Toelichting bij COM(2022)29 - EU positie binnen WCO Comités mbt wetten betreffende de waardering van ingevoerde goederen voor douanedoeleinden en betreffende de bepaling van de oorsprong van goederen

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. Onderwerp van het voorstel

Dit voorstel betreft een kaderbesluit tot bepaling van het standpunt dat namens de Unie in het Technisch Comité inzake de douanewaarde en in de Technische Commissie “Oorsprongsregels” (beide zijn opgericht onder auspiciën van de Werelddouaneorganisatie) moet worden ingenomen in verband met de goedkeuring van respectievelijk raadgevingen, commentaren, toelichtingen, casestudy’s, studies en soortgelijke handelingen betreffende de douanewaarde van ingevoerde goederen in het kader van de Overeenkomst inzake de toepassing van artikel VII van de Algemene Overeenkomst betreffende tarieven en handel 1994, en van raadgevingen, informatie en adviezen en soortgelijke handelingen betreffende de bepaling van de oorsprong van goederen in het kader van de Overeenkomst betreffende de oorsprongsregels.

2. Achtergrond van het voorstel

2.1.Overeenkomst van de Wereldhandelsorganisatie inzake de toepassing van artikel VII van de Algemene Overeenkomst betreffende tarieven en handel 1994 en de Overeenkomst betreffende de oorsprongsregels.

De Overeenkomst inzake de toepassing van artikel VII van de Algemene Overeenkomst betreffende tarieven en handel 1994 (hierna “de Overeenkomst inzake de douanewaarde” genoemd) 1 heeft tot doel voor alle leden van de Wereldhandelsorganisatie een rechtvaardig, uniform en neutraal systeem voor de douanewaarde van goederen tot stand te brengen.

De Overeenkomst betreffende de oorsprongsregels 2 moet voorkomen dat niet-preferentiële oorsprongsregels zelf het handelsverkeer onnodig belemmeren, en streeft naar internationale harmonisatie van oorsprongsregels die niet op de toekenning van tariefpreferenties zien. Zolang het harmonisatieprogramma niet is voltooid, dienen de overeenkomstsluitende partijen erop toe te zien dat hun oorsprongsregels transparant zijn, dat zij de internationale handel niet beperken, vervalsen of verstoren en dat zij op een consequente, eenvormige, onpartijdige en redelijke wijze worden toegepast.

Beide overeenkomsten zijn op 1 januari 1995 in werking getreden.

De Europese Unie is partij bij beide overeenkomsten 3 .

2.2.Technisch Comité inzake de douanewaarde en Technische Commissie “Oorsprongsregels”, opgericht onder auspiciën van de Werelddouaneorganisatie

Het Technisch Comité inzake de douanewaarde (TCD), dat onder auspiciën van de Werelddouaneorganisatie is opgericht, verstrekt onder meer informatie en advies over aangelegenheden in verband met de douanewaarde van ingevoerde goederen indien een lid of het Comité daarom verzoekt. Dergelijke informatie en adviezen kunnen de vorm aannemen van raadgevingen, commentaren, toelichtingen, casestudy’s en studies.

Het TCD komt zo nodig, maar in ieder geval twee keer per jaar bijeen. Een besluit van het TCD wordt genomen met een meerderheid van ten minste twee derde van de aanwezige leden. De raadgevingen, commentaren, toelichtingen, casestudy’s en studies van het TCD zijn bij de verslagen van de TCD-zittingen gevoegd en worden voor douane en bedrijfsleven beschikbaar gesteld in het compendium van de TCD-teksten. De Unie en haar lidstaten nemen als één blok aan het TCD deel en spreken met één stem op basis van een gecoördineerd EU-standpunt dat voorafgaand aan de TCD-vergaderingen is bepaald.

De Technische Commissie “Oorsprongsregels” (TCO), die onder auspiciën van de Werelddouaneorganisatie is opgericht, verstrekt onder meer raadgevingen, informatie en adviezen over aangelegenheden in verband met de bepaling van de oorsprong van goederen om uniformiteit in de interpretatie en toepassing van de Overeenkomst betreffende de oorsprongsregels te waarborgen.

De TCO komt zo nodig, maar in ieder geval één keer per jaar bijeen. De Unie en haar lidstaten nemen als één blok aan de vergaderingen van de Technische Commissie “Oorsprongsregels” deel en spreken met één stem op basis van een gecoördineerd EU-standpunt dat voorafgaand aan de TCO-vergaderingen is bepaald.

2.3.Beoogde handelingen

Voor het TCD heeft het voorgestelde kaderbesluit betrekking op de volgende handelingen, voor zover ze rechtsgevolgen in de Unie hebben:

— raadgevingen zoals goedgekeurd overeenkomstig punt 2, a), en punt 2, d), van bijlage II bij de Overeenkomst inzake de douanewaarde. Een raadgeving geeft antwoord op een vraag over de toepassing van de Overeenkomst inzake de douanewaarde op specifieke reële of theoretische feiten. Zijn de feiten in een situatie identiek aan die welke in de raadgeving zijn beschreven, dan is er dus een duidelijke oplossing beschikbaar voor de douanediensten. Zijn de feiten niet identiek, dan kan de raadgeving niettemin als leidraad dienen om het probleem op te lossen;

— commentaren zoals goedgekeurd overeenkomstig punt 2, d), van bijlage II bij de Overeenkomst inzake de douanewaarde. Een commentaar is een verhandeling, bestaande uit een reeks opmerkingen over een deel van de tekst van de Overeenkomst inzake de douanewaarde die bedoeld zijn om een situatie te verduidelijken ingeval het nuttig is een letterlijke lezing van de tekst zelf aan te vullen met richtsnoeren. De commentaren bevatten zo nodig voorbeelden ter illustratie. Derhalve bieden commentaren de douanediensten doorgaans richtsnoeren voor de toepassing van een bepaald deel van de Overeenkomst inzake de douanewaarde;

— toelichtingen zoals goedgekeurd overeenkomstig punt 2, d), van bijlage II bij de Overeenkomst inzake de douanewaarde. In een toelichting wordt het standpunt van het TCD over een algemeen vraagstuk in verband met een of meer bepalingen van de Overeenkomst inzake de douanewaarde verduidelijkt. In een toelichting kunnen ook handelspraktijken worden onderzocht die betrekking hebben op het vraagstuk, en kunnen de nodige conclusies worden getrokken. Aan de hand van een toelichting kunnen de douanediensten een bepaling van de Overeenkomst inzake de douanewaarde toepassen op een aantal uiteenlopende commerciële situaties die onder het toepassingsgebied ervan vallen;

— casestudy’s zoals goedgekeurd overeenkomstig punt 2, b), van bijlage II bij de Overeenkomst inzake de douanewaarde. Een casestudy is een beschrijving van complexe feiten op basis van een daadwerkelijke handelstransactie, die kan worden gebruikt als voorbeeld voor de praktische toepassing van een of meer bepalingen van de Overeenkomst inzake de douanewaarde;

— studies zoals goedgekeurd overeenkomstig punt 2, b), van bijlage II bij de Overeenkomst inzake de douanewaarde. Een studie is het resultaat van nader onderzoek van een vraagstuk dat verband houdt met de bepalingen van de Overeenkomst inzake de douanewaarde en dat in geen van de bovengenoemde instrumenten op passendere wijze kan worden behandeld.

De raadgevingen, commentaren, toelichtingen, casestudy’s en studies worden op basis van consensus door het TCD goedgekeurd en bij de verslagen van de TCD-zittingen gevoegd. Bovendien worden ze in het compendium van de TCD-teksten aan douane en bedrijfsleven beschikbaar gesteld.

Het voorgestelde kaderbesluit kan ook betrekking hebben op de volgende TCO-handelingen, voor zover ze rechtsgevolgen in de Unie hebben:

— raadgevingen zoals goedgekeurd overeenkomstig punt 1, a), van bijlage I bij de Overeenkomst betreffende de oorsprongsregels. Op verzoek van een van haar leden kan de TCO specifieke technische problemen onderzoeken die rijzen bij het dagelijks beheer van de oorsprongsregels, en raadgevingen verstrekken over passende oplossingen op basis van de gepresenteerde feiten;

— informatie en advies overeenkomstig punt 1, b), van bijlage I bij de Overeenkomst betreffende de oorsprongsregels. Op verzoek van een van haar leden kan de TCO informatie en advies verstrekken over aangelegenheden die verband houden met de bepaling van de oorsprong van goederen.

Raadgevingen, informatie en adviezen van de TCO kunnen dienen als leidraad voor het oplossen van soortgelijke technische problemen of kwesties die verband houden met de bepaling van de oorsprong van goederen. Raadgevingen, informatie en adviezen worden door de TCO goedgekeurd op basis van consensus.

3. Namens de Unie in te nemen standpunt

Sommige standpunten van de Unie die in vergaderingen van het TCD of de TCO moeten worden ingenomen en voorafgaand aan die vergaderingen zijn bepaald, hebben betrekking op de goedkeuring in dat comité of die commissie van raadgevingen, commentaren, toelichtingen, casestudy’s, studies, informatie en adviezen en soortgelijke handelingen die zonder noodzakelijkerwijs juridisch bindend te zijn, rechtsgevolgen kunnen hebben in de EU.

Voor de bepaling van de standpunten van de Unie over deze specifieke instrumenten is een intensievere en efficiënte samenwerking tussen de instellingen vereist, gezien het aantal en de technische aard van de vraagstukken die in het TCD of de TCO worden besproken, en gezien de korte tijd die beschikbaar is voor de bestudering van de onderwerpen in kwestie.

Het is daarom in het belang van de Unie dat deze standpunten snel worden bepaald aan de hand van beginselen, criteria en oriëntaties betreffende de douanewaarde van ingevoerde goederen en de bepaling van de oorsprong van goederen, zodat de Unie haar rechten in het TCD en de TCO kan uitoefenen.

Daartoe stelt de Commissie voor dat de Raad overeenkomstig artikel 218, lid 9, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) 4 een “omnibusbesluit” vaststelt. Dat besluit biedt het kader voor de tijdige bepaling van de standpunten die namens de Unie moeten worden ingenomen in het TCD en de TCO wanneer die organen handelingen met rechtsgevolgen dienen goed te keuren.

Om ervoor te zorgen dat de Raad het in dit besluit vervatte beleid regelmatig kan evalueren en in voorkomend geval kan herzien, en in de geest van loyale samenwerking tussen de instellingen van de Unie, zoals verankerd in artikel 13, lid 2, van het Verdrag betreffende de Europese Unie 5 , moet de geldigheid van dit “omnibusbesluit” van de Raad in de tijd worden beperkt.

4. Rechtsgrondslag

4.1.Procedurele rechtsgrondslag

1.

4.1.1.Beginselen


Artikel 218, lid 9, VWEU voorziet in de vaststelling van besluiten tot bepaling van “de standpunten die namens de Unie worden ingenomen in een krachtens een overeenkomst opgericht lichaam, wanneer dit lichaam handelingen met rechtsgevolgen vaststelt, met uitzondering van handelingen tot aanvulling of wijziging van het institutionele kader van de overeenkomst”.

Het begrip “handelingen met rechtsgevolgen” omvat tevens handelingen die rechtsgevolgen hebben uit hoofde van de op het betrokken lichaam toepasselijke volkenrechtelijke bepalingen. Onder dit begrip vallen tevens instrumenten die volkenrechtelijk niet bindend zijn, maar die “beslissende invloed [kunnen hebben] op de inhoud van de regelgeving die de wetgever van de Unie vaststelt” 6 .

2.

4.1.2.Toepassing op het onderhavige geval


Het TCD van de Werelddouaneorganisatie is opgericht bij een overeenkomst, namelijk de Overeenkomst inzake de toepassing van artikel VII van de Algemene Overeenkomst betreffende tarieven en handel 1994 (Overeenkomst inzake de douanewaarde). De TCO van de Werelddouaneorganisatie is ook opgericht bij een overeenkomst, namelijk de Overeenkomst betreffende de oorsprongsregels.

De door het TCD en de TCO goed te keuren technische raadgevingen, commentaren, toelichtingen, casestudy’s, studies, informatie en adviezen en soortgelijke handelingen met betrekking tot respectievelijk de douanewaarde van ingevoerde goederen en de bepaling van de oorsprong van goederen vormen handelingen met rechtsgevolgen, aangezien ze een beslissende invloed kunnen hebben op de inhoud van het Unierecht, en wel het douanewetboek van de Unie en de bijbehorende gedelegeerde en uitvoeringshandelingen inzake de douanewaarde van ingevoerde goederen, en op aangelegenheden die verband houden met de bepaling van de oorsprong van goederen.

De beoogde handeling strekt niet tot aanvulling of wijziging van het institutionele kader van de overeenkomst.

De procedurele rechtsgrondslag voor het voorgestelde besluit is derhalve artikel 218, lid 9, VWEU.

4.2.Materiële rechtsgrondslag

3.

4.2.1.Beginselen


De materiële rechtsgrondslag voor een overeenkomstig artikel 218, lid 9, VWEU vast te stellen besluit wordt in de eerste plaats bepaald door de doelstelling en de inhoud van de beoogde handeling ten aanzien waarvan namens de Unie een standpunt wordt ingenomen. Wanneer de beoogde handeling een tweeledige doelstelling heeft of bestaat uit twee componenten waarvan er een kan worden gezien als hoofddoelstelling of hoofdcomponent, terwijl de andere doelstelling of de andere component slechts ondergeschikt is, moet het overeenkomstig artikel 218, lid 9, VWEU vast te stellen besluit op één materiële rechtsgrondslag worden gebaseerd, namelijk die welke vereist is voor de hoofddoelstelling of de hoofdcomponent dan wel de belangrijkste doelstelling of component.

4.

4.2.2.Toepassing op het onderhavige geval


Volgens vaste rechtspraak valt een Uniehandeling onder het gemeenschappelijk handelsbeleid wanneer zij specifiek ziet op dit handelsbeleid doordat zij in wezen tot doel heeft dit verkeer te bevorderen, te vergemakkelijken of te regelen en daarop een rechtstreeks en onmiddellijk effect heeft. De douanewaarde van goederen en de oorsprong van goederen zijn in het douanewetboek van de Unie aangemerkt en gereguleerd als factoren op basis waarvan invoer- en uitvoerrechten en andere maatregelen met betrekking tot de handel in goederen worden toegepast. De Overeenkomst inzake de douanewaarde en de Overeenkomst betreffende de oorsprongsregels zijn handelsovereenkomsten die betrekking hebben op de handel in goederen. De handelingen van de daarbij opgerichte organen vallen er ook onder. De doelstelling en de inhoud van de beoogde handelingen hebben dus in de eerste plaats betrekking op het gemeenschappelijk handelsbeleid.

De materiële rechtsgrondslag voor het voorgestelde besluit is derhalve artikel 207, lid 4, eerste alinea, VWEU.

4.3.Conclusie

De rechtsgrondslag voor het voorgestelde besluit is artikel 207, lid 4, eerste alinea, in samenhang met artikel 218, lid 9, VWEU.