Toelichting bij COM(2020)309 - Wijziging van Verordening 514/2014 wat de vrijmakingsprocedure betreft

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel

De directe en indirecte gevolgen van de COVID-19-uitbraak blijven in alle lidstaten toenemen. De huidige situatie is ongekend en vraagt om maatregelen om de lidstaten te ondersteunen bij de uitvoering van de fondsen. In dit verband moet worden gewaarborgd dat de n+2-regel volledig wordt toegepast zodat de lidstaten over voldoende tijd beschikken voor de uitvoering van hun toewijzingen en de uitgavendeclaratie aan de Commissie.

Meer in het bijzonder is het, om bij de vrijmakingsregel (n+2) rekening te houden met het door de lidstaten ingediende verzoek om betaling voor het volledige jaar n+2, noodzakelijk om de termijn voor de vrijmaking aan te passen aan de termijn voor de indiening van de rekeningen.

Om voor consistentie in de aanpak van vrijmaking te zorgen en de lidstaten een uitvoeringstermijn te geven die overeenkomt met de n+2-regel, wordt ook voorgesteld de vrijmaking van de extra toewijzingen voor de nationale programma’s in 2018 en 2019 af te stemmen op de regels die van toepassing zijn op de basistoewijzing voor de nationale programma’s.

Verenigbaarheid met bestaande bepalingen op het beleidsterrein

Het voorstel is verenigbaar met het algehele rechtskader van het Fonds voor asiel, migratie en integratie en het Fonds voor interne veiligheid, en beperkt zich tot gerichte wijzigingen van Verordening (EU) nr. 514/2014.

Verenigbaarheid met andere beleidsterreinen van de Unie

Het voorstel beperkt zich tot gerichte wijzigingen van Verordening (EU) nr. 514/2014 en blijft verenigbaar met ander beleid van de Unie.

2. RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

Rechtsgrondslag

Dit voorstel is gebaseerd op artikel 78, lid 2, artikel 79, leden 2 en 4, artikel 82, lid 1, artikel 84 en artikel 87, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU).

Het stemt de termijnen voor betalingsverzoeken en vrijmaking op elkaar af en past de datum van de vastlegging van de extra toewijzingen in 2018 en 2019 aan, die zijn toegekend om in te spelen op onvoorziene behoeften op de gebieden die onder het Fonds voor asiel, migratie en integratie en het Fonds voor interne veiligheid vallen.

Subsidiariteit

Met dit voorstel wordt beoogd de fondsen maximaal te benutten om de directe en indirecte gevolgen van de ongekende volksgezondheidscrisis in het kader van de COVID‑19-uitbraak aan te pakken.

Evenredigheid

Het voorstel behelst een beperkte en gerichte wijziging die niet verder gaat dan wat nodig is om het doel te bereiken, namelijk dat de lidstaten optimaal gebruik kunnen maken van de toewijzingen in reactie op de wijdverbreide volksgezondheidscrisis die een nadelig effect kan hebben op de gebieden die onder de fondsen vallen.

Keuze van het instrument

Een verordening is het geschikte instrument om de wijzigingen aan te brengen die nodig zijn in deze ongekende omstandigheden.

3. EVALUATIE, RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELING

Evaluatie van bestaande wetgeving en controle van de resultaatgerichtheid ervan

N.v.t.

Raadpleging van belanghebbenden

Er zijn geen externe belanghebbenden geraadpleegd. In het voorstel wordt echter rekening gehouden met de vragen om verduidelijking en advies die de nationale autoriteiten hebben gesteld met betrekking tot hun aanpak van crisisresponsmaatregelen.

Bijeenbrengen en gebruik van expertise

N.v.t.

Effectbeoordeling

In het kader van de voorstellen voor Verordening (EU) nr. 514/2014 is een effectbeoordeling uitgevoerd. Deze beperkte en gerichte wijzigingen vereisen geen afzonderlijke effectbeoordeling.

Resultaatgerichtheid en vereenvoudiging

N.v.t.

Grondrechten

N.v.t.

4. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

De voorgestelde wijzigingen veranderen niets aan de jaarlijkse maxima van het meerjarig financieel kader voor vastleggingen en betalingen.

5. OVERIGE ELEMENTEN

Uitvoeringsplanning en regelingen betreffende controle, evaluatie en rapportage

In het kader van de algemene mechanismen van Verordening (EU) nr. 514/2014 die op de vrijmaking van toepassing zijn, zal worden toegezien op de uitvoering van de maatregelen.

Artikelsgewijze toelichting

Voorgesteld wordt om Verordening (EU) nr. 514/2014 te wijzigen om ervoor te zorgen dat bij de berekening van de vrijmaking rekening wordt gehouden met alle betalingsverzoeken voor het jaar n+2 die de lidstaten binnen de in artikel 44 van die verordening vermelde wettelijke termijnen hebben ingediend. Daarnaast wordt voorgesteld Verordening (EU) nr. 514/2014 te wijzigen om ervoor te zorgen dat de uitvoeringstermijn van de bedragen die overeenstemmen met de extra toewijzingen voor de nationale programma’s in 2018 en 2019 wordt afgestemd op de uitvoeringstermijn van de oorspronkelijke toewijzing. Beide wijzigingen zorgen voor consistentie tussen de bepalingen en laten de n+2-vrijmakingsregel onverlet.