Toelichting bij COM(2022)572 - Standpunt EU in het Douanecomité met Singapore inzake de wijziging van Protocol 1 mbt de definitie van “producten van oorsprong” en administratieve samenwerking

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. Onderwerp van het voorstel

Dit voorstel betreft het besluit tot vaststelling van het standpunt dat namens de Unie moet worden ingenomen in het Douanecomité dat is opgericht bij de vrijhandelsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Singapore in verband met de voorgenomen vaststelling van een besluit van het Douanecomité tot wijziging van Protocol 1 bij de vrijhandelsovereenkomst betreffende de definitie van het begrip “producten van oorsprong” en methoden van administratieve samenwerking.

2. Achtergrond van het voorstel

2.1.De vrijhandelsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Singapore

De Vrijhandelsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Singapore (“de overeenkomst”) is op 19 oktober 2018 ondertekend. Het Europees Parlement heeft op 13 februari 2019 zijn goedkeuring aan de overeenkomst gehecht.

De EU-lidstaten hebben de handelsovereenkomst op 8 november 2019 goedgekeurd. De overeenkomst is op 21 november 2019 in werking getreden.

2.2.Het Douanecomité

Het Douanecomité dat is opgericht bij artikel 16.2 (Gespecialiseerde comités), bestaat uit vertegenwoordigers van de douaneautoriteiten en van andere bevoegde instanties van de partijen. Het Douanecomité waarborgt de goede werking van hoofdstuk 6 inzake douane en handelsbevordering, Protocol 1 en van aanvullende douanegerelateerde bepalingen als overeengekomen tussen de partijen.

In artikel 34 (“Wijzigingen van dit protocol”) van Protocol 1 is het volgende bepaald: “De partijen kunnen dit protocol bij besluit van het krachtens artikel 16.2 (Gespecialiseerde comités) opgerichte Douanecomité wijzigen.”.

2.3.De beoogde handeling van het besluit van het Douanecomité tot wijziging van Protocol 1 bij de vrijhandelsovereenkomst betreffende de definitie van “producten van oorsprong” en methoden van administratieve samenwerking

Tijdens zijn eerste vergadering moet het Douanecomité een besluit vaststellen tot wijziging van Protocol 1 bij de vrijhandelsovereenkomst betreffende de definitie van “producten van oorsprong” en methoden van administratieve samenwerking, en de bijlagen daarbij.

De beoogde handeling heeft tot doel Protocol 1 te wijzigen op de volgende punten:

–aanpassing van Protocol 1 aan de recentste versie van de nomenclatuur waarop het Verdrag betreffende het geharmoniseerde systeem inzake de omschrijving en de codering van goederen van toepassing is;

–vervanging, voor EU-exporteurs, van het systeem van zelfcertificering van de oorsprong van goederen door toegelaten exporteurs door een systeem van zelfcertificering van de oorsprong van goederen door geregistreerde exporteurs (het “REX-systeem”);

–uitbreiding van het toepassingsgebied van het volgende oorsprongscontingent voor drie producten van oorsprong uit Singapore die in de EU worden ingevoerd: ingeblikte lunchworst, kerrievisballetjes en inktvisballetjes.

De beoogde handeling zal voor de partijen bindend zijn overeenkomstig artikel 34 van Protocol 1 bij de overeenkomst en overeenkomstig de GEZAMENLIJKE VERKLARING BETREFFENDE DE HERZIENING VAN DE OORSPRONGSREGELS IN PROTOCOL 1 van Protocol 1.

3. Namens de Unie in te nemen standpunt

Het standpunt dat namens de Unie moet worden ingenomen in het Douanecomité is gebaseerd op het aan dit besluit gehechte ontwerpbesluit van het Douanecomité.

4. Rechtsgrondslag

4.1.Procedurele rechtsgrondslag

4.1.1.Beginselen

Artikel 218, lid 9, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) voorziet in de vaststelling van besluiten tot bepaling van “de standpunten die namens de Unie worden ingenomen in een krachtens een overeenkomst opgericht lichaam, wanneer dit lichaam handelingen met rechtsgevolgen vaststelt, met uitzondering van handelingen tot aanvulling of wijziging van het institutionele kader van de overeenkomst”.

Het begrip “handelingen met rechtsgevolgen” omvat tevens handelingen die rechtsgevolgen hebben uit hoofde van de op het betrokken lichaam toepasselijke volkenrechtelijke bepalingen. Onder dit begrip vallen ook instrumenten die volkenrechtelijk niet bindend zijn, maar die “beslissende invloed [kunnen hebben] op de inhoud van de regelgeving die de wetgever van de Unie vaststelt” 1 .

4.1.2.Toepassing op het onderhavige geval

Het Douanecomité is een lichaam dat is opgericht krachtens een overeenkomst, te weten de vrijhandelsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Singapore.

De door het Douanecomité vast te stellen handeling is een handeling met rechtsgevolgen. De beoogde handeling zal overeenkomstig artikel 34 van Protocol 1 bij de vrijhandelsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Singapore volkenrechtelijk bindend zijn.

De beoogde handeling strekt niet tot aanvulling of wijziging van het institutionele kader van de overeenkomst.

De procedurele rechtsgrondslag voor het voorgestelde besluit is derhalve artikel 218, lid 9, VWEU.

4.2.Materiële rechtsgrondslag

4.2.1.Beginselen

De materiële rechtsgrondslag voor een overeenkomstig artikel 218, lid 9, VWEU vast te stellen besluit wordt in de eerste plaats bepaald door de doelstelling en de inhoud van de beoogde handeling ten aanzien waarvan namens de Unie een standpunt wordt ingenomen. Wanneer de beoogde handeling een tweeledige doelstelling heeft of bestaat uit twee componenten, waarvan er een kan worden gezien als hoofddoelstelling of hoofdcomponent, terwijl de andere doelstelling of de andere component slechts ondergeschikt is, moet het overeenkomstig artikel 218, lid 9, VWEU vast te stellen besluit op één materiële rechtsgrondslag worden gebaseerd, namelijk die welke vereist is voor de hoofddoelstelling of de hoofdcomponent dan wel de belangrijkste doelstelling of component.

4.2.2.Toepassing op het onderhavige geval

De doelstelling en de inhoud van de beoogde handeling hebben in de eerste plaats betrekking op de gemeenschappelijke handelspolitiek.

De materiële rechtsgrondslag voor het voorgestelde besluit is derhalve artikel 207, lid 4, eerste alinea, VWEU.

4.3.Conclusie

De rechtsgrondslag voor het voorgestelde besluit is artikel 207, lid 4, eerste alinea, VWEU, in samenhang met artikel 218, lid 9, VWEU.

5. Bekendmaking van de beoogde handeling

Aangezien de handeling van het Douanecomité Protocol 1 bij de vrijhandelsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Singapore en de bijlagen daarbij zal wijzigen, is het passend deze handeling na de vaststelling ervan bekend te maken in het Publicatieblad van de Europese Unie.