Toelichting bij COM(2020)221 - Vaststelling, in het licht van de COVID-19- uitbraak, van tijdelijke maatregelen inzake de verzamel-, verificatie- en onderzoeksperioden als vastgesteld in Verordening (EU) 2019/788 betreffende het Europees burgerinitiatief

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel

De COVID-19-pandemie heeft een niet eerder geziene impact op de lidstaten en hun burgers. Als reactie op de pandemie hebben de lidstaten maatregelen genomen om de overdracht van COVID-19 tegen te houden of te vertragen, onder meer via een lockdown die het openbare leven in bijna alle lidstaten nagenoeg heeft lamgelegd.

De pandemie heeft onvermijdelijk ook ernstige gevolgen voor het Europees burgerinitiatief (EBI) – een instrument voor participerende democratie dat afhangt van de betrokkenheid van burgers in de gehele EU. Het recht om een EBI in te dienen is vastgelegd in het Verdrag betreffende de Europese Unie (artikel 11, lid 4, VEU). Door de nationale afzonderingsmaatregelen en de alomtegenwoordigheid van de pandemie in het algemeen is het voor organisatoren momenteel bijna onmogelijk om campagne te blijven voeren en voldoende steunbetuigingen op papier te verzamelen binnen de gestelde termijn van twaalf maanden.

De lidstaten en de Europese instellingen hebben ook bepaalde verplichtingen op het gebied van de verificatie (met inbegrip van certificering) van de geldigheid van de verzamelde steunbetuigingen en het onderzoek van een succesvol initiatief. Voor het nakomen van deze verplichtingen zijn eveneens termijnen vastgesteld. De nationale maatregelen die naar aanleiding van de ongekende, door de COVID-19-pandemie veroorzaakte volksgezondheidscrisis zijn genomen, hebben uitzonderlijke omstandigheden teweeggebracht, als gevolg waarvan de lidstaten en de Europese instellingen deze verplichtingen wellicht niet binnen de vastgestelde wettelijke termijnen kunnen nakomen.

Om ervoor te zorgen dat het instrument voor het Europees burgerinitiatief tijdens deze pandemie even doeltreffend blijft als tevoren en om de organisatoren van initiatieven die zich al in de verzamelings-, verificatie- of onderzoeksfase bevinden, de nodige zekerheid en juridische duidelijkheid te bieden, moeten tijdelijke maatregelen worden vastgesteld ter verlenging van de verzamelperioden voor deze initiatieven. Soortgelijke tijdelijke maatregelen moeten worden genomen om de lidstaten de gelegenheid te bieden bij de Europese Commissie een verlenging van de verificatieperiode aan te vragen als hun bevoegde autoriteiten als gevolg van de maatregelen ter bestrijding van de pandemie de verificatie niet tijdig kunnen afronden. Het Europees Parlement en de Europese Commissie op hun beurt moeten de mogelijkheid krijgen om de openbare hoorzitting en de vergadering met de organisatoren uit te stellen totdat de volksgezondheidssituatie in het beoogde land het houden van dergelijke bijeenkomsten weer toelaat. De periode voor het onderzoek van een geldig initiatief moet dienovereenkomstig worden verlengd.

Verenigbaarheid met bestaande bepalingen op het beleidsterrein

De onderhavige verordening heeft betrekking op Verordening (EU) 2019/788 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2019 betreffende het Europees burgerinitiatief. Die verordening bevat geen specifieke bepalingen op grond waarvan de verzamel-, verificatie- en onderzoeksperiode voor geregistreerde initiatieven in situaties zoals de COVID-19-crisis kan worden verlengd. Daarom moeten bepalingen worden vastgesteld om de gevolgen van de maatregelen die naar aanleiding van de door de COVID-19-pandemie veroorzaakte volksgezondheidscrisis zijn genomen, in aanmerking te nemen en zowel de groepen organisatoren als de autoriteiten van de lidstaten de nodige rechtszekerheid te bieden.

Verenigbaarheid met andere beleidsterreinen van de Unie

Als gevolg van de maatregelen die de lidstaten naar aanleiding van de COVID-19-pandemie hebben genomen, is het momenteel bijzonder moeilijk voor de organisatoren om steunbetuigingen op papier te verzamelen en lokale campagnes te organiseren om het publiek over hun initiatieven te informeren, en bestaat de mogelijkheid dat zij er niet in slagen de minimaal vereiste één miljoen steunbetuigingen in ten minste zeven lidstaten te verzamelen; het halen van deze drempel is een voorwaarde om de Europese Commissie te verzoeken met betrekking tot het thema in kwestie een voorstel voor een rechtshandeling van de Unie ter uitvoering van de Verdragen in te dienen. Hierdoor zou de doeltreffendheid van dit instrument voor participerende democratie op Unieniveau, dat de burgers van de Unie het recht geeft om een verzoek voor een dergelijke rechtshandeling in te dienen, worden ondermijnd. Net als voor andere beleidsmaatregelen en juridische instrumenten van de Unie die gevolgen van de COVID-19-pandemie ondervinden, wordt daarom voorgesteld tijdelijke maatregelen te nemen om deze onvoorziene en uitzonderlijke gevolgen op te vangen.

2. RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

Rechtsgrondslag

Het voorstel heeft betrekking op de termijnen voor de verzamelings-, verificatie- en onderzoeksfase die zijn vastgelegd in Verordening (EU) 2019/788. De rechtsgrondslag voor de vaststelling van die verordening is artikel 24 VWEU. Artikel 24 VWEU voorziet in een specifieke rechtsgrondslag voor het Europees burgerinitiatief en in de vaststelling, door middel van verordeningen, van de bepalingen inzake de procedures en voorwaarden voor een burgerinitiatief in de zin van artikel 11 van het Verdrag betreffende de Europese Unie. Bijgevolg fungeert artikel 24 VWEU ook als rechtsgrondslag voor het onderhavige voorstel.

Subsidiariteit (bij niet-exclusieve bevoegdheid)

De termijnen voor Europese burgerinitiatieven zijn vastgelegd in Verordening (EU) 2019/788. De verordening, in haar huidige vorm, voorziet niet in de mogelijkheid de termijnen flexibel toe te passen om de groepen organisatoren, de lidstaten en de Europese instellingen meer tijd te geven in geval van uitzonderlijke omstandigheden zoals de COVID-19-pandemie. Dergelijke verlengingen kunnen alleen worden vastgesteld op grond van Unierechtelijke bepalingen, meer bepaald in de vorm van tijdelijke afwijkingen.

Evenredigheid



Deze rechtshandeling van de Unie is, gezien de omvang van de gevolgen van de door de lidstaten genomen maatregelen ter bestrijding van de COVID-19-pandemie, noodzakelijk voor de goede werking van het bij Verordening (EU) 2019/788 ingesteld Europees burgerinitiatief. Het voorstel is beperkt tot gerichte tijdelijke maatregelen als gevolg van de maatregelen die de lidstaten in het kader van de COVID-19-pandemie hebben genomen. De maatregelen zijn beperkt tot wat noodzakelijk is om de rechtszekerheid te waarborgen en de doeltreffendheid van het in het Verdrag betreffende de Europese Unie vastgelegd Europees burgerinitiatief te behouden.

De uitvoeringsbevoegdheden van de Commissie voor een verdere verlenging van de verzamelperiode voor de betrokken initiatieven zijn beperkt in reikwijdte en zijn evenredig. De verlenging is gekoppeld aan de objectieve, verifieerbare vereiste dat in een meerderheid van de lidstaten of in een aantal lidstaten die samen meer dan 35 % van de EU-bevolking vertegenwoordigen, nationale COVID-gerelateerde maatregelen van kracht zijn. Bovendien verleent de Commissie een lidstaat alleen toestemming om een verlenging van de verificatieperiode voor een bepaald initiatief toe te passen, indien de betrokken lidstaat aantoont de verificatie vanwege de van kracht zijnde COVID-maatregelen niet binnen de gestelde termijn van drie maanden te kunnen voltooien. De betrokken lidstaat moet een met redenen omkleed verzoek voor verlenging indienen.

De voorgestelde wijziging is beperkt in de tijd, uitgaande van de veronderstelling dat de pandemie eind 2022 overwonnen zal zijn.

Keuze van het instrument

Een verordening is het geschikte instrument om de nodige flexibiliteit in te voeren voor het verlengen van de wettelijke termijnen die van toepassing zijn op verzamelings-, verificatie- en onderzoeksfase van het Europees burgerinitiatief in het kader van Verordening (EU) 2019/788. De verlenging van deze termijnen vereist een handeling van de Unie van algemene strekking die bindend en rechtstreeks toepasselijk is in alle lidstaten. Een verordening wordt tevens als het geschikte instrument beschouwd om te voorzien in de rechtsgrondslag die nodig is voor het verlenen van uitvoeringsbevoegdheden aan de Commissie om de verzamel- en de verificatieperiode op verzoek van de betrokken lidstaat te verlengen.

3. EVALUATIE, RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELING

Evaluatie van bestaande wetgeving en controle van de resultaatgerichtheid ervan

n.v.t.

Raadpleging van belanghebbenden

Gezien de urgentie van de situatie zijn de belanghebbenden niet formeel geraadpleegd. Wel is de deskundigengroep over het Europees burgerinitiatief geraadpleegd over het voorstel. Op 30 april 2020 heeft een vergadering met de deskundigengroep plaatsgevonden nadat een enquête over de hoofdlijnen van een wijziging was gehouden. Voorts heeft de Commissie brieven ontvangen waarin organisatoren van tijdens de pandemie lopende initiatieven verzoeken om adequate en passende oplossingen (met name termijnverlenging) voor de problemen die zij bij het verzamelen van de nodige steunbetuigingen ondervinden. Leden van het Europees Parlement, waaronder de voorzitter van de Commissie constitutionele zaken, hebben soortgelijke verzoeken gedaan.

Bijeenbrengen en gebruik van expertise

n.v.t.

Effectbeoordeling

De voorgestelde gerichte tijdelijke maatregelen zijn in de eerste plaats bedoeld om, gezien de uitzonderlijke omstandigheden ten gevolge van de COVID-19-uitbraak, de in Verordening (EU) 2019/788 vastgestelde relevante termijnen te verlengen. De maatregelen gelden voor een relatief korte periode. Daarom werd een effectbeoordeling niet nodig geacht.

Resultaatgerichtheid en vereenvoudiging

n.v.t.

Grondrechten

n.v.t.

4. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

Dit voorstel heeft geen gevolgen voor de begroting.

Op grond van Verordening (EU) 2019/788 moeten de organisatoren een systeem opzetten voor het online verzamelen van steunbetuigingen. Ze kunnen dat zelf doen, of ze kunnen gebruik maken van het centrale online verzamelsysteem dat is opgezet en wordt beheerd door de Commissie. Indien de verzamelperiode voor initiatieven waarvoor het centrale online verzamelsysteem wordt gebruikt, wordt verlengd, zullen de groepen organisatoren dit verzamelsysteem per definitie langer blijven gebruiken. Aangezien het systeem is ontworpen om meerdere initiatieven tegelijkertijd te hosten, zijn er geen extra kosten verbonden aan dit langere gebruik. Een verlenging van de verzamelperiode vereist geen extra personele middelen voor de behandeling van deze initiatieven bij de diensten van de Commissie, aangezien de verplichtingen van de Commissie uit hoofde van Verordening (EU) 2019/788 met betrekking tot de initiatieven ongewijzigd blijven.

5. OVERIGE ELEMENTEN

Uitvoeringsplanning en regelingen betreffende controle, evaluatie en rapportage

In het kader van de algemene rapportagemechanismen van Verordening (EU) 2019/788 zal worden toegezien op en gerapporteerd over de uitvoering van de maatregelen.

Toelichtende stukken (bij richtlijnen)

n.v.t.

Artikelsgewijze toelichting

De voorgestelde tijdelijke maatregelen hebben betrekking op Verordening (EU) 2019/788 betreffende het Europees burgerinitiatief.

Het voorstel voorziet in een verlenging van de termijnen voor het verzamelen van steunbetuigingen voor initiatieven die zijn geregistreerd in het kader van Verordening (EU) 2019/788 of Verordening (EU) nr. 211/2011. Het voorstel biedt de lidstaten ook de mogelijkheid om verlenging van de verificatieperiode aan te vragen. Een soortgelijke maatregel wordt voorgesteld om de onderzoeksperiode van een geldig initiatief te verlengen, afhankelijk van de specifieke omstandigheden. De maatregelen zijn slechts van toepassing tot eind 2022 en zijn dus tijdelijk van aard.

Wat de verlenging van de verzamelperiode betreft, bevat het voorstel als eerste tijdelijke maatregel een verlenging met zes maanden voor initiatieven waarvoor het verzamelen van steunbetuigingen reeds aan de gang was op 11 maart 2020, de dag waarop de Wereldgezondheidsorganisatie officieel aankondigde dat de COVID-19-uitbraak een wereldwijde pandemie was geworden. Sindsdien hebben alle lidstaten maatregelen genomen om de pandemie tegen te houden of te vertragen, waardoor het voor organisatoren van initiatieven aanzienlijk moeilijker is geworden om lokaal campagne te voeren en steunbetuigingen op papier te verzamelen.

De desbetreffende bepaling wordt aangevuld: aan de Commissie wordt de bevoegdheid verleend om de verzamelperiode voor deze initiatieven en voor initiatieven waarvoor het verzamelen op een latere datum is gestart, te verlengen mits er COVID-gerelateerde maatregelen van kracht zijn in een meerderheid van de lidstaten of in een aantal lidstaten die samen meer dan 35 % van de EU-bevolking vertegenwoordigen, of mits er zich een nieuwe uitbraak voordoet die de lidstaten ertoe verplicht opnieuw dergelijke maatregelen te nemen en deze hetzelfde effect hebben op de initiatieven. De bevoegdheidsdelegatie is beperkt in de tijd (uitsluitend verlengingen van drie maanden, met een maximale totale verzamelperiode van 24 maanden) en is gebaseerd op objectieve criteria.

Uitvoeringshandelingen voor de verdere verlenging van de verzamelperiode voor initiatieven waarvoor het verzamelen op 11 maart 2020 of op de datum van inwerkingtreding van deze verordening reeds aan de gang was, mogen pas na de inwerkingtreding van deze verordening worden vastgesteld. De zesmaandelijkse verlenging waarin deze verordening voorziet, biedt de Commissie na de inwerkingtreding van de verordening voldoende tijd om een besluit te nemen over een verdere verlenging van de verzamelperiode voor deze initiatieven, indien dat nodig is.

Het voorstel bevat een specifieke tijdelijke maatregel voor het geval waarin een lidstaat van mening is dat zijn nationale autoriteit, vanwege de uitzonderlijke omstandigheden ten gevolge van de in haar land getroffen maatregelen, de verificatie en certificering van de steunbetuigingen redelijkerwijs niet kan voltooien binnen de termijn van drie maanden. In dat geval kan de lidstaat bij de Commissie een met redenen omkleed verzoek indienen om deze termijn met minimaal één maand en maximaal drie maanden te verlengen.

Verscheidene initiatieven die zich momenteel in het proces voor het verzamelen van steunbetuigingen bevinden, zijn geregistreerd in het kader van Verordening (EU) nr. 211/2011. Deze initiatieven vallen, wat het verzamel- en verificatieproces betreft, nog steeds onder de bepalingen van die verordening. Het voorstel zorgt ervoor dat de relevante maatregelen inzake de verlenging van de verzamel- en verificatieperiode ook van toepassing zijn op die initiatieven.

Krachtens Verordening (EU) 2019/788 gelden voor de onderzoeksperiode ook specifieke termijnen. De Europese instellingen moeten een vergadering en een openbare hoorzitting met de organisatoren houden. De eerste moet door de Commissie worden georganiseerd binnen een maand na de indiening van een succesvol initiatief, de tweede door het Europees Parlement binnen drie maanden na de indiening. Afhankelijk van de maatregelen die naar aanleiding van de COVID-19-pandemie zijn genomen in het land waar de instellingen van plan zijn deze bijeenkomsten te organiseren, kan het moeilijk zijn deze in Verordening (EU) 2019/788 vastgestelde termijnen in acht te nemen. In dat geval moeten de Europese instellingen de mogelijkheid krijgen de bijeenkomsten te organiseren zodra de volksgezondheidssituatie in dat land dit weer toelaat. In dergelijke gevallen krijgt de Commissie na de openbare hoorzitting in het Europees Parlement drie maanden de tijd om haar mededeling over een geldig initiatief vast te stellen.

Indien de verzamel-, de verificatie- of de onderzoeksperiode op grond van de in dit voorstel opgenomen tijdelijke maatregelen wordt verlengd, moet een tijdelijke maatregel ter verlenging van de in Verordening (EU) 2019/788 bepaalde bewaringstermijnen worden vastgesteld om te voorkomen dat de steunbetuigingen als gevolg van een wettelijke vereiste voortijdig worden vernietigd.