Toelichting bij COM(2020)853 - Wijzigen beschikkingen over de gelijkwaardigheid van in het Verenigd Koninkrijk verrichte veldkeuringen en controles op de instandhouding van rassen van landbouwgewassen

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel

Beschikking 2003/17/EG van de Raad 1 erkent dat veldkeuringen en de productie van zaaizaad van bepaalde soorten die in bepaalde derde landen overeenkomstig de Richtlijnen 66/401/EEG, 66/402/EEG, 2002/54/EG, 2002/55/EG en 2002/57/EG van de Raad plaatsvinden, daaraan gelijkwaardig zijn. De nationale bepalingen waaraan het in die landen geoogste en gecontroleerde zaaizaad wordt onderworpen, bieden ten aanzien van de eigenschappen van het zaad en van de regelingen voor het onderzoek van het zaad, het waarborgen van de rasechtheid, de merking en de controle, dezelfde garanties als de bepalingen die gelden voor in de Unie geoogst en gecontroleerd zaad.

Het Verenigd Koninkrijk heeft bij de Commissie een verzoek ingediend om zijn zaaizaad van groenvoedergewassen, zaaigranen, bietenzaad en zaaizaad van oliehoudende planten en vezelgewassen overeenkomstig Beschikking 2003/17/EG gelijkwaardig te verklaren.

De Commissie heeft de desbetreffende wetgeving van het Verenigd Koninkrijk onderzocht. Daarbij werd geconcludeerd dat die bestaande voorschriften en dat bestaande systeem gelijkwaardig zijn aan die van de EU en dezelfde garanties bieden als het systeem van de Unie.

Het is dan ook passend om zaad uit het Verenigd Koninkrijk te erkennen als gelijkwaardig aan het dienovereenkomstige zaad dat in de Unie wordt geoogst, geproduceerd en gecontroleerd.

Het Verenigd Koninkrijk heeft bij de Commissie ook een verzoek ingediend om overeenkomstig de Richtlijnen 66/401/EEG, 66/402/EEG, 2002/54/EG, 2002/55/EG en 2002/57/EG de gelijkwaardigheid van de in het Verenigd Koninkrijk verrichte controles op de instandhouding van rassen te erkennen.

De Commissie heeft de desbetreffende wetgeving van het Verenigd Koninkrijk en de gelijkwaardigheid ervan met de bepalingen inzake de instandhouding van rassen in de Richtlijnen 66/401/EEG, 66/402/EEG, 2002/53/EG, 2002/54/EG, 2002/55/EG en 2002/57/EG onderzocht. Zij is tot de conclusie gekomen dat de in het Verenigd Koninkrijk verrichte controles op de instandhouding van die rassen dezelfde waarborgen bieden als de door de lidstaten verrichte controles.

Het is dan ook passend te erkennen dat de officiële controles op de instandhouding van de rassen in het Verenigd Koninkrijk gelijkwaardig zijn aan die welke in die richtlijnen worden geregeld.

Verenigbaarheid met bestaande bepalingen op het beleidsterrein

Dit voorstel betreft de technische uitvoering van bestaande voorschriften en is dus verenigbaar met bestaande bepalingen op het beleidsterrein betreffende het in de handel brengen van zaden.

Verenigbaarheid met andere beleidsterreinen van de Unie

Dit voorstel is in overeenstemming met de doelstellingen van het handels- en landbouwbeleid van de Unie, omdat het de handel in zaad dat aan de regels van de Unie voldoet, zal stimuleren.

2. RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

Rechtsgrondslag

De rechtsgrondslag van deze handeling is artikel 43, lid 2, VWEU, dat het Europees Parlement en de Raad de bevoegdheid verleent om bepalingen vast te stellen die nodig zijn om de doelstellingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid na te streven.

Subsidiariteit (bij niet-exclusieve bevoegdheid)

Voorschriften voor zaad worden op het niveau van de Unie geregeld. Om te garanderen dat uit het Verenigd Koninkrijk ingevoerd zaad vrij kan circuleren in de interne markt, is actie op het niveau van de Unie noodzakelijk.

Evenredigheid

Dit is de enige mogelijke vorm van optreden van de Unie om het nagestreefde doel te bereiken.

Keuze van het instrument

Een besluit is het geschikte instrument voor deze technische uitvoering van bestaande voorschriften.

3. EVALUATIE, RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELING

Evaluatie van bestaande wetgeving en controle van de resultaatgerichtheid ervan

N.v.t.

Raadpleging van belanghebbenden

De lidstaten zijn in het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders geïnformeerd en geraadpleegd. Een afzonderlijke raadpleging is niet verricht, aangezien het initiatief alleen betrekking heeft op de technische uitvoering van bestaande regels en er in het verleden geen afzonderlijke raadpleging heeft plaatsgevonden in het kader van soortgelijke initiatieven.

Bijeenbrengen en gebruik van expertise

De Commissie heeft in overleg met het Verenigd Koninkrijk de wetgeving geanalyseerd. Het Verenigd Koninkrijk heeft de betrokken richtlijnen omgezet en ten uitvoer gelegd en heeft die vóór zijn terugtrekking uit de Unie nageleefd. Het Verenigd Koninkrijk heeft de Commissie meegedeeld dat die wetgeving niet gewijzigd zal worden en na 1 januari 2021 van toepassing zal blijven.

Effectbeoordeling

Dit is een besluit van louter technische aard ter uitvoering van bestaande regels. Derhalve is een effectbeoordeling niet vereist.

Resultaatgerichtheid en vereenvoudiging

Dit voorstel houdt geen verband met Refit. Het voorstel zal de handel in landbouwzaden tussen het Verenigd Koninkrijk en de Unie in stand houden. Gelijkwaardigheid zou dus bijdragen tot de instandhouding van het continue aanbod van zaad van zeer goede kwaliteit in de Unie. Het voorstel heeft geen gevolgen voor de nalevingskosten van marktdeelnemers. De “digitale controle” is niet van toepassing op dit voorstel.

Grondrechten

N.v.t.

4. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

Geen

5. OVERIGE ELEMENTEN

Uitvoeringsplanning en regelingen betreffende controle, evaluatie en rapportage

N.v.t.

Toelichtende stukken (bij richtlijnen)

N.v.t.

Artikelsgewijze toelichting

De enige materiële bepaling in het voorstel voegt het Verenigd Koninkrijk toe aan de lijst van landen waarvoor gelijkwaardigheid van de veldkeuringen en de instandhouding van rassen van gewassen voor de teelt van zaaizaad van graansoorten en de gelijkwaardigheid van het geproduceerde zaaizaad, is erkend. Dit is gebaseerd op het onderzoek van de toepasselijke wetgeving van het Verenigd Koninkrijk en de conclusie dat de bestaande voorschriften en het bestaande systeem van het Verenigd Koninkrijk dezelfde garanties bieden als het systeem van de Unie. Na toevoeging van het Verenigd Koninkrijk aan die lijst zal de invoer van zaden uit het Verenigd Koninkrijk in de Unie en de instandhouding van de respectieve rassen in dat land toegestaan zijn.