Toelichting bij COM(2021)477 - Wijziging van Verordening (EU) 2018/1091 wat betreft de bijdrage van de Unie aan de geïntegreerde landbouwstatistieken binnen het financieel kader 2021-2027

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel

Verordening (EU) nr. 2018/1091 betreffende geïntegreerde landbouwstatistieken 1 verplicht de lidstaten in 2020, 2023 en 2026 geïntegreerde landbouwenquêtes uit te voeren.

Verordening (EU) 2018/1091 stelt de financiële middelen (d.w.z. de begrotingstoewijzing) vast voor de gehele looptijd van het desbetreffende meerjarig financieel kader (MFK). De verordening bevat een bepaling voor de opstelling van de begroting voor het verzamelen van gegevens voor de in 2023 en 2026 te houden enquêtes. In artikel 14 wordt bepaald dat na de inwerkingtredingsdatum van het MFK voor de periode 2021‑2027, het bedrag voor de periode na 2020 wordt vastgesteld door het Europees Parlement en de Raad, op voorstel van de Commissie.

De financiële referentie van dit voorstel is Verordening (EU, Euratom) 2020/2093 van de Raad 2 waarin het MFK voor 2021‑2027 wordt vastgesteld.

De lidstaten ontvangen een maximale financiële bijdrage van 75 % van de subsidiabele kosten van de EU (met inachtneming van de in artikel 13, leden 4 en 5, van Verordening (EU) 2018/1091 vastgestelde maximumbedragen) in de kosten van de uitvoering van de enquêtes. Het bedrag voor de periode na 2020 moet worden vastgesteld overeenkomstig de bepalingen van het MFK.

Dit wetgevingsvoorstel voorziet in een begroting van 40 000 000,00 EUR voor de periode 2021‑2027 (waarvan 36 400 000,00 EUR voor subsidies aan nationale bureaus voor de statistiek en andere nationale instanties).

Overeenkomstig artikel 13, lid 7, van Verordening (EU) 2018/1091 moet de financiële bijdrage van de EU voor de in artikel 13, lid 2, bedoelde subsidies worden verstrekt door het Europees Landbouwgarantiefonds uit hoofde van artikel 4, lid 2, onder d), van Verordening (EU) nr. 1306/2013 of de Verordening inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 1306/2013.

Samenhang met bestaand beleid op het betrokken gebied

Statistieken moeten betrouwbaar en van hoge kwaliteit zijn om beleidsmakers, bedrijven en het grote publiek zodat beleidsmakers, bedrijven en het algemene publiek de juiste beslissingen op basis van feiten kunnen nemen.

2.

De strategie voor landbouwstatistieken voor 2020 omvat de volgende hoofddoelstellingen:


·hoogwaardige statistieken produceren, die efficiënt en doeltreffend inspelen op de behoeften van de gebruikers;

·de harmonisatie en de coherentie van de Europese landbouwstatistiek verbeteren.

Dit voorstel heeft als doel, deze doelstellingen rechtstreeks te bereiken.

Verenigbaarheid met andere beleidsterreinen van de Unie

Het verstrekken van kwaliteitsstatistieken ter ondersteuning van het Europees beleid is een hoofddoelstelling voor Europese statistieken in het kader van het programma voor de eengemaakte markt 3 . Milieu- en landbouwstatistieken zijn een van de drie gebieden waarvoor in het kader van het programma statistieken worden verzameld. Er is ook behoefte aan tijdige en relevante gegevens voor het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB).

Met dit initiatief wordt deze doelstelling voor de periode 2021‑2026 uitgevoerd.

1.

De Europese landbouwstatistiek zal ook bijdragen aan ten minste twee van de zes prioriteiten van de Commissie-Von der Leyen, namelijk


·een Europese Green Deal met de onderliggende strategieën van boer tot bord en biodiversiteit, en

·een economie die werkt voor de mensen

door betere gegevens te verstrekken voor de beoordeling van de duurzaamheid van de sector, met inbegrip van het milieu, de bevolking, de regio’s en de economie. Landbouwstatistieken kunnen ook van nut zijn voor andere prioriteiten op EU- en nationaal niveau die gevolgen hebben voor of gevolgen ondervinden van landbouw en plattelandsontwikkeling.

Het EU-beleid moet worden ondersteund door kwalitatief hoogwaardige, vergelijkbare en betrouwbare statistische informatie over de economische, sociale, territoriale en milieusituatie in de EU. Europese statistieken kunnen het brede publiek ook helpen het democratische proces te begrijpen en eraan deel te nemen en de huidige stand van zaken en de toekomst van de EU te bespreken. Wat de landbouwstatistieken betreft, ligt de nadruk op het tijdig verstrekken van relevante gegevens voor de behoeften van het GLB, het gemeenschappelijk visserijbeleid en ander beleid op het gebied van milieu, voedselzekerheid en dierenwelzijn.

Landbouwstatistieken verschaffen de hoogwaardige gegevens voor de uitvoering en monitoring van het GLB. Het GLB is een belangrijke motor voor banen en slimme, duurzame en inclusieve groei in de EU. Het plattelandsontwikkelingsbeleid — een integraal onderdeel van het GLB — is gericht op het verbeteren van het concurrentievermogen en de duurzaamheid van de landbouwproductie in aanvulling op de sociale doelstellingen ervan. Het GLB was goed voor meer dan 37 % van de totale EU-begroting in het kader van het MFK 2014‑2020.

Landbouwstatistieken zijn ook steeds meer nodig voor andere belangrijke beleidsterreinen van de EU, zoals de Europese Green Deal, beleid op het gebied van milieu en klimaatverandering, en handels- sociaal en regionaal beleid.

2. RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

Rechtsgrondslag

De rechtsgrondslag voor de Europese statistiek is artikel 338 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU). Het Europees Parlement en de Raad moeten volgens de gewone wetgevingsprocedure maatregelen aannemen voor de opstelling van statistieken wanneer deze voor de vervulling van de taken van de EU nodig zijn. In artikel 338 VWEU wordt bepaald aan welke eisen Europese statistieken moeten voldoen, namelijk onpartijdigheid, betrouwbaarheid, objectiviteit, wetenschappelijke onafhankelijkheid, kosteneffectiviteit en statistische geheimhouding. Verordening (EG) nr. 223/2009 van het Europees Parlement en de Raad 4 stelt een kader vast voor de ontwikkeling, productie en verspreiding van Europese statistieken.

Subsidiariteit (voor niet-exclusieve bevoegdheden)

Het subsidiariteitsbeginsel is van toepassing aangezien het voorstel geen gebieden bestrijkt die onder de exclusieve bevoegdheid van de EU vallen. Het Europees statistisch systeem ESS biedt een infrastructuur voor statistische informatie. Het systeem is ontworpen om te voldoen aan de behoeften van verschillende gebruikers, ter ondersteuning van de besluitvorming in democratische samenlevingen. Het voorstel voor deze verordening is opgesteld om de kernactiviteiten van ESS-partners te beschermen en tegelijkertijd de kwaliteit en vergelijkbaarheid van landbouwstatistieken beter te waarborgen.

De belangrijkste criteria voor de statistische gegevens zijn onder meer consistentie en vergelijkbaarheid. Lidstaten kunnen de nodige consistentie en vergelijkbaarheid niet in voldoende mate garanderen zonder een duidelijk Europees kader, d.w.z. EU-wetgeving waarin gemeenschappelijke statistische begrippen, rapportageformaten en kwaliteitsvoorschriften worden vastgelegd. De vergelijkbaarheidsvereiste is in verband met het GLB met name belangrijk voor landbouwstatistieken.

De doelstellingen kunnen niet volledig worden verwezenlijkt door de lidstaten alleen. Op EU-niveau kan effectiever actie worden ondernomen op basis van een rechtshandeling van de EU die garandeert dat de statistische informatie op de in het voorgestelde instrument genoemde gebieden samenhangend en vergelijkbaar zijn. In de tussentijd kan de gegevensverzameling het best door de lidstaten worden uitgevoerd.

Evenredigheid

3.

Dit voorstel voldoet aan het beginsel van evenredigheid, en wel om de volgende redenen:


Het zal de kwaliteit en vergelijkbaarheid van de Europese sociale statistieken die worden verzameld en opgesteld door dezelfde beginselen toe te passen in de verschillende lidstaten. Het zal ook garanderen dat de Europese sociale statistieken die worden verzameld door middel van steekproeven relevant blijven en worden aangepast aan de behoeften van de gebruikers. De verordening zal de productie van statistieken kosteneffectiever maken en tegelijkertijd de specifieke eigenschappen van de systemen van de lidstaten eerbiedigen.

Overeenkomstig het evenredigheidsbeginsel beperkt de verordening zich tot het minimum dat nodig is om haar doel te verwezenlijken en gaat zij niet verder.

Keuze van het instrument

Voorgesteld instrument: Verordening.

Gezien de doelstellingen en de inhoud van het voorstel is een wijziging van de bestaande verordening het meest geschikte instrument.

Belangrijke EU-beleidsgebieden zoals het GLB zijn afhankelijk van vergelijkbare, geharmoniseerde en hoogwaardige landbouwstatistieken op Europees niveau. Dit kan het best worden gewaarborgd door verordeningen, die rechtstreeks toepasselijk zijn in de lidstaten en niet eerst in nationaal recht moeten worden omgezet. Artikel 14 van Verordening (EU) 2018/1091 voorziet reeds in een wijziging.

3. RESULTATEN VAN EX-POSTEVALUATIES, RAADPLEGINGEN VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELINGEN

Ex-postevaluaties/geschiktheidscontroles van bestaande wetgeving

Uit de evaluatie van het Europees stelsel van landbouwstatistieken voor de strategie voor landbouwstatistieken voor 2020 en daarna (SWD (2017) 96 final) bleek dat er behoefte is aan een meer systematische aanpak op dit gebied.

4.

Uit de evaluatie van het systeem van landbouwstatistieken is het volgende gebleken:


·De huidige wetgeving inzake landbouwstatistieken voorziet niet adequaat in nieuwe en opkomende gegevensbehoeften, omdat deze statistieken niet als een vereiste in die wetgeving waren opgenomen. De wetgevingshandelingen zijn ook niet flexibel en geïntegreerd genoeg om snel in te spelen op nieuwe behoeften.

·Het Europees systeem voor landbouwstatistieken is niet flexibel genoeg en speelt niet snel genoeg in op nieuwe behoeften. Dit is deels te wijten aan de aard van het verzamelen van statistische gegevens, maar ook aan de manier waarop de verordeningen zijn opgesteld, en aan het gebrek aan budgettaire en personele middelen.

·De gegevensverzameling is niet geharmoniseerd of coherent genoeg. Dit komt doordat er nieuwe gegevensbehoeften ontstaan, de wetgeving in de loop der jaren afzonderlijk is ontwikkeld en de definities en concepten van landbouwgebieden enigszins verschillen.

·De statistieken zouden efficiënter kunnen worden geproduceerd als de wetgeving wordt aangepast om het gebruik van verschillende informatiebronnen mogelijk te maken en de lidstaten aan de moderne technologie aan te passen.

In het kader van de voorbereiding van Verordening (EU) 2018/1091 is een openbare raadpleging gehouden, waarvan de resultaten in een specifiek verslag zijn opgenomen 5 .

In de daaropvolgende strategie voor de landbouwstatistiek werd geconcludeerd dat landbouwstatistieken moeten worden ontworpen en gebruikt als een systeem, waarbij de onderdelen samen passen en de output belangrijker maken dan de som ervan. Landbouwstatistieken moeten ook naadloos passen in het hele ESS en de gegevensbronnen moeten worden gediversifieerd, waarbij zo mogelijk andere gegevensbronnen worden gebruikt. Informatie- en communicatietechnologie en andere nieuwe technologieën (bv. big data en op onderzoek gebaseerde innovaties) moeten worden geïntegreerd in de gegevensverzameling, en de doeltreffendheid en efficiëntie van gegevensverzamelingsmethoden moeten worden beoordeeld aan de hand van de behoeften aan gegevens en de kwaliteitscriteria, en de bestaande verkokering moet worden doorbroken.

Raadplegingen van belanghebbenden

Eurostat ontwikkelt, produceert en verspreidt Europese landbouwstatistieken door middel van nauwe, gecoördineerde en regelmatige samenwerking binnen het Europees statistisch systeem, voortbouwend op het lange partnerschap met de nationale bureaus voor de statistiek en alle andere relevante instanties.

In het algemeen, en in overeenstemming met de strategie voor landbouwstatistieken voor 2020 en daarna, zijn de belangrijkste groepen en individuen die te maken hebben met of betrokken zijn bij Europese landbouwstatistieken: gegevensproducenten (nationale bureaus voor de statistiek, andere nationale instanties en Eurostat); respondenten (landbouwers, landbouwersorganisaties en ondernemingen), en gebruikers (openbare en particuliere besluitvormers, met name andere afdelingen van de Commissie, onderzoekers en journalisten). Deze belanghebbenden zijn uitgebreid geraadpleegd over de problemen waarmee zij worden geconfronteerd, de veranderingen die zij willen zien, hun behoeften aan gegevens en prioriteiten, mogelijke beleidsoplossingen, de effecten van voorgestelde acties en de strategie zelf.

De standpunten van de belanghebbenden zijn verzameld tijdens vergaderingen en seminars van het Permanent Comité voor de landbouwstatistiek (CPSA) en de opvolger daarvan, de Groep van directeuren voor landbouwstatistieken (DGAS) (voor directeuren landbouwstatistiek) waar vaak de diensten van de Commissie, internationale organisaties en landbouworganisaties worden gehoord, vergaderingen van het ESS-comité (voor directeuren-generaal van nationale bureaus voor de statistiek) en geregelde raadplegingen en hoorzittingen (voor afdelingen van de Commissie).

Bij de bovengenoemde evaluatie is rekening gehouden met de resultaten van deze raadplegingen.

Daarnaast werd er een vier weken durende raadpleging over de routekaart voor het voorstel gehouden, op de webpagina “Geef uw mening” van de Europese Commissie.

Bijeenbrengen en benutten van deskundigheid

Ter voorbereiding van Verordening (EU) 2018/1091 heeft Eurostat uitvoerige besprekingen gevoerd over de inhoud van het voorstel met de nationale bureaus voor de statistiek binnen de relevante deskundigengroepen, onder meer op het niveau van de directeuren.

Effectbeoordeling

De Raad voor regelgevingstoetsing heeft een positief advies uitgebracht over een effectbeoordeling van de strategie voor landbouwstatistieken voor 2020 en daarna ( SWD (2016)430 ), waarvan de geïntegreerde landbouwstatistieken deel uitmaken 6 .

Statistische wetgeving betreft in eerste instantie de gebruikers van de gegevens op administratief niveau (namelijk de beleidsdiensten van de Commissie), de leveranciers van gegevens (de nationale bureaus voor de statistiek) en de respondenten (landbouwers), dus de rechtstreekse economische, sociale en milieueffecten zijn beperkt. De belangrijkste directe kosten voor de belanghebbenden betreffen de aanpassing aan nieuwe statistische en technische systemen. Op middellange tot lange termijn werd verwacht dat de moderniseringsmaatregelen de administratieve lasten en de kosten enigszins zouden verminderen. De meeste kostenbesparingen zouden het gevolg zijn van de verlaagde dekkingsvereisten van Verordening (EU) 2018/1091. De kosten van het verzamelen van statistieken moeten worden afgewogen tegen de maatschappelijke voordelen ervan, maar ook tegen de kosten die ontstaan wanneer er slechts statistieken van lage kwaliteit of helemaal geen statistieken zijn.

Resultaatgerichtheid en vereenvoudiging

Het voorstel maakt deel uit van de strategie voor landbouwstatistieken voor 2020 en daarna, een belangrijk programma voor de modernisering van de landbouwstatistiek van de EU, dat door de Europese Commissie in nauwe samenwerking met lidstaten wordt geproduceerd. De strategie wordt ondersteund door het Comité voor het Europees statistisch systeem en maakt deel uit van het Refit-programma, dat tot doel heeft het Europees systeem voor landbouwstatistieken (EASS) te stroomlijnen en te verbeteren.

Dit voorstel heeft betrekking op de financiering van geïntegreerde landbouwstatistieken voor 2021‑2027, in overeenstemming met Verordening (EU) 2018/1091.

Grondrechten

Het voorstel heeft geen gevolgen voor de bescherming van de grondrechten.

4. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

De financiële gevolgen van het voorstel zijn van beperkte duur en hebben betrekking op de medefinanciering van de verzameling van gegevens over geïntegreerde landbouwstatistieken voor de periode 2021‑2027 (de gegevensverzameling van 2023 en 2026).

In artikel 13 van Verordening (EU) nr. 2018/1091 is de financiële bijdrage van de EU voor de uitvoering van die verordening vastgesteld. Dit voorstel voorziet in een begroting van 40 000 000,00 EUR voor de periode 2021‑2027 (waarvan 36 400 000,00 voor subsidies voor nationale bureaus voor de statistiek).

De financiële bijdrage van de EU voor de in artikel 13, lid 2, van Verordening (EU) 2018/1091 bedoelde subsidies zal worden verstrekt uit het Europees Landbouwgarantiefonds overeenkomstig artikel 4, lid 2, onder d), van Verordening (EU) nr. 1306/2013 of de verordening inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 1306/2013.

5. OVERIGE ELEMENTEN

Uitvoeringsplanning en monitoring-, evaluatie- en rapportageregelingen

De voorgestelde verordening zal naar verwachting zo spoedig mogelijk door het Europees Parlement en de Raad worden goedgekeurd, en de Commissie zal naar verwachting kort daarna uitvoeringsmaatregelen vaststellen. De verordening zal rechtstreeks van toepassing zijn in alle lidstaten, zonder dat daarvoor een uitvoeringsplan nodig is.

De lidstaten zullen in 2024 en 2027 gegevens aan de Commissie moeten verstrekken.

Overeenkomstig Verordening (EU) 2018/1091 moet de Commissie, na raadpleging van het ESS-comité, uiterlijk op 31 december 2024 bij het Europees Parlement en de Raad een verslag indienen over de uitvoering en de verwezenlijking van zijn doelstellingen.

Toelichtende stukken (bij richtlijnen)

Niet van toepassing.

Uitgebreide toelichting bij de specifieke bepalingen van het voorstel

De voorgestelde wijziging is van toepassing op artikel 13, leden 4, 5 en 7, en artikel 14, lid 1, van Verordening (EU) 2018/1091, waarin de aan elke lidstaat toe te wijzen maximumbedragen en het bedrag en de bron van de financiële middelen voor 2021‑2027 worden vastgesteld.