Toelichting bij COM(2020)171 - Wijzigen besluit 2020/265 mbt bedragen voor het flexibiliteitsinstrument voor 2020 ikv migratie, veiligheid, COVID-19 en het Europees Openbaar Ministerie

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

Het Europees Parlement en de Raad hebben op 27 november 2019 beslist om, zoals voorgesteld door de Commissie bij Besluit (EU) 2020/265 1 , een bedrag van 778,1 miljoen EUR uit het flexibiliteitsinstrument beschikbaar te stellen voor rubriek 3 “Veiligheid en burgerschap”.

Op 27 maart 2020 heeft de Commissie ontwerp van gewijzigde begroting (OGB) nr. 1/2020 2 ingediend. Dit omvatte onder meer een algemene verhoging van de vastleggingskredieten onder rubriek 3 met 423,3 miljoen EUR om te voorzien in de behoeften die voortvloeien uit de verhoogde migratiedruk in Griekenland, om de onmiddellijke maatregelen te financieren die nodig zijn in het kader van de COVID-19-uitbraak (de allereerste rescEU-voorraad aan medische uitrusting), en om het budget van het Europees Openbaar Ministerie te verhogen. De Commissie heeft in OGB nr. 1/2020 voorgesteld de overkoepelende marge voor vastleggingskredieten (OMV) aan te spreken voor een bedrag van 350 miljoen EUR dat nog beschikbaar is van 2018, om de verhoging in verband met migratie te dekken. De Commissie heeft ook voorgesteld het resterende deel van de verhoging (73,3 miljoen EUR) te financieren door het uit het flexibiliteitsinstrument beschikbaar gestelde bedrag dienovereenkomstig aan te passen en het toepassingsgebied van Besluit (EU) 2020/265 3 uit te breiden.

De Commissie dient vandaag ontwerp van gewijzigde begroting nr. 2/2020 4 in, waarmee onder andere wordt voorzien in een extra verhoging van de vastleggingskredieten in rubriek 3 met 3 000 miljoen EUR. Dit bedrag is bedoeld om het instrument voor noodhulp binnen de Unie (ESI) te reactiveren zodat de lidstaten worden ondersteund bij de aanpak van de COVID-19-uitbraak, en om het Uniemechanisme voor civiele bescherming / rescEU verder te versterken teneinde de aanleg van een ruimere voorraad en de coördinatie van de verdeling van essentiële middelen in heel Europa te faciliteren. Gezien het gebrek aan ruimte voor herschikkingen binnen rubriek 3 en in overeenstemming met het eveneens vandaag ingediende voorstel tot wijziging van de MFK-verordening tot opheffing van de beperkingen van het toepassingsgebied van dit instrument 5 stelt de Commissie in OGB nr. 2/2020 voor om het volledige bedrag dat beschikbaar is in de OMV, 2 042,4 miljoen EUR 6 , te gebruiken om deze verhoging te dekken.

Dit voorstel voor een besluit tot terbeschikkingstelling van middelen uit het flexibiliteitsinstrument wijzigt bovendien Besluit (EU) 2020/265 van 27 november 2019 en vervangt het amendement dat samen met OGB nr. 1/2020 is ingediend. Dit nieuwe voorstel heeft dus betrekking op de verhogingen van de vastleggingskredieten voor rubriek 3 van zowel OGB nr. 1/2020 als OGB nr. 2/2020, voorziet in een verhoging van het totale ter beschikking te stellen bedrag tot 1 094,4 miljoen EUR 7 en doet beroep op het volledige in het kader van dit instrument voor 2020 beschikbare bedrag.

Aangezien het gebruik van de OMV in OGB nr. 2/2020 en dit voorgestelde besluit tot terbeschikkingstelling van middelen uit het flexibiliteitsinstrument ontoereikend zijn om de financieringsbehoeften van het ESI te dekken, doet de Commissie ook een afzonderlijk voorstel 8 , samen met OGB nr. 2/2020, om 714,6 miljoen EUR te gebruiken uit de marge voor onvoorziene uitgaven voor 2020.

De met het bijgewerkte gebruik van het flexibiliteitsinstrument corresponderende indicatieve betalingskredieten staan in de onderstaande tabel:

(in miljoen EUR, lopende prijzen)

JaarBetalingskredieten voor de terbeschikkingstelling van middelen uit het flexibiliteitsinstrument in 2020
2020574,6
2021413,7
202266,2
202339,9
Totaal1 094,4