Toelichting bij COM(2019)562 - Uitvoering van Verordening (EG) nr. 428/2009 inzake controle op de uitvoer, de overbrenging, de tussenhandel en de doorvoer van producten voor tweeërlei gebruik

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

EUROPESE COMMISSIE

1.

Brussel, 4.11.2019


COM(2019) 562 final

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

betreffende de uitvoering van Verordening (EG) nr. 428/2009 tot instelling van een communautaire regeling voor controle op de uitvoer, de overbrenging, de tussenhandel en de doorvoer van producten voor tweeërlei gebruik, met inbegrip van een verslag over de uitoefening van de bevoegdheid tot het vaststellen van gedelegeerde handelingen die aan de Commissie is toegekend overeenkomstig Verordening (EU) nr. 599/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 428/2009 van de Raad tot instelling van een communautaire regeling voor controle op de uitvoer, de overbrenging, de tussenhandel en de doorvoer van producten voor tweeërlei gebruik


2.

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD


Inleiding



Artikel 23, lid 3, van Verordening (EG) nr. 428/2009 (hierna “de verordening” genoemd) bepaalt dat de Commissie jaarlijks aan het Europees Parlement een verslag voorlegt over de activiteiten, onderzoeken en raadplegingen van de coördinatiegroep tweeërlei gebruik. Artikel 25, lid 2, van Verordening (EG) nr. 428/2009 bepaalt voorts dat de Commissie om de drie jaar bij de Raad en het Parlement een “uitgebreid uitvoerings- en effectbeoordelingsverslag” indient. In artikel 25, lid 3, is vastgelegd dat er in specifieke delen van het verslag nader moet worden ingegaan op de activiteiten van de coördinatiegroep tweeërlei gebruik, op de totstandbrenging van een beveiligd en versleuteld systeem voor de uitwisseling van informatie tussen de lidstaten en de Commissie, en op de tenuitvoerlegging van de leden 1 en 2 van artikel 15 betreffende het bijwerken van de controlelijst en van artikel 24 inzake de nationale sancties bij inbreuken op de verordening. In het licht daarvan is de Commissie in 2013 begonnen met de publicatie van jaarlijkse verslagen over de controle op de uitvoer en heeft zij in haar mededeling uit 2014 getiteld “De herziening van het uitvoercontrolebeleid” 1 erkend dat de publicatie van verslagen en niet-gevoelige controlegegevens van cruciaal belang is om de transparantie te vergroten en de naleving door de exploitanten en hun controlecapaciteit te verbeteren.

Om te garanderen dat de gemeenschappelijke lijst van producten voor tweeërlei gebruik regelmatig en tijdig wordt bijgewerkt overeenkomstig de verplichtingen en verbintenissen die de lidstaten in het kader van de internationale regelingen voor uitvoercontrole zijn aangegaan, is de Commissie bij Verordening (EU) nr. 599/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 428/2009 van de Raad tot instelling van een communautaire regeling voor controle op de uitvoer, de overbrenging, de tussenhandel en de doorvoer van producten voor tweeërlei gebruik 2 de bevoegdheid toegekend om overeenkomstig artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) handelingen vast te stellen met betrekking tot de wijziging van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 428/2009 binnen het toepassingsgebied van artikel 15 van die verordening. De bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen werd aan de Commissie toegekend voor een periode van vijf jaar, waarbij artikel 23 bis bepaalt dat de Commissie uiterlijk negen maanden voor het einde van de periode van vijf jaar een verslag over de bevoegdheidsdelegatie opstelt.

Dit verslag, dat is opgesteld door de Commissie met inbreng van de lidstaten 3 in de coördinatiegroep tweeërlei gebruik, verstrekt informatie over de uitvoering van de verordening in 2018 en bevat geaggregeerde gegevens over uitvoercontrole voor 2017.

3.

2. Ontwikkeling van het beleids- en regelgevingskader


4.

2.1 Herziening van het uitvoercontrolebeleid


De wetgevingsprocedure voor de modernisering van de EU-uitvoercontroles, die in 2016 van start ging met de bespreking van het voorstel van de Commissie 4 door het Europees Parlement en de Raad, ging in 2018 verder met de goedkeuring van een verslag en de vaststelling van een standpunt door het Europees Parlement op 17 januari 2018. Het standpunt van het Parlement omvat 101 amendementen, wat wijst op de brede steun in het Parlement voor meer geharmoniseerde en doeltreffende controles, voor de aanpassing van het EU-uitvoercontrolesysteem met het oog op nieuwe risico’s in verband met producten voor cybertoezicht, en voor de inachtneming van mensenrechten in het kader van het algemene streven naar een meer verantwoorde, op waarden gebaseerde handel en een “Europa dat bescherming biedt”. De Raad heeft van zijn kant het voorstel in 2018 verder besproken.

De Commissie heeft in de loop van 2018 een reeks gerichte raadplegingen en uitwisselingen georganiseerd met de belangrijkste belanghebbenden uit de sector en het maatschappelijk middenveld. Meer bepaald werd op 13 december 2018, samen met het Oostenrijkse voorzitterschap van de Raad van de EU, een forum voor uitvoercontrole georganiseerd om van gedachten te wisselen met belanghebbenden uit de sector en het maatschappelijk middenveld 5 .

5.

2.2 Wijzigingen van Verordening (EG) nr. 428/2009


Krachtens artikel 25, lid 3, onder c) en d), moet de Commissie verslag uitbrengen over de tenuitvoerlegging van artikel 15, leden 1 en 2, betreffende de bijwerking van de bijlagen I en IV bij de verordening. Bijlage I bij de verordening is tijdens de verslagperiode eenmaal gewijzigd. De controlelijst van de EU in bijlage I is bijgewerkt bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2018/1922 van de Commissie van 10 oktober 2018 6 , waarbij meer dan 200 wijzigingen zijn aangebracht waarover in 2017 in het kader van de multilaterale uitvoercontroleregelingen overeenstemming was bereikt (grotendeels het gevolg van wijzigingen overeengekomen tijdens de plenaire vergadering van het Wassenaar Arrangement in 2017, waarvan vele van redactionele aard). De bijlagen II en IV bij de verordening werden ook bijgewerkt overeenkomstig de wijzigingen in bijlage I.


De EU-controlelijst van 2018 introduceerde nieuwe controles op elektro-optische modulators (3A001i), maskers van “onafgewerkt substraat” voor de fabricage van halfgeleiders (3B001j) en geïntegreerde schakelingen voor het uitlezen die speciaal ontworpen zijn voor ‹focal plane arrays› (6A002f). Verwijderd werden daarentegen controles op robots met 3D-beeldverwerking (2B007a), technologie voor numerieke besturingseenheden (2E003b) en generatoren van instructies voor werktuigmachines (2E003d), terwijl nieuwe vrijstellingen werden geïntroduceerd voor “upgrade”-inbraakprogrammatuur (4D004), technologie voor “bekendmaking van kwetsbaarheden” en “respons op cyberincidenten” (4E001) en camera’s voor hogesnelheidsfilmopnamen en mechanische hogesnelheidscamera’s (6A003a). In de EU-controlelijst van 2018 zijn ook wijzigingen aangebracht in de controles op meet- en inspectieapparatuur (2B006), gasturbines voor schepen (9A002), op de grond gestationeerde controleapparatuur (9A004), evenals op vloeidraaibanken (2B109) voor de productie van raketten, satellietnavigatiesystemen (7A105) (zodat zowel regionale als wereldwijde systemen worden bestreken) en turbinestraal-/turbofanmotoren (9A101).


Er werd een richtsnoer gepubliceerd in de vorm van een “uitvoerige wijzigingsmededeling” die een overzicht biedt van alle technische wijzigingen van de EU-controlelijst tweeërlei gebruik 2018 7 . De bijgewerkte en geconsolideerde controlelijst van de EU is sinds 15 december 2018 van kracht en hierdoor is niet alleen de EU beter in staat om aan haar internationale verplichtingen met betrekking tot de uitvoercontrole te voldoen, maar hebben ook de exporteurs meer speelruimte met betrekking tot producten waarvan de controleparameters versoepeld zijn.


De Commissie heeft op 19 december 2018 ook een voorstel 8 aangenomen tot wijziging van de verordening in het kader van een pakket maatregelen in het kader van een “no deal”-noodplan voor bepaalde sectoren in het vooruitzicht van de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie. In het voorstel wordt het Verenigd Koninkrijk toegevoegd aan de lijst van bestemmingen waarvoor uitvoervergunning EU001 geldt om onevenredige verstoringen van de handel en buitensporige administratieve lasten voor de uitvoer van producten voor tweeërlei gebruik uit de EU naar het Verenigd Koninkrijk te vermijden en tegelijkertijd de internationale veiligheid en die van de EU te beschermen.


6.

2.3 Nationale uitvoeringsmaatregelen


De verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat, maar in de verordening is bepaald dat de lidstaten bepaalde maatregelen nemen met het oog op de uitvoering van specifieke bepalingen en dat de informatie over die maatregelen in het Publicatieblad van de Europese Unie moet worden bekendgemaakt. De informatienota van 20 augustus 2016 9 biedt een overzicht van de maatregelen die door de lidstaten zijn vastgesteld, waaronder de uitbreiding van controles op de tussenhandel en doorvoer, de uitbreiding van controles tot producten die niet op de lijst staan om redenen van openbare veiligheid of uit mensenrechtenoverwegingen, de invoering van nationale algemene uitvoervergunningen, de toepassing van controles voor de overbrenging binnen de EU van producten die niet op de lijst staan, en informatie met betrekking tot de bevoegde autoriteiten. Daarnaast hebben de lidstaten in 2018 nieuwe maatregelen gemeld: Italië heeft wetsbesluit nr. 221 van 15 december 2017 vastgesteld, waarbij nationale bepalingen uit hoofde van Verordening (EG) nr. 428/2009 worden bijgewerkt, terwijl Luxemburg op 27 juni 2018 een wet inzake de controle op de uitvoer heeft aangenomen. Ook vermeldenswaard is het feit dat Nederland op 23 oktober 2018 een richtsnoer over de uitvoer van clouddiensten heeft aangenomen.

Artikel 24 van de verordening luidt: “Elke lidstaat treft passende maatregelen om de correcte toepassing van alle bepalingen van deze verordening te waarborgen en stelt met name de bij inbreuk op deze verordening en de bepalingen ter uitvoering daarvan op te leggen sancties vast. Deze sancties dienen doeltreffend, evenredig en afschrikkend te zijn.” Artikel 25, lid 3, onder e), bepaalt dat het verslag van de Commissie een speciale afdeling bevat die betrekking heeft op “de maatregelen die de lidstaten uit hoofde van artikel 24 hebben genomen en waarvan zij de Commissie overeenkomstig lid 1 van dit artikel in kennis hebben gesteld”. De bijlage bij dit verslag bevat een lijst van de aan de Commissie gemelde maatregelen.


7.

3. Activiteiten van de coördinatiegroep tweeërlei gebruik


Overeenkomstig artikel 23, lid 3, van de verordening legt de Commissie aan het Europees Parlement jaarlijks een verslag voor over de activiteiten, onderzoeken en raadplegingen van de coördinatiegroep tweeërlei gebruik, waarin deskundigen van de Commissie en uit de lidstaten elk vraagstuk in verband met de toepassing van uitvoercontroles gezamenlijk onderzoeken teneinde de praktische consistentie en de doeltreffendheid ervan binnen de gehele EU te verbeteren. Daar voegt artikel 25, lid 3, onder a), aan toe dat in specifieke delen van het verslag de coördinatiegroep tweeërlei gebruik en haar activiteiten worden behandeld.

Tijdens de verslagperiode kwam de coördinatiegroep tweeërlei gebruik zevenmaal bijeen en fungeerde zodoende als platform voor raadplegingen over een aantal actuele kwesties betreffende de uitvoering van de verordening. Deskundigen uit de coördinatiegroep hebben ook deelgenomen aan een technisch seminar ter voorbereiding van de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie.

3.1 Raadplegingen over kwesties betreffende de uitvoering — algemene informatie-uitwisseling


De coördinatiegroep heeft algemene informatie uitgewisseld over kwesties in verband met uitvoercontrole, onder meer ter ondersteuning van de modernisering van de EU-uitvoercontroles. De coördinatiegroep heeft de uitvoering van controles op het eindgebruik (“catch-all”) gecontroleerd om “gemeenschappelijke kenmerken” vast te stellen in de nationale benaderingen, en een onderzoek van nationale praktijken met betrekking tot de geldigheid van vergunningen uitgevoerd, waaruit blijkt dat de nationale praktijken in dit opzicht uiteenlopen.


De coördinatiegroep heeft het witboek van de League of European Research Universities (LERU, een vereniging van 23 toonaangevende onderzoeksintensieve universiteiten in Europa, https://tinyurl.com/LERU-Dual-Use) besproken, waarin de belangrijkste punten van zorg van de academische sector met betrekking tot de tenuitvoerlegging van de verordening worden uiteengezet, en is ingegaan op verschillende opties voor de ontwikkeling van richtsnoeren om de consistente en doeltreffende toepassing van de controles op onderzoek voor tweeërlei gebruik te ondersteunen.


De coördinatiegroep heeft informatie uitgewisseld over nationale uitvoeringsmaatregelen en is begonnen met de voorbereidingen voor het bijwerken van de desbetreffende informatienota in het licht van de kennisgevingen van nationale maatregelen door Italië en Luxemburg.

De coördinatiegroep heeft de methoden en de aanpak voor gegevensuitwisseling onderzocht en heeft vergunningsgegevens verzameld over 2017 ter verbetering van de informatie-uitwisseling tussen de lidstaten en ter verhoging van de publieke transparantie over uitvoercontroles van de EU op producten voor tweeërlei gebruik (bij het opstellen van dit jaarverslag over uitvoercontroles zijn geaggregeerde EU-gegevens voor 2017 gebruikt).

Wat het debat over de controle op producten voor cybertoezicht betreft, heeft de coördinatiegroep in 2017 informatie uitgewisseld over de toepassing van controles op technologieën voor cybertoezicht. Uit de gegevens blijkt dat het aantal vergunningen stijgt maar nog beperkt is (285 vergunningen in 2017). In diezelfde periode werden 34 vergunningen voor producten voor cybertoezicht geweigerd 10 .


De coördinatiegroep heeft toezicht gehouden op de werkzaamheden van de deskundigengroep inzake bewakingstechnologie (“STEG”, Surveillance Technology Expert Group). De STEG is in 2018 tweemaal bijeengekomen en heeft relevante ontwikkelingen inzake technologie en beleid in kaart gebracht, ontwikkelingen beoordeeld inzake het verlenen en weigeren van vergunningen en deskundigheid ter beschikking gesteld ter ondersteuning van het wetgevingsproces voor de modernisering van EU-uitvoercontroles en met betrekking tot technische besprekingen in de multilaterale Wassenaar-regeling voor uitvoercontroles.


3.2 Technische informatie-uitwisseling — kwesties betreffende de uitvoering


·Ondersteuning bij de voorbereiding van een actualisering van de controlelijst van de EU


De coördinatiegroep tweeërlei gebruik werd geraadpleegd en heeft de opstelling van een gedelegeerde verordening van de Commissie ter actualisering van de EU-controlelijst in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 428/2009 ondersteund. Zowel nationale deskundigen als waarnemers van het Europees Parlement hebben op 17 mei 2018 een speciale bijeenkomst van de coördinatiegroep bijgewoond en presentaties gegeven waarin de belangrijkste veranderingen in de controlelijst werden belicht. Gedelegeerde Verordening (EU) 2018/1922 van de Commissie werd aangenomen op 10 oktober 2018 en bekendgemaakt op 14 december 2018 11 .


·Technische informatie-uitwisseling over specifieke kwesties betreffende de uitvoering


Een door Zweden voorgezeten virtuele werkgroep voor nucleaire controles heeft een technische beoordeling van de controleparameters voor specifieke nucleaire producten uitgevoerd en het voorstel van die groep om de nucleaire programmatuurnoot in de EU-lijst van producten voor tweeërlei gebruik van 2018 op te nemen, is door de coördinatiegroep overgenomen. De coördinatiegroep heeft ook de voortzetting van besprekingen over specifieke controleparameters ondersteund, bijvoorbeeld voor 0A001 (kernreactoren) en 0B001 (fabrieken voor de scheiding van isotopen van “natuurlijk uranium”, “verarmd uranium”, of “speciale splijtstoffen” enz.) teneinde de interpretatie van die controles te harmoniseren.


De coördinatiegroep heeft ook haar goedkeuring gehecht aan de oprichting van een technische deskundigengroep inzake de controle van uitgangsstoffen voor chemische wapens, en heeft de technische voorbereiding van het standpunt van de EU over deze kwestie in de relevante multilaterale uitvoercontroleregeling ondersteund.


De coördinatiegroep heeft op 12 oktober 2018 een gezamenlijke vergadering van vergunnings- en douanedeskundigen gehouden om een technisch onderzoek te verrichten naar sommige douanegerelateerde bepalingen, bijvoorbeeld wat betreft de definitie van exporteur, de gegevens van de geadresseerde en de eindgebruiker die op de uitvoer- en douaneaangiften voor producten voor tweeërlei gebruik worden vermeld, en de rol van de concordantietabel in de risicoselectie inzake tweeërlei gebruik door de douaneautoriteiten.


8.

3.3 EU-richtsnoeren voor de uitvoercontrole van producten voor tweeërlei gebruik


De coördinatiegroep heeft een “technische deskundigengroep voor richtsnoeren voor interne nalevingsprogramma’s (ICP’s)” ingesteld. Die technische deskundigengroep is viermaal bijeengekomen — op 29 januari, 1 maart, 7 mei en 30 november — en heeft in septembernovember 2018 een openbare raadpleging over ontwerprichtsnoeren voor interne nalevingsprogramma’s uitgevoerd. In totaal werden 169 reacties ontvangen van brancheorganisaties en exporteurs in 23 EU-lidstaten. De opmerkingen van de bedrijfstak zijn door de deskundigen van de technische deskundigengroep onderzocht en de ontwerprichtsnoeren werden tijdens het forum voor uitvoercontrole op 13 december 2018 aan de belanghebbenden gepresenteerd. Het richtsnoer zal naar verwachting in de loop van 2019 worden goedgekeurd.


9.

3.4 Elektronische informatie-uitwisseling tussen bevoegde autoriteiten


Op grond van artikel 25, lid 3, onder b), moet de Commissie verslag uitbrengen over “de tenuitvoerlegging van artikel 19, lid 4” en “het stadium waarin de totstandbrenging van een beveiligd en versleuteld systeem voor de uitwisseling van informatie tussen de lidstaten en de Commissie zich bevindt”. De Commissie, gesteund door de coördinatiegroep, bleef de ontwikkeling steunen van het e-systeem voor producten voor tweeërlei gebruik (Dual-use eSystem, hierna “DUeS”), een beveiligd en versleuteld elektronisch systeem dat door de Commissie wordt beheerd om een betere uitwisseling van informatie tussen de instanties voor uitvoercontrole en de Commissie te ondersteunen. In de loop van 2018 heeft de coördinatiegroep overeenstemming bereikt over specifieke verbeteringen van het DUeS en functies ontwikkeld ter ondersteuning van kennisgevingen van weigeringen op grond van artikel 13, lid 5, van Verordening (EG) nr. 428/2009 en bilateraal overleg tussen bevoegde autoriteiten uit hoofde van artikel 11 en artikel 13, lid 5, van de verordening. Andere kleine aanpassingen werden in het DUeS aangebracht; zo werd in december 2018 de lijst van producten in het DUeS geactualiseerd om rekening te houden met de bijwerking voor 2018 van de EU-controlelijst uit hoofde van Gedelegeerde Verordening (EU) 2018/1922 van de Commissie.

De coördinatiegroep is via een specifieke technische deskundigengroep ook steun blijven verlenen aan de ontwikkeling van een “platform voor elektronische vergunningverlening”, bestemd om op vrijwillige basis door bevoegde autoriteiten te worden gebruikt. Na de voltooiing van de haalbaarheidsstudie van 2017 is de technische deskundigengroep inzake elektronische vergunningverlening tweemaal bijeengekomen — op 14 maart en 13 september 2018 — en heeft de groep het “proefproject elektronische vergunningverlening” voortgezet. Eind 2018 was het “frontoffice-prototype” klaar om door de bevoegde autoriteiten te worden getest, terwijl het “backoffice-prototype” in ontwikkeling was. Italië, Letland, Roemenië en Griekenland hebben zich bij het proefproject aangesloten. Het project is op 13 december 2018 ter gelegenheid van het forum voor uitvoercontrole aan de belanghebbenden gepresenteerd. Eind 2018 beschikten 13 lidstaten over systemen voor elektronische vergunningverlening.

10.

3.5 EU-pool van deskundigen op het gebied van producten voor tweeërlei gebruik


In 2018 is de EU-pool van deskundigen op het gebied van producten voor tweeërlei gebruik, die wordt geleid door het Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek (JRC) van de Commissie en door lidstaten beschikbaar gestelde deskundigen, ondersteuning blijven bieden aan bevoegde autoriteiten die om advies verzochten in verband met het beoordelen van specifieke vergunningaanvragen. In totaal werden gedurende de verslagperiode tien adviezen inzake de indeling van goederen verstrekt aan zes bevoegde instanties.

11.

3.6 Toepassing en handhaving


De coördinatiegroep heeft informatie uitgewisseld over de uitvoering en handhaving van controles. Volgens de beschikbare gegevens telde het EU-uitvoercontrolenetwerk — dat personeel van de bevoegde autoriteiten van de lidstaten en de Commissie omvat — in 2018 meer dan 300 personeelsleden. Wat handhaving betreft, werden in 2017 120 inbreuken op de regelgeving inzake uitvoercontrole geregistreerd, terwijl nationale rechtshandhavingsinstanties 130 administratieve sancties en 2 strafrechtelijke sancties hebben opgelegd.

12.

3.7 Capaciteitsopbouw


In 2017 is het Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek van de Commissie in samenwerking met het Amerikaanse ministerie van Energie doorgegaan met de reeks technische seminars en heeft het op 23 en 24 mei 2017 op het hoofdkantoor van de Werelddouaneorganisatie in Brussel zijn tiende seminar gehouden. Dit seminar werd bezocht door ambtenaren die zich bezighouden met vergunningverlening, technische experts van bevoegde autoriteiten, en ook door exporteurs en vertegenwoordigers van de academische wereld en onderzoeksorganisaties. Tot de thema’s die werden verkend, behoorden uitdagingen met betrekking tot de uitvoering van vangnetcontroles en uitdagingen betreffende het koppelen van douanecodes en uitvoercontrolelijsten.

In 2018 ondersteunde de coördinatiegroep de organisatie, door het JRC van de Commissie, van een EU-“inreach”-seminar voor capaciteitsopbouw in Ispra (Italië) op 67 maart 2018, en van een technisch seminar, georganiseerd samen met de Amerikaanse National Nuclear Security Administration (NNSA), eveneens in Ispra, op 1819 september 2018.


Het JRC heeft een “uitvoercontrolehandboek voor chemische stoffen” gepresenteerd, dat een inventarisatie bevat van concordantiecodes voor chemische stoffen (classificatienummers voor uitvoercontrole, douanecode, CAS-nummer en chemische naam) uit hoofde van verschillende EU-verordeningen op het gebied van handel.

13.

3.8 Transparantie en dialoog met de industrie en wetenschappelijke instellingen


De coördinatiegroep heeft de organisatie ondersteund van een op 13 december 2018 in Brussel gehouden forum voor uitvoercontrole — bestaande uit brancheorganisaties, bedrijven die te maken hebben met producten voor tweeërlei gebruik, wetenschappelijke instellingen en maatschappelijke organisaties — om de uitvoering van EU-uitvoercontroles en het wetgevingsproces voor de modernisering van EU-uitvoercontroles te bespreken. In totaal hebben de Commissie en bevoegde autoriteiten in 2018 ruim 180 contactactiviteiten voor het bedrijfsleven georganiseerd of eraan deelgenomen.

Daarnaast heeft de coördinatiegroep documentatie opgesteld om exporteurs te ondersteunen bij de uitvoering van de verordeningen. Met name worden, in het kader van informatieverstrekking, de bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2018/1922 van de Commissie aangebrachte wijzigingen aan de tekst van de controlelijst van de EU in een “uitvoerige wijzigingsmededeling” samengevat.


4 Uitvoercontroles in de EU — Belangrijke gegevens

Het is moeilijk betrouwbare gegevens over de totale uitvoer van producten voor tweeërlei gebruik (met inbegrip van niet in de lijst opgenomen producten voor tweeërlei gebruik) te verkrijgen, omdat aan die categorie producten geen welomschreven economische sector beantwoordt. De Commissie en de lidstaten verzamelen echter gegevens waarmee ramingen van de uitvoer van producten voor tweeërlei gebruik mogelijk zijn op basis van enerzijds specifieke gegevens over vergunningen, zoals die door de bevoegde autoriteiten zijn verzameld, en anderzijds statistische gegevens voor douanegoederen, waaronder ook goederen voor tweeërlei gebruik vallen. De ramingen van de uitvoer voor 2017 worden hieronder gepresenteerd. In dit verband moet worden opgemerkt dat de ramingen zoals die hierna worden gepresenteerd geen betrekking hebben op diensten en de immateriële overbrenging van technologie die zijn verbonden aan de handel in producten voor tweeërlei gebruik.

14.

4.1 EU-handel in producten voor tweeërlei gebruik: producten en bestemmingen


In 2018 was de verordening voornamelijk van toepassing op de uitvoer van circa 1 846 producten voor tweeërlei gebruik zoals vermeld in de lijst van bijlage I (de controlelijst van de EU), waarbij de producten in tien categorieën zijn onderverdeeld (afbeelding 1). Deze producten voor tweeërlei gebruik hebben betrekking op circa 1 000 douanecategorieën, waaronder chemicaliën, metalen en niet-metaalhoudende minerale producten, computers, elektronische en optische producten, elektrische apparatuur, machines, voertuigen en transportmateriaal e.d. Doorgaans behoren deze producten tot het hightechgedeelte van dit grote, gevarieerde goederensegment.


Afbeelding 1: aantal producten voor tweeërlei gebruik, ingedeeld in de 10 categorieën van bijlage I naar aanleiding van de vaststelling van Verordening (EU) nr. 2018/1922.

Blijkens statistische ramingen van het betrekkelijke belang van handel in producten voor tweeërlei gebruik vormt de uitvoer van producten voor tweeërlei gebruik ongeveer 2,3 % van de totale uitvoer van de EU (binnen de EU en buiten de EU) binnen een breed “uitvoerdomein met producten voor tweeërlei gebruik” 12 van douanegoederen (afbeelding 2).


Afbeelding 2: Statistische ramingen van uitvoer van producten voor tweeërlei gebruik binnen en buiten de EU.

Uit statistische ramingen blijkt tevens naar welke bestemmingen de producten hoofdzakelijk worden uitgevoerd, en tevens dat een groot gedeelte van de uitvoer voor tweeërlei gebruik bestemd is voor landen die staan op de lijst voor algemene uitvoervergunningen van de Unie (EUGEA’s). De landen van bestemming weerspiegelen zowel de structuur van de uitvoermarkt in de EU wat de relevante goederen betreft, als de handelsfacilitatie op grond van de EUGEA’s (afbeelding 3 en 4) 13 .


Afbeelding 3: ramingen van EU-uitvoer van producten voor tweeërlei gebruik: 25 belangrijkste landen van bestemming voor de uitvoer en hun subregio’s in 2017.


Afbeelding 4: ramingen van EU-uitvoer van producten voor tweeërlei gebruik: landen van bestemming ingedeeld in wereldregio’s en subregio’s in 2017.


15.

4.2. EU-controle op de handel in producten voor tweeërlei gebruik: aanvragen, vergunningen, weigeringen


In het licht van artikel 19, lid 2 (“de lidstaten nemen alle dienstige maatregelen om een rechtstreekse samenwerking en uitwisseling van informatie tussen de bevoegde autoriteiten tot stand te brengen, teneinde de efficiëntie van de communautaire uitvoercontroleregeling te verbeteren”), heeft de coördinatiegroep gegevens en informatie over vergunningen uitgewisseld om het begrip van de uitvoercontroles en het economische effect ervan te verbeteren. Hierna wordt nader ingegaan op een deel van de gegevens die tijdens de verslagperiode zijn verzameld; daarbij moet echter wel worden opgemerkt dat niet alle lidstaten alle relevante gegevens verzamelen. Onderstaande informatie is dus een raming van geaggregeerde hoeveelheden en waarden binnen de beperkingen van de gegevens die door de lidstaten beschikbaar werden gesteld.

De totale waarde 14 van de aanvragen bedroeg 50,2 miljard EUR en de gecontroleerde uitvoer van producten voor tweeërlei gebruik vertegenwoordigde dus 2,7 % van de totale uitvoer naar bestemmingen buiten de EU. De krachtens een vergunning toegestane handel in producten voor tweeërlei gebruik was goed voor 36,6 miljard EUR, d.w.z. 2,0 % van de totale uitvoer naar bestemmingen buiten de EU, waarbij voor een meerderheid van de uitvoer individuele vergunningen (ongeveer 25 600 vergunningen in 2017) en globale vergunningen (naar waarde) waren verleend. Slechts een klein deel van de uitvoer werd daadwerkelijk geweigerd: in 2017 werden ongeveer 631 vergunningen geweigerd, wat neerkwam op ongeveer 1,5 % van de waarde van de gecontroleerde uitvoer van producten voor tweeërlei gebruik in dat jaar, en op 0,04 % van de totale uitvoer naar bestemmingen buiten de EU.


Afbeelding 5: aantal vergunningen en weigeringen in 20132017 15 .


Afbeelding 6: waarde (miljoen EUR) van vergunningen en weigeringen in 20132017.


Afbeelding 7: aantal vergunningen per type vergunning in 2017.


Afbeelding 8: waarde (miljoen EUR) van vergunningen per type in 2017.


16.

5. Uitoefening van de bevoegdheidsdelegatie uit hoofde van artikel 15, lid 3, van de verordening



Bij de verordening worden aan de Commissie bevoegdheden toegekend om uitvoering te geven aan een aantal bepalingen van die verordening. In het bijzonder is in artikel 15, lid 3, het volgende bepaald: “De Commissie is bevoegd om overeenkomstig artikel 23 bis gedelegeerde handelingen vast te stellen met betrekking tot de bijwerking van de lijst van producten voor tweeërlei gebruik in bijlage I. Bijlage I wordt bijgewerkt binnen de perken van lid 1 van dit artikel. Indien het bijwerken van bijlage I betrekking heeft op producten voor tweeërlei gebruik die tevens zijn opgelijst in de bijlagen IIa tot en met IIg en IV, worden die bijlagen dienovereenkomstig gewijzigd”. Artikel 23 bis, lid 2, bepaalt voorts dat de Commissie “uiterlijk negen maanden voor het einde van de termijn van vijf jaar een verslag [opstelt] over de bevoegdheidsdelegatie” en dat “de bevoegdheidsdelegatie […] stilzwijgend voor termijnen van dezelfde duur [wordt] verlengd, tenzij het Europees Parlement of de Raad uiterlijk drie maanden voor het verstrijken van elke termijn bezwaar maakt tegen een verlenging”.


Bovengenoemde bevoegdheid tot het vaststellen van gedelegeerde handelingen is regelmatig en tijdig uitgeoefend voor het bijwerken van de lijst van producten voor tweeërlei gebruik in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 428/2009 om aan de verplichtingen inzake internationale veiligheid te voldoen, de transparantie te waarborgen en het concurrentievermogen van de marktdeelnemers te behouden. Overeenkomstig de verordening heeft de Commissie tijdens haar voorbereidende werkzaamheden ook passend overleg gepleegd, onder meer op deskundigenniveau. In het bijzonder zijn elk jaar vertegenwoordigers van het Europees Parlement uitgenodigd voor een speciale zitting van de coördinatiegroep; tijdens die zittingen werden de belangrijkste wijzigingen in de EU-controlelijst gepresenteerd en toegelicht, en werd het tijdschema voor de jaarlijkse bijwerking besproken.


Sinds de inwerkingtreding van de bevoegdheidsdelegatie in 2014 heeft de Commissie de volgende vijf gedelegeerde handelingen vastgesteld:


-Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1382/2014 van de Commissie van 22 oktober 2014 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 428/2009 van de Raad tot instelling van een communautaire regeling voor controle op de uitvoer, de overbrenging, de tussenhandel en de doorvoer van producten voor tweeërlei gebruik;


-Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2420 van de Commissie van 12 oktober 2015 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 428/2009 van de Raad tot instelling van een communautaire regeling voor controle op de uitvoer, de overbrenging, de tussenhandel en de doorvoer van producten voor tweeërlei gebruik;


-Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1969 van de Commissie van 12 september 2016 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 428/2009 van de Raad tot instelling van een communautaire regeling voor controle op de uitvoer, de overbrenging, de tussenhandel en de doorvoer van producten voor tweeërlei gebruik;


-Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/2268 van de Commissie van 26 september 2017 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 428/2009 van de Raad tot instelling van een communautaire regeling voor controle op de uitvoer, de overbrenging, de tussenhandel en de doorvoer van producten voor tweeërlei gebruik;


-Gedelegeerde Verordening (EU) 2018/1922 van de Commissie van 10 oktober 2018 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 428/2009 van de Raad tot instelling van een communautaire regeling voor controle op de uitvoer, de overbrenging, de tussenhandel en de doorvoer van producten voor tweeërlei gebruik.


17.

6. Conclusies


De Commissie verzoekt het Europees Parlement en de Raad om van dit verslag nota te nemen in de context van de goede uitoefening van de bij de EU-verordening aan haar gedelegeerde bevoegdheden.

(1)

COM(2014) 244 final van 24 april 2014.

(2)

PB L 173 van 12.6.2014, blz. 79.

(3)

De bevoegde autoriteiten van sommige lidstaten doen ook openbaar verslag van de handel in producten voor tweeërlei gebruik.

(4)

Het voorstel van de Commissie voor een verordening COM(2016) 616 is te vinden op https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?qid=1476175365847&uri=CELEX:52016PC0616

(5)

trade.ec.europa.eu/doclib/docs/2018/december

(6)

PB L 319 van 14.12.2018, blz. 1.

(7)

18.

De uitvoerige wijzigingsmededeling is beschikbaar op

trade.ec.europa.eu/doclib/docs/2018/december

(8)

PB L 85I van 27.3.2019, blz. 20. Verordening (EU) 2019/496 van het Europees Parlement en de Raad is op 25 maart 2019 vastgesteld (PB L 85I van 27.3.2019, blz. 21).

(9)

PB C 304 van 20.8.2016, blz. 3.

(10)

In 2017 werden 20 vergunningen geweigerd voor systemen voor de interceptie of storing van mobieletelefooncommunicatie, 1 voor surveillancesystemen voor netwerkcommunicaties van het internetprotocol (IP) en 13 voor inbraakprogrammatuur.

(11)

PB L 319 van 14.12.2018, blz. 1.

(12)

Voor de statistische methodiek die is ontwikkeld door het Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek (JRC) van de Commissie wordt een door DG TAXUD ontwikkelde tabel (“correlatietabel”) gehanteerd aan de hand waarvan classificatienummers en douanecodes voor producten voor tweeërlei gebruik enerzijds en de gegevens uit de COMEXT-databank van Eurostat en vergunningsgegevens anderzijds aan elkaar worden gecorreleerd. Het begrip “uitvoerdomein met producten voor tweeërlei gebruik” verwijst naar een groot en gevarieerd goederensegment, waaronder producten voor tweeërlei gebruik. De handel in producten voor tweeërlei gebruik vindt plaats binnen dit goederensegment, maar is hier niet identiek aan, aangezien een omvangrijk gedeelte van de goederen binnen het uitvoerdomein met producten voor tweeërlei gebruik niet daadwerkelijk goederen voor tweeërlei gebruik zijn.

(13)

“Boordprovisie en benodigdheden, alsmede bunkermateriaal extra” worden gedefinieerd als de levering van boordproviand. “Diverse — niet nader bepaalde landen” omvat niet nader bepaalde landen en gebieden in het kader van het handelsverkeer met buiten de EU gelegen bestemmingen (deze codes worden gewoonlijk gebruikt voor aan offshore-installaties geleverde goederen).

(14)

Dit cijfer omvat de waarde van de vergunningsaanvragen en kennisgevingen op grond van algemene uitvoervergunningen.

(15)

In afbeelding 5 en afbeelding 6 omvatten de gegevens voor “Aanvragen” alle aanvragen voor vergunningen, met inbegrip van kennisgevingen op grond van algemene vergunningen, hetgeen een indicatie geeft van de “gecontroleerde uitvoer”, d.w.z. de waarde van de uitvoer buiten de EU die onderworpen is aan een vergunningsproces. In gevallen waar geen gegevens voor “Aanvragen” beschikbaar zijn, maken de grafieken gebruik van de gegevens voor “Vergunningen” als raming voor de gegevens voor “Aanvragen”. De gegevens voor “Vergunningen” hebben betrekking op de uitvoer van producten voor tweeërlei gebruik die zijn toegestaan op grond van individuele en globale vergunningen. Hierbij moet worden opgemerkt dat het aantal aanvragen niet noodzakelijkerwijs gelijk is aan de optelsom van vergunningen en weigeringen, aangezien er sprake kan zijn van ingetrokken aanvragen of van aanvragen die niet in hetzelfde jaar zijn afgerond. “Weigering” verwijst naar de omvang en de waarde van de geweigerde uitvoer.