Toelichting bij COM(2023)58 - Standpunt EU in het Wereldforum voor de harmonisatie van reglementen voor voertuigen mbt een reeks wijzigingen aan VN-voorschriften

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ONDERWERP VAN HET VOORSTEL

Dit voorstel betreft een besluit tot vaststelling van het namens de Unie in het Wereldforum voor de harmonisatie van reglementen voor voertuigen van de Economische Commissie voor Europa van de Verenigde Naties (WP.29) in te nemen standpunt inzake de vaststelling van wijzigingen van bestaande VN-reglementen en van bestaande mondiale technische reglementen van de VN.

2. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

2.1.De herziene overeenkomst van 1958 en de parallelle overeenkomst

De Overeenkomst van de Economische Commissie voor Europa van de Verenigde Naties (hierna “VN/ECE” genoemd) betreffende het aannemen van eenvormige technische eisen voor wielvoertuigen, uitrustingsstukken en onderdelen die kunnen worden aangebracht en/of gebruikt op wielvoertuigen en de voorwaarden voor wederzijdse erkenning van goedkeuringen verleend op basis van deze eisen (de “herziene overeenkomst van 1958”) en de Overeenkomst betreffende de vaststelling van mondiale technische reglementen voor wielvoertuigen, uitrustingsstukken en onderdelen die kunnen worden aangebracht en/of gebruikt op wielvoertuigen (de “parallelle overeenkomst”) hebben tot doel geharmoniseerde voorschriften te ontwikkelen om technische belemmeringen voor de handel in motorvoertuigen tussen de overeenkomstsluitende partijen van de VN/ECE op te heffen. Zij moeten er ook voor zorgen dat motorvoertuigen een hoog niveau van veiligheids- en milieubescherming bieden.

De overeenkomsten zijn voor de EU in werking getreden op respectievelijk 24 maart 1998 en 15 februari 2000. WP.29 beheert beide.

2.2.Het Wereldforum voor de harmonisatie van reglementen voor voertuigen van de Economische Commissie voor Europa van de Verenigde Naties

WP.29 biedt een uniek kader voor wereldwijd geharmoniseerde voorschriften voor voertuigen. WP.29 is een permanente werkgroep in het institutionele kader van de Verenigde Naties met een specifiek mandaat en een specifiek reglement van orde. Deze werkgroep functioneert als een mondiaal forum voor open discussies over regels voor motorvoertuigen en de uitvoering van de herziene overeenkomst van 1958 en de parallelle overeenkomst. Elke lidstaat van de Verenigde Naties en iedere elke door VN‑lidstaten opgerichte regionale organisatie voor economische integratie kan volledig deelnemen aan de werkzaamheden van WP.29 en partij worden bij de door WP.29 beheerde overeenkomsten betreffende voertuigen. De EU is partij bij deze overeenkomsten 1 .

WP.29 vergadert driemaal per jaar, in maart, juni en november. In het licht van de technische vooruitgang kan WP.29 tijdens elke vergadering de volgende zaken aannemen:

nieuwe VN‑reglementen;

nieuwe VN‑resoluties;

nieuwe mondiale technische reglementen van de VN;

1.

wijzigingen van VN-reglementen en -resoluties in het kader van de herziene overeenkomst van 1958, en


wijzigingen van mondiale technische reglementen van de VN en van VN-resoluties in het kader van de parallelle overeenkomst.

Vóór elke vergadering van WP.29 bespreken specifieke ondersteunende organen van WP.29 deze wijzigingen op technisch niveau.

Vervolgens kan WP.29 voorstellen aannemen:

2.

met gekwalificeerde meerderheid van de aanwezige overeenkomstsluitende partijen die stemmen voor voorstellen in het kader van de herziene overeenkomst van 1958, of


bij consensus van de aanwezige overeenkomstsluitende partijen die stemmen voor voorstellen in het kader van de parallelle overeenkomst.

Vóór elke zitting van WP.29 wordt bij een besluit van de Raad overeenkomstig artikel 218, lid 9, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) het standpunt vastgesteld dat namens de Unie moet worden ingenomen over:

3.

nieuwe VN-reglementen, mondiale technische reglementen van de VN en VN-resoluties, en


wijzigingen, aanvullingen en rectificaties van VN-reglementen, mondiale technische reglementen van de VN en VN-resoluties.

2.3.De beoogde handeling van WP.29

Tijdens zijn 189e zitting van 7 tot en met 9 maart 2023 kan WP.29 de volgende zaken aannemen:

4.

voorstellen tot wijziging van de VN-Reglementen nrs. 13-H, 30, 48, 51, 53, 65, 67, 78, 105, 110, 116, 117, 121, 125, 131, 138, 140, 148, 149, 150, 152, 157 en 164, en


een voorstel tot wijziging van Geconsolideerde Resolutie nr. 5 van de VN.

3. NAMENS DE UNIE IN TE NEMEN STANDPUNT

Het WP.29-systeem versterkt de internationale harmonisatie van voertuignormen. De herziene overeenkomst van 1958 speelt een sleutelrol bij de verwezenlijking van deze doelstelling. EU-fabrikanten kunnen gebruikmaken van een gemeenschappelijke reeks typegoedkeuringsverordeningen in de wetenschap dat de overeenkomstsluitende partijen hun producten zullen erkennen als zijnde in overeenstemming met hun nationale wetgeving.

Dit heeft mogelijk gemaakt dat bij Verordening (EG) nr. 661/2009 betreffende de algemene veiligheid van motorvoertuigen meer dan 50 EU-richtlijnen zijn ingetrokken en vervangen door de overeenkomstige reglementen die in het kader van de herziene overeenkomst van 1958 zijn opgesteld.

Verordening (EU) 2018/858 van het Europees Parlement en de Raad 2 volgt een soortgelijke benadering. Deze bevat administratieve bepalingen en technische voorschriften voor typegoedkeuring en het in de handel brengen van alle nieuwe voertuigen, systemen, onderdelen en technische eenheden. Met die verordening zijn de in het kader van de herziene overeenkomst van 1958 vastgestelde reglementen als voorschriften voor typegoedkeuring of als alternatieven voor de wetgeving van de Unie in het EU-typegoedkeuringssysteem opgenomen.

Zodra WP.29 een voorstel voor een nieuw VN-reglement of voor wijzigingen van het VN-reglement heeft aangenomen, stelt de uitvoerend secretaris van de VN/ECE de overeenkomstsluitende partijen in kennis van de desbetreffende handeling. Tenzij een blokkerende minderheid van verdragsluitende partijen binnen 6 maanden bezwaar maakt, treedt de handeling in werking. Vervolgens kan elke verdragsluitende partij de handeling omzetten in haar toepasselijke nationale regels. In de EU vormt de bekendmaking van de handeling in het Publicatieblad van de Europese Unie de voltooiing van het omzettingsproces.

Het standpunt van de Unie moet worden bepaald met betrekking tot de volgende handelingen:

–de voorstellen tot wijziging van de VN-Reglementen nrs. 13-H, 30, 48, 51, 53, 67, 78, 105, 110, 116, 117, 121, 125, 131, 138, 140, 148, 149, 150, 152, 157 en 164 met het oog op het bijwerken van bepalingen inzake:

–remsystemen van personenvoertuigen;

–banden voor personenvoertuigen en aanhangwagens daarvan;

–installatie van verlichtings- en lichtsignaalinrichtingen;

–geluidsemissies van voertuigen van de categorieën M en N;

–installatie van verlichtings- en lichtsignaalinrichtingen voor voertuigen van categorie L3;

–lpg-voertuigen;

–remsystemen voor voertuigen van categorie L;

–voertuigen voor het vervoer van gevaarlijke stoffen;

–cng- en lng-voertuigen;

–antidiefstal- en alarmsystemen;

–banden, rolweerstand, rolgeluid en natte grip;

–identificatie van bedieningsorganen, verklikkerlichten en meters;

–het gezichtsveld naar voren van bestuurders;

–geavanceerde noodremsystemen voor zware voertuigen;

–stille wegvoertuigen;

–elektronische stabiliteitscontrolesystemen;

–lichtsignaalinrichtingen;

–wegverlichtingsvoorzieningen;

–retroflecterende voorzieningen;

–geavanceerde noodremsysteem voor lichte voertuigen;

–geautomatiseerde systemen voor rijstrookassistentie, en

–de prestaties van spijkerbanden op sneeuw.

WP.29 is voornemens over deze voorstellen te stemmen tijdens zijn vergadering van 7 tot en met 9 maart 2023.

Daarnaast moet het standpunt van de Unie worden bepaald inzake:

–een voorstel voor wijzigingen van de Geconsolideerde Resolutie van de VN betreffende de gemeenschappelijke specificatie van lichtbroncategorieën (R.E.5) ;

–een inventarisatie van beste praktijken voor opslag voor het systeem voor geautomatiseerd rijden, en

–een voorstel tot actualisering van tabel 1 in het kaderdocument betreffende geautomatiseerde/autonome voertuigen.

De Unie moet de bovengenoemde handelingen ondersteunen omdat zij in overeenstemming zijn met het internemarktbeleid van de Unie voor de automobielindustrie en consistent met het vervoers‑, klimaat- en energiebeleid van de Unie.

Al deze handelingen hebben een zeer positief effect op het concurrentievermogen van de automobielindustrie in de EU en op de internationale handel. Door voor deze handelingen te stemmen zal technologische vooruitgang worden bevorderd, zullen schaalvoordelen worden geboden, zal versnippering van de interne markt worden voorkomen en zullen gelijke normen voor auto’s in de hele Unie worden gewaarborgd.

Aangezien de Unie de uniforme bepalingen van het VN-reglement betreffende speciale waarschuwingslichten niet toepast, is het niet nodig een standpunt van de Unie vast te stellen over het voorstel tot wijziging van VN-Reglement nr. 65, dat momenteel door WP.29 van de VN/ECE wordt behandeld.

Externe expertise is voor dit voorstel niet relevant. Het Technisch Comité motorvoertuigen zal dit voorstel echter evalueren.

4. RECHTSGRONDSLAG

4.1.Procedurele rechtsgrondslag

5.

4.1.1.Beginselen


Artikel 218, lid 9, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) bepaalt dat de Raad besluiten vaststelt tot bepaling van “de standpunten die namens de Unie worden ingenomen in een krachtens een overeenkomst opgericht lichaam, wanneer dit lichaam handelingen met rechtsgevolgen vaststelt, met uitzondering van handelingen tot aanvulling of wijziging van het institutionele kader van de overeenkomst”.

Het begrip “handelingen met rechtsgevolgen” omvat tevens handelingen die rechtsgevolgen hebben uit hoofde van de op het betrokken lichaam toepasselijke volkenrechtelijke bepalingen. Onder het begrip “handelingen met rechtsgevolgen” vallen ook instrumenten die volkenrechtelijk niet bindend zijn, maar die een “beslissende invloed [kunnen hebben] op de inhoud van de regelgeving die de wetgever van de Unie vaststelt” 3 .

6.

4.1.2.Toepassing op het onderhavige geval


WP.29 is een orgaan waarin de overeenkomstsluitende partijen van de VN/ECE de uitvoering van de herziene overeenkomst van 1958 en de parallelle overeenkomst bespreken.

De door WP.29 vast te stellen handelingen zijn handelingen met rechtsgevolgen.

De VN-reglementen in de beoogde handeling zullen voor de Unie bindend zijn. Samen met de VN-resolutie zullen zij een beslissende invloed kunnen uitoefenen op de inhoud van de EU-wetgeving op het gebied van typegoedkeuring van voertuigen.

De beoogde handelingen strekken niet tot aanvulling of wijziging van het institutionele kader van het verdrag.

De procedurele rechtsgrondslag voor het voorgestelde besluit is derhalve artikel 218, lid 9, VWEU.

4.2.Materiële rechtsgrondslag

7.

4.2.1. Beginselen


De materiële rechtsgrondslag voor een overeenkomstig artikel 218, lid 9, VWEU te nemen besluit wordt in de eerste plaats bepaald door de doelstelling en de inhoud van de beoogde handeling ten aanzien waarvan namens de Unie een standpunt wordt ingenomen.

Een beoogde handeling kan twee doelstellingen of twee componenten hebben, waarvan de ene als hoofddoelstelling en de andere als slechts bijkomstig kan worden aangemerkt. In dit geval moet het op grond van artikel 218, lid 9, VWEU genomen besluit op één materiële rechtsgrondslag worden gebaseerd, namelijk op die grondslag die het hoofddoel of de overwegende doelstelling of component betreft.

8.

4.2.2. Toepassing op het onderhavige geval


De doelstelling en inhoud van de beoogde handeling bestaan in de eerste plaats in de onderlinge aanpassing van wettelijke bepalingen. De materiële rechtsgrondslag van het voorgestelde besluit is derhalve artikel 114 VWEU.

4.3.Conclusie

De rechtsgrondslag voor het voorgestelde besluit is artikel 114 VWEU, in samenhang met artikel 218, lid 9, VWEU.