Toelichting bij COM(2021)145 - Standpunt EU in het gemengd comité met Chili inzake de handel in biologische producten ivm de vaststelling van het reglement van orde van dit comité

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ONDERWERP VAN HET VOORSTEL

Dit voorstel betreft het besluit tot bepaling van het standpunt dat namens de Unie moet worden ingenomen in het gemengd comité inzake biologische producten (“het gemengd comité”), dat is ingesteld bij de Overeenkomst tussen de Europese Unie, enerzijds, en de Republiek Chili, anderzijds, in verband met de voorgenomen vaststelling van het reglement van orde van dit comité (“het reglement van orde”).

2. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

2.1 De Overeenkomst tussen de EU en de Republiek Chili inzake de handel in biologische producten

Bij de Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Chili inzake de handel in biologische producten is een gemengd comité opgericht.

De onderhavige handeling legt het reglement van orde van dit comité vast. Billijke en duidelijke regels zullen zorgen voor succesvolle besprekingen in het gemengd comité inzake biologische producten EU-Chili.

Verenigbaarheid met bestaande bepalingen op het beleidsterrein

Het is voor het eerst dat een gemengd comité van handelspartners op het gebied van biologische producten is opgericht; het is echter een gangbare praktijk bij andere internationale handelsovereenkomsten. De overeenkomst EU-Chili is de eerste ondertekende internationale overeenkomst op het gebied van handel in biologische producten.

Verenigbaarheid met andere beleidsterreinen van de Unie

3. RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

4. •Rechtsgrondslag

De overeenkomst is ondertekend op 27 april 2017 conform Besluit (EU) 2017/436 van de Raad 1 en goedgekeurd en in werking getreden op 1 januari 2018 conform Besluit (EU) 2017/2307 van de Raad 2 betreffende de sluiting ervan 3 .

4.1.Procedurele rechtsgrondslag

4.1.1.Beginselen

Artikel 218, lid 9, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) voorziet in de vaststelling van besluiten tot bepaling van “de standpunten die namens de Unie worden ingenomen in een krachtens een overeenkomst opgericht lichaam, wanneer dit lichaam handelingen met rechtsgevolgen vaststelt, met uitzondering van handelingen tot aanvulling of wijziging van het institutionele kader van de overeenkomst”.

Het begrip “handelingen met rechtsgevolgen” omvat ook handelingen die rechtsgevolgen hebben uit hoofde van de op het betrokken lichaam toepasselijke volkenrechtelijke bepalingen. Onder dit begrip vallen tevens instrumenten die volkenrechtelijk niet bindend zijn, maar die “beslissende invloed [kunnen hebben] op de inhoud van de regelgeving die de wetgever van de Unie vaststelt” 4 .

4.1.2.Toepassing op het onderhavige geval

Het gemengd comité is een lichaam dat is opgericht krachtens een overeenkomst, namelijk de Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Chili inzake de handel in biologische producten.

De door het gemengd comité vast te stellen handeling is een handeling met rechtsgevolgen. De beoogde handeling zal overeenkomstig artikel 8 van de Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Chili inzake de handel in biologische producten volkenrechtelijk bindend zijn.

De beoogde handeling strekt niet tot aanvulling of wijziging van het institutionele kader van de overeenkomst.

De procedurele rechtsgrondslag voor het voorgestelde besluit is derhalve artikel 218, lid 9, VWEU.

4.2.Materiële rechtsgrondslag

4.2.1.Beginselen

De materiële rechtsgrondslag voor een overeenkomstig artikel 218, lid 9, VWEU vast te stellen besluit wordt in de eerste plaats bepaald door de doelstelling en de inhoud van de beoogde handeling ten aanzien waarvan namens de Unie een standpunt wordt ingenomen. Wanneer de beoogde handeling een tweeledige doelstelling heeft of bestaat uit twee componenten, waarvan er een kan worden gezien als hoofddoelstelling of hoofdcomponent, terwijl de andere doelstelling of de andere component slechts ondergeschikt is, moet het overeenkomstig artikel 218, lid 9, VWEU vast te stellen besluit op één materiële rechtsgrondslag worden gebaseerd, namelijk die welke vereist is voor de hoofddoelstelling of de hoofdcomponent dan wel de belangrijkste doelstelling of component.

4.2.2.Toepassing op het onderhavige geval

De beoogde handeling heeft doelstellingen en componenten op het gebied van de gemeenschappelijke handelspolitiek. Deze elementen van de beoogde handeling zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden, zonder dat het ene ondergeschikt is aan het andere.

Het voorgestelde besluit heeft derhalve het volgende artikel als materiële rechtsgrondslag: artikel 207 VWEU.

4.3.Conclusie

De rechtsgrondslag voor het voorgestelde besluit is artikel 207 VWEU in samenhang met artikel 218, lid 9, VWEU.

5. BEKENDMAKING VAN DE BEOOGDE HANDELING

Niet van toepassing.