Toelichting bij COM(2021)963 - Beschikbaarstelling van middelen uit het Solidariteitsfonds van de EU voor bijstand aan Kroatië in verband met de reeks aardbevingen vanaf 28 december 2020

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. Achtergrond van het voorstel

Dit besluit heeft betrekking op de beschikbaarstelling van middelen uit het Solidariteitsfonds van de Europese Unie (hierna “het SFEU” genoemd) overeenkomstig Verordening (EG) nr. 2012/2002 van de Raad 1 (hierna “de verordening” genoemd); het gaat om een bedrag van 319 192 359 EUR voor bijstand aan Kroatië in verband met opeenvolgende aardbevingen tussen 28 december 2020 en 21 februari 2021.

Deze beschikbaarstelling van middelen gaat vergezeld van DEC nr. 28/2021, waarin wordt voorgesteld een bedrag van 277 866 852 EUR over te dragen van de reserve voor solidariteit en noodhulp (hierna “de SEAR” genoemd) naar het operationele begrotingsonderdeel van het SFEU, zowel wat de vastleggingen als de betalingen betreft. Deze kredieten zullen worden gebruikt voor de betaling van het resterende bedrag aan Kroatië, na aftrek van het reeds betaalde voorschot van 41 325 507 EUR.

2. Informatie en voorwaarden

2.1Kroatië — aardbevingen vanaf 28 december 2020

Op 28 december 2020 is de regio Petrinja getroffen door een krachtige aardbeving (grootteorde 5,0 ML 2 en een kracht van VI-VII EMS 3 ) met epicentrum in de buurt van de stad Petrinja. Dit was enkel de voorschok van de aardbeving die de dag erna plaatsvond. Op 29 december 2020 trof een aardbeving van 6,2 ML de ruimere omgeving van Petrinja, met slachtoffers en aanzienlijke schade tot gevolg. De zwaarst getroffen gebieden waren de steden Sisak, Petrinja en Glina en de omliggende dorpen. In het centrum van Sisak werd 90 % van de gebouwen in verschillende mate beschadigd. Ook in de districten Karlovacka en Zagrebacka werden beschadigingen vastgesteld. Op 30 december 2020 werden verschillende sterke naschokken van 2,7 ML – 5,2 ML geregistreerd. Na de eerste schokken volgden in het epicentrumgebied een reeks naschokken, in totaal ruim 4 000 in de eerste maanden.

Vervolgens heeft de Republiek Kroatië financiële steun uit het Solidariteitsfonds van de Europese Unie aangevraagd voor de reeks aardbevingen tussen 28 december 2020 en 21 februari 2021.

De diensten van de Commissie hebben de aanvraag grondig getoetst aan de verordening, met name de artikelen 2, 3 en 4. De belangrijkste afwegingen die bij de beoordeling zijn gemaakt, kunnen als volgt worden samengevat.

(1)Op 18 maart 2021 heeft de Republiek Kroatië (hierna “Kroatië” genoemd) een aanvraag ingediend voor een bijdrage uit het Solidariteitsfonds van de Europese Unie (hierna “het SFEU” genoemd) in verband met de reeks aardbevingen vanaf 28 december 2020.

(2)De aanvraag werd ingediend binnen de periode van twaalf weken na de eerste schade door de ramp en bevat alle informatie die krachtens artikel 4 van de verordening vereist is.

(3)De aardbeving heeft een natuurlijke oorzaak en valt derhalve onder het toepassingsgebied van het SFEU.

(4)De Kroatische autoriteiten hebben de totale directe schade geraamd op 5 508 740 811 EUR. Dit bedrag komt overeen met 10,21 % van het bruto nationaal inkomen (bni) van Kroatië en overschrijdt de drempel van 323 774 miljoen EUR voor de beschikbaarstelling van middelen uit het SFEU voor een “grote ramp” (0,6 % van het Kroatische bni in 2021). De ramp wordt daarom beschouwd als een “grote natuurramp” en valt dus onder het toepassingsgebied van de verordening.

(5)De totale directe schade vormt de basis voor de berekening van de financiële bijdrage uit het SFEU. De financiële bijdrage mag alleen worden gebruikt voor noodacties inzake eerste levensbehoeften als bedoeld in artikel 3 van de verordening.

(6)In de aanvraag geven de Kroatische autoriteiten een gedetailleerde beschrijving van de gebeurtenis en de omvang van de schade. De schok van 29 december 2020 die Petrinja en omstreken trof, had een kracht van 6,2 ML en maakte zeven dodelijke slachtoffers, naast tientallen gewonden en aanzienlijke schade. Hij werd gevoeld in een zeer breed gebied, van Slovenië, over Bosnië en Herzegovina tot Hongarije. De schade aan gebouwen bleef niet beperkt tot de regio van het epicentrum, maar deed zich voor in een zeer breed gebied verspreid over het gehele grondgebied van Kroatië. Ook gebouwen die eerder waren beschadigd door de aardbeving van Zagreb van 22 maart 2020, leden schade, waardoor het lastig en complex was om te beoordelen of er sprake was van nieuwe schade aan reeds kwetsbare gebouwen. In combinatie met 4 000 geregistreerde naschokken draaide de aardbeving uit op de grootste in de recente geschiedenis van Kroatië. Op 4 januari 2021 riep de Kroatische regering de noodtoestand (natuurramp, aardbeving) uit voor de provincies Sisak-Moslavina, Zagreb en Karlovac.

(7)Naar schatting 1,55 miljoen mensen (ruim een derde van de totale bevolking van Kroatië) werden zeer zwaar getroffen door de reeks aardbevingen in december 2020 en de naschokken. De zwaarst getroffen categorie gebouwen was die van de gezinswoningen, aangezien zij het grootste deel van de totale woningvoorraad uitmaken. Van alle beschadigde gebouwen was 72 % een gezinswoning, met de overige 28 % gespreid over verschillende sectoren. 85,25 % van de beschadigde woningen bevindt zich in de provincie Sisak-Moslavina. Doordat de schade aan gezinswoningen groter is dan de schade in alle andere sectoren samen, bleven veel mensen dakloos.

(8)De aardbevingen zorgden voor aanzienlijke schade aan de onderwijsinfrastructuur (in totaal werden 271 gebouwen beschadigd), alsook aan het architectonisch erfgoed en de culturele infrastructuur in de getroffen bestuurlijke eenheden. Het zwaarst beschadigd was het algemeen ziekenhuis van de provincie Sisak-Moslavina, de belangrijkste verstrekker van medische zorg in de regio. Bijna alle ziekenhuisgebouwen in Sisak en Petrinja liepen ernstige schade op door de aardbeving, waardoor deze gebouwen onveilig waren voor patiënten. In totaal werden 324 gebouwen die door overheidsinstanties en andere instellingen werden gebruikt, beschadigd. Zes van de beschadigde gebouwen worden als cultureel erfgoed aangemerkt.

(9)In de onafhankelijke beoordeling door de diensten van de Commissie werd de afbakening van het getroffen gebied en het aantal getroffen inwoners, zoals aangegeven in de aanvraag, bevestigd. Door het inzetten van de snellekarteringsmodus van de Copernicus-dienst voor het beheer van noodsituaties konden satellietbeelden met zeer hoge resolutie worden geanalyseerd. De analyse bevestigde de schade aan de gebouwen in de steden Petrinja, Sisak en Glina, alsook de ruimtelijke spreiding van de in aanvraag opgegeven schade. Uit een specifieke analyse van het Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek is gebleken dat, in vergelijking met de aardbeving van 22 maart 2020 met het epicentrum dichter bij Zagreb, de gevolgen van de aardbeving in Petrinja aanzienlijk groter (bijna dubbel) zijn in termen van blootgestelde bevolking en bebouwde gebieden, maar als gevolg van de lagere kosten voor de wederopbouw en het geringere aantal gebouwen met historische waarde heeft dit geleid tot aanzienlijk lagere totale directe schade. De beoordeling van de Commissie bevestigde de plausibiliteit van de totale directe schade in de orde van grootte van de door de Kroatische autoriteiten geraamde schade.

(10)Kroatië heeft de kosten voor nood- en herstelactiviteiten die volgens artikel 3, lid 2, van de verordening subsidiabel zijn, op 1,66 miljard EUR geraamd. Het heeft ook een uitsplitsing naar soort activiteiten verschaft. Het grootste deel betreft de kosten voor tijdelijke huisvesting (ruim 368 miljoen EUR), direct herstel van getroffen natuurgebieden om onmiddellijke gevolgen van bodemerosie te voorkomen (ruim 304 miljoen EUR) en het schoonmaken van door rampen getroffen gebieden (ruim 228 miljoen EUR).

(11)De Kroatische autoriteiten hebben bevestigd dat de subsidiabele kosten niet door verzekeringen worden gedekt.

(12)In de aanvraag van 18 maart 2021 heeft Kroatië om de betaling van een voorschot verzocht overeenkomstig artikel 4 bis van de verordening. Op 23 juni 2021 heeft de Commissie Uitvoeringsbesluit C(2021) 4648 aangenomen waarmee een voorschot van 41 325 507 EUR uit het SFEU werd toegekend en vervolgens aan Kroatië werd uitbetaald.

(13)Er lopen momenteel geen inbreukprocedures tegen het land in verband met de tenuitvoerlegging van Uniewetgeving inzake rampenpreventie en -beheer.

(14)Overeenkomstig artikel 47 bis van de amendementen op de Kroatische bouwwet, die op 28 december 2019 in werking zijn getreden, moet een langetermijnstrategie worden vastgesteld voor de vernieuwing van het nationale gebouwenbestand, met inbegrip van beleid en maatregelen die bijdragen tot een betere bescherming tegen met aardbevingen verbonden risico’s die gevolgen hebben voor de levensduur van gebouwen.

2.2Conclusie

Om bovengenoemde redenen voldoet de natuurramp die in de aanvraag van Kroatië is beschreven, aan de in de verordening vastgestelde voorwaarden.

3. Financiering uit de SFEU/SEAR-toewijzingen 2021

Krachtens Verordening (EU, Euratom) 2020/2093 van de Raad van 17 december 2020 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2021-2027 4 (hierna de “MFK-verordening” genoemd), en met name artikel 9, zijn SFEU-middelen beschikbaar in het kader van de SEAR. In punt 10 van het Interinstitutioneel Akkoord van 16 december 2020 tussen het Europees Parlement, de Raad van de Europese Unie en de Europese Commissie betreffende begrotingsdiscipline, samenwerking in begrotingszaken en goed financieel beheer 5 (IIA), alsmede betreffende nieuwe eigen middelen, met inbegrip van een routekaart voor de invoering van nieuwe eigen middelen, zijn de nadere regels vastgesteld voor de beschikbaarstelling van middelen uit het SFEU in het kader van de SEAR.

Aangezien solidariteit de belangrijkste reden voor de oprichting van het SFEU was, is de Commissie van mening dat de SFEU-steun progressief moet zijn. Dat betekent, gelet op de praktijk tot dusver, dat het deel van de schade dat de drempel voor SFEU-steun bij een “grote natuurramp” overstijgt (0,6 % van het bni of, indien dit bedrag lager is, 3 miljard EUR in prijzen van 2011) recht geeft op een hogere steunintensiteit dan schade onder de drempel. De toewijzingen voor grote natuurrampen zijn vastgesteld op 2,5 % van de totale directe schade onder de drempel en op 6 % van het deel van de schade boven de drempel.

De bijdrage mag de geraamde totale kosten van de subsidiabele acties niet overschrijden. De methode voor het berekenen van de steun is in het SFEU-jaarverslag 2002-2003 beschreven en door de Raad en het Europees Parlement goedgekeurd.

1.

Op basis van de aanvraag van Kroatië en de ramingen van de totale directe schade wordt de financiële bijdrage uit het SFEU als volgt berekend:


Kwalificatie van de rampTotale directe schade


2.

(in EUR)

Toegepaste drempel voor grote rampen

3.

(in EUR)

2,5 % van de totale directe schade tot de drempel voor grote rampen6 % van de totale directe schade boven de drempel voor grote rampenVoorgesteld totaal steunbedragBetaald voorschot
Groot5 508 740 811323 774 0008 094 350311 098 009

4.

319 192 359



5.

41 325 507



Overeenkomstig artikel 9, lid 2, van de MFK-verordening bedraagt het totale jaarlijkse plafond voor de SEAR 1 200 000 000 EUR in prijzen van 2018 of 1 273 450 000 EUR in lopende prijzen. Artikel 9, lid 4, van de MFK-verordening bepaalt dat het resterende deel van het in de SEAR beschikbare bedrag vanaf 1 september van elk jaar kan worden gebruikt voor bijstand door elk van de SEAR-componenten. Bovendien moest overeenkomstig artikel 9, lid 4, van de MFK-verordening 25 % van de totale SEAR-toewijzing voor 2021 (318 362 500 EUR in lopende prijzen) worden ingehouden tot 1 oktober 2021, de datum waarop dit percentage beschikbaar werd voor alle componenten van de SEAR.


Ingevolge een besluit eerder in 2021 6 werd het SFEU reeds aangesproken voor een totaal bedrag van 484 199 841 EUR voor bijstand aan Griekenland en Frankrijk in verband met natuurrampen en aan 20 lidstaten en toetredingslanden naar aanleiding van een volksgezondheidscrisis.

Het maximumbedrag dat in het kader van het SFEU op dit moment beschikbaar is, bedraagt derhalve 359 968 632 EUR, hetgeen voldoende is om de behoeften in het kader van dit besluit te dekken.

Thans in het SFEU beschikbaar bedrag:
Jaarlijkse SEAR-toewijzing voor 20211 273 450 000 EUR
Plus ongebruikt bedrag van de naar 2021 overgedragen SFEU-toewijzing voor 202047 981 598 EUR
Minus in 2021 reeds beschikbaar gesteld bedrag uit het SFEU- 484 199 841 EUR
Minus reeds uit hoofde van andere SEAR-componenten beschikbaar gesteld bedrag- 477 263 125 EUR
Voor mobilisatie beschikbaar bedrag uit de SEAR359 968 632 EUR
Totaal voorgesteld, voor Kroatië beschikbaar te stellen bedrag319 192 359 EUR
Resterend beschikbaar bedrag voor de SEAR tot eind 202140 776 273 EUR