Toelichting bij COM(2020)319 - Wijziging van Beschikking 2003/76/EG i.v.m. financiële gevolgen van de beëindiging van het EGKS-Verdrag en betreffende het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel

De Europese Unie heeft op 4 oktober 2016 de Overeenkomst van Parijs bekrachtigd en zich ertoe verbonden een bijdrage te leveren om de wereldwijde temperatuurstijging ruim onder de 2 °C te houden en ernaar te streven deze tot 1,5 °C te beperken. Naar aanleiding van deze internationale verplichting is de EU, samen met haar lidstaten, overeengekomen ambitieuze streefcijfers vast te stellen voor een broeikasgasemissiereductie van 40 % tegen 2030 en van 80 % tot 95 % tegen 2050.

In november 2018 heeft de Commissie een strategische langetermijnvisie voorgesteld voor een bloeiende, moderne, concurrerende en klimaatneutrale economie tegen 2050: “Een schone planeet voor iedereen” 1 . In haar mededeling, die zij op verzoek van het Europees Parlement en de Europese Raad heeft aangenomen, heeft de Commissie een aantal maatregelen geschetst om onder andere na te gaan hoe de activa, of het vermogen, van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal in liquidatie of vereffening, baanbrekende technologieën voor een nagenoeg koolstofvrije staalproductie zouden, of zou, kunnen ondersteunen.

In overeenstemming met haar langetermijnvisie heeft de Commissie in december 2019 de mededeling over de Europese Green Deal bekendgemaakt 2 . In het kader van de te nemen maatregelen heeft de Commissie het koolstofarm maken van de staalsector hoog op de politieke agenda gezet en heeft zij zich ertoe verbonden na te gaan of een deel van de middelen van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal in liquidatie kan worden gebruikt om nagenoeg koolstofvrije staalproductieprocessen tegen 2030 te ondersteunen. Europa heeft de komende decennia tussen 175 en 290 miljard EUR per jaar aan aanvullende investeringen nodig. In dit verband stelt de Commissie in het kader van het investeringsplan voor de Green Deal de herziening van de rechtsgrondslagen van het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal voor om de stroom van particulier kapitaal naar groene projecten te stimuleren.

Het onderzoeksprogramma van het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal (RFCS – Research Fund for Coal and Steel) is een financieringsprogramma van de EU voor de financiering van onderzoeksprojecten in de kolen- en de staalsector. Het RFCS heeft eigen rechtsgrondslagen en valt niet onder het meerjarig financieel kader. Na het verstrijken van het Verdrag van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS) in 2002, en krachtens Protocol nr. 37 dat aan de EU-verdragen is gehecht, hebben de lidstaten, in het verlengde van de programma’s voor onderzoek en technische ontwikkeling op het gebied van kolen en staal van de EGKS, het nieuwe “Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal” opgericht. Het RFCS-onderzoeksprogramma verschafte jaarlijks ongeveer 40 miljoen EUR aan financiële middelen voor onderzoek en innovatie aan sectoren die in verband staan met de kolen en staalindustrie (waarvan 27,2 % voor kolen en 72,8 % voor staal) en bracht industriële partners, kmo’s, vooraanstaande onderzoekscentra en universiteiten in de hele Europese Unie bijeen om kennis te ontwikkelen en innovatie te bevorderen. De betreffende activiteiten worden overeenkomstig artikel 1, lid 2, van Protocol nr. 37 gefinancierd met de opbrengsten uit het vermogen van de EGKS in liquidatie. Teneinde eventuele schommelingen in de financiering van het onderzoek als gevolg van de ontwikkeling van de financiële markten zoveel mogelijk te beperken, wordt een egalisatie uitgevoerd. Als gevolg van de dalende opbrengsten uit het beheer van de activa liepen de inkomsten in de RFCS-begroting, vanuit netto-inkomsten en uit het egalisatiemechanisme, echter terug van 42 miljoen EUR in 2017 tot 12 miljoen EUR in 2019. In 2017 heeft de Commissie het gebruik van invorderingsopdrachten en van annulering van vastleggingen voorgesteld om de begroting tot en met 2020 op te trekken tot 40 miljoen EUR 3 . In april 2018 heeft het Europees Parlement een wetgevingsresolutie [P8_TA (2018) 0061] 4 aangenomen waarmee het zijn goedkeuring hechtte aan Besluit 2018/599 van de Raad 5 dat het gebruik beoogt toe te staan van alle in het kader van het RFCS-onderzoeksprogramma sinds 2003 uitgevoerde invorderingsopdrachten en annuleringen van vastleggingen. In deze resolutie drong het Europees Parlement aan op een actiever beheer van de activa van de EGKS in liquidatie, waarbij een deel van deze middelen zelfs zou kunnen worden gebruikt om grote projecten op te zetten teneinde een schone en concurrerende Europese staalsector te verwezenlijken.

Zoals erkend 6 , is er jaarlijks minstens 40 miljoen EUR aan financiering nodig om het RFCS-onderzoeksprogramma met succes uit te voeren. Door de huidige rentestand zal het, gezien de uitputting van de beschikbare middelen voor de werking van het egalisatiemechanisme en de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk, echter moeilijk zijn om op korte tot middellange termijn een passend jaarlijks rendement op de belegde activa te genereren.

De Rekenkamer concludeerde in een recente evaluatie over de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal 7 dat het door de huidige rentestand niet meer houdbaar is om het RFCS louter op basis van opbrengsten uit activabeheer te financieren. De Rekenkamer stelde met name dat de herziening van de financiële richtsnoeren urgent was en een antwoord had moeten bieden op de vraag hoe het eigen vermogen van de EGKS in liquidatie nuttig zou kunnen worden ingezet binnen de EU-kaderprogramma’s voor onderzoek.

In juni 2019 hebben de Adviesgroep kolen en de Adviesgroep staal 8 aangedrongen op de herziening van de rechtsgrondslagen om de voortzetting van het programma te waarborgen en de doelstellingen aan de huidige behoeften van de sector aan te passen. Tegelijkertijd hebben zij het geleidelijke gebruik ondersteund van een deel van de activa, goed voor ongeveer een derde (wat overeenkomt met ongeveer 50‑70 miljoen EUR per jaar voor de periode van 2021 tot en met 2027), voor de financiering van onderzoeksprojecten voor de kolen- en de staalsector, in synergie met het mechanisme voor een rechtvaardige transitie, het initiatief ten behoeve van steenkoolregio’s in transitie 9 , Horizon Europa en het Innovatiefonds. Op 25 juni 2019 heeft de gezamenlijke ad-hocgroep van de Adviesgroep kolen en de Adviesgroep staal de vrijmaking van de EGKS-activa ondersteund.

Onderzoek en innovatie zijn nodig om in de energie-intensieve sectoren de ontwikkeling en demonstratie van een installatie op een geschikte schaal mogelijk te maken en alle technische en economische gegevens te testen, zodat de industriële of commerciële exploitatie van de technologie met een minimaal risico kan worden opgestart. In de mededeling over de Green Deal van 2019 is voorgesteld om schone innovatieve staaltechnologieën te ondersteunen die tegen 2030 tot een koolstofarm staalproductieproces moeten leiden en om na te gaan of daarvoor kan worden gebruikgemaakt van een deel van de middelen uit de liquidatie van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal. Het RFCS zal met name een schone staalproductie ontwikkelen die een kantelpunt kan betekenen en andere energie-intensieve sectoren, zoals de sectoren van chemische stoffen en cement, kan meenemen in de richting van klimaatneutraliteit tegen 2050.

Een herziening van de rechtsgrondslagen van het RFCS is dan ook relevanter, urgenter en ambitieuzer dan ooit.

In het licht van het bovenstaande worden in dit voorstel wijzigingen aan de huidige beschikking voorgesteld. Het doel is de verkoop van een deel van de activa 10 van de EGKS in liquidatie voor de periode van 2021 tot en met 2027 mogelijk te maken, zodat aan het RFCS jaarlijks 111 miljoen EUR kan worden toegewezen. Met deze jaarlijkse toewijzing zal, in het kader van het RFCS-onderzoeksprogramma, steun kunnen blijven worden verleend aan het gezamenlijk onderzoek in de sectoren die in verband staan met de kolen- en staalindustrie, alsook aan baanbrekende technologieën die kunnen leiden tot een nagenoeg koolstofvrije staalproductie tegen 2030, en aan onderzoeksprojecten voor de kolensector naar een rechtvaardige transitie voor voormalige en sluitende kolenmijnen en bijbehorende infrastructuur, overeenkomstig het mechanisme voor een rechtvaardige transitie en in overeenstemming met artikel 4, lid 2. Specifiek voor de sector die in verband staat met de staalindustrie zal de Commissie steun verlenen aan onderzoeksprojecten via een specifiek medegeprogrammeerd partnerschap 11 voor schone staal in synergie met andere programma’s van de Europese Unie, voornamelijk met het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie.


Een Europees publiek-privaat partnerschap wordt beschouwd als een waardevol instrument ter ondersteuning van de ontwikkeling en uitvoering van onderzoeksactiviteiten van strategisch belang om de Unie in staat te stellen wereldwijde uitdagingen aan te pakken en haar concurrentievermogen te behouden.

Voorgestelde wijzigingen om het gebruik van de activa van het fonds toe te staan als dat nodig is om te voorzien in een jaarlijkse toewijzing van 40 miljoen EUR en om grote onderzoeks- en innovatieprojecten te financieren

Er wordt voorgesteld om Beschikking 2003/76/EG te wijzigen om tot en met 2027 te voorzien in een jaarlijkse toewijzing aan het RFCS, die als volgt zal worden gebruikt: 40 miljoen EUR per jaar zal worden gebruikt voor de financiering van gezamenlijk onderzoek in de kolen- en de staalsector, terwijl de resterende 71 miljoen EUR zal worden gebruikt voor de financiering van baanbrekende technologieën die zullen leiden tot een nagenoeg koolstofvrije staalproductie, en aan onderzoeksprojecten naar een rechtvaardige transitie voor voormalige en sluitende kolenmijnen en bijbehorende infrastructuur, overeenkomstig het mechanisme voor een rechtvaardige transitie. Deze toewijzingen en desbetreffende betalingen moeten worden gegenereerd met de netto-opbrengsten van de beleggingen en, waar nodig, met de opbrengsten van de verkoop van activa.

Deze toewijzing moet uitdrukkelijk in de beschikking worden opgenomen om een voorspelbare, toereikende stroom van middelen mogelijk te maken, zodat de gewenste ondersteuning voor gezamenlijk onderzoek in de staal- en kolensector kan blijven worden verleend.

Tot op heden zijn de activa van de EGKS in liquidatie zo beheerd dat onderzoeksprojecten worden gefinancierd met het rendement op de belegde activa. Dit wordt weergegeven in punt 1 (“Gebruik van middelen”) van de bijlage bij Beschikking 2003/77/EG van de Raad en in overweging 3 van die beschikking, waarin is bepaald dat het “overblijvende kapitaal van de activa van het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal [...] in zijn geheel behouden [moet] blijven”.

Om de hierboven uiteengezette redenen is een dergelijke aanpak ontoereikend om te voorzien in het vereiste niveau van financiering dat nodig is om een zinvol onderzoeksprogramma voor de kolen- en staalsector levensvatbaar te maken.

Het is derhalve niet realistisch om te blijven aandringen op het in zijn geheel behouden van de activa van het fonds en een wijziging is dan ook noodzakelijk. Bovendien zijn er geen verplichtingen meer om de reserves aan te houden als waarborg voor de crediteuren van de EGKS, aangezien er geen uitstaande leningen meer zijn.

Het is derhalve noodzakelijk de beschikking te wijzigen om beter rekening te houden met de behoeften uit hoofde van het door de EGKS in liquidatie na te streven onderliggende beleid en met de uitdagingen van het genereren van voldoende rendement in de huidige marktomstandigheden, waarbij voldoende activa van de EGKS worden behouden om na 2027 opbrengsten te genereren.

Er wordt voorgesteld het egalisatiemechanisme af te schaffen omdat het, bij goedkeuring van de voorgestelde wijzigingen, als een achterhaald instrument wordt beschouwd.

Daarnaast zal de Commissie van deze herziening van de beschikking gebruikmaken om schuldvorderingen af te schrijven wanneer de te verwachten kosten van de invordering hoger zouden zijn dan het te innen bedrag en de afschrijving geen afbreuk zou doen aan de reputatie van de Unie; wanneer het niet mogelijk is de schuldvordering te innen wegens de insolventie van de debiteur, of als gevolg van andere insolventieprocedures; wanneer de inning afbreuk doet aan het evenredigheidsbeginsel.

Ten slotte moeten artikel 2, lid 2, betreffende de procedure voor het vaststellen van de financiële meerjarenrichtsnoeren voor het beheer van het vermogen, en artikel 4, lid 3, betreffende de procedure voor het vaststellen van de technische meerjarenrichtsnoeren voor het programma worden geschrapt, omdat zij nu door artikel 2, lid 2, van Protocol nr. 37 volledig overbodig zijn 12 .


Deze overbodige bepalingen moeten omwille van de transparantie en omdat ze niet langer kunnen worden ingeroepen, worden geschrapt.


Verenigbaarheid met bestaande bepalingen op het beleidsterrein

Het voorstel maakt deel uit van een wetgevingspakket tot herziening van het RFCS-onderzoeksprogramma. Het houdt met name verband met:

·een voorstel van de Commissie tot wijziging van Beschikking 2008/376/EG van de Raad inzake de vaststelling van het onderzoeksprogramma van het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal en inzake de technische meerjarenrichtsnoeren voor dat programma;

·een voorstel van de Commissie tot wijziging van Beschikking 2003/77/EG van de Raad tot vaststelling van de financiële meerjarenrichtsnoeren voor het beheer van de activa van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS) in liquidatie en, wanneer de liquidatie is afgesloten, van de activa van het RFCS. De herziening van Beschikking 2003/77/EG van de Raad, waarvoor het directoraat-generaal Begroting bevoegd is, is ook in overeenstemming met de evaluatie van de Europese Rekenkamer van 2019 inzake de afwikkeling van de EGKS.

Verenigbaarheid met andere beleidsterreinen van de Unie

Het voorstel wordt in overeenstemming met de Overeenkomst van Parijs, de mededeling over de Europese Green Deal 13 tot vaststelling van het kader voor de transformatie van de EU in het eerste klimaatneutrale continent tegen 2050 en de opvolging daarvan, de mededeling van de Commissie “Investeringsplan voor een duurzaam Europa — Investeringsplan van de Europese Green Deal” 14 , die op 14 januari 2020 werd gepresenteerd, herzien.

2. RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

Rechtsgrondslag

De rechtsgrondslag op grond waarvan de EU het recht heeft om te handelen is artikel 2 van het aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en aan het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie gehechte Protocol nr. 37 betreffende de financiële gevolgen van de beëindiging van het EGKS-Verdrag en betreffende het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal.

Subsidiariteit (bij niet-exclusieve bevoegdheid)

De maatregelen ter uitvoering van het protocol zijn vastgesteld in een beschikking van de Raad, die de Commissie op grond van haar exclusief initiatiefrecht voor wetgevingsvoorstellen kan herzien.

Evenredigheid

Het voorstel is nodig voor het vaststellen van de maatregelen die nodig zijn voor de uitvoering van het aan de EU-Verdragen gehechte protocol betreffende de financiële gevolgen van de beëindiging van het EGKS-Verdrag en betreffende het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal.

Keuze van het instrument

Het instrument wijzigt een beschikking van de Raad en moet daarom een besluit zijn.

3. EVALUATIE, RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELING

Evaluatie van bestaande wetgeving en controle van de resultaatgerichtheid ervan

Het voorstel is gebaseerd op de resultaten van het zevenjaarlijkse controleverslag 15 betreffende de voortgang van het RFCS-programma, dat onder andere een beoordeling van de verwachte baten bevat en dat met de hulp van een panel van deskundigen tot stand is gekomen. Het jongste zevenjaarlijks verslag is op 5 februari 2020 bekendgemaakt 16 . De deskundigen hebben de werking van het RFCS-programma geanalyseerd, de technologische ontwikkelingen en de verwachte baten van het programma voor de sector en de samenleving beoordeeld en aanbevelingen gedaan voor de verbetering van het programma, met inbegrip van een herziening van de rechtsgrondslag.

Raadpleging van belanghebbenden

De belanghebbenden van het RFCS zijn betrokken geweest bij verschillende ad-hocbijeenkomsten, specifieke bijeenkomsten van de adviesgroepen (Adviesgroep kolen en Adviesgroep staal) en bijeenkomsten van het Comité kolen en staal (Cosco, gelijkwaardig aan het programmacomité in Horizon 2020). Als rechtstreeks resultaat van deze bijeenkomsten heeft de gezamenlijke ad-hocgroep van de Adviesgroep kolen en de adviesgroep Staal op 25 juni 2019 de vrijmaking van de EGKS-activa ondersteund.

Bijeenbrengen en gebruik van expertise

De voorlopige resultaten van het jongste RFCS-controle- en beoordelingsverslag werden voorgesteld tijdens het seminar “Steel and Coal: a New Perspective”, dat de Europese Commissie op 28 maart 2019 heeft georganiseerd en waarop meer dan 100 belanghebbenden aanwezig waren 17 .

Effectbeoordeling

Voor de voorgestelde herziening is een effectbeoordeling niet nodig, aangezien de verwachte economische, ecologische of sociale gevolgen waarschijnlijk niet significant zullen zijn.

Resultaatgerichtheid en vereenvoudiging

Het voorstel is gebaseerd op de resultaten van het zevenjaarlijkse monitoringverslag, dat in een regelmatige herziening van het RFCS-programma voorziet, met inbegrip van een beoordeling van de verwachte baten.

Grondrechten

Het voorstel is in overeenstemming met de bescherming van de grondrechten.

4. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

Het voorstel creëert geen nieuwe passiva ten laste van de algemene begroting in het kader van het huidige MFK.

5. OVERIGE ELEMENTEN

Toelichtende stukken (bij richtlijnen)

Niet van toepassing.

Artikelsgewijze toelichting

De herziening is beperkt tot de volgende bepalingen:

1.

1) Artikel 1, lid 1 bis


Dit artikel voert de “de-minimisregel” in en is gebaseerd op artikel 101 van het Financieel Reglement tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Europese Unie. Op grond hiervan kan de Commissie schuldvorderingen afschrijven, zelfs nog voordat alle mogelijkheden zijn uitgeput, in beperkte, specifieke gevallen waarin de te verwachten kosten van de invordering hoger zouden zijn dan het in te vorderen bedrag en de afschrijving geen afbreuk zou doen aan de reputatie van de Unie, of in geval van insolventie van de debiteur of wanneer de invordering niet in overeenstemming is met het evenredigheidsbeginsel. Door de toepassing van deze regel zal de liquidatieprocedure op een ordentelijke wijze kunnen worden beëindigd.

2.

2) Artikel 2, lid 1


De activa worden door de Commissie beheerd op een wijze die een jaarlijkse RFCS-toewijzing van [111 miljoen EUR] tot en met 2027 waarborgt voor het financieren van onderzoek in de sectoren die in verband staan met de kolen- en staalindustrie, te weten [40 miljoen EUR] om gezamenlijk onderzoek in deze sectoren te financieren en [71 miljoen EUR] om onderzoek te financieren naar baanbrekende technologieën die zullen leiden tot een nagenoeg koolstofvrije staalproductie, en om onderzoeks- en innovatieprojecten te financieren naar een rechtvaardige transitie voor voormalige kolenmijnen of sluitende kolenmijnen, en bijbehorende infrastructuur, overeenkomstig het mechanisme voor een rechtvaardige transitie voor de kolensector en in overeenstemming met artikel 4, lid 2. De activa worden na 2027 door de Commissie beheerd op een wijze die rentabiliteit op lange termijn garandeert. De activa worden zo belegd dat deze hun waarde behouden en zo mogelijk in waarde stijgen.

3.

3) Artikel 2, lid 1 bis


1 bis.De jaarlijkse toewijzing van [111 miljoen EUR] moet worden gevormd door de netto-opbrengsten van de beleggingen en, indien deze ontoereikend zijn, de verkoop van een deel van de activa van de EGKS in liquidatie en, wanneer de liquidatie is afgesloten, van de activa van het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal.

4) In artikel 2 wordt lid 2 geschrapt.

4.

5) Artikel 3, lid 1


1. Over de in artikel 1 bedoelde liquidatieverrichtingen en de in artikel 2 bedoelde beleggingsverrichtingen en activabeheer worden jaarlijks een winst-en-verliesrekening, een balans en een financieel verslag opgemaakt, gescheiden van de overige financiële verrichtingen van de Europese Unie. Deze financiële documenten worden gehecht aan de financiële documenten die de Commissie jaarlijks op grond van artikel 318 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en het Financieel Reglement tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie opstelt.

5.

6) Artikel 3, lid 2


2. De in lid 1 bedoelde verrichtingen vallen onder de in het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en in het Financieel Reglement tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Europese Unie vastgelegde bevoegdheden van het Europees Parlement, de Raad en de Rekenkamer inzake controle en kwijting.

6.

7) Artikel 4, lid 1


1. De netto-opbrengsten van de in artikel 2 bedoelde beleggingen en de opbrengsten van de verkoop van een deel van de activa gelden als externe bestemmingsontvangsten in de algemene begroting van de Europese Unie. Deze ontvangsten hebben een bijzondere bestemming, te weten de financiering van onderzoeksprojecten die buiten het kaderprogramma voor onderzoek om worden uitgevoerd ten behoeve van sectoren die in verband staan met de kolen- en staalindustrie. Zij vormen het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal. Het beheer ervan berust bij de Commissie.

8) In artikel 4 wordt lid 3 geschrapt.

9) In artikel 5 wordt lid 2 geschrapt.

10) De bijlage wordt geschrapt.