Toelichting bij COM(2018)776 - Machtiging voor onderhandelingen met de zuidelijke landen van het Europees Nabuurschapsbeleid over uitbreiding van Egnos (European Geostationary Navigation Overlay Service)

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel

Egnos, het European Geostationary Navigation Overlay System, maakt bestaande open satellietnavigatiesignalen geschikt voor veiligheidskritieke vervoerstoepassingen, zoals het besturen en aan de grond zetten van luchtvaartuigen als er weinig of geen grondapparatuur voor radioassistentie beschikbaar is.

Egnos en Galileo, de twee satellietnavigatieprogramma's van de Europese Unie, worden door de GNSS-verordening 1 geregeld.

De samenwerking tussen de zuidelijke landen van het Europese nabuurschapsbeleid 2 en de EU kadert in de Euromed-samenwerking op het gebied van vervoer. Binnen het Europees Nabuurschapsbeleid 3 stoelt de Euromed-samenwerking op het gebied van vervoer op het kader dat in 1995 in Barcelona is vastgesteld en dat zich sinds 2008 tot de Unie voor het Middellandse Zeegebied (UMZ) heeft ontwikkeld overeenkomstig de gemeenschappelijke verklaring 4 die tijdens de bijeenkomst van staatshoofden en regeringsleiders is aangenomen.

In artikel 2, lid 5, derde alinea van Verordening (EU) nr. 1285/2013 (de GNSS-verordening) 5 is bepaald dat de geografische dekking van het Egnos-systeem, voor zover technisch uitvoerbaar en op basis van internationale overeenkomsten, kan worden uitgebreid naar landen die deel uitmaken van het Europees nabuurschapsbeleid (ENB). Dergelijke uitbreidingen mogen niet leiden tot vertraging van de uitbreiding van de geografische dekking van Egnos op het grondgebied van de lidstaten dat zich in Europa bevindt.

De uitbreiding van Egnos naar zuidelijke ENB-landen is in overeenstemming met die criteria en zal volgen op de initiële acties die bestaan uit de installatie van enkele Egnos-grondstations buiten Europa. De uitbreiding heeft het tweeledige doel om de Egnos-dekking in de periferie van de EU te versterken en om dekking te bieden in zuidelijke ENB-landen om gebruikersacceptatie mogelijk te maken.

De uitbreiding van Egnos naar zuidelijke ENB-landen zal niet leiden tot vertraging van de uitbreiding van de geografische dekking van Egnos in de EU. De uitbreiding zal integendeel bijdragen tot een betere dekking van de zuidelijke, zuidoostelijke en zuidwestelijke regio's van de EU, in het bijzonder van de Spaanse en Portugese eilanden in de Atlantische Oceaan en van Griekenland, Italië, Cyprus en Malta.

Een analyse van het Europees Ruimteagentschap uit 2015 6 , die kracht is bijgezet door het aanbod van de bedrijfstak uit 2017 voor de ontwikkeling van versie 3 van Egnos, heeft bevestigd dat een dergelijke uitbreiding technisch haalbaar is en heeft tot de conclusie geleid dat drie Egnos-grondstations volstaan om het volledige luchtruim van de zuidelijke ENB-landen te dekken.

Sinds 2009 werken de betrokken afdelingen van de Commissie samen met de Europese Dienst voor extern optreden (EDEO) aan de uitbreiding van de Egnos-dekking naar het zuidelijke Middellandse Zeegebied (d.w.z. de zuidelijke ENB-landen) en de invoering in die regio van de SoL-dienst van Egnos in de luchtvaart en in andere takken van de vervoerssector. De uitbreiding van de Egnos-dekking is een win-wininitiatief. De EU kan de banden met haar naburige partnerlanden versterken en kansen voor markttoegang creëren voor haar industrie, terwijl de zuidelijke ENB-landen toegang krijgen tot Egnos tegen een prijs die verwaarloosbaar is in vergelijking met de investeringen die de EU tot nu toe heeft gedaan.

De voorbije jaren is aanzienlijke vooruitgang geboekt en de vervoersautoriteiten van de zuidelijke ENB-landen hebben veel interesse getoond. Zij zijn van oordeel dat de SoL-dienst van Egnos een doeltreffende manier is om aan de eisen van de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie (ICAO) te voldoen en dat hij de technologie biedt die nieuwe diensten en toepassingen op andere, al dan niet vervoergerelateerde gebieden mogelijk maakt.

7 Zes van de zuidelijke ENB-landen hebben in 2014-2016 op het hoogste politieke niveau formeel hun interesse in een internationale Egnos-overeenkomst met de EU kenbaar gemaakt.

Het is opportuun dat de EU positief antwoordt op de verwachting van de zuidelijke ENB-landen dat zij de SoL-dienst van Egnos krijgen. Het strategische aspect van een dergelijke uitbreiding van Egnos wordt steeds duidelijker gezien de activiteiten van andere verstrekkers van wereldwijde satellietnavigatiesystemen in de regio.

In een specifieke bilaterale internationale overeenkomst over Egnos met elk zuidelijk ENB-land afzonderlijk zal de geschikte beheersregeling worden vastgelegd, zullen de rollen en verantwoordelijkheden van elke partij worden bepaald en zullen de financiële verantwoordelijkheden worden vastgesteld voor de ontwikkeling en exploitatie van de infrastructuur die nodig is om de Egnos-diensten in elk van de zuidelijke ENB-landen te verlenen.

In deze aanbeveling is rekening gehouden met de veiligheidsaspecten van een uitbreiding van Egnos naar zuidelijke ENB-landen, met inbegrip van een beoordeling door de EDEO van de geopolitieke situatie in de regio. Tijdens de onderhandelingen en de uitrol zullen de monitoring en follow-up van de veiligheidsaspecten blijven doorgaan. Dit omvat de keuze van de locaties voor de uitrol van de Egnos-grondinfrastructuur alsook de bescherming daarvan tijdens de exploitatiefase van Egnos in de zuidelijke ENB-landen.

Verenigbaarheid met bestaande bepalingen op het beleidsterrein

De uitbreiding van Egnos naar zuidelijke ENB-landen is opgenomen in het regionaal vervoersactieplan 2014-2020 en in de resolutie van de Unie voor het Middellandse Zeegebied in 2013 en 2014.

Een uitgebreidere dekking van de SoL-dienst van Egnos in Noord-Afrika en het Midden-Oosten zal een hoog niveau van veiligheid bieden bij landingsprocedures, ook op kleinere, regionale en toeristische bestemmingen, en zal bijgevolg leiden tot harmonisatie van het veiligheidsniveau tussen de EU en de zuidelijke ENB-landen en een grotere opname van Egnos door luchtvaartmaatschappijen die over beide regio's vliegen.

Ten slotte is de uitbreiding van Egnos naar zuidelijke ENB-landen in overeenstemming met andere, gelijkaardige Egnos-uitbreidingen of op Egnos gebaseerde systemen, namelijk de gelijkaardige uitbreiding naar Oekraïne 8 en het opzetten van op Egnos-technologie gebaseerde onafhankelijke systemen voor diensten op het gebied van satellietaugmentatie (SBAS) in Afrika, te beginnen met de 17 ASECNA-landen 9 . Egnos zal derhalve voor een homogene dekking van het Europese en het Afrikaanse continent zorgen, wat veiligere vluchten en landingen mogelijk maakt.

Verenigbaarheid met andere beleidsterreinen van de Unie

De Europese satellietnavigatiesystemen zijn belangrijke elementen van het beleid van de Europese Unie om de volledige integratie te verzekeren van infrastructuur voor vervoer via het land, de zee en de lucht met het oog op veilige, naadloze, economisch gunstige en milieuvriendelijke navigatie. De systemen zijn internationaal gepromoot, onder andere door middel van samenwerkingsovereenkomsten inzake satellietnavigatie met landen zoals Marokko, Noorwegen, Oekraïne, de Verenigde Staten van Amerika, Zuid-Korea en Zwitserland.

Op het gebied van luchtverkeersbeheer (ATM) beogen alle zuidelijke ENB-landen de naleving van de ICAO-eisen wat prestatiegebaseerde navigatie (PBN) betreft. Egnos is belangrijk om de modernisering van het luchtverkeersbeheer in Europa en de uitvoering van het gemeenschappelijk Europees luchtruim mogelijk te maken. De uitbreiding naar de zuidelijke ENB-landen zal bijdragen aan de defragmentering van de navigatiediensten voor de luchtvaart in het Middellandse Zeegebied. De Egnos-dekking in de zuidelijke ENB-landen zal eveneens bijdragen aan de totstandbrenging van een geïntegreerde Europees-mediterrane vervoersruimte die bijna een miljard mensen in de EU en haar buurlanden omvat.

2. RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

Rechtsgrondslag

Artikel 218, leden 3 en 4, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

Subsidiariteit (bij niet-exclusieve bevoegdheid)

De doelstellingen van het voorstel kunnen niet worden bereikt door de lidstaten, want het Egnos-satellietnavigatieprogramma is een Europees initiatief dat door de Europese Commissie wordt beheerd. In dit opzicht kan het toepassingsgebied van een overeenkomst waarover moet worden onderhandeld, niet tot een enkele lidstaat of een groep lidstaten worden beperkt, aangezien de EU als geheel betrokken is.

Alternatieve oplossingen (zoals een netwerk van bilaterale relaties tussen EU-lidstaten en elk van de zuidelijke ENB-landen) zou een groot risico inhouden op inefficiënties, vertragingen en tegenstrijdigheden die snel zouden leiden tot hogere kosten die uit de begroting van de Unie moeten worden betaald. Als er geen samenwerking zou komen tussen de EU en afzonderlijke zuidelijke ENB-landen voor de verlening van Egnos-diensten, zou dat een gemiste kans zijn voor de industrie van de EU en zou de strategische positie van de EU in de zuidelijke ENB-regio worden verzwakt.

Bij artikel 29 van Verordening (EU) nr. 1285/2013 is bepaald dat de Unie in het kader van de programma's met derde landen en internationale organisaties overeenkomsten kan sluiten overeenkomstig de procedure van artikel 218 VWEU.

Evenredigheid

De vaststelling van de overeenkomst is evenredig met de beoogde doelstellingen.

Keuze van het instrument

Artikel 29 van Verordening (EU) nr. 1285/2013 voorziet uitdrukkelijk in de mogelijkheid voor de Unie om in het kader van Egnos internationale overeenkomsten te sluiten. Bovendien voorziet artikel 2, lid 5, derde alinea, van die verordening uitdrukkelijk in de mogelijkheid om de geografische dekking van het Egnos-systeem naar andere regio's in de wereld uit te breiden, met name naar de landen die deel uitmaken van het Europees nabuurschapsbeleid (ENB). In dat artikel is ook bepaald dat die uitbreiding door middel van internationale overeenkomsten moet gebeuren en dat ze technisch uitvoerbaar moet zijn.

3. EVALUATIE, RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELING

Raadpleging van belanghebbenden

Het gebruik van SBAS zoals Egnos in zuidelijke landen van het ENB is vanuit socioeconomisch en technisch oogpunt geanalyseerd. De resultaten van die analyse zijn gedurende de jarenlange samenwerking omtrent dit onderwerp verschillende keren gedeeld en besproken met belanghebbenden en autoriteiten uit de zuidelijke ENB-landen.

Van 2007 tot en met 2015 zijn in het kader van de door de Commissie gefinancierde Euromed-projecten GNSS I en II enkele Egnos-grondinfrastructuren geïnstalleerd om een minimale dekking te bieden en tests op het gebied van techniek, overdracht van knowhow en capaciteitsopbouw uit te voeren met lokale burgerluchtvaartautoriteiten, gebruikers van het luchtruim en verstrekkers van luchtvaartnavigatiediensten teneinde landingsprocedures uit te proberen en de voordelen te evalueren. In deze context is ook een analyse van de regelgeving uitgevoerd, waarin het luchtvaartspecifieke regelgevingskader van de ICAO is aangeduid waarop de dienstverlening zal worden gebaseerd en waarin per land een gedetailleerde satellietnavigatiestrategie en een gedetailleerd uitvoeringsplan is vastgesteld.

Er is per land ook een kosten-batenanalyse uitgevoerd waaruit de nettovoordelen blijken van de uitbreiding van Egnos naar de zuidelijke ENB-landen, hetgeen de basis vormt voor een positieve impact van Egnos op het gebied van luchtvaart en multimodaal vervoer voor elk zuidelijk ENB-land. In de kosten-batenanalyse wordt geschat dat de nettovoordelen voor de zuidelijke ENB-regio meer dan 1 miljard EUR zouden bedragen. Deze analyses zijn uitgevoerd met de volledige medewerking van de tegenhangers uit de zuidelijke ENB-regio en de resultaten zijn tijdens verschillende workshops gedeeld en besproken met vertegenwoordigers en belanghebbenden uit de zuidelijke ENB-landen. In de conclusies van alle Euromed-werkgroepen op het gebied van GNSS in 2011, 2012 en 2013 wordt de Commissie verzocht de Egnos-dekking van het luchtruim van de zuidelijke ENB-regio te voltooien.

De upstreamruimtevaartindustrie van de EU zal voordeel hebben bij de markt voor de uitrol van grondinfrastructuur en de downstreamindustrie van de EU (voor Egnos-toepassingen) zal voordeel hebben bij een grotere markt. De technische samenwerking en banden tussen de vervoersautoriteiten en belanghebbenden op het gebied van vervoer in de EU en hun tegenhangers in de zuidelijke ENB-landen zullen worden versterkt, wat zal leiden tot wederzijds voordeel en strategische gevolgen op de lange termijn.

Er is ook bevestigd dat de uitbreiding van Egnos naar de zuidelijke ENB-landen niet zal leiden tot vertraging van de voltooiing van de geografische dekking van het Egnos-systeem op het grondgebied van de EU-lidstaten dat zich in Europa bevindt.

Bijeenbrengen en gebruik van expertise

Betrokken wetenschaps- en kennisgebieden



Deskundigen op het gebied van satellietnavigatie, deskundigen op gebieden waarin gebruik wordt gemaakt van precieze plaatsbepaling per satelliet (luchtvaart, zeevaart, spoorwegen, wegverkeer, landbouw, landbeheer enz.).

Gebruikte methode



Uitgebreide raadpleging van en interactie met de desbetreffende autoriteiten, tegenhangers en gebruikers binnen twee in het kader van het Euromed-programma gefinancierde projecten (EuroMed GNSS I (2007-2011) en EuroMed GNSS II (2012-2015)). Analyse en onderzoek uitgevoerd door industriële consortia en agentschappen van de EU, de EU-lidstaten en de zuidelijke landen van het ENB.

Belangrijkste geraadpleegde organisaties en deskundigen



Ministeries van vervoer, burgerluchtvaartautoriteiten, luchthavens en luchtvaartmaatschappijen van alle zuidelijke ENB-landen. Het Europees Ruimteagentschap, de Europese leverancier van satellietdiensten, het Europees GNSS-Agentschap (GSA), de Europese Dienst voor extern optreden (EDEO), deskundigen en industriële actoren op het gebied van ruimte-industrie/satellietnavigatie en luchtvaart uit zowel de EU als de zuidelijke ENB-landen (bijv. het Algerijnse ruimtevaartagentschap).

Grondrechten

Er zijn geen gevolgen voor de bescherming van de grondrechten.

4. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

De kapitaaluitgaven voor de uitvoering van de infrastructuur voor de verlening van op Egnos gebaseerde SBAS in elk van de zuidelijke ENB-landen zullen worden gedekt door middelen van de Unie, met name de middelen voor de financiering van het nabuurschapsbeleid van de EU. De bijhorende operationele uitgaven voor de exploitatie van de SBAS in elk van de zuidelijke ENB-landen op basis van Egnos zullen door elk zuidelijk ENB-land worden gefinancierd.

Deze overeenkomst heeft geen gevolgen voor de EU-begroting van de Europese GNSS-programma's. Overeenkomstig artikel 2, lid 5, laatste alinea, van Verordening (EU) nr. 1285/2013 zullen de kosten van een dergelijke uitbreiding niet worden gedekt door de aan de Galileo- en Egnos-programma's toegewezen middelen.

1.

Aanbeveling voor een


BESLUIT VAN DE RAAD

tot machtiging om onderhandelingen te openen over een overeenkomst tussen de Europese Unie en de afzonderlijke zuidelijke landen van het Europees Nabuurschapsbeleid om de voorwaarden te bepalen voor de uitbreiding van Egnos (European Geostationary Navigation Overlay Service) tot de landen van het Europees Nabuurschapsbeleid

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 218, leden 3 en 4,

Gezien de aanbeveling van de Europese Commissie,

Overwegende dat:

wordt voldaan aan de voorwaarden van artikel 2, lid 5, van Verordening (EU) nr. 1285/2013 wat betreft de technische uitvoerbaarheid en de garantie dat er geen vertraging wordt opgelopen bij de uitbreiding van de geografische dekking van het Egnos-systeem op het grondgebied van de lidstaten,

bij Verordening (EU) nr. 1285/2013 is bepaald dat de Unie alle materiële en immateriële activa die worden gecreëerd of ontwikkeld in het kader van het Egnos-programma in eigendom heeft, dat de Unie in het kader van dit programma met derde landen en internationale organisaties overeenkomsten kan sluiten en dat de kosten van een uitbreiding van de dekking van het Egnos-systeem buiten Europa niet worden gedekt door op grond van die verordening toegewezen begrotingsmiddelen,

moeten onderhandelingen worden geopend om een overeenkomst te sluiten met elk afzonderlijk zuidelijk land van het Europees Nabuurschapsbeleid waarin de voorwaarden worden vastgelegd voor de verlening van diensten op het gebied van satellietaugmentatie (SBAS) in de zuidelijke ENB-landen op basis van de European Geostationary Navigation Overlay Service (Egnos),

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

2.

Artikel 1


De Commissie wordt hierbij gemachtigd om namens de Unie met elk zuidelijk ENB-land te onderhandelen over een internationale overeenkomst betreffende de voorwaarden voor de verlening van diensten op het gebied van satellietaugmentatie (SBAS) in de zuidelijke ENB-landen op basis van het Egnos-systeem.

3.

Artikel 2


De onderhandelingsrichtsnoeren zijn opgenomen in de bijlage.

4.

Artikel 3


De onderhandelingen worden gevoerd in overleg met [toe te voegen door de Raad: naam van het comité samengesteld uit vertegenwoordigers van de lidstaten].

5.

Artikel 4


Dit besluit is gericht tot de Commissie.

Gedaan te Brussel,

6.

Voor de Raad


De voorzitter

(1) 'Egnos-systeem' verwijst naar de ruimte- en grondinfrastructuur, de hardware en de software die de verstrekking van het signaal voor de bescherming van mensenlevens (Safety of Life, SoL) van Egnos mogelijk maken. Het SoL-signaal van Egnos wordt een Egnos-dienst wanneer lokale burgerluchtvaartautoriteiten het overeenkomstig internationale luchtvaarteisen autoriseren. 'Egnos-programma' verwijst naar het beheer van zowel het Egnos-systeem als de Egnos-dienst, waarvoor de Europese Commissie verantwoordelijk is.
(2) Momenteel: Algerije, Egypte, Israël, Jordanië, Libanon, Libië, Marokko, Palestina*, Syrië en Tunesië. Zoals bepaald in bijlage I bij Verordening (EU) nr. 232/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een Europees nabuurschapsinstrument. (*) Deze benaming mag niet worden uitgelegd als een erkenning van de staat Palestina en laat de afzonderlijke standpunten van de lidstaten ter zake onverlet.
(3) GEZAMENLIJKE MEDEDELING AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD,HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S — Herziening van het Europees nabuurschapsbeleid (JOIN(2015) 50 final).
(4) ufmsecretariat.org/wp-content/uploads/2012/09
(5) Verordening (EU) nr. 1285/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 betreffende de uitvoering en exploitatie van de Europese satellietnavigatiesystemen en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 876/2002 van de Raad en Verordening (EG) nr. 683/2008 van het Europees Parlement en de Raad.
(6) ESA, EGNOS Project Office (EPO), FWC-2 WP-STA-004, 12 maart 2015.
(7) Algerije, Israël, Jordanië, Libanon, Libië en Tunesië hebben brieven geschreven aan leden van het college.
(8) Op 12 april 2018 heeft de Raad van de Europese Unie een besluit (6934/18) vastgesteld waarbij de Commissie wordt gemachtigd om de onderhandelingen over een internationale overeenkomst met Oekraïne voor de uitbreiding van Egnos naar het Oekraïense luchtruim te starten.
(9) Op 8 december 2016 heeft de Commissie een samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Unie en het Agentschap voor luchtvaartveiligheid in Afrika en Madagaskar (ASECNA) ondertekend inzake de ontwikkeling van satellietnavigatie en de verlening van bijbehorende diensten ten behoeve van de burgerluchtvaart in het bevoegdheidsgebied van het ASECNA.