Toelichting bij COM(2020)461 - Wijziging van Verordening 1257/96 betreffende humanitaire hulp

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

De uitbraak van het coronavirus (COVID-19) is op 11 maart 2020 door de Wereldgezondheidsorganisatie tot pandemie verklaard. Sindsdien hebben landen in de hele wereld buitengewone maatregelen genomen om te reageren op de uitbraak en deze in te dammen.

De COVID-19-pandemie heeft overal ter wereld een aanzienlijke impact op samenlevingen, om te beginnen in de zorgsector, en van daaruit strekken ernstige sociale en economische gevolgen zich wereldwijd uit. Dit stelt derde landen met zwakke instellingen en/of in conflictsituaties of andere crises zoals natuurrampen voor grote problemen. Kwetsbare bevolkingsgroepen zoals vluchtelingen en ontheemden kunnen daarbij bijzonder risico lopen. De responsstrategie van de Unie moet alomvattend, samenhangend en integraal zijn, en zich richten op zowel de volksgezondheid en de sociaal-economische problemen, als reageren op dringende humanitaire behoeften die door de pandemie worden veroorzaakt of verergerd.

Deze uitzonderlijke situatie vereist een samenhangende en eensgezinde aanpak op het niveau van de Unie. Daarom zijn aanzienlijke bedragen aan publieke en particuliere investeringen nodig om oplossingen te vinden voor de problemen als gevolg van de COVID-19-uitbraak.

De Commissie stelt derhalve een ambitieus pakket voor, waaronder een voorstel tot vaststelling van een herstelinstrument voor de Europese Unie. Naast steun aan de economieën, zowel binnen de EU als in derde landen, moet het instrument ook de humanitaire hulp van de EU versterken en steun bieden voor capaciteitsopbouw om met het oog op de toekomst crisispreventie en crisisparaatheid te verbeteren.

Voorgesteld wordt die maatregelen uit te voeren in het kader van specifieke instrumenten en programma’s van de Unie en overeenkomstig de desbetreffende handelingen van de Unie waarin de voorschriften voor die instrumenten en programma’s zijn vastgesteld.

Daarom moet het mogelijk worden gemaakt dergelijke maatregelen uit te voeren via de uitvoeringsmechanismen in het kader van Verordening (EG) nr. 1257/96 van 20 juni 1996 betreffende humanitaire hulp.


2. RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

Rechtsgrondslag

De rechtsgrondslag voor het EU-optreden is artikel 214, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.


Subsidiariteit en evenredigheid 

In de toelichting bij het voorstel voor een verordening tot vaststelling van het herstelinstrument voor de Europese Unie worden de overwegingen inzake subsidiariteit en evenredigheid uiteengezet.

Keuze van het instrument

Deze verordening wijzigt Verordening (EG) nr. 1257/96 van de Raad van 20 juni 1996 betreffende humanitaire hulp.


3. EVALUATIE, RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELING

Raadpleging van belanghebbenden

1 2 Bijlage 8 bij het werkdocument van de diensten van de Commissie SWD (2018) 337 final biedt nadere informatie. Aanvullende informatie over de raadpleging van belanghebbenden inzake humanitaire hulp is ook op internet beschikbaar.


Evaluaties en effectbeoordelingen

3 Bijlage 8 bij het werkdocument van de diensten van de Commissie SWD (2018) 337 final biedt nadere informatie. Evaluaties van humanitaire hulp vinden regelmatig plaats en zijn beschikbaar op internet. 

4. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

De Unie zal financiering beschikbaar stellen voor de uitvoering van het programma voor humanitaire hulp. Een bedrag van 5 468 000 000 euro (in lopende prijzen) zal afkomstig zijn uit middelen van het herstelinstrument voor de Europese Unie.

Meer details over de gevolgen voor de begroting zijn te vinden in het financieel memorandum.

5. OVERIGE ELEMENTEN

Artikelsgewijze toelichting

Het juridische kader wordt gevormd uit gerichte wijzigingen van Verordening (EG) nr. 1257/96 van 20 juni 1996 betreffende humanitaire hulp.


De voorgestelde wijzigingen hebben voornamelijk tot doel:

–de uitvoering mogelijk te maken van de maatregelen van het voorstel voor een verordening tot vaststelling van het herstelinstrument voor de Europese Unie, via de uitvoeringsmechanismen van de humanitaire hulp;

–financiering mogelijk te maken uit het herstelinstrument voor de Europese Unie als externe bestemmingsontvangsten in de zin van artikel 21, lid 5, van het Financieel Reglement;

–de eerbiediging te garanderen van de specifieke termijnen die zijn neergelegd in artikel 4 van het voorstel voor een verordening tot vaststelling van het herstelinstrument voor de Europese Unie, door correcte kruisverwijzingen.