Toelichting bij COM(2017)564 - Standpunt EU mbt het door Moldavië ingediende uitgebreide stappenplan in verband met de uitvoering van de overeenkomst op het gebied van overheidsopdrachten

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. Onderwerp van het voorstel

Dit voorstel betreft het besluit van de Raad tot bepaling van het namens de Unie in het Associatiecomité in zijn samenstelling voor handelsvraagstukken in te nemen standpunt met betrekking tot het uitbrengen van een positief advies over het door de Republiek Moldavië ingediende uitgebreide stappenplan in verband met de uitvoering van de overeenkomst op het gebied van overheidsopdrachten.

2. Achtergrond van het voorstel

2.1.De associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Moldavië, anderzijds

De associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Moldavië, anderzijds ("de overeenkomst") heeft tot doel bij te dragen tot een geleidelijke economische integratie en een verdieping van de politieke associatie tussen de Republiek Moldavië en de Europese Unie. De overeenkomst is op 1 juli 2016 in werking getreden.

2.2.Het Associatiecomité

Het Associatiecomité is een orgaan dat is ingesteld bij de overeenkomst en dat overeenkomstig artikel 438, lid 3, van de overeenkomst de bevoegdheid heeft besluiten vast te stellen in de in de overeenkomst genoemde gevallen en op de terreinen waarvoor de Associatieraad bevoegdheden heeft overgedragen aan het Associatiecomité. Die besluiten zijn bindend voor de partijen, die de nodige maatregelen treffen voor de uitvoering ervan.

Zoals bepaald in artikel 438, lid 4, van de overeenkomst komt het Associatiecomité in zijn samenstelling voor handelsvraagstukken bijeen voor de bespreking van alle onderwerpen op het gebied van handel en daarmee verband houdende aangelegenheden in de zin van titel V van de overeenkomst. Overeenkomstig artikel 1, lid 4, van het reglement van orde van het Associatiecomité en de subcomités ("het reglement van orde") 1 bestaat het Associatiecomité in zijn samenstelling voor handelsvraagstukken uit hoge ambtenaren van de Europese Commissie en van de Republiek Moldavië met verantwoordelijkheid voor handel en daarmee verband houdende aangelegenheden. Een vertegenwoordiger van de Europese Commissie of van de Republiek Moldavië met verantwoordelijkheid voor handel en daarmee verband houdende aangelegenheden fungeert als voorzitter van het Associatiecomité in zijn samenstelling voor handelsvraagstukken. De vergaderingen worden ook bijgewoond door een vertegenwoordiger van de Europese dienst voor extern optreden.

Overeenkomstig artikel 438, lid 3, van de overeenkomst en artikel 11, lid 1, van het reglement van orde stelt het Associatiecomité zijn besluiten vast in onderlinge overeenstemming tussen de partijen na voltooiing van de desbetreffende interne procedures. Besluiten en aanbevelingen worden ondertekend door de voorzitter van het Associatiecomité en gewaarmerkt door de secretarissen van het Associatiecomité.

2.3.De beoogde handeling van het Associatiecomité in zijn samenstelling voor handelsvraagstukken

Het Associatiecomité in zijn samenstelling voor handelsvraagstukken zal een besluit vaststellen waarmee het een positief advies uitbrengt over het door de Republiek Moldavië ingediende uitgebreide stappenplan in verband met de uitvoering van de overeenkomst op het gebied van overheidsopdrachten ("de beoogde handeling").

Het doel van het positieve advies over het stappenplan is het stroomlijnen van de aanpassing van de wetgeving van de Republiek Moldavië op het gebied van overheidsopdrachten zoals vastgesteld in artikel 272 van de overeenkomst. Deze stap is een integrerend onderdeel van het proces van tenuitvoerlegging van de overeenkomst. Het stappenplan wordt beschouwd als referentiedocument voor de tenuitvoerlegging van de overeenkomst met de Republiek Moldavië op het gebied van overheidsopdrachten.

De beoogde handeling zal voor de partijen bindend zijn overeenkomstig artikel 438, lid 3, van de overeenkomst, waarin het volgende is bepaald: 'Het Associatiecomité is bevoegd om besluiten vast te stellen in de in deze overeenkomst genoemde gevallen en op de terreinen waarvoor de Associatieraad bevoegdheden heeft overgedragen aan het Associatiecomité. Deze besluiten zijn bindend voor de partijen, die de nodige maatregelen treffen voor de uitvoering ervan'.

3. Namens de Unie in te nemen standpunt

Dit voorstel voor een besluit van de Raad stelt het standpunt van de Unie vast met betrekking tot een in het bij de overeenkomst opgerichte Associatiecomité vast te stellen besluit in relatie tot een positief advies over het door de Republiek Moldavië ingediende uitgebreide stappenplan in verband met de uitvoering van de overeenkomst op het gebied van overheidsopdrachten.

Pas nadat het Associatiecomité in zijn samenstelling voor handelsvraagstukken een positief advies over het stappenplan heeft uitgebracht, kan de Republiek Moldavië de aanpassing van de wetgeving op het gebied van overheidsopdrachten als vastgesteld in artikel 272 van de overeenkomst stroomlijnen.

Het door de Republiek Moldavië ingediende stappenplan met betrekking tot overheidsopdrachten voldoet aan de eisen van artikel 272, leden 1 en 2, van de overeenkomst.

Dit voorstel sluit aan op en draagt bij tot de uitvoering van andere externe beleidslijnen van de Unie, met name het Europees nabuurschapsbeleid en het beleid inzake ontwikkelingssamenwerking met betrekking tot de Republiek Moldavië.

De bepalingen van de overeenkomst op het gebied van handel en daarmee verband houdende aangelegenheden werden in 2009 onderworpen aan een effectbeoordeling vooraf en in 2012 aan de duurzaamheidseffectbeoordeling voor het handelsverkeer van DG Handel van de Commissie, waarvan in de onderhandelingen voor een diepe en brede vrijhandelsruimte is gebruikgemaakt. Uit dat onderzoek bleek dat de uitvoering van de bepalingen op het gebied van handel en daarmee verband houdende aangelegenheden geen negatieve gevolgen zal hebben voor de Unie, het acquis van de Unie of haar beleidsterreinen, en naar verwachting een positief effect zal hebben op de economische ontwikkeling van de Republiek Moldavië. Het voorstel heeft geen nadelige invloed op het economisch, sociaal of milieubeleid van de Unie.

De overeenkomst valt momenteel niet onder de Refit-procedures, zij brengt geen kosten mee voor kleine en middelgrote ondernemingen in de Unie en levert geen problemen op vanuit het oogpunt van de digitale omgeving.

4. Rechtsgrondslag

4.1.Procedurele rechtsgrondslag

1.

4.1.1.Beginselen


Artikel 218, lid 9, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) voorziet in de vaststelling van besluiten tot bepaling van 'de standpunten die namens de Unie worden ingenomen in een krachtens een overeenkomst opgericht lichaam, wanneer dit lichaam handelingen met rechtsgevolgen vaststelt, met uitzondering van handelingen tot aanvulling of wijziging van het institutionele kader van de overeenkomst'.

Het begrip 'handelingen met rechtsgevolgen' omvat tevens handelingen die rechtsgevolgen hebben uit hoofde van de op het betrokken lichaam toepasselijke volkenrechtelijke bepalingen. Onder dit begrip vallen tevens instrumenten die volkenrechtelijk niet bindend zijn, maar die "beslissende invloed [hebben] op de inhoud van de regelgeving die de wetgever van de Unie vaststelt" 2 .

2.

4.1.2.Toepassing op het onderhavige geval


Het Associatiecomité is een lichaam dat krachtens een overeenkomst is opgericht, namelijk de associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Moldavië, anderzijds.

In artikel 272, lid 3, van de overeenkomst wordt bepaald dat het stappenplan na een positief advies van het Associatiecomité in zijn samenstelling voor handelsvraagstukken als referentiedocument voor de tenuitvoerlegging van dit hoofdstuk wordt beschouwd. Uit hoofde van artikel 438, lid 3, van de overeenkomst is het Associatiecomité bevoegd om besluiten vast te stellen in de in de overeenkomst genoemde gevallen. Zoals bepaald in artikel 438, lid 4, van de overeenkomst komt het Associatiecomité in zijn samenstelling voor handelsvraagstukken bijeen voor de bespreking van alle onderwerpen op het gebied van handel en daarmee verband houdende aangelegenheden in de zin van titel V van de overeenkomst.

De door het Associatiecomité in zijn samenstelling voor handelsvraagstukken vast te stellen handeling is een handeling met rechtsgevolgen. De beoogde handeling zal overeenkomstig artikel 438, lid 3, van de overeenkomst bindend zijn voor de partijen.

De beoogde handeling strekt niet tot aanvulling of wijziging van het institutionele kader van de overeenkomst.

De procedurele rechtsgrondslag voor het voorgestelde besluit van de Raad is derhalve artikel 218, lid 9, VWEU.

4.2.Materiële rechtsgrondslag

3.

4.2.1.Beginselen


De materiële rechtsgrondslag voor een overeenkomstig artikel 218, lid 9, VWEU te nemen besluit wordt in de eerste plaats bepaald door de doelstelling en de inhoud van de beoogde handeling ten aanzien waarvan namens de Unie een standpunt moet worden ingenomen. Wanneer de beoogde handeling een tweeledige doelstelling heeft of bestaat uit twee componenten, waarvan er een kan worden gezien als hoofddoelstelling of overwegende component, terwijl de andere doelstelling of de andere component slechts ondergeschikt is, moet het overeenkomstig artikel 218, lid 9, VWEU te nemen besluit op één materiële rechtsgrondslag worden gebaseerd, namelijk die welke vereist is gelet op de hoofddoelstelling of de overwegende component.

4.

4.2.2.Toepassing op het onderhavige geval


De doelstelling en de inhoud van de beoogde handeling hebben in de eerste plaats betrekking op het uitbrengen van een positief advies over het door de Republiek Moldavië ingediende uitgebreide stappenplan in verband met de uitvoering van de overeenkomst op het gebied van overheidsopdrachten. De doelstelling en de inhoud van de beoogde handeling houden derhalve in de eerste plaats verband met de gemeenschappelijke handelspolitiek, die het voorwerp vormt van artikel 207.

De materiële rechtsgrondslag voor het voorgestelde besluit van de Raad is derhalve artikel 207, VWEU.

4.3.Conclusie

De rechtsgrondslag voor het voorgestelde besluit van de Raad is artikel 207, VWEU in samenhang met artikel 218, lid 9, VWEU.