Toelichting bij COM(2021)480 - Standpunt EU met betrekking tot de verlenging van de Internationale Suikerovereenkomst 1992

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. Onderwerp van het voorstel

Dit voorstel betreft een besluit tot bepaling van het standpunt dat namens de Unie in de Internationale Suikerraad moet worden ingenomen met betrekking tot de beoogde vaststelling van een besluit tot verlenging van de Internationale Suikerovereenkomst 1992 tot en met 31 december 2023

2. Achtergrond van het voorstel

2.1.Internationale Suikerovereenkomst 1992

De Internationale Suikerovereenkomst 1992 (hierna “de overeenkomst” genoemd) heeft tot doel te zorgen voor nauwere internationale samenwerking in verband met suiker en daarmee samenhangende aangelegenheden, een forum te bieden voor intergouvernementeel overleg inzake suiker en inzake maatregelen ter verbetering van de wereldsuikereconomie, de handel te vergemakkelijken via het verzamelen en verstrekken van informatie over de wereldmarkt voor suiker en andere zoetstoffen, en de vraag naar suiker aan te wakkeren, met name voor andere dan traditionele doeleinden.

De overeenkomst is op 1 januari 1993 in werking getreden.

De Unie is partij bij de overeenkomst 1 .

2.2.Internationale Suikerraad

De Internationale Suikerraad is de instantie die belast is met het vervullen van alle functies die nodig zijn voor de uitvoering van de overeenkomst. Hij stelt regels en voorschriften vast, waaronder een reglement van orde voor de Raad en zijn commissies, alsmede het financieel reglement en het personeelsstatuut van de Internationale Suikerorganisatie (ISO). De Raad houdt de nodige documentatie bij en publiceert een jaarverslag en andere door hem nodig geachte gegevens.

De leden van de overeenkomst hebben in totaal 2 000 stemmen. Elk lid van de overeenkomst heeft een bepaald aantal stemmen, dat jaarlijks wordt aangepast volgens criteria die vooraf zijn vastgesteld in de overeenkomst. Alle besluiten van de Raad worden in beginsel bij consensus genomen, tenzij in de overeenkomst anders is bepaald. Als er geen consensus is, worden de besluiten bij gewone meerderheid van stemmen genomen, tenzij de overeenkomst in een bijzondere meerderheid van stemmen voorziet.

2.3.Beoogde handeling van de Internationale Suikerraad

De overeenkomst is gesloten bij Besluit 92/580/EEG van de Raad en is op 1 januari 1993 in werking getreden. Ze werd gesloten voor een periode van drie jaar tot en met 31 december 1995 en is sindsdien conform artikel 45 van de overeenkomst regelmatig verlengd met telkens twee jaar. De overeenkomst is voor het laatst verlengd in juli 2019 2 en blijft tot en met 31 december 2021 van kracht.

Het is de bedoeling dat de Internationale Suikerraad op 26 november 2021 tijdens zijn 59e vergadering een besluit neemt over de verlenging van de Internationale Suikerovereenkomst 1992 met nog eens twee jaar (hierna “de beoogde handeling” genoemd).

Met de beoogde handeling kan de ISO haar werkzaamheden voortzetten.

De verlenging van de overeenkomst geldt voor de periode van 1 januari 2022 tot en met 31 december 2023.

3. Namens de Unie in te nemen standpunt

De Internationale Suikerovereenkomst 1992 is door de Unie gesloten bij Besluit 92/580/EEG van de Raad en is op 1 januari 1993 in werking getreden voor een periode van drie jaar tot en met 31 december 1995. Sindsdien is de overeenkomst regelmatig verlengd, telkens met een periode van twee jaar. De overeenkomst is voor het laatst bij besluit van de Internationale Suikerraad verlengd tijdens de 55e vergadering van de Raad op 19 juli 2019 en blijft tot en met 31 december 2021 van kracht.

De Unie is altijd een actief ISO-lid geweest en een verdere verlenging van de overeenkomst met maximaal twee jaar is in het belang van de Unie. De Unie is een grote suikerproducent en ook een toonaangevende suikerhandelspartner voor veel ISO-leden.

De 87 leden van de ISO hebben in totaal 2 000 stemmen. De EU telt als één lid. Elke stem heeft een gewicht van 661 £ voor de administratieve begroting van 2021. Voor de begrotingsprocedures (zie artikel 25 van de overeenkomst 1992), dat wil zeggen voor de vaststelling van de jaarlijkse financiële bijdrage van de leden, is van belang dat aan de Unie 538 stemmen zijn toegekend en de contributie voor 2021 dus 355 618 £ bedraagt. Deze cijfers worden jaarlijks aangepast.

Het is de bedoeling dat op de 59e vergadering van de Internationale Suikerraad op 26 november 2021 in Londen een formeel besluit inzake de verlenging van de overeenkomst tot en met 31 december 2023 wordt genomen.

Het doel van het onderhavige voorstel is om de Raad te verzoeken de Commissie te machtigen om namens de Unie in de Internationale Suikerraad voor verlenging van de overeenkomst tot en met 31 december 2023 te stemmen.

4. Rechtsgrondslag

4.1.Procedurele rechtsgrondslag

4.1.1.Beginselen

Artikel 218, lid 9, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) voorziet in de vaststelling van besluiten tot bepaling van “de standpunten die namens de Unie worden ingenomen in een krachtens een overeenkomst opgericht lichaam, wanneer dit lichaam handelingen met rechtsgevolgen vaststelt, met uitzondering van handelingen tot aanvulling of wijziging van het institutionele kader van de overeenkomst”.

Het begrip “handelingen met rechtsgevolgen” omvat tevens handelingen die rechtsgevolgen hebben uit hoofde van de op het betrokken lichaam toepasselijke volkenrechtelijke bepalingen. Onder dit begrip vallen tevens instrumenten die volkenrechtelijk niet bindend zijn, maar die “beslissende invloed [hebben] op de inhoud van de regelgeving die de wetgever van de Unie vaststelt” 3 .

4.1.2.Toepassing op het onderhavige geval

De Internationale Suikerraad is ingesteld bij de artikelen 3 en 8 van de overeenkomst en kan worden verzocht bepaalde besluiten te nemen.

De beoogde handeling, waarvoor de Internationale Suikerraad bevoegd is op grond van artikel 45, lid 2, van de overeenkomst, heeft tot gevolg dat de geldigheid van de overeenkomst, die een voor de Unie bindende internationale overeenkomst is, wordt verlengd. De beoogde handeling heeft derhalve rechtsgevolgen.

De beoogde handeling vormt geen aanvulling op of wijziging van het institutionele kader van de overeenkomst.

De procedurele rechtsgrondslag voor het voorgestelde besluit is derhalve artikel 218, lid 9, VWEU.

4.2.Materiële rechtsgrondslag

4.2.1.Beginselen

De materiële rechtsgrondslag voor een overeenkomstig artikel 218, lid 9, VWEU te nemen besluit wordt in de eerste plaats bepaald door de doelstelling en de inhoud van de beoogde handeling ten aanzien waarvan namens de Unie een standpunt moet worden ingenomen. Wanneer de beoogde handeling een tweeledige doelstelling heeft of bestaat uit twee componenten, waarvan er een kan worden gezien als hoofddoelstelling of overwegende component, terwijl de andere doelstelling of de andere component slechts ondergeschikt is, moet het overeenkomstig artikel 218, lid 9, VWEU te nemen besluit op één materiële rechtsgrondslag worden gebaseerd, namelijk die welke vereist is gelet op de hoofddoelstelling of de overwegende component.

4.2.2.Toepassing op het onderhavige geval

De doelstelling en de inhoud van de beoogde handeling hebben in de eerste plaats betrekking op het gemeenschappelijk handelsbeleid (handel in landbouwproducten).

De materiële rechtsgrondslag voor het voorgestelde besluit is derhalve artikel 207 VWEU.

4.3.Conclusie

De rechtsgrondslag voor het voorgestelde besluit is artikel 207 VWEU, in samenhang met artikel 218, lid 9, VWEU.

5. Bekendmaking van de beoogde handeling

Aangezien het besluit van de Internationale Suikerraad de overeenkomst zal wijzigen, moet het na de vaststelling ervan bekend worden gemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.