Toelichting bij COM(2023)39 - Europese structuur- en investeringsfondsen Samenvattend verslag van 2022 over de jaarlijkse uitvoeringsverslagen van de programma’s voor de periode 2014-2020

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

EUROPESE COMMISSIE

1.

Brussel, 30.1.2023


COM(2023) 39 final


VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S

Europese structuur- en investeringsfondsen

Samenvattend verslag van 2022 over de jaarlijkse uitvoeringsverslagen van de programma’s voor de periode 2014–2020

{SWD(2023) 22 final}


VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO’S

2.

Europese structuur- en investeringsfondsen


Samenvattend verslag van 2022 over de jaarlijkse uitvoeringsverslagen van de programma’s voor de periode 2014–2020

1.Inleiding

De volksgezondheidscrisis bleef in 2021 zijn stempel drukken op de Europese samenleving. De opeenvolgende golven van COVID-19-varianten hebben de veerkracht van onze economieën op de proef gesteld. Ondanks de moeilijke omstandigheden bleven de Europese structuur- en investeringsfondsen (ESI-fondsen) mensen, bedrijven en regionale autoriteiten ondersteunen. Daardoor kon dan weer de impact van zowel de gezondheidscrisis als de economische crisis worden verzacht.

Terwijl de ESI-fondsen als anker dienen voor publieke en private investeringen en voor langetermijnprojecten, kon door de flexibiliteit die tijdens de gezondheidscrisis werd geïntroduceerd steun worden verleend aan mensen, bedrijven en regionale autoriteiten om hen te helpen de gevolgen van de COVID-19-pandemie op te vangen. De ondersteuningsmaatregelen waren gericht op het verhogen van uitgaven voor gezondheidszorg, werktijdverkorting en het werkkapitaal van kmo’s.

Als de grootste investeringsinstrumenten krachtens het meerjarig financieel kader 2014‑2020 (EU-begroting) ondersteunen de ESI-fondsen de territoriale, economische en sociale cohesie van de regio’s van Europa, evenals hun veerkracht en herstel na de crisis van de afgelopen jaren. Deze bestaan uit:

·het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO);

·het Europees Sociaal Fonds (ESF);

·het Cohesiefonds;

·het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (Elfpo);

·het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij (EFMZV).

De ESI-fondsen hebben een uitvoeringsperiode van tien jaar( 1 ), waarvan 2021 het achtste jaar was. Dit verslag, als bedoeld in artikel 53 van Verordening (EU) nr. 1303/2013, laat zien hoe de financiële uitvoering van de ESI-fondsen tot eind 2021( 2 ) is veranderd. Het zet de door de lidstaten gerapporteerde cumulatieve prestaties van de programmeringsperiode 2014-2020 op een rij, alsook de eerste bevindingen met betrekking tot de maatregelen die uit hoofde van de programma’s van de ESI-fondsen zijn genomen als reactie op de COVID-19-pandemie.

De totale investering bedroeg eind 2021 731 miljard EUR, waarvan EU-financiering goed was voor 535 miljard EUR. De totale geplande begroting steeg met bijna 90 miljard EUR, voornamelijk dankzij de extra middelen die ter beschikking zijn gesteld krachtens de herstelbijstand voor cohesie en de regio’s van Europa (React-EU) ter bestrijding van de COVID-19-pandemie en voor de uitbreiding van de begroting van het gemeenschappelijk landbouwbeleid. De middelen zijn bedoeld voor cruciale beleidsdoelstellingen voor de toekomst van Europa, waaronder:

·vergroten van slimme, duurzame en inclusieve groei;

·opbouw van de institutionele capaciteit van het overheidsbestuur;

·opvoeren van territoriale en stedelijke ontwikkeling en territoriale samenwerking (Interreg).

Tegen eind 2021 hadden de lidstaten al meer dan 64 % van de middelen van het cohesiebeleid ontvangen. In absolute termen vertegenwoordigen de 66 miljard EUR die in 2021 zijn betaald het hoogste niveau in jaarlijkse betalingen die door de Commissie zijn gedaan gedurende de hele financieringscyclus 2014-2020. Volgens de meest recente beschikbare financiële gegevens had de Commissie eind oktober 2022 297 miljard EUR betaald voor de programma’s van het cohesiebeleid 2014-2020. Dat is ongeveer 74 % van de geplande middelen, wat betekent er nog 104 miljard EUR moet worden uitbetaald.

Gedurende de periode 2014-2020 hebben de ESI-fondsen bijdragen tot:

·het ondersteunen van meer dan 4 miljoen bedrijven;

·het creëren van meer dan 310 000 nieuwe banen in de verschillende regio’s van de EU;

·het energie-efficiënter maken van 460 000 huishoudens;

·het verhogen van de energieproductiecapaciteit afkomstig van hernieuwbare energiebronnen met meer dan 3 600 MW (het equivalent van zo’n 1 800 windturbines);

·het verminderen van de jaarlijkse consumptie van primaire energie van openbare gebouwen met 2,6 terawattuur/jaar (dat is even veel als het jaarlijkse energieverbruik van zo’n 720 000 huishoudens);

·de aansluiting van nog eens 500 000 energiegebruikers op slimme elektriciteitsnetten;

·het helpen van 55,2 miljoen mensen met maatregelen op het gebied van werkgelegenheid, sociale inclusie en onderwijs;

·de ondersteuning van meer dan 2,3 miljoen projecten in de landbouwsector en in plattelandsgebieden;

·het behoud van meer dan 44 000 banen en het scheppen van 6 000 nieuwe banen in de visserij- en aquacultuursector.

De informatie die de lidstaten hebben aangeleverd over de uitvoering van de door de ESI-fondsen ondersteunde programma’s in 2021 is maar een momentopname tijdens een zeer dynamische situatie. De programma’s blijven EU-financiering gebruiken om de gevolgen van de pandemie aan te pakken, terwijl zij hun oorspronkelijke strategische doelstellingen nastreven, zij het dan in een aanzienlijk veranderde context. De EU-landen maakten gebruik van de extra flexibiliteit die werd geboden via de investeringsinitiatieven coronavirusrespons (CRII en CRII+) en via de extra middelen die ter beschikking werden gesteld via het NextGenerationEU-herstelpakket, waaronder de herstel- en veerkrachtfaciliteit en React-EU.

De Russische invasie van Oekraïne in 2022 heeft de uitvoering van de programma’s verder beïnvloed. De lidstaten passen met steun van de Commissie hun programma’s aan om klaar te zijn voor de snel veranderende omgeving en om de opkomende uitdagingen aan te pakken. Het initiatief cohesiebeleid ten behoeve van vluchtelingen in Europa (CARE) dat in maart 2022 door de Commissie werd voorgesteld en in april 2022 werd aangenomen, voorzag bijkomende flexibiliteit in de financiering van het cohesiebeleid om lidstaten te ondersteunen die mensen opvangen die de agressieoorlog van Rusland tegen Oekraïne ontvluchten. Door nauw samen te werken met organisaties uit het maatschappelijk middenveld en plaatselijke autoriteiten ondersteunden de ESI-fondsen onmiddellijke steunmaatregelen inzake huisvesting en gezondheidszorg voor vluchtelingen. Ze ondersteunden ook langetermijnintegratie op het gebied van werkgelegenheid, onderwijs en sociale inclusie, waaronder opleiding, taalcursussen, advies, coaching, psychologische bijstand, juridische bijstand en toegang tot diensten zoals kinderopvang, gezondheidszorg en sociale diensten.

Door de Russische invasie van Oekraïne kwam er niet alleen een nooit eerder geziene instroom van ontheemden op gang, maar zijn ook de grondstoffenprijzen de hoogte in gegaan, waaronder die voor energie en voedsel, zijn er nieuwe knelpunten in de toeleveringsketen veroorzaakt en raakte de arbeidsmarkt verstoord. De cohesiefondsen zijn de lidstaten blijven ondersteunen bij het aangaan van deze uitdagingen door maximale flexibiliteit te bieden voor de uitvoering van investeringen van het cohesiebeleid via de Flexible Assistance to Territories (FAST-CARE) die in juni 2022 door de Commissie werd voorgesteld en in oktober 2022 werd aangenomen. FAST-CARE omvat veranderingen van beide programmeerperiodes, die van 2014-2020 en die van 2021-2027, die gericht zijn op: i) administratieve vereenvoudiging, ii) meer flexibiliteit om de drie middelen van het cohesiebeleid onderling verwisselbaar te gebruiken en reeds voltooide projecten te financieren, en iii) bijkomende liquiditeit via verhoogde voorfinanciering uit React-EU en de optie om te vragen dat kosten 100 % worden gedekt door de EU-begroting zonder enige medefinanciering uit de nationale begrotingen.

Daarnaast heeft de Commissie in het kader van REPowerEU-wetgevingsonderhandelingen ook bijgedragen aan de aanpak van de huidige energiecrisis door middel van gerichte wijzigingen van het cohesiebeleid 2014-2020 onder de naam Supporting Affordable Energy (SAFE). Het Europees Parlement en de Raad hebben op 14 december 2022 een politiek akkoord bereikt over REPowerEU, waaronder SAFE, waardoor de lidstaten tot 10 % van hun toewijzing in het kader van het cohesiebeleid 2014-2020 kunnen gebruiken ter ondersteuning van kwetsbare huishoudens en kmo’s die bijzonder zijn geraakt door de stijgingen van de energieprijzen alsmede werktijdverkorting en gelijkwaardige regelingen, met 100 % medefinanciering door de EU.

2.Overzicht van de uitvoering

2.1.Financiële uitvoering( 3 )

731 miljard EUR aan investeringen voor EU-regio’s

Onder de vlag van de vijf ESI-fondsen werd oorspronkelijk 535 miljard EUR vastgelegd voor de begrotingsperiode 2014‑2020. Aangevuld door nationale medefinanciering brachten deze fondsen en investering teweeg van in totaal 731 miljard EUR (waaronder React-EU-middelen en de uitbreiding van de tweede pijler van het gemeenschappelijk landbouwbeleid). De kosten die de projectbegunstigden maken, komen tot eind 2023 in aanmerking voor medefinanciering uit de ESI-fondsen( 4 ).


De totale kosten van de door de lidstaten voor steun uit de ESI-fondsen geselecteerde projecten tot eind 2021 bedraagt 746 miljard EUR, oftewel 102 % van de totale toewijzing( 5 ). Onderstaande grafiek laat de trend in projectselectie en projectbetaling tijdens de uitvoeringscyclus zien, in relatieve termen.

Eind 2021 werd er een nettototaal van 252 miljard EUR uitbetaald aan de lidstaten (64 % van het door de EU geplande bedrag gedurende de hele periode voor het cohesiebeleid). De betalingen van de EU aan de programma’s kregen in 2021 een duidelijke impuls doordat de programma’s zich in een vergevorderde fase bevonden en ze onmiddellijk werden geflexibiliseerd als antwoord op de crisis, met inbegrip van 100 % EU-financiering. De ervaring met eerdere programmeerperiodes doet vermoeden dat het bestedingstempo zal blijven versnellen tot de afsluiting van de programma’s. In 2021 werd er 65 miljoen EUR vrijgemaakt( 6 ).

De financiële gegevens van september 2022 bevestigen dat de bestedingen in het kader van het cohesiebeleid hoog blijven. In tien maanden tijd werden bijkomende bestedingen van 45 miljard EUR gemeld, waardoor de betalingen stijgen naar 74 % van het geplande bedrag. Aangezien nationale administraties de neiging hebben aanvragen tot terugbetaling tegen het eind van het boekjaar bij de Commissie in te dienen, zal dit cijfer wellicht nog verder stijgen in de resterende maanden van 2022.

2.2.Belangrijkste prestaties van de ESI-fondsen

Het regelgevingskader 2014-2020 omvat gemeenschappelijke indicatoren voor elk EU-fonds, die een jaarlijkse geaggregeerde monitoring van de investeringsacties, -outputs en -resultaten op EU-niveau door de Commissie mogelijk maken.

De lidstaten hebben eind 2021 de volgende belangrijkste cumulatieve prestaties gemeld:

·4 miljoen bedrijven werden ondersteund via projecten die werden gefinancierd door de ESI-fondsen( 7 );

·met steun van het EFRO werden 310 000 nieuwe banen gecreëerd;

·3 600 MW aan bijkomende capaciteit van hernieuwbare energieproductie werd geïnstalleerd (het equivalent van zo’n 1 800 windturbines);

·het primaire energieverbruik van openbare gebouwen daalde met 2,6 terawattuur/jaar (dat is even veel als het jaarlijkse energieverbruik van zo’n 720 000 huishoudens);

·nog eens 500 000 energiegebruikers werden aangesloten op slimme elektriciteitsnetten;

·55,2 miljoen deelnemers hebben geprofiteerd van de door het ESF en het jongerenwerkgelegenheidsinitiatief (YEI) gesteunde projecten;

·8,8 miljoen deelnemers behaalden een kwalificatie dankzij steun van het ESF;

·er is steun verleend aan 2,3 miljoen projecten om de landbouwsector en bedrijven op het platteland te helpen hun concurrentiepositie te versterken en in plattelandsgebieden banen te scheppen en te behouden;

·34 miljoen hectare landbouwgrond, ofwel 19,5 % van het landbouwareaal, is geselecteerd voor landbeheersteun om de biodiversiteit beter te beschermen;

·64 % van de totale plattelandsbevolking (184,8 miljoen inwoners) valt in het kader van het Elfpo onder meer dan 3 650 plaatselijke Leader-actiegroepen die lokale ontwikkelingsstrategieën uitvoeren.


2.3.Respons op de COVID-19-pandemie

3.

Injectie van 39,6 miljard EUR om de pandemie te bestrijden en voor extra flexibiliteit


Heel 2021 teisterden opeenvolgende golven van virusvarianten de Europese samenlevingen. Nationale, regionale en lokale autoriteiten bleven in de frontlinie vechten om de schade in te dammen die aan gemeenschappen en de economie werd toegebracht.

Als antwoord op de COVID-19-pandemie heeft de EU het grootste herstelpakket tot nu toe goedgekeurd om veerkrachtiger uit de crisis te komen en de digitale en groene transformatie van Europa, die wordt gefinancierd in het kader van NextGenerationEU, te ondersteunen.

50,6 miljard EUR aan nieuwe middelen in het kader van de herstelbijstand voor cohesie en de regio’s van Europa (React-EU) dienden als steun voor de crisisherstelmaatregelen uit hoofde van de structuurfondsen 2014-2020.

React-EU was het allereerste instrument dat in het kader van NextGenerationEU werd gebruikt. De eerste betaling vond plaats op 28 juni 2021. De financiering werd verdeeld in twee schijven: de meerderheid was beschikbaar voor programmering in 2021 (39,6 miljard EUR), de rest in 2022 (10,8 miljard EUR). De Commissie handelde snel om de middelen op tijd ter beschikking te stellen om de pandemie te bestrijden en de economie te ondersteunen. Amper drie maanden nadat de Commissie de React-EU-verordening( 8 ) had aangenomen, keurde ze meer dan 90 % van de in 2021 beschikbare middelen goed, waardoor beheersautoriteiten konden beginnen met het gebruik van de beschikbare extra middelen.

De middelen gingen naar medische instellingen, onderzoekers, ondernemers, werknemers en kwetsbare mensen. Per oktober 2022 is er 7,1 miljard EUR toegewezen aan groene investeringen (waarvan 6,1 miljard EUR aan klimaatmaatregelen) en 3,1 miljard EUR aan de digitale economie; 8 miljard EUR werd toegewezen aan ondernemingen en bedrijfsondersteuning; 7,1 miljard EUR ging naar de gezondheidssector en 10 miljard EUR naar maatregelen voor de arbeidsmarkt.

De belangrijkste waarden uit de nationale verslaglegging van de COVID-19-specifieke indicatoren, waaronder de bijdrage voor React-EU-steun voor de eerste keer, wijzen op de volgende voorlopige resultaten tegen eind 2021( 9 ):

·in het kader van de COVID-19-indicatoren voor gezondheidsgerelateerde uitgaven was 42 % van het geplande totaal van 3,7 miljard EUR eind 2021 als uitgegeven aangemerkt;

·de voornaamste COVID-19-specifieke indicatoren inzake gezondheidsgerelateerde outputs laten een hoog uitvoeringspercentage zien:

ovan het in de programma’s van de lidstaten vastgestelde doel van 3,4 miljard persoonlijke beschermingsmiddelen werd 84 % als bereikt aangemerkt,

ovan de beoogde 13 000 nieuwe beademingsapparaten werd de aankoop van 11 000 stuks als afgerond aangemerkt (84 %);

·van het streefcijfer van 12,4 miljard EUR aan noodsteun voor werkkapitaal voor kmo’s (in de vorm van subsidies en leningen) werd 70 % als gerealiseerd aangemerkt; de doelstelling om meer dan 1 miljoen kmo’s te ondersteunen met werkkapitaal was eind 2021 voor 78 % verwezenlijkt, met ongeveer 805 000 ondersteunde ondernemingen.


Binnen het cohesiebeleid is het ESF de voornaamste bron om de sociale diensten, het behoud van werkgelegenheid en de steun aan kwetsbare groepen te ondersteunen, zoals bepaald in het actieplan van de Europese pijler van sociale rechten. Dit werd onder meer gedaan door het bevorderen van steun aan werktijdverkortingsregelingen, aanvullend loon voor zorgpersoneel, IT-uitrusting, beschermingsmiddelen en diensten voor kwetsbare groepen.

De maatregel die in het kader van het Elfpo in het leven werd geroepen om tijdelijke liquiditeitssteun te voorzien aan landbouwers en plattelandsbedrijven die bijzonder zwaar worden getroffen door de COVID-19-crisis, werd uitgevoerd in de meer dan 40 nationale of regionale programma’s voor plattelandsontwikkeling in 14 lidstaten, voor een totale geplande besteding van 1 miljard EUR (inclusief nationale medefinanciering). Tegen eind 2021 was 90 % van de 700 miljoen EUR die aan de maatregel was toegewezen (voor een totale geplande overheidsbesteding van 1 miljard EUR inclusief nationale medefinanciering) uitgevoerd, waardoor meer dan 560 000 landbouwbedrijven en 6 500 kmo’s steun konden ontvangen. 92 % van deze besteding ging naar landbouwers.

Het EFMZV heeft noodsteun ingevoerd ter compensatie van de tijdelijke stopzetting van visserijactiviteiten en de opschorting of vermindering van productie en verwerking in het kader van de pandemie. 189 miljoen EUR van de middelen van het EFMZV was bestemd voor het verzachten van de impact van de COVID-19-pandemie, en de helft daarvan werd toegewezen aan de tijdelijke stopzetting van de visserijactiviteiten. Dit stemt overeen met 3,8 % van de totale EFMZV-middelen die eind 2021 waren toegewezen.

4.

Voorbeelden van door de ESI-fondsen gefinancierde projecten die bijdragen aan de COVID-19-respons


In Griekenland ondersteunde het ESF de aanwerving van zorgverleners onder wie artsen, verpleegkundigen en ander personeel die gezondheidsdiensten verlenen en een cruciale rol spelen in de structuur, paraatheid en veerkracht van instellingen voor gezondheidszorg. Het project, dat bedoeld was om het personeelstekort in de Griekse gezondheidsdiensten aan te pakken, was gericht op het verhogen van het aantal personeelsleden dat betrokken is bij de screening, de vroegtijdige opsporing en het beheer van potentiële gevallen van COVID-19, en bij de zorg voor mensen met een chronische of acute ziekte die niet covid-gerelateerd is.

www.delvert-mecanique.fr/">Delvert Mécanique , een bedrijf gevestigd in de Franse regio Nouvelle-Aquitaine, kreeg financiële steun om zijn productieproces te moderniseren. Het bedrijf, dat werkstukken vervaardigt voor de industrie, defensie, het spoor en de automobielsector, werd zwaar getroffen door de gezondheidscrisis. Dankzij de steun van het EFRO kan het bedrijf productiever zijn en kan het zijn omzet de komende drie jaar met 20 % verhogen om nieuw personeel in dienst te nemen.

In Oostenrijk ondersteunden React-EU-middelen het bedrijf www.kiotosolar.com/en/home">Kioto Solar uit Karinthië. Het EFRO droeg 1,4 miljoen EUR bij aan de aankoop van machines voor een nieuwe productielijn van fotovoltaïsche modules die kunnen worden geïntegreerd in de gevel van gebouwen. Deze innovatieve, slimme en esthetische modules transformeren een gebouw tot een echte zonne-energiecentrale. Dankzij de nieuwe productielijn kunnen fotovoltaïsche modules voor dubbel gebruik (wintertuin, gevel, carport, dakbedekkingsoplossingen enz.) automatisch worden geproduceerd in hun vestiging in St. Veit.

In de Franse ultraperifere regio La Réunion investeerde het EFRO 8 miljoen EUR in toeristische bedrijven zodat ze hun activiteiten konden behouden en geleidelijk hervatten. Dit nam de vorm aan van een forfaitaire steun voor werkkapitaal in kmo’s die de negatieve gevolgen van de COVID-19-uitbraak, die de regio zeer hard trof, deels opving. Voor het eerst werd een dergelijk programma uitgerold via een speciaal daarvoor opgezet digitaal platform, waardoor de bureaucratie tot een minimum kon worden beperkt.

De COVID-19-pandemie heeft significante veranderingen teweeggebracht in de Litouwse financiële markt en de economie. Door de economische crisis die het gevolg was van COVID-19 kon slechts 15 % van de landbouwbedrijven hun kortlopende schulden dekken met eigen middelen. Met steun van het Elfpo werd een financieel instrument in het leven geroepen dat preferentiële leningen tot 200 000 EUR verstrekte voor werkkapitaal en/of investeringen voor kleine landbouwbedrijven en jonge landbouwers. Tegen september 2022 was voor 2,7 miljoen EUR aan leningaanvragen ingediend.

3.Uitvoering per hoofdthema

De volgende punten bevatten een overzicht van de prestaties van de ESI-fondsen per hoofdbeleidsterrein zoals eind 2021 gerapporteerd door de lidstaten.

3.1.Slimme groei

5.

212 miljard EUR voor slimme groei


Investeringen in slimme groei maken ongeveer 29 % uit van de totale ESI-financiering. Voor de drie slimme doelstellingen is meer dan 212 miljard EUR beschikbaar: onderzoek en innovatie (70 miljard EUR), informatie- en communicatietechnologie (18 miljard EUR) en concurrentievermogen van kmo’s (124 miljard EUR)( 10 ).

Eind 2021 hadden de lidstaten 225 miljard EUR, oftewel 110 %( 11 ) van de totale beschikbare financiering, toegewezen aan projecten voor deze doelstellingen (“aan projecten toegewezen” in de onderstaande grafiek), terwijl 131 miljard EUR, oftewel 62 % van de toewijzing, reeds was uitbetaald aan de projectbegunstigden (“uitgegeven door projecten”). Dit komt neer op een stijging met 8 procentpunten ten opzichte van het voorgaande jaar, die laat zien dat de ESI-fondsen in een goed tempo worden uitgegeven. De onderstaande grafiek toont een nadere uitsplitsing van de uitvoeringsgraad voor elk van de drie doelstellingen plus de gemiddelde uitvoeringsgraad van de categorie “slimme groei”.


Het gebruik van de ESI-fondsen ter bevordering van onderzoek en innovatie is van cruciaal belang om de lidstaten en de regio’s te helpen de nodige voorwaarden te scheppen voor innovatie, onderzoek en ontwikkeling. Ondersteuning van innovatie door middel van strategieën voor slimme specialisaties is essentieel voor een reeks prioriteiten van de Unie, met name de Europese Green Deal, een economie die werkt voor mensen, en Europa klaarmaken voor het digitale tijdperk.

Op het gebied van onderzoek en innovatie zijn er tot eind 2021 aanzienlijke prestaties gerealiseerd. Zo hebben dankzij de EU-steun meer dan 60 000 bedrijven samengewerkt met onderzoeksinstellingen (94 % van het streefcijfer) en hebben meer dan 30 000 bedrijven nieuwe producten op de markt gebracht (95 % van het streefcijfer).

De ESI-fondsen leveren een belangrijke bijdrage aan de digitale transformatie van de Europese economie door de IT-infrastructuur te verbeteren en mensen, bedrijven en overheden te voorzien van een nieuwe generatie technologieën en vaardigheden. Meer dan 6,3 miljoen huishoudens profiteren van verbeterde toegang tot breedbandinternet dankzij de voor EFRO-steun geselecteerde projecten. Verwacht wordt dat eind 2023 bijna 12 miljoen huishoudens zullen profiteren van verbeterde breedbandtoegang. Het Elfpo heeft meer dan 1 900 investeringen in plattelandsgebieden ondersteund om de toegankelijkheid, het gebruik en de kwaliteit van ICT te verbeteren, voor een totaalbedrag van meer dan 1,1 miljard EUR. Meer dan 5,1 miljoen mensen in plattelandsgebieden hebben baat gehad bij verbeterde IT-infrastructuur of -diensten.

De ESI-fondsen bieden essentiële steun aan bedrijven om te groeien en productiever en concurrerender te worden en om innovatieve oplossingen te introduceren. Er is in totaal 124 miljard EUR (17 % van de totale begroting) gepland voor de verbetering van het concurrentievermogen van de Europese kmo’s. Dit is het allergrootste streefcijfer in de begroting. Tot op heden is reeds 99 % van het geplande bedrag toegewezen aan projecten en werd 61 % reeds uitgegeven.

Zo steeg het aantal kmo’s die profiteerden van EU-steun tot 2 miljoen in 2021 (vergeleken met 1,4 miljoen het jaar daarvoor). Dat toont aan dat de EU-middelen wel degelijk een buffer hebben opgeworpen voor bedrijven tegen de klappen van COVID-19-pandemie en de financiële gevolgen daarvan.

6.

Voorbeelden van door de ESI-fondsen gefinancierde projecten die bijdragen aan slimme groei


Met de hulp van het EFRO ontwikkelde de start-up www.makegrowlab.com/">MakeGrowLab uit Puławy, in de Poolse regio Lubelskie, een materiaal dat door middel van micro-organismen wordt geproduceerd uit biomassa. De Scoby Packaging Materials® is een hoogwaardige nanovezel die via de upcycling van plaatselijke ongewenste levensmiddelen/dranken gekweekt wordt uit microben. De vezel kan worden gebruikt als alternatief voor plastic verpakkingen en als opslagtank voor levensmiddelen, chemische stoffen, cosmetica en textiel. Het product is groen en innovatief op wereldwijde schaal.

Het “ Olympo Boxes 2020 ” versnellerprogramma voor start-ups dat wordt uitgevoerd in de ultraperifere regio van de Spaanse Canarische Eilanden, bevorderde het ondernemerschap en bood diensten aan aan technologie-ondernemers. Dit project heeft met de hulp van EFRO-middelen adviesdiensten verleend aan 73 ondernemers, waardoor 32 start-ups hun businessmodel konden verbeteren via de uitvoering van innovatieve ideeën.

In de Finse regio Uusimaa medefinancierde het EFRO het “ Digi-Flash ”-project om het gebruik van de digitale industrie 4.0-technologieën in kmo’s te versnellen. 53 bedrijven namen aan het project deel en lanceerden onderzoeks- en ontwikkelingsactiviteiten. Uit 15 van deze bedrijven ontstonden nieuwe bedrijven die gebaseerd zijn op hernieuwbare energie-oplossingen of steun voor koolstofarme oplossingen. Nog eens 17 bedrijven ontwikkelden nieuwe of significant verbeterde producten.

De unieke en innovatieve Mad Scientist Brewery in Boedapest, Hongarije, ontving EFRO-steun om de economische impact van COVID-19 te beperken en haar technologieën te verbeteren. Dankzij de nieuwe technologieën kan Mad Scientist gelijke tred houden met het snelle tempo van de innovaties in de sector van de IPA-brouwerijen en om het concurrentievermogen op de internationale markten te verbeteren.

De EFRO-steun die werd verleend aan KUNKEL + Partner in het Duitse Noordrijn-Westfalen, stelde het bedrijf in staat www.kunkel.de/forschung/">herlaadbare zink-luchtbatterijen verder te ontwikkelen. Deze technologie biedt een hoge energiedensiteit, is gemakkelijk te recycleren en is bovendien zeer goedkoop. De geoptimaliseerde batterij wordt momenteel vervaardigd in een kleine industriële reeks en er wordt gewerkt aan een demonstratiemodel met 72 batterijen en een totale capaciteit van 7,2 kWh. Dat model zal in gebruik worden genomen in de gemeentelijke nutsbedrijven van de stad Steinfurt in Noordrijn-Westfalen om overtollige energie van de piek van 100 kW in het fotovoltaïsch systeem tijdelijk op te slaan.

3.2.Duurzame groei

7.

279 miljard EUR voor duurzame groei


Door investeringen in een klimaatneutrale, schone en circulaire economie en investeringen in het milieu en de aanpassing aan klimaatverandering te ondersteunen, leveren de ESI-fondsen een belangrijke bijdrage aan de doelstellingen van de Europese Green Deal. Door de extra middelen die via React-EU worden geïnjecteerd, steeg de totale toewijzing tot 279 miljard EUR (vergeleken met 251 miljard EUR eind 2020). Dit vertegenwoordigt ongeveer 38 % van de totale begrotingstoewijzing. Eind 2021 was er 292 miljard EUR toegewezen aan projecten (105 % van de specifieke financiering) en bedroegen de uitgaven 174 miljard EUR (63 % van het geplande totaal). De onderstaande grafiek toont een nadere uitsplitsing van de uitvoeringsgraad voor elk van de vier doelstellingen plus de gemiddelde uitvoeringsgraad van de categorie “duurzame groei”.

Er zijn belangrijke verschillen in de financiële vooruitgang bij de verschillende thema’s. De investeringen in netwerkinfrastructuren in transport en energie zijn in het afgelopen jaar aanzienlijk versneld. Tot op heden is 71 % van het totale geplande bedrag besteed.

Aanpassing aan klimaatverandering en risicopreventie is een van de snelst vorderende thematische doelstellingen en komt op de tweede plaats als we kijken naar de reeds door de begunstigden bestede bedragen (63 %). Milieubescherming en hulpbronnenefficiëntie is de volgende in de rij als het gaat om besteding: 59 % van de totale begroting is reeds gebruikt, en dat is iets minder dan het gemiddelde voor de doelstelling van duurzame groei.

De COVID-19-crisis heeft de uitvoering van projecten die bijdragen tot koolstofarme en klimaatdoelstellingen tijdelijk vertraagd, aangezien niet-bestede middelen werden gebruikt om noodmaatregelen in de gezondheidszorg en het bedrijfsleven te bekostigen. Dit werd echter teruggedraaid met de toevoeging van 50,6 miljard EUR aan React-EU-middelen aan de bestaande cohesiebeleidsprogramma’s in juni 2021 om te helpen de kloof tussen noodmaatregelen en herstel op lange termijn te overbruggen. De lidstaten kregen nieuwe middelen om de groene en digitale projecten die eerder op pauze waren gezet, opnieuw op te starten. Verwacht wordt dat er in 2022-2023 een significante versnelling zal zijn in de uitvoering, aangezien veel van deze langetermijnprojecten tot maturiteit zullen komen.

De ESI-fondsen zijn de belangrijkste publieke financiële steun voor schone energie. Zij financieren energie-efficiëntie via de renovatie van gebouwen, de ontwikkeling van hernieuwbare energiebronnen en energienetwerken. Dat heeft verscheidene lidstaten ertoe aangezet grootschalige renovatieprogramma’s van woongebouwen op te zetten, waardoor duizenden huishoudens nu genieten van een lagere energierekening en meer comfort. Kmo’s kregen ook steun om hun energie-efficiëntie te verbeteren, hun energiekosten te verlagen en hun concurrentievermogen te verbeteren.

Er werd ook aanzienlijke steun verleend om investeringen in hernieuwbare energiebronnen te stimuleren, zoals oceaanenergie, maar ook de uitrol van zonne- of windenergie zoals in energiegemeenschappen en kleinschalige installaties. Dit heeft bijgedragen tot energiezekerheid en heeft in heel de EU nieuwe banen en bedrijven doen ontstaan in de sector hernieuwbare energie. De ESI-fondsen worden geïnvesteerd in belangrijke elektriciteits- en gasinfrastructuur die nu een cruciale rol speelt bij het verzekeren van een functionerende interne energiemarkt.


8.

Toezien op de steun voor klimaatactie


De Commissie heeft zich ertoe verbonden om de klimaatactie te ondersteunen door ten minste 20 % van de EU-begroting 2014-2020 uit te trekken voor deze prioriteit. Het streven is dat 26 % van de begroting van de ESI-fondsen ten goede komt aan de klimaatdoelstellingen. De klimaatacties omvatten investeringen op het gebied van koolstofarme economie, circulaire economie, risicopreventie, milieubescherming, schone stedelijke mobiliteit en onderzoeks- en innovatieactiviteiten.

Eind 2021 liepen de bijdragen van de ESI-fondsen voor klimaatactie uiteen van 58 % van de totale Elfpo-begroting tot 27 % van de totale toewijzing van het Cohesiefonds alsmede 17 % van de totale EFMZV-toewijzing en 18 % van de totale EFRO-toewijzing. Bijlage 3 bevat nadere gegevens over de toewijzingen en de bestedingen van de fondsen op klimaatgebied.

De totale EFRO-toewijzing voor klimaatactie werd in 2021 versterkt met een extra toewijzing ten belope van 6,7 miljard EUR (17 % van de totale EFRO-toewijzing) in het kader van React-EU, waardoor de totale EFRO-toewijzing uitkomt op 39,3 miljard EUR.

De monitoring van de klimaatactie in het kader van het cohesiebeleid kan worden bekeken in de klimaattrackingtool van het open gegevensplatform over het cohesiebeleid.

Tot eind 2021 werden de volgende tastbare prestaties gerealiseerd:

·de capaciteit voor de productie van hernieuwbare energie zal met 8 800 MW worden uitgebreid. Daarvan is 3 600 MW reeds geïnstalleerd, een toename met 33 % ten opzichte van het jaar ervoor;

·de energieprestaties van 754 000 huishoudens zullen verbeteren; maar liefst 460 000 huishoudens profiteerden eind 2021 al van de verbeterde omstandigheden (bijna 91 000 meer dan eind 2020);

·het energieverbruik van openbare gebouwen zal jaarlijks met 7,8 terawattuur worden verminderd, waarvan jaarlijks reeds 2,6 terawattuur wordt bespaard;

·overstromingsbeschermingsmaatregelen zullen bijna 34 miljoen mensen minder kwetsbaar maken, van wie er 21,7 miljoen nu minder blootstaan aan overstromingsrisico’s dankzij de ondersteunde investeringen;

·via een beter beheer van landbouw- en bosgrond is er verder vooruitgang geboekt op het gebied van koolstofvastlegging en -behoud en van de vermindering van broeikasgas- en ammoniakuitstoot in de landbouw. Eind 2021 had de EU haar doelstellingen op deze terreinen voor 2025 al overschreden;

·1,7 miljard EUR, oftewel bijna 35 % van de totale EFMZV-steun voor de visserij- en de aquacultuursector, is bestemd voor de instandhouding en de bescherming van het milieu, bijvoorbeeld door de bescherming van Natura 2000-gebieden, de bevordering van de hulpbronnenefficiëntie en de vermindering van de hoeveelheid afval.

Hieronder staan enkele voorbeelden van wat er rond dit actuele onderwerp werd gefinancierd.

9.

Voorbeelden van door de ESI-fondsen gefinancierde projecten die bijdragen aan duurzame groei


Het Cohesiefonds wees 114 miljoen EUR toe aan de aankoop van 23 elektrische treinen voor het grootstedelijk gebied van Riga, Letland. Verwacht wordt dat de nieuwe elektrische passagierstreinen het aantal passagiers met 2,7 miljoen per jaar zullen doen toenemen. Dat betekent een verschuiving weg van minder duurzame vervoerswijzen, kortere reistijden, meer veiligheid en een grotere toegankelijkheid.

Het in het Duitse Hamburg gevestigde “ www.enercity-contracting.de/energiezentrale-peute">Peute Energy Center ”-project bevorderde het gebruik van industriële restwarmte om warmte te leveren aan drie districten van de stad. Door gebouwen te voorzien van industriële restwarmte zal dankzij de steun van het EFRO zo’n 8 500 ton aan CO2-uitstoot worden vermeden.

Het ziekenhuiscentrum van Vila Real, in het noorden van Portugal, werd gerenoveerd met steun van het Cohesiefonds. De renovatie van het energiesysteem droeg bij aan het rationaliseren van het energieverbruik, voor wat betreft airconditioning, binnen- en buitenverlichting, waterverwarming en de installatie van hernieuwbare energiesystemen zoals thermische zonne-energie en fotovoltaïsche energie en biomassa. Hierdoor verbeterde het comfortniveau van patiënten en personeel aanzienlijk. Het project leidde tot een substantiële vermindering van het elektriciteitsverbruik en de CO2-uitstoot op jaarbasis.

Het EFMZV heeft financiële steun verleend aan het Alga4Food -project in Portugal, dat ernaar streeft de voordelen van eetbare macro-algen (zeewier) van de Portugese kust te onderzoeken en het gebruik van duurzaam geproduceerde macro-algen in de Portugese gezinskeuken promoot. Het Alga4Food-team brengt de werelden van wetenschap en gastronomie samen door verschillende soorten zeewier te analyseren en inzicht te krijgen in hun smaak en voedingswaarde, en innovatieve manieren te vinden om het te gebruiken in de Portugese keuken.

Optimaliseren van het gebruik van oceaanenergie om het elektriciteitsverbruik van plaatselijke inwoners te dekken en te komen tot een verschuiving naar schone energie en de koolstofarme economie is de ambitieuze uitdaging van het www.guinard-energies.bzh/en/references_projects">MegaWattBlue-project . Dankzij het door het EFRO gesteunde project kon een getijstroomgenerator van de tweede generatie worden ontwikkeld en getest in de natuurlijke omgeving in het Franse Bretagne. Het prototype maakt een stroomopwekking mogelijk die 2,5 keer groter is dan die van een conventionele getijstroomgenerator.

Het project Engelentuinen (Anielskie Ogrody), een door het Elfpo medegefinancierd project in Polen, hielp bij het vanaf nul oprichten van kleine, ecologische familieboerderijen en ze te ondersteunen bij het telen van biologische groenten, fruit, kruiden en bloemen. Het project bestond uit opleiding via praktische workshops en onlinebegeleiding, waardoor het naar een nationale schaal werd getild. Het inspireerde ook lokale en nationale gemeenschappen om samen te werken met kleine moestuintjes voor schoolkinderen en ouderen.

Het EFRO medefinancierde de bouw van een 55 km lange aardgaspijplijn in de regio Śląskie in het zuiden van Polen. De Tworóg-Tworzeń-pijplijn is onderdeel van de westelijke tak van de noord-zuidgascorridor. De lijn verbindt de terminal voor vloeibaar aardgas (lng) in Świnoujście met de Baltische pijp — via Polen, Tsjechië, Slowakije en Hongarije — en zo verder naar de lng-terminal in Kroatië.

Het EFRO ondersteunde de bouw van de Grieks-Bulgaarse gasverbindingspijp in Bulgarije. De verbindingspijp werd commercieel in gebruik genomen op 1 oktober 2022 en heeft een totale lengte van 182 km en een technische capaciteit van 3 miljard kubieke meter per jaar. Verder beschikt de pijp over een optie voor het verhogen van de transmissiecapaciteit. In de huidige geopolitieke omstandigheden is dit strategische infrastructuurproject symbolisch voor het belang van de strategische autonomie van de energiebevoorrading en de diversifiëring van bronnen en routes.

10.

173 miljard EUR voor inclusieve groei


3.3.Inclusieve groei

Investeringen in inclusieve groei maken ongeveer 24 % van de totale financiering uit. Er is 173 miljard EUR beschikbaar voor de drie doelstellingen: duurzame en hoogwaardige werkgelegenheid (57 miljard EUR), sociale inclusie (71 miljard EUR) en onderwijs en beroepsopleiding (45 miljard EUR).

De COVID-19-crisis heeft overal in de samenleving een domino-effect teweeggebracht, dat mensen op verschillende manieren raakt. De sociale agenda van de EU is, samen met de Europese pijler van sociale rechten, belangrijker dan ooit om de economische en sociale gevolgen van de COVID-19-pandemie te verzachten en de economieën en samenlevingen van de EU inclusiever, duurzamer en veerkrachtiger te maken en beter voor te bereiden op de uitdagingen en kansen van de groene en de digitale transitie. In de huidige kritieke situatie zijn de structuurfondsen er om de structurele hervormingen te ondersteunen. Daarbij hoort ook de modernisering van de overheidsdiensten, de bevordering van de jongerenwerkgelegenheid en de vermindering van armoede en ongelijkheid.


Het ESF blijft steun verlenen aan alle Europeanen die het nu moeilijk hebben, om uiteindelijk een socialer Europa tot stand te brengen. Daartoe stimuleert het sociale diensten, banenbehoud en de ondersteuning van kwetsbare en andere groepen, bijvoorbeeld door steun te verlenen voor werktijdverkortingsregelingen, aanvullend loon voor zorgpersoneel, IT-apparatuur, beschermingsmiddelen en dienstverlening voor kwetsbare groepen. Het fonds draagt ook bij aan het opvangen van de gevolgen van de oorlog in Oekraïne door vluchtelingen te steunen.


Eind 2021 hadden de projecten ter verbetering van de arbeidskansen de volgende resultaten opgeleverd:

·55,2 miljoen door het ESF en het jongerenwerkgelegenheidsinitiatief (YEI) ondersteunde deelnemers, onder wie bijna 19,9 miljoen werklozen en 20,9 miljoen niet-beroepsactieven;

·6,4 miljoen mensen hadden dankzij de steun van het ESF en het YEI een baan gevonden;

·van de deelnemers was 47 % laagopgeleid; 14,5 % was migrant, had een buitenlandse achtergrond of behoorde tot een minderheid;

·de deelname van vrouwen en mannen aan gesteunde activiteiten is op EU-niveau bijna gelijk verdeeld (52,9 % zijn vrouwen).

Het YEI is aanzienlijke financiële steun blijven verlenen aan jongeren in de in aanmerking komende lidstaten. Het initiatief boekt goede vooruitgang: eind 2021 is 11,9 miljard EUR toegewezen aan 247 000 projecten. Uit de gedeclareerde uitgaven blijkt een solide uitvoering in het veld; eind 2021 werden ongeveer 3,7 miljoen jongeren bereikt door de steunmaatregel. Van hen:

• hebben ongeveer 2,5 miljoen deelnemers de YEI-interventie afgerond; werd aan 1,1 miljoen deelnemers een baan, vervolgonderwijs, een stageplek of een opleiding aangeboden; en

• volgden ongeveer 1,8 miljoen deelnemers onderwijs of een opleiding, hadden inmiddels een kwalificatie behaald of waren reeds aan het werk, al dan niet als zelfstandige als gevolg van door het YEI gesteunde interventies.

Voor sociale inclusie, waaraan het ESF het meest bijdraagt, zijn de tot nu toe geselecteerde projecten goed voor bijna 62 miljard EUR. Eind 2021 hadden 3,6 miljoen deelnemers met een handicap, 8 miljoen migranten, deelnemers met een buitenlandse achtergrond of tot een minderheid behorende personen, en 10,3 miljoen andere kansarmen hulp gekregen om hun positie op de arbeidsmarkt te verbeteren en de op die markt gewenste vaardigheden te ontwikkelen. Dankzij de EU-steun in het kader van het EFRO werd de capaciteit van de infrastructuur voor kinderopvang en onderwijs uitgebreid voor 19,7 miljoen mensen, en profiteren 53 miljoen mensen nu van verbeterde gezondheidszorg in de hele EU.

Via het Elfpo werden meer dan 175 000 acties ter bevordering van sociale inclusie in plattelandsgebieden ondersteund. Ook werd er steun verleend aan plaatselijke plattelandsgemeenschappen die hun eigen plaatselijke ontwikkelingsstrategieën uitvoeren. Meer dan 3 650 lokale actiegroepen die lokale ontwikkelingsstrategieën uitvoeren, bestrijken 64 % van de plattelandsbevolking in de EU en brengen publieke, particuliere en maatschappelijke belanghebbenden in een bepaald gebied samen.

Op het gebied van onderwijs en opleiding was 52 miljard EUR vastgelegd voor geselecteerde projecten. Dankzij de steun uit het ESF en het YEI waren eind 2021 25,9 miljoen laaggeschoolden geholpen, hadden 8,8 miljoen mensen een kwalificatie behaald en volgden 2,6 miljoen mensen onderwijs of een opleiding.

11.

Voorbeelden van door de ESI-fondsen gefinancierde projecten die bijdragen aan inclusieve groei


Een innovatieve Litouwse start-up heeft de app www.mindletic.com/">Mindletic ontwikkeld voor het versterken van de fysieke en emotionele gezondheid. Deze app helpt gebruikers te bepalen hoe het gesteld is met hun emotionele toestand door te kijken naar hun energiepeil en gemoedsgesteldheid. Aan de hand van de geanonimiseerde gegevens probeert het Mindletic-team de emotionele balans van de gebruiker vast te stellen. Mindletic werd mede opgericht met gecertificeerde psychologen en professionele organisaties voor geestelijke gezondheid.

In het Franse Haute-Normandie hebben vier opleidingscentra uit de bouwsector en de sector openbare werken een gezamenlijk project uitgevoerd, “CFA numérique” of “digitaal beroepsbegeleidend onderwijs” genoemd, met als doel onderwijsmiddelen te dematerialiseren. Dit heeft geleid tot de uitrol van verscheidene samenwerkende platforms voor de verspreiding van digitale onderwijsinhoud, kennisdeling, het bouwen van gegevensmodellering en augmented reality-uitrusting. Door deze hulpbronnen kon er beter worden afgestemd op de ontwikkelingen in de opleiding van mensen die een stage duaal leren lopen. Het project ontving 631 miljoen EUR uit het EFRO.

Het EFRO heeft de totstandbrenging van tien afzonderlijke huisvestingseenheden in de Poolse stad Zamość, vlak bij de Pools-Oekraïense grens, medegefinancierd. Als onderdeel van dit door CARE mogelijk gemaakte project werd het gebouw aangepast om huisvestingsfuncties te vervullen voor mensen die Oekraïne ontvluchten (vooral vrouwen met kinderen) na de aanval door de Russische Federatie op Oekraïne. Het gebouw werd uitgerust om ook sociale functies te vervullen zoals een speelruimte voor kinderen, een integratiecentrum met een multimediavergaderzaal, een was- en droogruimte en kantoren voor professionals die steun verlenen aan projectdeelnemers (psychologen, vormingswerkers, advocaten enz.).

In Oostenrijk kunnen bedrijven dankzij “100 Percent”, een door het ESF ondersteund project, nu gratis advies krijgen dat hen moet helpen de genderkloof te dichten. Het project ondersteunt bedrijven om transparante verloningssystemen te ontwerpen en de kansen voor werkende vrouwen te verbeteren. “100 Percent” wil niet alleen het bewustzijn rond de genderkloof vergroten, maar laat bedrijven ook zien hoe een betere benutting van de diversiteit van hun personeelsbestand de innovatie en de veerkracht kan stimuleren. Het overlegmodel kan flexibel inspelen op de behoeften van elk bedrijf en omvat professionele gegevensanalyse, het ontwikkelen van actieplannen en steun tijdens de uitvoering. Werknemers kunnen managementadvies, loopbaanbegeleiding en andere steun krijgen.

Meer dan 9 000 Oekraïense vluchtelingen zullen kunnen profiteren van de diensten die door het project “Solidariteit” in Bulgarije worden verleend. Project “Solidariteit” wil, met de steun van het ESF en React-EU, Oekraïners helpen in Bulgarije te integreren door hen de weg te wijzen op de arbeidsmarkt via het nationale werkgelegenheidsagentschap. Het project biedt ook psychologische ondersteuning, gepersonaliseerde loopbaanbegeleiding en huursteun.


3.4.Bevordering van de institutionele capaciteit en een efficiënte overheidsadministratie

12.

6,4 miljard EUR voor efficiënt openbaar bestuur


Er is 6,4 miljard EUR uitgetrokken voor projecten rond institutionele capaciteit en hervormingen. Eind 2021 was naar schatting 7,2 miljard EUR toegewezen aan dergelijke projecten, wat overeenkomt met 113 % van het geplande bedrag. De uitgaven in het veld bedroegen 3,7 miljard EUR (58 % van het geplande totaal). Deze inspanning werd aangevuld met steun die, naast de ESI-fondsen, werd verleend via het programma ter ondersteuning van structurele hervormingen, dat nu is omgevormd tot het instrument voor technische ondersteuning( 12 ).

De uitvoering van ESF-projecten die gericht zijn op het uitbouwen van de capaciteiten van belanghebbenden door te voorzien in onderwijs, een leven lang leren, opleiding en werkgelegenheids- en sociaal beleid is aanzienlijk toegenomen, van een projectselectiepercentage van 60 % eind 2020 naar 86 % eind 2021.


In het kader van deze doelstelling:

·hebben 840 000 deelnemers steun ontvangen uit het ESF;

·zijn 3 000 projecten die gericht zijn op nationale, regionale of lokale overheden of overheidsdiensten door het ESF gesteund.


13.

Voorbeelden van door de ESI-fondsen gefinancierde projecten die helpen om de institutionele capaciteit te versterken


Met een EFRO-financiering ter waarde van 32 miljoen EUR werd 38,75 % van de streek rond het Poolse Lubelskie gedekt door het e-geodesia-project . Er werden gegevens en documenten verzameld en cartografische hulpbronnen werden gedigitaliseerd om onlinediensten te verlenen in verband met gegevensdeling van registers, bestanden en kadastrale kaarten.

Dankzij ESF-steun werden werknemers van de openbare sector in Malta aangemoedigd om geospatiale technologie en de verzameling en verwerking van geografische gegevens te bestuderen. Aangezien dit soort technologie meer invloed kan hebben op beleids- en besluitvorming, is het een steeds belangrijker hulpmiddel voor openbare diensten. Dit zal bijdragen tot het verhogen van de capaciteit en expertise van de werknemers van de Maltese openbare diensten.

3.5.Territoriale en stedelijke ontwikkeling

14.

32 miljard EUR voor territoriale en stedelijke ontwikkeling


In de periode 2014-2020 is ongeveer 32 miljard EUR uitgetrokken voor geïntegreerde territoriale ontwikkeling en duurzame stedelijke ontwikkeling in het kader van bovengenoemde hoofdstukken. Vertragingen in het afwerken van de strategieën en het opzetten van de procedures voor gedecentraliseerde uitvoering hebben geleid tot een langzame start. In het kader van het cohesiebeleid is tot eind 2021 31,5 miljard EUR toegewezen aan projecten, wat neerkomt op 99 % van de geplande toewijzing. Het bestedingstempo van de projecten is ook opgevoerd en kwam eind 2020 uit op 52 % van de geplande toewijzing (17 miljard EUR), tegenover 39 % eind 2020, hoewel het percentage nog steeds aanzienlijk onder het gemiddelde van 62 % ligt.

De projecten die in het kader van de geïntegreerde ontwikkelingsstrategieën zijn geselecteerd, zullen het volgende opleveren:

·46 miljoen m2 aan gerenoveerde of nieuw ontwikkelde stedelijke open ruimte die toegankelijk is voor het publiek;

·3,3 miljoen m2 aan gerenoveerde of pasgebouwde openbare gebouwen en meer dan 26 000 gerenoveerde woningen.

In overeenstemming met de financiële uitvoering blijft de uitvoering achter en schommelt tussen 43-52 % van de streefwaarden.

15.

Voorbeelden van door de ESI-fondsen gefinancierde projecten die bijdragen aan territoriale en stedelijke ontwikkeling


In Cádiz, in de Spaanse regio Andalusië, heeft het EFRO de renovatie van 100 sociale woningen medegefinancierd. Doel van dit project is de energie-efficiëntie te vergroten en de CO2-uitstoot in gebouwen en in infrastructuur- en openbare diensten te verminderen, om het uiteindelijke energieverbruik van de residentiële sector met 15 % te verminderen.

Het EFRO heeft het project “ Discovery Passage ” medegefinancierd. Het project maakt deel uit van een complex stadsvernieuwingsproject van de stad Tarnów in de regio Małopolska, in het zuiden van Polen. Het nieuwe wetenschaps- en technologiecentrum verstrekt informatie over de belangrijkste ontdekkingen, uitvindingen en de auteurs ervan die op verscheidene manieren een band hebben met Tarnów. Het centrum streeft ernaar de stad te ontwikkelen en te promoten op het gebied van onderwijs, wetenschap, technologie en ondernemerschap en om een samenwerking tussen deze actoren op te starten.

3.6. Territoriale samenwerking

16.

13 miljard EUR voor territoriale samenwerking


Het EFRO verleent steun aan programma’s voor territoriale samenwerking die investeren in grensoverschrijdende, transnationale en interregionale projecten. Deze programma’s zijn goed voor bijna 13 miljard EUR van de geplande toewijzing, terwijl eind 2021 al 13,4 miljard EUR was toegewezen aan projecten. Deze projecten hebben 8 miljard EUR aan uitgaven gegenereerd (64 % van het geplande bedrag). De financiële uitvoering van de samenwerkingsprogramma’s hield eind 2021 gelijke tred met de uitvoering van de nationale/regionale programma’s.

Sommige van de prestaties van de programma’s voor territoriale samenwerking zijn opgenomen in de indicatoren die zijn geaggregeerd in het kader van de essentiële investeringsthema’s, terwijl enkele specifieke indicatoren het samenwerkingsaspect van de gesteunde projecten meten:

·meer dan 33 000 ondernemingen hebben deelgenomen aan grensoverschrijdende, transnationale of interregionale onderzoeksprojecten;

·ongeveer 100 000 mensen hebben deelgenomen aan gezamenlijke plaatselijke werkgelegenheidsinitiatieven en gezamenlijke trainingen;

·165 000 personen hebben geprofiteerd van initiatieven voor grensoverschrijdende mobiliteit.

17.

Voorbeelden van door de ESI-fondsen gefinancierde projecten die bijdragen aan territoriale samenwerking


Klimaatverandering houdt niet op aan de grens. Daarom werden met de Interreg-projecten een reeks mitigerende en veerkrachtmaatregelen voor het klimaat op poten gezet. In het kader van een samenwerkingsprogramma tussen Oostenrijk en Hongarije werd voor 13 miljoen EUR aan projecten rond veerkracht bij overstromingen gefinancierd. Het meest opmerkelijke is het www.interreg-athu.eu/en/seddon2/">SEDDON II -project, dat het beheer van rivierwatersediment ondersteunt om de ecologische status te verbeteren en overstromingsrisico’s op de Donau af te wenden.

Het samenwerkingsprogramma tussen Tsjechië en Polen ondersteunt ook mitigerende en paraatheidsmaatregelen bij overstromingen. De interventies verhogen de grensoverschrijdende paraatheid om actie te ondernemen in crisissituaties, vooral bij overstromingen.

4.Evaluatiewerkzaamheden van de lidstaten

Het afgelopen jaar hebben de lidstaten meer middelen uitgetrokken om de impact van de door de ESI-fondsen ondersteunde acties en de uitvoering ervan te beoordelen.

Bevindingen uit evaluaties die in de lidstaten zijn uitgevoerd, zijn doorgaans zeer specifiek voor de plaatselijke context van de ondersteunde acties. Zij bieden echter waardevolle inzichten die kunnen helpen bij het afstemmen van acties en projecten in het laatste deel van de programmeerperiode 2014-2020 en, wat belangrijk is, bij het ontwerpen van de nieuwe acties in de programma’s 2021-2027.

Over het algemeen bleken uit de uitgevoerde evaluaties positieve resultaten op de ondersteunde gebieden en laten zij zien dat de acties en projecten doeltreffend waren bij het ondersteunen van mensen en kmo’s en gunstig waren voor zowel publieke als private entiteiten. Tot nog toe werd in slechts enkele evaluaties beschreven hoe de COVID-19-pandemie van invloed was op bepaalde sectoren en programmeringskeuzes. Verwacht wordt dat het aantal evaluaties waarin naar deze elementen is gekeken, evenals andere maatregelen die zijn geïntroduceerd om een antwoord te bieden op de meest recente vluchtelingen- en energiecrises, in de toekomst zullen toenemen.

Het werkdocument van de diensten van de Commissie dat bij dit verslag is gevoegd, bevat meer details over de bevindingen van de evaluaties die de lidstaten en de Commissie hebben verricht met betrekking tot de door de ESI-fondsen gesteunde programma’s.

5.Conclusies

18.

Een stabiel kader in een dynamische omgeving


De afgelopen jaren hebben de crises elkaar opgevolgd en zich opgestapeld: van de gezondheidscrisis naar de door de Russische invasie van Oekraïne veroorzaakte energiecrisis tot de klimaatcrisis die al vele jaren bezig is. Naast de herstel- en veerkrachtfaciliteit illustreren een opeenvolging van initiatieven van het cohesiebeleid (zoals CRII in 2020, React-EU in 2021, CARE en FAST-CARE in 2022) hoe de ESI-fondsen zich voortdurend aanpassen om te reageren op noodsituaties. Deze initiatieven hebben de ESI-fondsen in staat gesteld hun strategische opdracht aan te pakken en tegelijkertijd het hoofd te bieden aan deze nooit geziene crises.

Zowel de EU-lidstaten als de Europese Commissie waren er snel bij om hun uitgavenprogramma’s af te stemmen op de nieuwe realiteit. Daarmee lieten ze zien dat de fondsen voldoende wendbaar zijn om in te spelen en te reageren op onvoorziene gebeurtenissen en omstandigheden. Tegelijkertijd bleven de ESI-fondsen structurele, voorspelbare steun verlenen door burgers te helpen toegang te krijgen tot kwaliteitsvolle en betrouwbare openbare diensten en regio’s en bedrijven te helpen de uitdagingen van de groene en de digitale transitie te gebruiken als hefboom voor nieuwe bronnen van concurrentievermogen, en werknemers te helpen de vaardigheden te verwerven die hen in staat stellen productiever te zijn en betere banen te krijgen. Sinds het begin van de COVID-19-pandemie in 2020 heeft het cohesiebeleid in totaal meer dan 160 miljard EUR verstrekt aan lidstaten om hun veerkracht te vergroten en hun sociale en regionale convergentie te stimuleren.

De EU benadrukt voortdurend de positieve impact van energie-efficiëntiemaatregelen, de ontwikkeling van hernieuwbare energiebronnen en de marktintegratie op onze energiezekerheid. ESI-fondsen zijn het voornaamste hulpmiddel voor de EU om publieke financiële steun te verlenen aan schone energie, met name energie-efficiëntie, waaronder de renovatie van gebouwen, de ontwikkeling van hernieuwbare energiebronnen en energienetwerken. In dit verband helpt het cohesiebeleid de lidstaten en regio’s om energiearmoede aan te pakken en de energierekening van huishoudens te verlagen en tegelijkertijd de uitstoot van broeikasgasemissies te verminderen en duurzame banen te scheppen in de bouwsector. De Russische invasie van Oekraïne heeft het cruciale belang van energiezekerheid en de noodzaak van een transitie naar een klimaatneutrale economie alleen maar bevestigd.

De uitvoering van de programma’s vordert goed en we kunnen spreken van een aanzienlijke versnelling in de bestedingen in 2020 en 2021, waaruit een gestage positieve ontwikkeling blijkt. Uit de meest recente gegevens over financiële uitvoering per 30 september 2022 blijkt dat het tempo van de uitvoering wordt opgevoerd naarmate het einde van de programmeringscyclus nadert. Het komt erop aan de resterende middelen snel en goed te gebruiken, zowel om groei te genereren en banen te scheppen als om de directe en indirecte gevolgen van COVID-19 aan te pakken, evenals de crisis in Oekraïne en de gevolgen daarvan voor de energieprijzen.

Voor de periode 2021-2027 zal de 370 miljard EUR die beschikbaar is uit hoofde van het cohesiebeleid gericht blijven op de belangrijkste investeringen in banen en groei, waarbij de nadruk ligt op een meer inclusief Europa en een groenere, koolstofarme economie.

De ESI-fondsen zullen een krachtig instrument blijven om mensen en kmo’s te helpen. Het cohesiebeleid heeft laten zien dat het uitstekend kan reageren op de verschillende crises die de EU de afgelopen jaren hebben getroffen en blijft zich ondertussen inzetten voor de langetermijndoelstelling van het verkleinen van de verschillen tussen de EU-regio’s en het bevorderen van de sociale en territoriale convergentie. Tegelijkertijd zet het in snel tempo koers naar de groene en de digitale transitie.

(1) () Bij Verordening (EU) 2020/2220 is de huidige uitvoeringsperiode van het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling met twee jaar verlengd om de lidstaten en de Commissie de kans te geven alle elementen gereed te hebben die nodig zijn om het nieuwe juridisch kader en de strategische plannen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid toe te passen.
(2) () Voor zover er gegevens beschikbaar zijn, laten zij ook de gedeeltelijke vooruitgang in de financiële uitvoering tot en met 30 september 2022 zien.
(3) () De details van de financiële uitvoering per fonds en per lidstaat zijn opgenomen in de bijlagen.
(4) () In het geval van het Elfpo zijn de kosten subsidiabel tot eind 2025.
(5) () Deze lichte overtoewijzing creëert een buffer voor het geval dat bepaalde projecten mislukken in de uitvoeringsfase of er extra middelen beschikbaar komen, en zorgt zo voor een optimale absorptie van de middelen.
(6) () Hierin zitten 17 miljoen EUR aan vrijmakingen in het EFRO en het CF, 16 miljoen EUR aan vrijmakingen in het ESF en 32 miljoen EUR aan vrijmakingen in het EFMZV. Er waren geen vrijmakingen voor het Elfpo in 2021.
(7) () Alle ESI-fondsen zijn gericht op steun aan bedrijven. De projecten ondersteunden 2 miljoen bedrijven in het kader van het EFRO, 1,7 miljoen micro-, kleine en middelgrote ondernemingen in het kader van het ESF en 390 000 plattelandsbedrijven in het kader van het Elfpo.
(8) () Verordening (EU) 2020/2221 van het Europees Parlement en de Raad van 23 december 2020 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1303/2013 wat betreft uitzonderlijke extra middelen en uitvoeringsregelingen om bijstand te verlenen ter bevordering van het crisisherstel in de context van de COVID-19-pandemie en de sociale gevolgen daarvan en ter voorbereiding van een groen, digitaal en veerkrachtig herstel van de economie (React-EU) (PB L 437 van 28.12.2020, blz. 30).
(9) () Deze informatie is beschikbaar op het COVID-19-dashboard op het Cohesion Open Data Platform.
(10) () De geaggregeerde bedragen voor de hoofdbeleidsterreinen zijn hoger dan de specifieke bedragen per thematische doelstelling in bijlage 1.1. Dit heeft te maken met de herbestemming van de onder “multithematische doelstellingen” gerapporteerde investeringen.
(11) () Het geselecteerde bedrag is hoger dan het geplande bedrag met het oog op een betere absorptie ingeval bepaalde projecten tijdens de uitvoeringsfase mislukken of er extra geld beschikbaar komt.
(12) () Verordening (EU) 2021/240 van het Europees Parlement en de Raad van 10 februari 2021 tot vaststelling van een instrument voor technische ondersteuning (PB L 57 van 18.2.2021, blz. 1). Ook beschikbaar op: https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?uri=CELEX:32021R0240