Toelichting bij COM(2018)704 - Ontwerp gewijzigde begroting nr. 6; verlaging van betalings- en vastleggingskredieten overeenkomstig geactualiseerde ramingen van de uitgaven en ontvangsten (eigen middelen)

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

EUROPESE COMMISSIE

Inhoudsopgave

1.

Brussel, 12.10.2018


COM(2018) 704 final

ONTWERP VAN GEWIJZIGDE BEGROTING NR. 6
BIJ DE ALGEMENE BEGROTING VOOR 2018

Verlaging van betalings- en vastleggingskredieten overeenkomstig de geactualiseerde ramingen van de uitgaven en een actualisering van de ontvangsten (eigen middelen)


Gezien:

–het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 314, in samenhang met het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 106 bis,

–Verordening (EU, Euratom) nr. 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van woensdag 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie 1 , en met name artikel 44,

–de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2018, die op 30 november 2017 is goedgekeurd 2 ,

–de gewijzigde begroting nr. 1/2018 3 , die op 30 mei 2018 is goedgekeurd,

–de gewijzigde begroting nr. 2/2018 4 , die op 4 juli 2018 is goedgekeurd,

–de gewijzigde begroting nr. 3/2018 5 , die op 4 juli 2018 is goedgekeurd,

–de gewijzigde begroting nr. 4/2018 6 , die op 11 september 2018 is goedgekeurd,

–de gewijzigde begroting nr. 5/2018 7 , die op 3 oktober 2018 is goedgekeurd.

De Europese Commissie dient hierbij het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 6 bij de algemene begroting 2018 in bij het Europees Parlement en de Raad.

2.

WIJZIGINGEN IN DE STAAT VAN ONTVANGSTEN EN UITGAVEN PER AFDELING


De wijzigingen in de staat van ontvangsten en uitgaven per afdeling zijn beschikbaar via EUR-Lex: ( eur-lex.europa.eu/budget/www/index-nl ). Ter informatie is een Engelse versie van de wijzigingen in deze staat als budgettaire bijlage bijgevoegd.

INHOUDSOPGAVE


3.

1. Inleiding


4.

2. Verlaging van de vastleggings- en betalingskredieten


5.

2.1Duurzamevisserijovereenkomsten


2.2Gedecentraliseerd agentschap – Europees Agentschap voor chemische stoffen (ECHA)

6.

2.3Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF)


7.

2.4Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo)


8.

3. Actualisering van de ontvangsten


9.

3.1Totaal effect van OGB 6/2018 op de verdeling van de totale eigenmiddelenafdrachten tussen de lidstaten


10.

3.2Herziening van de ramingen van TEM en de btw- en bni-grondslagen


11.

3.3Britse correctie voor 2017 en 2014


12.

4. Samenvatting per MFK-rubriek



1. Inleiding

Het ontwerp van gewijzigde begroting (OGB) nr. 6 voor het jaar 2018 heeft tot doel zowel de uitgavenzijde als de ontvangstenzijde van de begroting bij te werken in het licht van de laatste ontwikkelingen:

–aan de uitgavenzijde, om vastleggings- en betalingskredieten van de begrotingsonderdelen voor de rubrieken 1a 'Concurrentievermogen voor groei en banen' en 2 "Duurzame groei — natuurlijke hulpbronnen" vrij te maken;

–aan de ontvangstenzijde, ter herziening van de raming van de traditionele eigen middelen (d.w.z. douanerechten en suikerheffingen), de btw- en de bni-grondslagen, en om de relevante Britse correcties en de financiering daarvan in de begroting te verdisconteren, factoren die allemaal gevolgen hebben voor de verdeling van de eigenmiddelenbijdragen van de lidstaten aan de EU-begroting.

13.

2. Verlaging van de vastleggings- en betalingskredieten


De Commissie stelt voor het niveau van de betalingskredieten voor bepaalde begrotingsonderdelen aan te passen om deze beter af te stemmen op de laatste ramingen van de behoeften, waarbij wordt uitgegaan van de veronderstelling dat de door de Commissie in het kader van de zogeheten globale overschrijving (DEC 22/2018) afzonderlijk aangevraagde herschikking van betalingskredieten tussen begrotingsonderdelen door het Europees Parlement en de Raad zal worden aanvaard.

De verlaging van het niveau van de vastleggings- en de betalingskredieten die in dit OGB wordt gevraagd (respectievelijk 48,7 miljoen EUR en 44,7 miljoen EUR) betreft uitsluitend de rubrieken 1a en 2.

In de begroting 2018 is er geen marge beschikbaar in rubriek 1a en wordt de overkoepelende marge voor vastleggingen (OMV) gebruikt voor een bedrag van 762,5 miljoen EUR. Als gevolg van de in dit OGB voorgestelde verlaging van de vastleggingskredieten in deze rubriek (zie punt 2.2 hieronder) wordt de OMV dienovereenkomstig verlaagd, waardoor deze 760,6 miljoen EUR bedraagt.

14.

2.1 Duurzamevisserijovereenkomsten


Op basis van een geactualiseerde analyse van de stand van de onderhandelingen over partnerschapsovereenkomsten inzake duurzame visserij kan 46,6 miljoen EUR aan vastleggingskredieten en 43,3 miljoen EUR aan betalingskredieten worden vrijgemaakt uit de begrotingsreserve (artikel 40 02 41).

EUR
BegrotingsonderdeelAanduidingVastleggingskredietenBetalingskredieten
40 02 41Gesplitste kredieten (reserve voor artikel 11 03 01 – vaststelling van een governancekader voor visserijactiviteiten van vissersvaartuigen van de Unie in de wateren van derde landen)-46 565 000-43 302 703
Totaal -46 565 000-43 302 703

2.2 Gedecentraliseerd agentschap – Europees Agentschap voor chemische stoffen (ECHA)

Het Europees Agentschap voor chemische stoffen (ECHA) in Helsinki oefent twee soorten met vergoedingen gefinancierde activiteiten uit, in verband met de wetgeving inzake chemische stoffen onder rubriek 1a en de biocidenwetgeving onder rubriek 2. De inkomsten uit vergoedingen die daadwerkelijk zijn ontvangen voor deze twee activiteiten hebben in de loop van 2018 een tegengestelde ontwikkeling doorgemaakt: de inkomsten uit vergoedingen onder rubriek 1a zijn hoger dan geraamd als gevolg van aanzienlijke vergoedingen die tegen de registratietermijn in mei 2018 zijn ontvangen, en tegelijkertijd nam het aantal aanvragen voor toelatingen van de Unie voor biociden sterk af. Het daaruit resulterende tekort aan inkomsten uit vergoedingen onder rubriek 2 wordt gedeeltelijk opgevangen door kostenbesparingen met betrekking tot activiteiten op het gebied van biociden. Niettemin is een versterking van de compensatiebijdrage van de EU onder rubriek 2 noodzakelijk voor een bedrag van 1,9 miljoen EUR aan vastleggings- en betalingskredieten, waarvoor een compensatie wordt voorgesteld door middel van een dienovereenkomstige verlaging van de compensatiebijdrage van de EU aan het agentschap onder rubriek 1a.

EUR
BegrotingsonderdeelAanduidingVastleggingskredietenBetalingskredieten
02 03 03Europees Agentschap voor chemische stoffen — Wetgeving over chemische producten-1 900 000-1 900 000
17 04 07Europees Agentschap voor chemische stoffen — Activiteiten in verband met de biocidenwetgeving1 900 0001 900 000
Totaal --

15.

2.3 Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF)


Naar aanleiding van enige vertraging bij de aanwerving van IT-dienstverleners en de annulering van bepaalde audits wordt voorgesteld de vastleggings- en betalingskredieten van begrotingspost 05 01 04 01 en artikel 05 08 09 te verlagen.

EUR
BegrotingsonderdeelAanduidingVastleggingskredietenBetalingskredieten
05 01 04 01Ondersteunende uitgaven voor het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) – Niet-operationele technische bijstand-400 000-400 000
05 08 09Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) – Operationele technische bijstand-1 000 000-1 000 000
Totaal -1 400 000-1 400 000

16.

2.4 Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo)


Aangezien geplande acties/gebeurtenissen in verband met de Europese netwerken voor plattelandsontwikkeling en het Europees Partnerschap voor innovatie zijn uitgesteld, wordt voorgesteld om de vastleggingskredieten van begrotingspost 05 04 60 02 te verlagen.

EUR
BegrotingsonderdeelAanduidingVastleggingskredietenBetalingskredieten
05 04 60 02Operationele technische bijstand-700 000-
Totaal -700 000-

17.

3. Actualisering van de ontvangsten


18.

3.1 Totaal effect van OGB 6/2018 op de verdeling van de totale eigenmiddelenafdrachten tussen de lidstaten


Naar aanleiding van de 172e vergadering van het Raadgevend Comité voor de eigen middelen (RCEM) op 18 mei 2018 moet de ontvangstenzijde van de begroting op twee punten worden aangepast. De eerste aanpassing betreft een actualisering van de ramingen van de traditionele eigen middelen (TEM) en de btw- en bni-middelen, die worden geactualiseerd ingevolge meer recente economische prognoses. De tweede aanpassing aan de ontvangstenzijde is een actualisering van de Britse correctie. Deze twee aanpassingen worden in de punten 3.2 en 3.3 toegelicht.


Onderstaande overzichtstabel geeft het totale effect weer van de aanpassingen van zowel de ontvangsten als de uitgaven in dit OGB. In deze tabel wordt ook de verdeling van de totale eigenmiddelenbetalingen tussen de lidstaten weergegeven zoals opgenomen in de begroting 2018, zoals aangepast in gewijzigde begroting nr. 4/2018 8 en ten slotte zoals aangepast in dit ontwerp van gewijzigde begroting.

19.

Verdeling van de totale eigenmiddelenafdrachten per lidstaat (in miljoen EUR)


Begroting 2018GB 4/2018OGB 6/2018
(1)(2)(3)
BE6 213,56 201,55 932,0
BG519,3518,0 535,3
CZ1 787,11 782,31 941,3
DK2 754,82 746,62 735,6
DE29 560,329 468,729 579,3
EE232,3231,7 241,5
IE2 299,52 293,02 401,4
EL1 743,01 737,91 701,8
ES11 870,811 838,511 831,1
FR21 933,321 869,022 182,5
HR470,1468,8 479,9
IT16 586,916 539,816 714,2
CY182,2181,7 195,0
LV281,8281,1 274,0
LT434,1433,0 439,4
LU363,0361,9 363,6
HU1,199,61 196,31 223,7
MT103,6103,3 110,6
NL7 378,47 358,67 331,7
AT3 228,23 218,23 353,1
PL4 645,34 632,74 779,7
PT1 824,81 819,61 865,3
RO1 706,01 701,01 803,3
SI443,9442,8 456,8
SK813,5811,2 829,9
FI2 062,32 056,22 132,1
SE4 042,04 028,54 013,0
UK18 152,618 086,716 916,5
EU142 832,3142 408,4142 363,7


20.

3.2 Herziening van de ramingen van TEM en de btw- en bni-grondslagen


Volgens vaste praktijk stelt de Commissie voor de financiering van de begroting te herzien op grond van recentere economische ramingen, door de lidstaten goedgekeurd op de RCEM-vergadering.

De herziening heeft betrekking op de raming van de traditionele eigen middelen (TEM) die in 2018 moeten worden afgedragen aan de begroting, en op de geraamde btw- en bni-grondslagen voor 2018. De raming voor de begroting 2018 werd vastgesteld tijdens de 169e RCEM-vergadering op 19 mei 2017. In de herziening in het huidige OGB wordt uitgegaan van de ramingen die op de 172e RCEM-vergadering op 18 mei 2018 zijn goedgekeurd. Het gebruik van een bijgewerkte raming van de eigen middelen verhoogt de nauwkeurigheid van de ontvangstenprognoses en bijgevolg van de afdrachten aan de EU-begroting die tijdens het begrotingsjaar aan de lidstaten worden gevraagd.

Ten opzichte van de in mei 2017 goedgekeurde raming is de voor 2018 goedgekeurde raming op de volgende punten herzien:

–De totale nettodouanerechten 2018 worden nu geraamd op 20 164,6 miljoen EUR (na aftrek van 20 % inningskosten), hetgeen neerkomt op een afname van 11,73 % ten opzichte van de raming van 22 844,0 miljoen EUR die in de begroting 2018 was opgenomen. De Commissie heeft de resultaten van de traditionele RCEM-ramingsmethode (gebaseerd op de macro-economische prognose van voorjaar 2018) vergeleken met de resultaten van de extrapolatie van de meest recente feitelijke gegevens voor de geïnde douanerechten (januari-april 2018). Aangezien het verschil tussen beide methoden redelijk significant was, werd de geactualiseerde RCEM-raming van de traditionele eigen middelen volledig aangepast aan het resultaat van de extrapolatiemethode. De Commissie heeft haar raming voor de nettodouanerechten in 2018 evenwel verder bijgewerkt, rekening houdend met de na de RCEM-vergadering (mei-augustus 2018) ontvangen bedragen en gebaseerd op dezelfde extrapolatiemethode.

PrognoseBedrag (in miljoenen euro's)Verschil t.o.v. vorige prognose
Begroting 201822 844,0
RCEM mei 201820 501,6-2 342,4
OGB 6/201820 164,6-337,0

–Bij het arrest van het Hof van Justitie in de C-585/15 (de zaak “Raffinerie Tirlemontoise”) zijn Verordening (EG) nr. 2267/2000 en Verordening (EG) nr. 1993/2001 nietig verklaard. Bij Verordening (EU) 2018/264 van de Raad van 19 februari 2018 zijn de herziene productieheffingen en de coëfficiënt voor de berekening van de aanvullende heffing in de sector suiker voor het verkoopseizoen 1999/2000 alsmede de productieheffingen in de sector suiker voor het verkoopseizoen 2000/2001 vastgesteld.

Als gevolg daarvan zal een geraamd bedrag van 93,0 miljoen EUR (nettobedrag) aan de lidstaten worden terugbetaald in verband met te veel betaalde suikerheffingen. Verwacht wordt dat deze terugbetaling eind 2018 wordt uitgevoerd. De Commissie stelt daarom voor de terugbetaling op grond van artikel 110 (productieheffingen in verband met het verkoopseizoen 2005/2006 en voorgaande jaren) aan de ontvangstenzijde van de begroting te verdisconteren.

–De totale niet-afgetopte btw-grondslag voor de EU in 2018 wordt nu geraamd op 6 695 538,5 miljoen EUR, wat neerkomt op een daling met -0,53 % in vergelijking met de in mei 2017 geraamde 6 731 265,9 miljoen EUR. De totale afgetopte btw-grondslag voor de EU 9 in 2018 wordt nu geraamd op 6 676 686,2 miljoen EUR, wat neerkomt op een daling met -0,52 % in vergelijking met de in mei 2017 geraamde 6 711 411,1 miljoen EUR.

–De totale bni-grondslag voor de EU in 2018 wordt geraamd op 15 871 050,2 miljoen EUR, wat neerkomt op een stijging (+0,78 %) in vergelijking met de in mei 2017 geraamde 15 747 670,0 miljoen EUR.

Voor de omrekening van de in nationale valuta luidende geraamde btw- en bni-grondslagen naar euro (voor de negen lidstaten die geen lid zijn van de eurozone) is de wisselkoers van 29 december 2017 gebruikt. Distorsies worden voorkomen doordat dezelfde koers wordt gebruikt wanneer de in de begroting opgenomen eigen middelen van euro worden omgerekend naar nationale valuta bij de afroeping van de bedragen (overeenkomstig artikel 10, lid 1, van Verordening (EG, Euratom) nr. 609/2014 van de Raad).

De herziene ramingen van TEM, niet-afgetopte btw-grondslagen en bni-grondslagen voor 2018 zijn in onderstaande tabel opgenomen:

21.

Herziene ramingen van TEM, btw- en bni-grondslagen voor 2018 (in miljoen EUR)


Suiker-

heffingen

(80 %)
Douane-rechten

(80 %)
Niet-afgetopte btw-grondslagenBni-grondslagenAfgetopte

btw-grondslagen 10
BE- 5,7
2 090,5192 420,2452 469,9192 420,2
BG0,075,225 520,952 909,925 520,9
CZ0,0260,983 389,2197 318,583 389,2
DK- 3,4
336,1113 888,9304 009,8113 888,9
DE- 28,4
4 036,01 394 449,93 459 748,41 394 449,9
EE0,030,012 105,424 232,912 105,4
IE- 0,7
282,786 665,6255 025,286 665,6
EL- 0,7
158,072 214,4183 573,772 214,4
ES- 2,3
1 518,6520 432,11 210 798,4520 432,1
FR- 26,9
1 623,01 053 145,82 409 104,31 053 145,8
HR0,041,330 897,050 176,725 088,4
IT- 9,2
1 821,2686 348,01 775 333,9686 348,0
CY0,021,413 076,719 832,79 916,4
LV0,034,111 487,928 465,511 487,9
LT0,078,817 514,042 597,617 514,0
LU0,021,527 693,139 171,319 585,7
HU0,0145,653 323,9126 897,453 323,9
MT0,011,77 430,811 309,95 655,0
NL- 6,5
2 437,3311 915,0764 707,6311 915,0
AT- 2,7
215,3171 017,2387 050,1171 017,2
PL0,0648,8206 768,9485 536,5206 768,9
PT- 0,2
155,197 465,1196 157,597 465,1
RO0,0160,273 124,7196 940,573 124,7
SI0,065,820 783,145 497,720 783,1
SK0,091,330 752,089 215,030 752,0
FI- 0,6
138,198 780,8234 697,198 780,8
SE- 1,4
519,3214 417,0497 268,8214 417,0
UK- 4,4
3 146,81 068 510,92 331 003,41 068 510,9
EU-28- 93,0
20 164,66 695 538,515 871 050,26 676 686,2


22.

3.3 Britse correctie voor 2017 en 2014


23.

3.3.1 Inleiding


De correctie voor begrotingsonevenwichtigheden ten voordele van het Verenigd Koninkrijk (de 'Britse correctie') die in dit OGB moet worden opgenomen, heeft betrekking op twee jaren: 2014 en 2017.

Op de Britse correctie voor 2014 en 2017 zijn de bepalingen van Besluit 2014/335/EG, Euratom van de Raad betreffende het stelsel van eigen middelen 11 van de Europese Unie en het bijbehorende werkdocument, de Berekeningsmethode 2014 12 , van toepassing. Overeenkomstig dit besluit worden de netto “meevallers” die het Verenigd Koninkrijk geniet als gevolg van het in 2001 verhoogde percentage van de traditionele eigen middelen dat de lidstaten mogen ingehouden als compensatie voor hun inningskosten, geneutraliseerd en worden de toegewezen uitgaven gecorrigeerd voor de totale toegewezen uitgaven in de lidstaten die na 30 april 2004 tot de EU zijn toegetreden, behalve voor de rechtstreekse landbouwbetalingen en marktgerelateerde uitgaven, alsmede voor het gedeelte van de uitgaven voor plattelandsontwikkeling dat afkomstig is uit het EOGFL, afdeling Garantie.

Bovendien wordt het respectieve aandeel van Oostenrijk, Duitsland, Nederland en Zweden in de financiering van de Britse correctie beperkt tot een vierde van wat normaal hun aandeel zou zijn in de kortingen voor 2014 en 2017. De verlaging wordt gefinancierd door de overige lidstaten, met uitzondering van het Verenigd Koninkrijk.

In dit OGB worden de berekening en de financiering van de eerste bijstelling van de Britse correctie voor 2017 alsmede het definitieve bedrag van de Britse correctie voor 2014 opgenomen.

Het verschil tussen het definitieve bedrag van de Britse correctie voor 2014 en het bedrag dat eerder in de begroting werd opgenomen (tweede bijstelling in GB 5/2016) wordt in hoofdstuk 35 (resultaat van de definitieve berekening van de financiering van de correctie van de begrotingsonevenwichtigheden ten gunste van het Verenigd Koninkrijk) van dit OGB opgevoerd.

Het bedrag van de eerste bijstelling van de Britse correctie voor 2017 is opgevoerd in hoofdstuk 15 (correctie van begrotingsonevenwichtigheden) van dit OGB en vervangt het eerder in de begroting opgenomen voorlopige bedrag.

24.

3.3.2 Berekening van de correcties


De bijstellingen van de correcties voor 2014 en 2017 zijn voornamelijk het gevolg van de herziening van de btw- en bni-grondslagen zoals in de herfst van 2017 door de lidstaten gemeld. Voorts wordt in de bijstelling van de correctie voor 2017 rekening gehouden met de toegewezen uitgaven van 2017.

25.

3.3.2.1 Britse correctie voor 2017


In de onderstaande tabel worden de verschillen samengevat tussen het in de begroting 2018 opgenomen voorlopige bedrag van de Britse correctie voor 2017 en de in dit OGB op te nemen eerste bijstelling van de correctie voor 2017.

Britse correctie voor 2017Britse correctie voor 2017

VOORLOPIG

Begroting 2018
Britse correctie voor 2017

1e BIJSTELLING

OGB 6/2018
Verschil
(1)(2)(2)-(1)
(1)Aandeel VK in niet-afgetopte btw-grondslag17,1194%16,2266%-0,8928%
(2)Aandeel VK in voor uitbreiding gecorrigeerde totale toegerekende uitgaven7,4429 %7,0114 %-0,4315 %
(3)= (1) - (2)
9,6765 %9,2152 %-0,4613 %
(4)Totale toegewezen uitgaven118 550 222 885110 827 970 366- 7 722 252 519
(5)Uitbreidingsuitgaven
= (5a) + (5b)
25 135 292 63520 962 713 989- 4 172 578 647
(5a)Pretoetredingsuitgaven000
(5b)Uitgaven i.v.m. artikel 4, lid 1, onder g)25 135 292 63520 962 713 989- 4 172 578 647
(6)Voor uitbreiding gecorrigeerde totale toegewezen uitgaven = (4) – (5)93 414 930 25089 865 256 377- 3 549 673 872
(7)Oorspronkelijk bedrag korting voor VK = (3) x (6) x 0,665 965 942 6235 465 655 078- 500 287 545
(8)Voordeel voor VK1 019 406 910548 929 008- 470 477 902
(9)Kernkorting voor VK = (7) - (8)4 946 535 7134 916 726 069- 29 809 643
(10)Meevallers TEM- 45 769 948
- 17 211 574
+ 28 558 374
(11)Korting voor VK = (9) - (10)4 992 305 6604 933 937 643- 58 368 017

De eerste bijstelling van de Britse correctie voor 2017 valt 58 miljoen EUR lager uit dan het voorlopige bedrag van de in de begroting 2018 opgenomen Britse correctie voor 2017.

26.

3.3.2.2 Britse correctie voor 2014


In de onderstaande tabel worden de verschillen samengevat tussen de in gewijzigde begroting 5/2016 opgenomen tweede bijstelling van de Britse correctie voor 2014 en het in dit OGB op te nemen definitieve bedrag van de Britse correctie voor 2014.

Britse correctie voor 2014Britse correctie voor 2014
2e BIJSTELLING
GB 5/2016
Britse correctie voor 2014
DEFINITIEF
OGB 6/2018
Verschil
(1)(2)(2)-(1)
(1)Aandeel VK in niet-afgetopte btw-grondslag17,4319 %17,3737 %+ 0,0582%
(2)Aandeel VK in voor uitbreiding gecorrigeerde totale toegerekende uitgaven7,4180 %7,4180 %+ 0,0000%
(3)= (1) - (2)
10,0139%9,9557%+ 0,0582%
(4)Totale toegewezen uitgaven128 669 838 650128 669 838 6500
(5)Uitbreidingsuitgaven
= (5a) + (5b)
33 342 488 84333 342 488 8430
(5a)Pretoetredingsuitgaven000
(5b)Uitgaven i.v.m. artikel 4, lid 1, onder g)33 342 488 84333 342 488 8430
(6)Voor uitbreiding gecorrigeerde totale toegewezen uitgaven = (4) – (5)95 327 349 80795 327 349 8070
(7)Oorspronkelijk bedrag korting voor VK = (3) x (6) x 0,666 300 352 0796 263 729 054- 36 623 025
(8)Voordeel voor VK1 162 878 0381 023 430 934- 139 447 104
(9)Kernkorting voor VK = (7) - (8)5 137 474 0405 240 298 119+ 102 824 079
(10)Meevallers TEM-28 189 034-26 930 139+ 1 258 896
(11)Korting voor VK = (9) - (10)5 165 663 0755 267 228 258+101 565 183

Het definitieve bedrag van de Britse correctie voor 2014 valt 102 miljoen EUR hoger uit dan de tweede bijstelling van de Britse correctie voor 2014, die is opgenomen in GB 5/2016, voornamelijk wegens de herzieningen van de btw- en bni-grondslagen zoals in de herfst van 2017 door de lidstaten gemeld.


27.

3.3.3 Opneming in het OGB 6/2018 van de eerste bijstelling van de Britse correctie voor 2017 en van het definitieve bedrag van de Britse correctie voor 2014


28.

3.3.3.1 Britse correctie voor 2014 (hoofdstuk 35)


Het bedrag van de Britse correctie dat in hoofdstuk 35 van dit OGB moet worden opgenomen, is het verschil tussen het definitieve bedrag van de Britse correctie voor 2014 (d.w.z. 5 267 228 258 EUR) en de tweede bijstelling van de Britse correctie voor 2014 (d.w.z. de in GB 5/2016 opgenomen 5 165 663 075 EUR), dat 101 565 183 EUR bedraagt.

Voor de financiering van dit bedrag moet worden uitgegaan van de herziene bni-grondslagen 2014, zoals eind 2017 bekend. In de onderstaande tabel is weergegeven hoe dit bedrag in hoofdstuk 35 wordt opgenomen:

Britse correctie 2014 — hoofdstuk 35
BE1 189 588LU396 101
BG1 314 590HU1 450 317
CZ4 774 050MT287 498
DK6 637 880NL1 144 795
DE4 827 592AT1 225 444
EE79 593PL3 032 377
IE17 082 160PT904 421
EL1 707 571RO974 427
ES6 540 304SI-64 803
FR23 264 515SK1 838 327
HR827 042FI2 716 018
IT17 952 849SE793 690
CY552 558
LV-273 682UK- 101 565 183
LT389 961Totaal0

29.

1.3.3.2 Britse correctie voor 2017 (hoofdstuk 15)


De eerste bijstelling van de Britse correctie voor 2017 bedraagt 4 933 937 643 EUR en valt 58 368 017 EUR lager uit dan het in de begroting 2018 opgenomen bedrag (4 992 305 660 EUR).

Voor de financiering van dit bedrag moet worden uitgegaan van de bij dit OGB herziene bni-grondslagen voor 2018. In de onderstaande tabel is weergegeven hoe dit bedrag in hoofdstuk 15 wordt opgenomen:

Britse correctie 2017 – hoofdstuk 15
BE239 806 867LU20 760 600
BG28 041 992HU67 255 010
CZ104 577 854MT5 994 192
DK161 123 729NL69 664 080
DE315 179 541AT35 259 868
EE12 843 320PL257 332 005
IE135 162 127PT103 962 530
EL97 293 176RO104 377 516
ES641 717 317SI24 113 562
FR1 276 813 669SK47 283 520
HR26 593 409FI124 388 332
IT940 918 412SE45 300 679
CY10 511 235UK- 4 933 937 643
LV15 086 578
LT22 576 523Totaal0


4. Samenvatting per MFK-rubriek

RubriekBegroting 2018Ontwerp van gewijzigde begroting 6/2018Begroting 2018
(incl. GB 1-5/2018)(incl. GB 1-5 en OGB 6/2018)
VKBKVKBKVKBK
1.Slimme en inclusieve groei77 533 697 65266 624 486 101- 1 900 000
- 1 900 000
77 531 797 65266 622 586 101
Waarvan in het kader van de overkoepelende marge voor vastleggingen1 113 697 652- 1 900 000
1 111 797 652
Plafond76 420 000 00076 420 000 000
Marge
1aConcurrentievermogen voor groei en banen22 001 452 72420 097 167 844- 1 900 000
- 1 900 000
21 999 552 72420 095 267 844
Waarvan in het kader van de overkoepelende marge voor vastleggingen762 452 724- 1 900 000
760 552 724
Plafond21 239 000 00021 239 000 000
Marge
1bEconomische, sociale en territoriale samenhang55 532 244 92846 527 318 25755 532 244 92846 527 318 257
Waarvan in het kader van de overkoepelende marge voor vastleggingen351 244 928351 244 928
Plafond55 181 000 00055 181 000 000
Marge
2.Duurzame groei: natuurlijke hulpbronnen59 285 323 12256 083 793 633- 46 765 000
- 42 802 703
59 238 558 12256 040 990 930
Plafond60 267 000 00060 267 000 000
Marge981 676 8781 028 441 878
Waarvan: Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) — marktgerelateerde uitgaven en rechtstreekse betalingen43 234 516 89943 188 677 466- 1 400 000
- 1 400 000
43 233 116 89943 187 277 466
Submaximum44 163 000 00044 163 000 000
ELGF-marge927 833 101929 233 101
3.Veiligheid en burgerschap3 493 241 1992 980 707 1753 493 241 1992 980 707 175
Waarvan flexibiliteitsinstrument837 241 199837 241 199
Plafond2 656 000 0002 656 000 000
Marge
4.Europa als wereldspeler10 068 842 4118 906 075 15410 068 842 4118 906 075 154
Waarvan in het kader van de overkoepelende marge voor vastleggingen243 842 411243 842 411
Plafond9 825 000 0009 825 000 000
Marge
5.Administratie9 665 513 6279 666 318 6279 665 513 6279 666 318 627
Plafond10 346 000 00010 346 000 000
Waarvan verrekend met de marge voor onvoorziene uitgaven- 318 000 000
- 318 000 000
Marge362 486 373362 486 373
Waarvan: Administratieve uitgaven van de instellingen7 579 920 6277 580 725 6277 579 920 6277 580 725 627
Submaximum8 360 000 0008 360 000 000
Waarvan verrekend met de marge voor onvoorziene uitgaven- 318 000 000
- 318 000 000
Marge462 079 373462 079 373
Totaal160 046 618 011144 261 380 690- 48 665 000
- 44 702 703
159 997 953 011144 216 677 987
Waarvan flexibiliteitsinstrument837 241 199678 340 197837 241 199678 340 197
Waarvan in het kader van de overkoepelende marge voor vastleggingen1 357 540 063- 1 900 000
1 355 640 063
Plafond159 514 000 000154 565 000 000159 514 000 000154 565 000 000
Waarvan verrekend met de marge voor onvoorziene uitgaven- 318 000 000
- 318 000 000
Marge1 344 163 25110 981 959 5071 390 928 25111 026 662 210
Andere speciale instrumenten698 540 311551 238 311698 540 311551 238 311
Algemeen totaal160 745 158 322144 812 619 001- 48 665 000
- 44 702 703
160 696 493 322144 767 916 298


(1) PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1.
(2) PB L 57 van 28.2.2018, blz. 1.
(3) PB L 191 van 27.7.2018, blz. 1.
(4) PB L XXX van XX.XX.2018 [COM(2018) 227].
(5) PB L XXX van XX.XX.2018 [COM(2018) 310].
(6) PB L XXX van XX.XX.2018 [COM(2018) 361].
(7) PB L XXX van XX.XX.2018 [COM(2018) 537].
(8) Gewijzigde begroting nr. 5/2018 (COM(2018) 537) die door het Europees Parlement op 3 oktober 2018 is goedgekeurd, heeft geen effect op de ontvangsten.
(9) Krachtens Besluit nr. 2014/335 van de Raad wordt de btw-grondslag van de lidstaten afgetopt op 50 % indien deze meer dan 50% van hun bni bedraagt. In het kader van OGB 6/2018 wordt voor vier lidstaten de btw-grondslag afgetopt op 50 % van het bni: Kroatië, Cyprus, Luxemburg en Malta.
(10) . De bedragen tegen een grijze achtergrond zijn het resultaat van de aftopping van de btw-grondslagen (zie voetnoot 9 hierboven).
(11) PB L 168 van 7.6.2014, blz. 105.
(12) Werkdocument van de Commissie van 14 mei 2014 inzake de berekening, financiering, betaling en opneming in de begroting van de correctie van begrotingsonevenwichtigheden ten behoeve van Verenigd Koninkrijk ("de Britse korting") overeenkomstig de artikelen 4 en 5 van Besluit 2014/335/EU, Euratom van de Raad betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Unie.