Toelichting bij COM(2022)531 - Algehele opschorting van de toepassing van de Overeenkomst met Vanuatu inzake de vrijstelling van de visumplicht voor kort verblijf

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

De Republiek Vanuatu wordt vermeld in de in bijlage II bij Verordening (EU) 2018/1806 1 opgenomen lijst van derde landen waarvan de onderdanen bij overschrijding van de buitengrenzen van de lidstaten van de visumplicht zijn vrijgesteld voor een verblijf van maximaal 90 dagen binnen een periode van 180 dagen.

De vrijstelling van de visumplicht voor onderdanen van Vanuatu is van toepassing sinds 28 mei 2015, de datum waarop de Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Vanuatu inzake de vrijstelling van de visumplicht voor kort verblijf (hierna “de overeenkomst” genoemd) werd ondertekend en voorlopig van toepassing werd overeenkomstig artikel 8, lid 1, van de overeenkomst. De overeenkomst is op 1 april 2017 in werking getreden.

Sinds 25 mei 2015 past Vanuatu burgerschapsregelingen voor investeerders toe die risico’s voor de openbare orde en veiligheid met zich meebrengen voor de EU-lidstaten. Dankzij deze regelingen kunnen visumplichtige onderdanen van derde landen namelijk gemakkelijk de nationaliteit van een visumvrij land verkrijgen, waardoor zij de Schengenvisumprocedure kunnen omzeilen en visumvrije toegang tot de EU kunnen krijgen.

De Commissie heeft de door Vanuatu toegepaste burgerschapsregelingen voor investeerders beoordeeld en is tot de conclusie gekomen dat dergelijke regelingen een verhoogd risico voor de binnenlandse veiligheid van de lidstaten inhouden. Bij de beoordeling werd ook geconcludeerd dat de burgerschapsregelingen voor investeerders van Vanuatu onderdanen van derde landen in staat zouden kunnen stellen de procedure van de Unie inzake visa voor kort verblijf en de bijbehorende beoordeling van de veiligheids- en migratierisico’s te omzeilen.

Overeenkomstig artikel 8, lid 4, van de overeenkomst kunnen de partijen de overeenkomst geheel of gedeeltelijk opschorten omwille van de openbare orde of de bescherming van de nationale veiligheid.

In het licht van het bovenstaande heeft de Commissie op 12 januari 2022 een voorstel aangenomen voor een besluit van de Raad om de toepassing van de overeenkomst gedeeltelijk op te schorten. Het besluit is op 3 maart 2022 door de Raad vastgesteld. De opschorting van de overeenkomst is beperkt tot gewone paspoorten die zijn afgegeven vanaf 25 mei 2015, toen het aantal succesvolle aanvragers in het kader van de Vanuataanse burgerschapsregelingen voor investeerders sterk begon te stijgen.

Na de gedeeltelijke opschorting van de overeenkomst bij Besluit (EU) 2022/366 van de Raad, en overeenkomstig artikel 8, lid 2, punt d), en artikel 8, leden 3 en 6, van Verordening (EU) 2018/1806, concludeerde de Commissie dat de verlening van het burgerschap door Vanuatu in het kader van de Vanuataanse burgerschapsregelingen voor investeerders een toegenomen risico vormt voor de openbare orde en de binnenlandse veiligheid van de lidstaten, en besloot de Commissie dat moet worden opgetreden. Op grond van artikel 8, lid 6, punt a), van Verordening (EU) 2018/1806 is Uitvoeringsverordening (EU) 2022/693 van de Commissie betreffende de tijdelijke opschorting van de vrijstelling van de visumplicht voor onderdanen van Vanuatu vastgesteld voor houders van een vanaf 25 mei 2015 door Vanuatu afgegeven gewoon paspoort en deze uitvoeringsverordening is van toepassing van 4 mei 2022 tot en met 3 februari 2023 2 .

Na de inwerkingtreding van de opschorting van de vrijstelling van de visumplicht voor onderdanen van Vanuatu op 4 mei 2022 en overeenkomstig artikel 8, lid 6, punt a), laatste alinea, van Verordening (EU) 2018/1806 is de Commissie een intensievere dialoog met Vanuatu aangegaan om de situatie te verhelpen die tot de tijdelijke opschorting van de visumvrijstelling heeft geleid.

Op 12 mei 2022 vond de startvergadering van deze dialoog plaats, waarbij beide partijen overeenkwamen tot een voor beide partijen bevredigende oplossing te komen. De Commissie stelde daartoe voor maandelijkse technische vergaderingen te houden. Vanuatu stemde ermee in een gesprekspartner aan te wijzen en hierover contact op te nemen met de Commissie, met het oog op het overgaan tot de technische vergaderingen. Ondanks de herinneringen die de Commissie op 1 juni en 23 juni 2022 heeft verstuurd, heeft Vanuatu echter geen contact meer opgenomen met de Commissie en haar evenmin informatie verstrekt.

In september 2022 hebben de diensten van de Commissie van vertegenwoordigers van Vanuatu een update ontvangen over de politieke situatie in het land, aangezien het parlement op 18 augustus 2022 was ontbonden en er op 13 oktober 2022 algemene verkiezingen gepland waren. In dit verband verklaarden de vertegenwoordigers van Vanuatu dat pas over de voortzetting van de dialoog met de Commissie zou kunnen worden besloten na de uitslag van de algemene verkiezingen en de vorming van een nieuwe regering.

Vanuatu heeft geen maatregelen genomen om de omstandigheden te verhelpen die hebben geleid tot de tijdelijke opschorting van de visumvrijstelling, waardoor het toegenomen risico voor de binnenlandse veiligheid en de openbare orde van de lidstaten voortduurt. Tegelijkertijd is de Commissie van oordeel dat Vanuatu geen dialoog voert met de Unie. De Commissie is derhalve van mening dat de overeenkomst geheel moet worden opgeschort.

Besluit (EU) 2022/366 van de Raad zou derhalve moeten worden vervangen door een besluit van de Raad tot algehele opschorting van de toepassing van de Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Vanuatu inzake de vrijstelling van de visumplicht voor kort verblijf.