenals het respect voor de rechtsstaat een essentieel onderdeel van die overeenkomst vormen.

De handelsliberaliseringsmaatregelen zouden ook stroken met het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie.

4. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

Op basis van een raming op basis van de omvang van de invoer uit Oekraïne in 2021 van onder de voorgestelde verordening vallende producten die het jaarlijkse rechtenvrije contingent overschrijden, zou de Europese Unie jaarlijks 33,4 miljoen EUR aan douane-inkomsten zien dalen. Bovendien is, na de beëindiging van de antidumpingmaatregelen ten aanzien van bepaalde warmgewalste platte producten van ijzer, van niet-gelegeerd staal of van ander gelegeerd staal van oorsprong uit Oekraïne [voetnoot bij bekendmaking invoegen], de enige handelsbeschermingsmaatregel voor Oekraïne een antidumpingrecht op bepaalde naadloze buizen en pijpen, van ijzer of van staal, die niet zijn geïnd overeenkomstig artikel 1, lid 2, van Verordening (EU) 2022/870. Dit recht vervalt op 3 oktober 2023 indien de Commissie geen verzoek ontvangt dat voldoende bewijsmateriaal bevat waaruit blijkt dat het vervallen van de maatregelen waarschijnlijk tot voortzetting of herhaling van dumping en schade zou leiden. Indien de maatregelen ten aanzien van bepaalde naadloze buizen en pijpen, van ijzer of van staal, na deze datum worden verlengd, zou het maximale verlies aan antidumpingrechten op basis van de omvang van de invoer uit Oekraïne in 2020 en 2021 naar schatting minder dan 15 miljoen EUR per jaar bedragen. Het totale geraamde bedrag bedraagt dus 48,4 miljoen EUR 4 , waardoor de impact op de eigen middelen van de EU zeer beperkt zal zijn.

5. OVERIGE ELEMENTEN

Uitvoeringsplanning en regelingen betreffende controle, evaluatie en rapportage

Onlineverslagen over de ontwikkeling van de bilaterale handel tussen de EU en Oekraïne zijn beschikbaar op specifieke websites van de Europese Commissie. Om de twee maanden wordt toezicht gehouden op de gevolgen van de verordening, rekening houdend met de informatie over de uitvoer, de invoer, de prijzen op de markt van de Unie en de productie in de Unie van de producten waarop de handelsliberaliseringsmaatregelen van toepassing zijn.

Toelichtende stukken (bij richtlijnen)

Niet van toepassing.

Artikelsgewijze toelichting

In het licht van de noodsituatie in Oekraïne is de maatregel erop gericht de handelsstromen met betrekking tot alle invoer uit Oekraïne te vergroten door alle nog bestaande heffingen en invoerrechten op Oekraïense producten op te schorten. De handelsliberaliseringsmaatregelen zouden worden verleend in de vorm van een volledige afschaffing van de invoerrechten op alle producten.