Toelichting bij COM(2021)653 - Verlenging van de Overeenkomst voor wetenschappelijke en technologische samenwerking met Brazilië

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel

De Overeenkomst voor wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en de Federale Republiek Brazilië 1 (hierna de “overeenkomst” genoemd) is op 7 augustus 2007 in werking getreden. Artikel XII, lid 2, van de overeenkomst luidt als volgt: “Deze overeenkomst wordt gesloten voor een initiële duur van vijf jaar en kan met instemming van beide partijen, na een evaluatie tijdens het voorlaatste jaar van elke successieve periode, worden verlengd.”. De overeenkomst is voor het laatst in 2017 verlengd en blijft van kracht tot en met 7 augustus 2022, tenzij de partijen de overeenkomst voor een volgende periode van vijf jaar verlengen.

Sinds de laatste verlenging van de overeenkomst (Besluit (EU) 2018/343 2 )), heeft Brazilië verdere vooruitgang geboekt bij de ontwikkeling van wetenschap, technologie en innovatie (WTI). Het land beschikt over de omvang en hulpbronnen van een heel continent en kan worden beschouwd als een “wetenschappelijke grootmacht” op het Latijns-Amerikaanse continent. Brazilië blijft de belangrijkste WTI-partner van de EU in de regio, waarbij samenwerking op het gebied van onderzoek en innovatie (O&I) een belangrijke en positieve bouwsteen blijft van de algemene betrekkingen van de EU met dit land.


De voornaamste instrumenten voor samenwerking zijn de EU-kaderprogramma’s voor onderzoek en innovatie. Van de niet-geassocieerde derde landen was Brazilië het zesde meest actieve land in Horizon 2020 (goed voor meer dan 25 % van de totale deelname van de LAC-landen (landen van Latijns-Amerika en het Caribisch gebied), met een succespercentage dat ruim boven het gemiddelde lag. Uit de evaluatie van de Europese Commissie blijkt duidelijk dat de overeenkomst een belangrijk kader biedt om de samenwerking tussen de EU en Brazilië op gemeenschappelijke prioritaire W&T-gebieden tot voordeel van beide partijen te bevorderen.

Tijdens de looptijd van Horizon 2020 (2014-2020) heeft de samenwerking tussen de EU en de Braziliaanse onderzoeksgemeenschap binnen de alliantie voor onderzoek in de volledige Atlantische Oceaan onder meer geleid tot de verdere ontwikkeling van transatlantisch marien onderzoek en transatlantische mariene innovatie, op basis van de verklaring van Belém met de EU en Zuid-Afrika. Daarnaast was er belangrijke samenwerking op het gebied van gezondheidsonderzoek, waarbij mondiale uitdagingen zoals het zikavirus werden aangepakt, met een sterke Braziliaanse deelname aan de oproepen tot het indienen van voorstellen die de EU in 2016 heeft gedaan. De vruchtbare samenwerking bij de aanpak van COVID-19 moet worden benadrukt, waarbij Braziliaanse entiteiten deelnemen aan twee projecten in het kader van de door de Europese Commissie gelanceerde “noodoproepen”, alsook in het kader van multilaterale initiatieven, met name de wereldwijde samenwerking inzake onderzoek naar de paraatheid voor besmettelijke ziekten (Global Research Collaboration for Infectious Disease Preparedness - GloPID-R). Bovendien heeft een positieve betrokkenheid van Braziliaanse entiteiten bij projecten voor onderzoeksinfrastructuren de afgelopen vijf jaar bijgedragen tot het in kaart brengen van de onderzoeksinfrastructuren van de LAC-landen.

Brazilië is een belangrijke speler in elk toekomstig mondiaal scenario inzake klimaatverandering en duurzaamheid. Het land is een waardevolle partner bij biodiversiteitsonderzoek en bij op ecosystemen gebaseerde benaderingen om milieuproblemen aan te pakken. De samenwerking is geïntensiveerd op gebieden die verband houden met duurzaamheid en bijdragen aan de Green Deal, bijvoorbeeld op het gebied van zoetwaterbeheer en biodiversiteit via een actieve Braziliaanse betrokkenheid bij de oproepen tot het indienen van onderzoeksvoorstellen van BiodivERsA; Brazilië staat dan ook centraal in de ERA-LAC-samenwerking op het gebied van biodiversiteitsonderzoek. Er is potentieel voor nieuwe acties, in het kader van een Team-Europa-benadering, op het gebied van klimaatgerelateerde onderwerpen zoals bosdegradatie, ontbossing en duurzame landbouw.

Duurzame, groenere en veiligere luchtvaart is een ander gebied waarop samenwerking werd bevorderd. De EU en Brazilië zijn ook begonnen met samenwerking op het gebied van duurzame en slimme steden. Door de samenwerking in het kader van Horizon 2020 tussen de EU en Brazilië op het gebied van belangrijke digitale thema’s zoals 5G, het internet der dingen en cloudcomputing is de EU op dit gebied een belangrijke partner van Brazilië geworden. Die samenwerking heeft geleid tot de inhuldiging van de glasvezelkabel in het kader van het BELLA-project met aanzienlijke Braziliaanse financiering en een groot potentieel voor waardevolle O&I-partnerschappen op gebieden als high-performance computing, kwantumcomputing en ruimtevaart.

Een samenwerkingsregeling in het kader van de in 2013 ondertekende en in 2018 vernieuwde overeenkomst tussen het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek en het Braziliaanse Ministerie van Wetenschap, Technologie en Innovatie heeft de bilaterale samenwerking op verschillende gebieden versterkt, te weten rampenpreventie en crisisbeheersing; monitoring door middel van teledetectie van bosbranden en aantasting van bossen; klimaatverandering en kritieke grondstoffen.

Rechtspersonen die gevestigd zijn in niet-geassocieerde derde landen met een hoog inkomen, zoals Brazilië, dragen doorgaans de kosten van hun deelname aan samenwerkingsactiviteiten in het kader van het EU-kaderprogramma voor onderzoek en innovatie. In dit verband zij erop gewezen dat de Europese Commissie in mei 2018 een administratieve regeling heeft ondertekend met de Braziliaanse financieringsorganen op federaal en deelstaatniveau die tot doel heeft de samenwerking te vergemakkelijken met de agentschappen die financiering verstrekten aan Braziliaanse rechtspersonen die deelnemen aan samenwerkingsactiviteiten in het kader van Horizon 2020. Ook in het kader van Horizon Europa moet een soortgelijke regeling worden ondertekend om ervoor te zorgen dat Braziliaanse entiteiten worden ondersteund voor hun deelname aan Horizon Europa-projecten die voor financiering zijn geselecteerd.

Op de vergadering van de gezamenlijke stuurgroep EU-Brazilië van 24 maart 2021 is de positieve dynamiek bevestigd van onze dialoog op alle bovengenoemde gebieden, met het vooruitzicht om de bilaterale O&I-samenwerking in het kader van Horizon Europa (2021-2027) voort te zetten en te intensiveren. Dit alles is positief voor de vooruitzichten van Braziliaanse deelname aan de toekomstige missies en partnerschappen van Horizon Europa. Daarnaast staat Brazilië hoog in de volgende EDEO-programmering voor de periode 2021-2027, met diverse EU-Braziliaanse initiatieven van team Europa (TEI’s) die gericht zijn op overkoepelende EU-doelstellingen. Dit bevestigt de positie van Brazilië als strategische WTI-partner van de EU en het aanzienlijke potentieel van synergieën.

Gezien het voorgaande is het daarom in het belang van de EU om de Overeenkomst voor wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en de Federale Republiek Brazilië opnieuw met een periode van vijf jaar te verlengen.

Beide partijen hebben per briefwisseling d.d. 11 mei 2021 en 24 mei 2021 bevestigd dat zij de overeenkomst wensen te verlengen.

De materiële inhoud van de verlengde overeenkomst zal identiek zijn aan die van de huidige overeenkomst.

Verenigbaarheid met bestaande bepalingen op het beleidsterrein

Dit initiatief is volledig in overeenstemming met de mededeling van de Commissie van 18 mei 2021 over de totaalaanpak voor onderzoek en innovatie, De strategie van Europa voor internationale samenwerking in een veranderende wereld (COM(2021) 252 final/2) 3 .

Een bijzonder waardevol voorbeeld van een wereldwijde alliantie, die door de EU en Brazilië wordt gepromoot, is de reeds genoemde alliantie voor onderzoek in de volledige Atlantische Oceaan, die de hele opzet van mondiale allianties in de bovengenoemde mededeling in grote mate heeft geïnspireerd. Een ander voorbeeld is Mission Innovation (MI), een wereldwijd initiatief van 22 landen en de Europese Unie, met als doel de inspanningen voor innovatie op het gebied van schone energie te versnellen. MI-leden vertegenwoordigen meer dan 90 % van de mondiale overheidsinvesteringen in onderzoek en innovatie op het gebied van schone energie. In MI zijn zowel de EU als Brazilië zeer actief lid, met name op het gebied van biobrandstoffen.

In de strategie voor de totaalaanpak wordt het idee bevestigd dat er “moet worden gestreefd naar een sterkere betrokkenheid van Brazilië [...] en andere EU-partners in de regio, op gebieden als de groene en digitale transitie, gezondheid of de ontwikkeling van gemeenschappelijke oplossingen voor een duurzaam herstel. Een intensievere samenwerking met het ruimtevaartprogramma van de EU en de nieuwe Copernicus-hubs en Galileo-centra in Latijns-Amerika en het Caribisch gebied zullen een belangrijke rol spelen bij het stimuleren van innovatie en onderzoek in de regio.”

Verenigbaarheid met andere beleidsterreinen van de Unie

In de algemene EU-strategie voor het buitenlands en veiligheidsbeleid wordt bevestigd dat samenwerking op het gebied van onderzoek een belangrijk aspect van het buitenlands beleid van de EU is en wordt samenwerking op het gebied van onderzoek beschouwd als een essentieel onderdeel van sterkere sociaaleconomische banden, met name met landen uit Latijns-Amerika. Het is ook belangrijk te vermelden dat in de mededeling van de Commissie over de totaalaanpak van onderzoek en innovatie opnieuw wordt bevestigd dat de EU zich inzet voor internationale openheid en eerbiediging van fundamentele waarden op het gebied van onderzoek en innovatie. In dit verband herinnert zij aan het belang van zowel multilaterale als bilaterale samenwerking met verschillende internationale partners, waaronder Brazilië. De overkoepelende beleidsprioriteiten van de EU, zoals de Green Deal en duurzame ontwikkeling, de digitale transitie en wereldwijde gezondheid, komen tot uiting in de bilaterale betrekkingen van de EU met Brazilië op het gebied van wetenschap, technologie en innovatie, en met name in samenwerking via het programma Horizon Europa.

2. RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

Rechtsgrondslag

De bevoegdheid van de EU om internationaal op te treden inzake onderzoek en technologische ontwikkeling is gebaseerd op artikel 186 VWEU. De procedurele rechtsgrondslag van dit voorstel is artikel 218, lid 6, tweede alinea, punt a), v), VWEU.

3. EVALUATIE, RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELING

Resultaatgerichtheid en vereenvoudiging

Dit initiatief maakt geen deel uit van de Refit-agenda.

4. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

Alleen personele en administratieve middelen zijn nodig en deze zijn opgenomen in het financieel memorandum.

1.

In het licht van bovenstaande overwegingen verzoekt de Commissie de Raad:


- namens de Unie, en met instemming van het Europees Parlement, de verlenging van de Overeenkomst voor wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en de Federale Republiek Brazilië die na het verstrijken van de vijf jaar voor een nieuwe periode van vijf jaar (nl. van 8 augustus 2022 tot en met 7 augustus 2027) van toepassing zal zijn, goed te keuren;

- de voorzitter van de Raad te machtigen, de persoon (personen) aan te wijzen die bevoegd is (zijn) om de regering van de Federale Republiek Brazilië ervan in kennis te stellen dat de Unie haar interne procedures, nodig voor de inwerkingtreding van deze verlengde overeenkomst, heeft voltooid.