Toelichting bij COM(2020)422 - Mobilisering van de marge voor onvoorziene uitgaven in 2020 om humanitaire hulp aan vluchtelingen in Turkije voort te zetten

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van de Raad van 2 december 2013 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2014-2020 1 (hierna de “MFK-verordening” genoemd) voorziet in de mobilisering van de marge voor onvoorziene uitgaven van ten hoogste 0,03 % van het bruto nationaal inkomen van de EU-28 als laatste redmiddel om op onvoorziene omstandigheden te reageren. In de technische aanpassing van het MFK voor 2020 2 , die artikel 6 van de MFK-verordening als grondslag heeft, is het absolute maximum van de marge voor onvoorziene uitgaven voor het jaar 2020 vastgesteld op 5 096,8 miljoen EUR.

De Commissie dient vandaag het ontwerp van gewijzigde begroting (OGB) nr. 5/2020 3 in om in het kader van de Syriëcrisis de steun aan vluchtelingen en gastgemeenschappen in Jordanië, Libanon en Turkije voort te zetten. Onder rubriek 4 (Europa als wereldspeler) stelt de Commissie in dat OGB voor om 100 miljoen aan vastleggingskredieten ter beschikking te stellen voor weerbaarheidssteun aan vluchtelingen en gastgemeenschappen in Jordanië en Libanon, alsmede 485 miljoen EUR om de continuïteit te verzekeren van de dringende humanitaire hulp aan vluchtelingen in Turkije.

Na een grondige analyse van de mogelijkheid om aanzienlijke bedragen te herschikken binnen rubriek 4  (Europa als wereldspeler) heeft de Commissie geconcludeerd dat erin 2020 geen ruimte is voor herschikkingen. De niet toegewezen marge in deze rubriek van 103,4 miljoen EUR volstaat enkel om 100 miljoen EUR aan vastleggingskredieten voor weerbaarheidssteun aan de gastgemeenschappen in Jordanië en Libanon te financieren. De resterende marge van 3,4 miljoen EUR is evenwel ruim ontoereikend om de urgente humanitaire hulp aan vluchtelingen in Turkije te dekken.

Omdat de enveloppes voor de beide andere speciale instrumenten waarin de MFK-verordening voorziet (de overkoepelende marge voor vastleggingen en het flexibiliteitsinstrument) volledig zijn opgebruikt, stelt de Commissie voor om de marge voor onvoorziene uitgaven voor 2020 te mobiliseren ten bedrage van 481,6 miljoen EUR om de vastleggingskredieten in verband met uitgaven van rubriek 4 in de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2020 volledig te kunnen financieren boven het vastleggingenplafond.

2. RECHTVAARDIGING VAN DE MOBILISERING VAN DE MARGE

2.1.INLEIDING

In het kader van de verklaring EU-Turkije hebben de Commissie en de lidstaten in twee tranches 6 miljard EUR aan bijstand van de EU voor vluchtelingen in Turkije voor de periode 2016-2019 toegezegd, via de Faciliteit voor vluchtelingen in Turkije. De operationele enveloppe van deze financiering is volledig vastgelegd en het contracteren zal in de loop van 2020 worden afgerond. Eind april 2020 was 3,2 miljard EUR uitbetaald.


De tweede tranche van 3 miljard EUR is geprogrammeerd met het oog op de continuïteit van de Faciliteit en een geleidelijke, gecontroleerde overname van uit de Faciliteit gefinancierde initiatieven door de Turkse autoriteiten. De Turkse autoriteiten zijn echter nog niet in staat om de steun aan de bijna 4 miljoen vluchtelingen in Turkije op middellange tot lange termijn te blijven verstrekken. Op de Associatieraad EU-Turkije van maart 2019 heeft Turkije om EU-bijstand bovenop de Faciliteit gevraagd voor steun aan de vluchtelingen. Diverse lidstaten hebben de afgelopen maanden ook verzocht om de steun aan vluchtelingen in Turkije voort te zetten. Ten gevolge van de COVID-19-uitbraak verslechtert de economische situatie in Turkije, en onder meer de kwetsbare vluchtelingen worden door de crisis het hardst getroffen.

In deze context en om een onderbreking van de beide projecten met ernstige humanitaire en politieke consequenties te voorkomen, dient dringend te worden voorzien in de nodige middelen om de voortzetting van de twee voornaamste humanitaire hulpacties van de EU, het sociale vangnet voor noodgevallen (ESSN) en de voorwaardelijke overdracht van contanten voor onderwijs (CCTE), te financieren.

Het ESSN, dat maandelijks contanten verstrekt aan ongeveer 1,7 miljoen vluchtelingen, zal naar verwachting uiterlijk in maart 2021 zonder middelen komen te zitten. Er is 400 miljoen EUR nodig om het tot eind 2021 voort te zetten.

De CCTE verstrekt cash aan vluchtelingengezinnen wier kinderen niet werken maar school lopen. Het huidige contract voor CCTE loopt in september 2020 af en er is dringend 85 miljoen EUR nodig opdat het programma nog een jaar tot eind december 2021 zou kunnen doorlopen.

2.2.DE MARGE VOOR ONVOORZIENE UITGAVEN ALS LAATSTE REDMIDDEL

In artikel 13, lid 1, van de MFK-verordening wordt de marge voor onvoorziene uitgaven omschreven als laatste redmiddel om op onvoorziene omstandigheden te reageren. Overeenkomstig punt 14 van het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer 4 heeft de Commissie de mogelijkheid onderzocht om aanzienlijke bedragen binnen de bestaande begroting te herschikken binnen rubriek 4 (Europa als wereldspeler) en zij heeft geconcludeerd dat er geen ruimte is voor verdere herschikkingen in 2020.

Aangezien de niet toegewezen marge van deze rubriek (3,4 miljoen EUR) ontoereikend is om de voorgestelde verhoging van de vastleggingskredieten te financieren (en het flexibiliteitsinstrument en de overkoepelende marge voor vastleggingskredieten in 2020 al volledig opgebruikt zijn), is de marge voor onvoorziene uitgaven als laatste redmiddel het enige instrument dat ter beschikking staat om de resterende extra uitgaven boven het maximum van rubriek 4 zoals voorgesteld in OGB nr. 5/2020 te financieren.

2.3.BUDGETTAIRE GEVOLGEN VAN ONVOORZIENE OMSTANDIGHEDEN IN 2020

De Commissie stelt voor 481,6 miljoen EUR te mobiliseren via de marge voor onvoorziene uitgaven om de extra behoeften in verband met de voortzetting van urgente humanitaire hulp aan vluchtelingen in Turkije te dekken.

In de dienovereenkomstige betalingskredieten zal worden voorzien binnen het maximum voor betalingen. Het is bijgevolg niet nodig om de marge voor onvoorziene uitgaven voor betalingen te mobiliseren.

3. VERREKENING VAN DE MARGE VOOR ONVOORZIENE UITGAVEN MET MFK-MAXIMA

Volgens artikel 13, lid 3, van de MFK-verordening moeten de uit de marge voor onvoorziene uitgaven gemobiliseerde middelen volledig worden verrekend met de marges voor het lopende begrotingsjaar of voor toekomstige begrotingsjaren.

Overeenkomstig artikel 13, lid 4, van de MFK-verordening mogen de aldus verrekende middelen niet verder binnen het MFK worden gemobiliseerd opdat de totale maxima die in het MFK voor de vastleggings- en betalingskredieten voor het lopende begrotingsjaar en voor toekomstige begrotingsjaren zijn vastgesteld, niet worden overschreden. Derhalve moet bij de gebruikmaking van de marge voor onvoorziene uitgaven voor vastleggingskredieten onder rubriek 4 en de daarmee samenhangende verrekening, het totale vastleggingenplafond voor 2020, het laatste jaar van de lopende MFK-periode, worden gerespecteerd.

De Commissie stelt voor de voorgestelde verhoging van de uitgaven onder rubriek 4 te verrekenen met de niet toegewezen marge die beschikbaar is onder het uitgavenmaximum van rubriek 5 (Administratie) en rubriek 2 (Duurzame groei: natuurlijke hulpbronnen).

Na verrekening zou een marge ten bedrage van 48,7 miljoen EUR overblijven onder het uitgavenmaximum van rubriek 2(Duurzame groei: natuurlijke hulpbronnen).

Onder de andere uitgavenmaxima zou geen marge resteren.

Het algemene vastleggingenmaximum voor het gehele MFK zou ongewijzigd blijven.

4. AANVULLENDE ELEMENTEN

Het Europees Parlement en de Raad worden eraan herinnerd dat dit besluit niet later in het Publicatieblad van de Europese Unie mag worden gepubliceerd dan OGB nr. 5/2020, overeenkomstig artikel 13, lid 1, laatste zin, van de MFK-verordening.