Toelichting bij COM(2017)643 - Wijziging van beschikking 2003/17/EG wat betreft de gelijkwaardigheid van in Brazilië en Moldavië verrichte veldkeuringen van gewassen en van voortgebrachte zaaizaden

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Bij Beschikking 2003/17/EG van de Raad wordt gelijkwaardigheid toegekend aan veldkeuringen en de productie van zaaizaad van bepaalde soorten die in bepaalde landen buiten de EU overeenkomstig de Richtlijnen 66/401/EEG, 66/402/EEG, 2002/54/EG en 2002/57/EG plaatsvinden. De nationale bepalingen waaraan het in deze landen geoogste en gecontroleerde zaaizaad wordt onderworpen, bieden ten aanzien van de eigenschappen van het zaad en van de regelingen voor het onderzoek ervan, het waarborgen van de rasechtheid, de merking en de controle, dezelfde garanties als de bepalingen die gelden voor in de Europese Unie geoogst en gecontroleerd zaad. Aangezien Brazilië en Moldavië niet tot deze landen buiten de EU behoren, mag zaaizaad dat daar is geoogst niet in de EU worden ingevoerd.

Brazilië heeft de Commissie verzocht zijn zaaizaad van groenvoedergewassen en zaaigranen onder Beschikking 2003/17/EG van de Raad te laten vallen wat de gelijkwaardigheid van dat zaad betreft.

Moldavië heeft de Commissie verzocht zijn zaaigranen, zaaizaad van oliehoudende planten en vezelgewassen en groentezaad onder diezelfde beschikking te laten vallen wat de gelijkwaardigheid van dat zaad betreft.

Naar aanleiding van die verzoeken heeft de Commissie de wetgeving van Brazilië en Moldavië ter zake onderzocht. Vervolgens heeft zij de veldkeuringen en certificeringssystemen voor zaaizaad in Brazilië en Moldavië aan een audit onderworpen. Zij is tot de conclusie gekomen dat die voorschriften en systemen gelijkwaardig zijn aan die van de EU en dezelfde garanties bieden.

Daarom is het wenselijk zaaizaad van groenvoedergewassen en zaaigranen uit Brazilië aan te merken als gelijkwaardig aan zaad dat in de EU geoogst, geproduceerd en gecontroleerd wordt. Dit kan door goedkeuring van een besluit door het Europees Parlement en de Raad.

Ook is het wenselijk te erkennen dat zaaigranen, zaaizaad van oliehoudende planten en vezelgewassen en groentezaad uit Moldavië gelijkwaardig zijn aan zaad dat in de EU geoogst, geproduceerd en gecontroleerd wordt. Dit kan door goedkeuring van een besluit door het Europees Parlement en de Raad.

1.

Resultaten van de raadpleging van belanghebbende partijen en effectbeoordeling



De erkenning van de gelijkwaardigheid van de wettelijke voorschriften en officiële controles van een land buiten de EU met het oog op de certificering van zaaizaad is een technische maatregel. Hierbij worden de bestaande wetten en controlesystemen van een land beoordeeld om na te gaan of dat land in staat is certificering voor zaaizaad te verrichten. Deze maatregel wordt uitgevoerd overeenkomstig de voorschriften in bijlage II bij Beschikking 2003/17/EG. Aangezien het voorstel geen gevolgen heeft voor beleidsvraagstukken, is het niet noodzakelijk om een effectbeoordeling te verrichten.

Tijdens adviesbijeenkomsten met belanghebbenden en tijdens verschillende vergaderingen van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders (PAFF) is de Commissie door de zaadsector van de EU en de lidstaten verzocht een initiatief op dit gebied te nemen. Naar verwachting zal dit besluit ten goede komen aan zaadbedrijven uit de EU die actief zijn in Brazilië en Moldavië, potentiële importeurs van zaaizaad uit die landen in de EU en landbouwers in de EU, die toegang krijgen tot een groter assortiment aan zaaizaad.

De Commissie heeft gedurende vier weken een openbare raadpleging over het routeplan van dit voorstel gehouden, die op 22 augustus 2017 is afgesloten. Er werden slechts enkele reacties ontvangen, die alle positief waren en waaruit steun voor het voorstel bleek. Enkele belanghebbenden verwachtten dat het besluit de wederkerigheid van het handelsverkeer in zaaizaad zou bevorderen.

2.

Juridische elementen van het voorstel



Het voorstel is bedoeld om uitvoering te geven aan artikel 16, lid 1, van Richtlijn 66/401/EEG, artikel 16, lid 1, van Richtlijn 66/402/EEG en artikel 20, lid 1, van Richtlijn 2002/57/EG; om in Beschikking 2003/17/EG van de Raad artikel 37, lid 1, van Richtlijn 2002/55/EG betreffende de erkenning van de gelijkwaardigheid van zaaizaad van groenvoedergewassen, zaaigranen, groentezaad en zaaizaad van oliehoudende planten en vezelgewassen die in een land buiten de EU zijn geoogst, ten aanzien van de specifieke garanties en bepalingen van die richtlijn, in te voegen; en uitvoering te geven aan artikel 37, lid 1, van Richtlijn 2002/55/EG.

3.

Gevolgen voor de begroting



Geen gevolgen voor de begroting.