Toelichting bij COM(2022)539 - Wijziging van Verordening (EU) nr. 389/2012 over uitwisseling van inlichtingen in elektronische registers van marktdeelnemers die accijnsgoederen tussen lidstaten overbrengen

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel

Commerciële overbrengingen van accijnsgoederen binnen de EU kunnen onder schorsing van accijns plaatsvinden of nadat zij op het grondgebied van één lidstaat tot verbruik zijn uitgeslagen en vervolgens naar het grondgebied van een andere lidstaat zijn overgebracht om voor commerciële doeleinden te worden geleverd (hierna: “veraccijnsde goederen” genoemd). Momenteel wordt alleen toezicht uitgeoefend op overbrengingen onder schorsing van accijns door het in artikel 1 van Besluit (EU) 2020/263 van het Europees Parlement en de Raad bedoelde geautomatiseerde systeem 1 . Voor deze overbrengingen zijn in Richtlijn 2008/118/EG van de Raad 2 verschillende soorten marktdeelnemers geïntroduceerd en gedefinieerd.

Overeenkomstig hoofdstuk V van Richtlijn 2020/262 van de Raad 3 wordt met ingang van 13 februari 2023 toezicht gehouden op overbrengingen van veraccijnsde goederen via het geautomatiseerde systeem. Bij Richtlijn 2020/262 van de Raad zijn specifieke soorten marktdeelnemers voor overbrengingen van veraccijnsde goederen geïntroduceerd en gedefinieerd.

Verordening (EU) nr. 389/2012 van de Raad 4 vormt de rechtsgrondslag voor de administratieve samenwerking tussen de lidstaten. Elke lidstaat houdt een elektronische databank bij van registers met gegevens van marktdeelnemers die betrokken zijn bij de overbrenging van accijnsgoederen. In het kader van de administratieve samenwerking wisselen de lidstaten de gegevens in deze registers alleen uit met een door de Commissie beheerd centraal register als het gaat om gegevens over marktdeelnemers die goederen onder schorsing van accijns overbrengen.

Op grond van artikel 19 van Verordening (EU) nr. 389/2012 van de Raad houden de lidstaten met ingang van 13 februari 2023 in dezelfde elektronische registers de gegevens bij van de marktdeelnemers die betrokken zijn bij overbrengingen van veraccijnsde goederen. Deze marktdeelnemers worden in Richtlijn 2020/262 van de Raad als gecertificeerde afzenders en gecertificeerde geadresseerden gedefinieerd.

Dit voorstel beoogt de procedure van de lidstaten voor het uitwisselen van gegevens van marktdeelnemers die goederen onder schorsing van accijns overbrengen en het uitwisselen van gegevens van marktdeelnemers die veraccijnsde goederen overbrengen, op elkaar af te stemmen.

Door deze afstemming worden de digitalisering van het toezicht op overbrengingen van accijnsgoederen die op het grondgebied van één lidstaat tot verbruik zijn uitgeslagen en naar het grondgebied van een andere lidstaat worden overgebracht om daar voor commerciële doeleinden te worden geleverd, en de strijd tegen belastingfraude verbeterd.

Dit voorstel vervangt tevens verwijzingen naar een verordening die zal worden ingetrokken. Meer in het bijzonder wordt in Verordening (EU) nr. 389/2012 van de Raad naar Verordening (EG) nr. 684/2009 van de Commissie 5 verwezen. Die verordening wordt met ingang van 13 februari 2023 ingetrokken en vervangen door Gedelegeerde Verordening (EU) .../... van de Commissie [OP please insert publication number of the Regulation mentioned in the footnote] 6 . Met dit voorstel wordt de verwijzing naar de vorige verordening vervangen door de verwijzing naar de nieuwe verordening.

Verenigbaarheid met bestaande bepalingen op het beleidsterrein

Het voorstel hangt samen met Richtlijn (EU) 2020/262 van de Raad, waarin de overbrengingen van accijnsgoederen die op het grondgebied van één lidstaat zijn uitgeslagen tot verbruik en naar het grondgebied van een andere lidstaat worden overgebracht om daar voor commerciële doeleinden te worden geleverd, zijn gedefinieerd.

Het doel van dit voorstel is het toepassingsgebied van de artikelen 15, 19 en 20 van Verordening (EU) nr. 389/2012 van de Raad uit te breiden, zodat de lidstaten inlichtingen kunnen uitwisselen over alle marktdeelnemers en niet alleen over degenen die accijnsgoederen onder een accijnsschorsingsregeling overbrengen.

Dit voorstel houdt verder verband met Richtlijn (EU) 2020/262 van de Raad, aangezien Gedelegeerde Verordening (EU) .../... [OP please insert publication number], die Verordening (EG) nr. 684/2009 van de Commissie zal vervangen, overeenkomstig Richtlijn (EU) 2020/262 van de Raad zal worden aangenomen.

Verenigbaarheid met andere beleidsterreinen van de Unie

Deze wijziging is zeer technisch en heeft bijgevolg geen gevolgen voor andere beleidsterreinen van de Unie.

2. RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

Rechtsgrondslag

Het voorstel is gebaseerd op artikel 113 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU). Krachtens dit artikel stelt de Raad, na raadpleging van het Europees Parlement en het Economisch en Sociaal Comité met eenparigheid van stemmen, volgens een bijzondere wetgevingsprocedure, de bepalingen vast die betrekking hebben op de harmonisatie van de regels van de lidstaten op het gebied van de indirecte belastingen.

Subsidiariteit (bij niet-exclusieve bevoegdheid)

Het subsidiariteitsbeginsel is van toepassing aangezien het voorstel geen gebieden bestrijkt die onder de exclusieve bevoegdheid van de Europese Unie vallen.

De doelstellingen van het voorstel kunnen niet door de lidstaten worden verwezenlijkt en kunnen beter op het niveau van de Europese Unie worden verwezenlijkt. In Verordening (EU) nr. 389/2012 van de Raad zijn geharmoniseerde regels vastgelegd voor de gegevensuitwisseling met het oog op de goede werking van de overbrengingen van accijnsgoederen tussen de lidstaten; als deze regels ontbreken, zouden de lidstaten deze bilateraal kunnen vaststellen, wat tot onderlinge verschillen tussen de lidstaten kan leiden. Dit voorstel strekt ertoe het gebruik van de bestaande procedures voor gegevensuitwisseling uit te breiden tot marktdeelnemers die betrokken zijn bij de overbrenging van accijnsgoederen die op het grondgebied van één lidstaat tot verbruik zijn uitgeslagen en voor commerciële doeleinden naar het grondgebied van een andere lidstaat worden overgebracht.

Evenredigheid

De voorgestelde wijziging gaat niet verder dan wat nodig is om de problemen in kwestie aan te pakken en aldus de verdragsdoelstellingen van een goede en doeltreffende werking van de interne markt te verwezenlijken.

Dit voorstel is in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel zoals neergelegd in artikel 5, lid 4, van het Verdrag betreffende de Europese Unie.

Doel van het voorstel is de lidstaten te verplichten de in de nationale registers opgenomen gegevens van de marktdeelnemers die goederen overbrengen overeenkomstig hoofdstuk V, afdeling 2, van Richtlijn (EU) 2020/262 van de Raad, uit te wisselen met de gegevens van het centrale register. Zonder dit voorstel zal volledige gegevensuitwisseling niet mogelijk zijn, wat nadelig is voor de administratieve lasten van marktdeelnemers, voor het risico op fraude en voor de administratieve samenwerking tussen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten.

Keuze van het instrument

1.

Verordening van de Raad


3. EVALUATIE, RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELING

Effectbeoordeling

De effectbeoordeling werd in het kader van de herschikking van Richtlijn 2008/118/EG opgesteld. Richtlijn 2008/118/EG van de Raad stelde een algemene regeling vast voor goederen die aan accijns zijn onderworpen en werd, na ettelijke keren aanzienlijk te zijn gewijzigd, duidelijkheidshalve bij Richtlijn (EU) 2020/262 van de Raad ingetrokken. Het voorstel voor de herschikking ging vergezeld van een effectbeoordeling betreffende Richtlijn 2008/118/EG van de Raad, met bijzondere aandacht voor bijvoorbeeld de automatisering van overbrengingen van tot verbruik uitgeslagen accijnsgoederen binnen de EU. Richtlijn (EU) 2020/262 van de Raad heeft betrekking op de automatisering van overbrengingen van tot verbruik uitgeslagen accijnsgoederen, waarin Richtlijn 2008/118/EG niet voorziet.

Resultaatgerichtheid en vereenvoudiging

De evaluatie van Richtlijn 2008/118/EG werd uitgevoerd in het kader van het Refit-programma van de Commissie.

Grondrechten

Dit voorstel eerbiedigt de grondrechten, in het bijzonder het recht op privacy, op grond van de bestaande bepaling inzake gegevensbescherming die is opgenomen in Verordening (EU) nr. 389/2012.

4. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

Er zijn geen extra middelen uit de EU-begroting nodig.

5. OVERIGE ELEMENTEN

Artikelsgewijze toelichting

Het voorstel breidt het toepassingsgebied uit van artikel 15, lid 1, punt d), van Verordening (EU) nr. 389/2012, dat de lidstaten verplicht om de vereiste inlichtingen uit te wisselen wanneer onder een accijnsschorsingsregeling geplaatste accijnsgoederen geheel zijn vernietigd of onherstelbaar verloren zijn bij de overbrengingen van accijnsgoederen die op het grondgebied van één lidstaat tot verbruik zijn uitgeslagen en voor commerciële doeleinden naar het grondgebied van een andere lidstaat worden overgebracht.

Verordening (EG) nr. 684/2009 van de Commissie wordt ingetrokken en vervangen door Gedelegeerde Verordening (EU) .../... [OP please insert publication number]. Met het voorstel wordt de verwijzing naar bijlage II, codelijst 11, van Verordening (EG) nr. 684/2009 van de Commissie in artikel 19, lid 2, punt c), van deze verordening vervangen door de verwijzing naar bijlage II, codelijst 10, van Gedelegeerde Verordening (EU) .../... [OP please insert publication number].

Met het voorstel wordt het toepassingsgebied van artikel 19, lid 4, eerste alinea, van Verordening (EU) nr. 389/2012, op grond waarvan de lidstaten verplicht zijn de in de nationale registers vereiste gegevens over marktdeelnemers die betrokken zijn bij overbrengingen van accijnsgoederen onder een accijnsschorsingsregeling tussen de lidstaten, uitgebreid tot de overbrengingen van accijnsgoederen die op het grondgebied van één lidstaat tot verbruik zijn uitgeslagen en voor commerciële doeleinden naar het grondgebied van een andere lidstaat worden overgebracht.

Artikel 20, lid 1, eerste zin, van Verordening (EU) nr. 389/2012 verwijst naar de mogelijkheid om langs elektronische weg een bevestiging te krijgen van de geldigheid van de accijnsnummers van marktdeelnemers die betrokken zijn bij de overbrenging van accijnsgoederen onder een accijnsschorsingsregeling. Dit voorstel breidt het toepassingsgebied ervan zodanig uit dat deze mogelijkheid van toepassing is op de accijnsnummers van marktdeelnemers die accijnsgoederen overbrengen die op het grondgebied van één lidstaat zijn uitgeslagen tot verbruik en naar het grondgebied van een andere lidstaat worden overgebracht om daar voor commerciële doeleinden te worden geleverd.