Toelichting bij COM(2021)569 - Wijziging van Verordening (EU, Euratom) 2020/2093 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2021-2027

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

1.1Een sociaal rechtvaardige groene transitie ondersteunen

Het op 14 juli 2021 voorgestelde “Fit for 55”-pakket wil de ingrijpende transformatie die onze economie, samenleving en industrie moeten ondergaan, tot stand helpen brengen.

De voorgestelde invoering van een nieuw emissiehandelsysteem voor gebouwen en het wegvervoer is een belangrijk onderdeel van de EU-maatregelen om de ambitieuze klimaatdoelstellingen te halen. Deze maatregel moet de emissiereducties die in deze sectoren vooralsnog achterophinken, zo kosteneffectief mogelijk op het vereiste peil helpen te brengen en zal ook bijdragen aan nieuwe eigen middelen voor de Uniebegroting. De verwachting is dat de aanpassingen die in deze sectoren noodzakelijk zijn, op de korte termijn een directe impact zullen hebben op kwetsbare huishoudens en micro-ondernemingen in de hele EU zolang deze afhankelijk zijn van koolstofintensieve vervoerswijzen en verwarmingsmethoden. Om deze sociale gevolgen te helpen ondervangen, heeft de Commissie een nieuw initiatief voorgesteld: het sociaal klimaatfonds 1 .

1.2 Uitvoering geven aan de volgende generatie eigen middelen voor de EU-begroting

In overeenstemming met haar toezegging in de routekaart die is overeengekomen in het kader van het Interinstitutioneel Akkoord van 16 december 2020 2 , stelt de Commissie voor het eigenmiddelenbesluit 3 te wijzigen om de volgende nieuwe eigen middelen voor de EU-begroting in te stellen:

–een deel van de inkomsten in het kader van de ETS-richtlijn 4 (emissiehandelsysteem), waarvoor de Commissie een wijzigingsvoorstel 5 heeft ingediend,

–een deel van de inkomsten die zullen voortvloeien uit het mechanisme voor koolstofcorrectie aan de grens 6 ,

–de toepassing van een uniform afroepingspercentage op het deel van de restwinsten van multinationale ondernemingen dat naar lidstaten wordt herverdeeld [overeenkomstig de richtlijn tot uitvoering van de mondiale overeenkomst over de herverdeling van heffingsrechten].

In zijn conclusies van 21 juli 2020 heeft de Europese Raad verklaard dat de opbrengsten van de nieuwe eigen middelen die na 2021 worden ingevoerd, moeten worden gebruikt voor de aflossing van leningen in het kader van NextGenerationEU. Voorts heeft hij de Commissie verzocht “te gelegener tijd daartoe een herziening van het MFK voor te stellen” 7 .

In het Interinstitutioneel Akkoord van 16 december 2020 zijn het Europees Parlement, de Raad en de Commissie overeengekomen dat “de terugbetaling van de hoofdsom van dergelijke middelen die dienen te worden gebruikt voor uitgaven uit hoofde van het herstelinstrument voor de Europese Unie (NextGenerationEU) en de daarmee samenhangende verschuldigde rente zullen moeten worden gefinancierd uit de algemene begroting van de Unie, onder meer middels voldoende opbrengsten uit nieuwe eigen middelen die na 2021 worden ingevoerd.” Voorts hebben de drie instellingen het belang van de context van het herstelinstrument voor de Europese Unie erkend en verklaard dat “de uitgaven uit de Uniebegroting ten behoeve van de terugbetaling van het herstelinstrument voor de Europese Unie niet [zouden] mogen leiden tot een onnodige vermindering van programma-uitgaven of investeringsinstrumenten uit hoofde van het MFK”. In het Interinstitutioneel Akkoord is tot slot verklaard dat “het ook wenselijk [is] de stijging van de bni-middelen voor de lidstaten te beperken” 8 .

Het is de bedoeling dat de vandaag voorgestelde nieuwe eigen middelen uiterlijk in 2023 worden ingevoerd.

1.3Motivering en doel van het voorstel

De Commissie stelt een gerichte herziening van Verordening (EU, Euratom) 2020/2093 9 van de Raad van 17 december 2020 voor met het oog op:

–een verhoging van de MFK-plafonds voor het voorgestelde sociaal klimaatfonds;

–de invoering van een automatische aanpassing van de MFK-plafonds op basis van nieuwe eigen middelen, om zo de leningen in het kader van NextGenerationEU te kunnen aflossen.

2. JURIDISCHE ELEMENTEN VAN HET VOORSTEL

2.1Verhoging van de MFK-uitgavenplafonds voor het sociaal klimaatfonds

Als onderdeel van het “Fit for 55”-wetgevingspakket heeft de Commissie voorgesteld een sociaal klimaatfonds (hierna “het fonds” genoemd) op te richten om de sociale gevolgen van de emissiehandel voor de sectoren gebouwen en wegvervoer te helpen ondervangen. Het fonds moet de lidstaten de middelen verschaffen om maatregelen en investeringen in energie-efficiëntie, nieuwe koel- en verwarmingssystemen en schonere mobiliteit te ondersteunen en tijdelijke rechtstreekse inkomenssteun te bieden.

Het fonds zal zich richten op kwetsbare huishoudens, kwetsbare vervoersgebruikers en kwetsbare micro-ondernemingen die door het nieuwe ETS voor wegvervoer en gebouwen worden getroffen.

Het fonds zal worden gefinancierd uit rubriek 3 “Natuurlijke hulpbronnen en milieu” van het MFK en in de jaarlijkse begrotingsnomenclatuur worden opgenomen in de beleidscluster “Milieu- en klimaatactie”.

Bijlage I bij Verordening (EU, Euratom) 2020/2093 10 van de Raad van 17 december 2020 moet daarom worden gewijzigd en door de bijlage bij dit voorstel worden vervangen.

2.2Specifieke jaarlijkse aanpassing op basis van nieuwe eigen middelen

Om de leningen van NextGenerationEU te kunnen aflossen, stelt de Commissie een mechanisme voor om de MFK-plafonds automatisch aan te passen.

Dit aanpassingsmechanisme, dat als een nieuw artikel 4 bis van de MFK-verordening wordt voorgesteld, omvat het volgende:

–een jaarlijks te verrichten aanpassing van het MFK-plafond voor vastleggingskredieten in subrubriek 2b en van het plafond voor betalingskredieten, in overeenstemming met de werkelijke inkomsten uit nieuwe eigen middelen die in het voorgaande jaar zijn geïnd en overeenkomstig artikel 245, lid 3, van het Financieel Reglement in de voorlopige rekeningen van de Commissie zijn geboekt;

–het mechanisme voor de jaarlijkse aanpassing zal vanaf 2024 worden geïmplementeerd op basis van de geplande invoering van de nieuwe eigen middelen uiterlijk 1 januari 2023;

–de aanpassing wordt beperkt tot een maximaal jaarlijks bedrag van 15 miljard EUR in prijzen van 2018. Voor het jaar 2027 wordt de aanpassing verlaagd met een bedrag van 8 miljard EUR (in prijzen van 2018);

–de aanpassing wordt spoedig na de goedkeuring van de voorlopige rekeningen, dat wil zeggen uiterlijk medio april, door de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad meegedeeld.

Een bedrag van 15 miljard EUR komt overeen met een lineair schema voor de aflossing uit de Uniebegroting van niet-terugbetaalbare steun, op basis van de uitgifteplanning voor NextGenerationEU van de Commissie en van de looptijdstructuur.

Het vaste bedrag van 8 miljard EUR dat in mindering zal worden gebracht op de berekende aanpassing in het jaar 2027, komt overeen met de jaarlijkse gemiddelde uitgaven voor het sociaal klimaatfonds van 2026 (eerste inkomsten uit het ETS voor wegvervoer en gebouwen) tot 2032.

Deze specifieke jaarlijkse aanpassing van het betalingsplafond zal niet in aanmerking worden genomen bij de berekening van de maximumbedragen voor de jaarlijkse aanpassing van het betalingsplafond in het kader van het enkelvoudig marge-instrument als bedoeld in artikel 11, lid 3, van de MFK-verordening.

Het aanpassingsmechanisme op basis van nieuwe eigen middelen zal vergezeld gaan van een ontwerp van gewijzigde begroting om, in voorkomend geval, begrotingsonderdelen voor uitgaven in de begroting van het jaar waarin het mechanisme wordt toegepast, te verhogen.

3. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

De specifieke jaarlijkse aanpassing op basis van nieuwe eigen middelen zal vanaf 2024 gevolgen voor de begroting hebben. Het bedrag van de aanpassing zal gelijk zijn aan de werkelijke inkomsten uit nieuwe eigen middelen die in het voorgaande jaar zijn geïnd en in de voorlopige rekeningen zijn geboekt, en zal worden afgetopt op een jaarlijks bedrag van 15 miljard EUR in prijzen van 2018. In het jaar 2027 zal bij de berekening van de aanpassing een bedrag van 8 miljard EUR (in prijzen van 2018) in mindering worden gebracht.

Wat het sociaal klimaatfonds betreft, stelt de Commissie voor om het plafond voor vastleggingskredieten van rubriek 3 “Natuurlijke hulpbronnen en milieu” in 2025 met 2 176 miljoen EUR, in 2026 met 9 132 miljoen EUR en in 2027 met 8 786 miljoen EUR (in prijzen van 2018) te verhogen.

Door de voorgestelde verhogingen van het plafond voor de vastleggingen zullen er ook meer betalingen moeten worden verricht. Daarom stelt de Commissie voor om het plafond voor de betalingen voor de jaren 2025, 2026 en 2027 met respectievelijk 2 176 miljoen EUR, 9 132 miljoen EUR en 8 786 miljoen EUR (in prijzen van 2018) te verhogen.