Toelichting bij COM(2018)332 - Machtiging tot het openen van onderhandelingen met de VS inzake de invoer van rundvlees van hoge kwaliteit van dieren die niet zijn behandeld met groeibevorderende hormonen

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel

Met dit initiatief wordt beoogd de huidige regelingen met de VS inzake de invoer van hormoonvrij rundvlees te wijzigen. Het is niet de bedoeling dat het op enigerlei wijze afbreuk doet aan het EU-verbod op met hormonen bewerkt rundvlees.

In december 2016 hebben de Verenigde Staten stappen ondernomen om de verhoogde rechten op bepaalde EU-producten opnieuw in te stellen naar aanleiding van door de rundvleesindustrie van de VS geuite bezwaren dat de Europese Unie inbreuk zou plegen op het herzien memorandum van overeenstemming met de Verenigde Staten van Amerika over de invoer van rundvlees van dieren die niet zijn behandeld met bepaalde groeibevorderende hormonen en over verhoogde rechten die door de Verenigde Staten op bepaalde producten van de Europese Unie worden toegepast van 21 oktober 2013 1 (het 'herziene MvO'). Het herziene MvO is door de Europese Unie en de Verenigde Staten van Amerika gesloten naar aanleiding van een geschillenbeslechtingsprocedure van de WTO in DS26 EC – Measures Concerning Meat and Meat Products (Hormones) en op 14 april 2014 bij het Geschillenbeslechtingsorgaan van de WTO aangemeld als een wederzijds overeengekomen oplossing om het rapport in de geschillenbeslechtingsprocedure ten uitvoer te leggen.

Overeenkomstig het originele MvO en de herziene versie ervan heeft de EU een jaarlijks tariefcontingent voor rundvlees van hoge kwaliteit geopend 2 .

Naar aanleiding van de inleiding door de Verenigde Staten in december 2016 van de procedure om de verhoogde rechten op bepaalde EU-producten opnieuw in te stellen, hebben de partijen overleg gepleegd inzake de werking van het herziene MvO als bedoeld in artikel IV daarvan.

In deze aanbeveling wordt verzocht om een machtiging om te onderhandelen over een overeenkomst met de Verenigde Staten van Amerika, na de genoemde raadplegingen, wat betreft de werking van het tariefcontingent voor rundvlees van hoge kwaliteit en mogelijk de landentoewijzing ervan.

Mogelijk zijn onderhandelingen met andere leverende landen nodig om te waarborgen dat een met de Verenigde Staten overeengekomen landentoewijzing van het genoemde tariefcontingent de bestaande rechten van die landen in het kader van de WTO/GATT-overeenkomsten eerbiedigt.

Verenigbaarheid met bestaande bepalingen op het beleidsterrein

Niet van toepassing.

Samenhang met andere beleidsgebieden van de Unie

Niet van toepassing.

2. RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

Rechtsgrondslag

Artikel 207 van het VWEU (gemeenschappelijke handelspolitiek) in samenhang met artikel 218, leden 3 en 4.

Subsidiariteit (bij niet-exclusieve bevoegdheid)

Niet van toepassing, aangezien de bevoegdheid van de Unie op het gebied van de gemeenschappelijke handelspolitiek exclusief is (artikel 3, lid 1, onder e), van het VWEU).

Evenredigheid

Niet van toepassing.

Keuze van het instrument

De sluiting van een internationale overeenkomst is de enige methode die waarborgt dat de ondertekenaars in een later stadium hetgeen is overeengekomen niet ter discussie zullen stellen.

3. RESULTATEN VAN EX-POSTEVALUATIES, RAADPLEGINGEN VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELINGEN

Evaluatie van bestaande wetgeving en controle van de resultaatgerichtheid ervan

Niet van toepassing.

Raadpleging van belanghebbenden

Van 27 maart tot en met 24 april 2018 is een openbare raadpleging gehouden over de routekaart inzake het initiatief betreffende de machtiging tot het openen van onderhandelingen over een overeenkomst met de Verenigde Staten van Amerika inzake de invoer van rundvlees van hoge kwaliteit van dieren die niet zijn behandeld met bepaalde groeibevorderende hormonen. In totaal zijn 37 bijdragen ingediend: 24 van EU-burgers, -ondernemingen of -beroepsorganisaties en 13 van bedrijven en regeringen van buiten de EU.

In de twaalf bijdragen van EU-burgers (België, Duitsland, Griekenland, Italië, Spanje en Zweden) werd blijk gegeven van steun voor een landbouw die eerbied heeft voor het milieu en voor dierenwelzijn en gezonde producten, en werd het belang van een vleesproductie zonder hormonen en antibiotica benadrukt. Sommige van deze respondenten betoogden dat de vleesconsumptie moet worden teruggedrongen.

Vier bijdragen waren afkomstig van kleine en middelgrote ondernemingen uit de EU (Griekenland, Italië en het VK), die hetzij voor het EU-initiatief waren of verzochten dat ook het beheerssysteem zou worden herzien, terwijl een andere tot een afwachtende houding opriep. Een onderneming stelde voor ondernemingen die actief zijn in de handel in rundvlees te raadplegen en ze de tijd te geven om zich aan de uitkomsten aan te passen. Een bedrijf betuigde zijn tevredenheid over de huidige aanvoer van rundvlees in het kader van het contingent.

De laatste acht bijdragen van binnen de EU kwamen van beroepsorganisaties op EU-niveau, en uit Frankrijk, Duitsland, Italië en het VK. Zij herinnerden eraan in de EU hormonen als groeibevorderaars in de veehouderij verboden zijn en waren van oordeel dat de in de EU geldende normen inzake voedselveiligheid en gezondheid moeten worden gehandhaafd. Twee organisaties benadrukten dat de onderhandelingen het volume dat in het kader van het quotum mag worden ingevoerd, niet zouden mogen verhogen. Een organisatie signaleerde ook dat antibiotica ter vervanging worden ingezet als groeibevorderaars. Een beklemtoonde dat een overeenkomst in overeenstemming met het WTO-recht moet zijn. Twee drongen erop aan dat de EU-autoriteiten de rundvleessector van de EU zouden steunen, en twee onderstreepten het belang van het vinden van een oplossing met de VS om een schadelijke handelsoorlog te voorkomen.

De dertien niet-EU-bijdragen waren voornamelijk afkomstig van Argentijnse bedrijven en beroepsorganisaties die pleitten voor de erkenning van Argentinië als partij in de onderhandelingen. Een door haar regering gesteunde Nieuw-Zeelandse vleesorganisatie benadrukte dat Nieuw-Zeeland weliswaar een kleine leverancier binnen het contingent is, maar dat de uitvoer in kwestie belangrijk is voor de Nieuw-Zeelandse economie en vroeg dat Nieuw-Zeeland zou worden geraadpleegd. De laatste twee bijdragen waren afkomstig van de Australische en Uruguayaanse regering en pleitten voor deelname aan de onderhandelingen overeenkomstig het WTO-recht.

Bijeenbrengen en benutten van deskundigheid

Niet van toepassing.

Effectbeoordeling

Niet van toepassing.

Resultaatgerichtheid en vereenvoudiging

Niet van toepassing.

Grondrechten

Niet van toepassing.

4. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

Geen.

1.

Aanbeveling voor een


BESLUIT VAN DE RAAD

houdende machtiging tot het openen van onderhandelingen over een overeenkomst met de Verenigde Staten van Amerika inzake de invoer van rundvlees van hoge kwaliteit van dieren die niet zijn behandeld met bepaalde groeibevorderende hormonen

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 207 en artikel 218, leden 3 en 4,

Gezien de aanbeveling van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

Op 21 oktober 2013 heeft de Europese Unie het herzien memorandum van overeenstemming met de Verenigde Staten van Amerika over de invoer van rundvlees van dieren die niet zijn behandeld met bepaalde groeibevorderende hormonen en over verhoogde rechten die door de Verenigde Staten op bepaalde producten van de Europese Unie worden toegepast 3 (het 'herziene MvO') gesloten.

Het herziene MvO werd gesloten na een WTO-geschillenbeslechtingsprocedure in DS26 EC – Measures concerning Meat and Meat Products (Hormones) en is op 14 april 2014 bij het geschillenbeslechtingsorgaan van de WTO aangemeld.

Overeenkomstig het originele MvO en de herziene versie ervan heeft de EU een jaarlijks tariefcontingent voor rundvlees van hoge kwaliteit geopend 4 .

De Europese Unie en de Verenigde Staten hebben overleg gepleegd over de werking van het herziene MvO, zoals bepaald in artikel IV daarvan.

Derhalve moet de Commissie worden gemachtigd tot het openen van onderhandelingen met de Verenigde Staten van Amerika over de werking, met inbegrip van de landentoewijzing, van het overeenkomstig het herziene MvO geopende tariefcontingent. De Commissie moet, overeenkomstig de WTO-regels, met betrekking tot de landentoewijzing van het genoemde tariefcontingent, voor zover nodig, ook de instemming van andere belangrijke leverende landen trachten te verwerven,


HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

2.

Artikel 1


De Commissie wordt ertoe gemachtigd namens de Europese Unie onderhandelingen met de Verenigde Staten van Amerika te openen over de werking van het tariefcontingent dat is geopend krachtens het herzien memorandum van overeenstemming met de Verenigde Staten van Amerika over de invoer van rundvlees van dieren die niet zijn behandeld met bepaalde groeibevorderende hormonen en over verhoogde rechten die door de Verenigde Staten op bepaalde producten van de Europese Unie worden toegepast van 21 oktober 2013, met inbegrip van de landentoewijzing van datzelfde tariefcontingent. De Commissie wordt er tevens toe gemachtigd namens de Europese Unie onderhandelingen met andere belangrijke leverende landen te openen, teneinde, overeenkomstig de toepasselijke WTO-regels, voor zover nodig, hun instemming met de landentoewijzing van datzelfde tariefcontingent te verwerven.

3.

Artikel 2


De onderhandelingen worden gevoerd op basis van de in de bijlage vastgestelde onderhandelingsrichtsnoeren van de Raad.

4.

Artikel 3


De Commissie voert de onderhandelingen overeenkomstig de WTO-regels en in overleg met [name of the special committee to be inserted by the Council].

5.

Artikel 4


Dit besluit is gericht tot de Commissie.

Gedaan te Brussel,

Voor de Raad,

6.

De voorzitter


(1) PB L 27 van 30.1.2014, blz. 2.
(2) PB L 148 van 8.6.2012, blz. 9.
(3) PB L 27 van 30.1.2014, blz. 2.
(4) PB L 148 van 8.6.2012, blz. 9.