Toelichting bij COM(2017)382 - Standpunt EU over een besluit van het EPO-comité EG-oostelijk en zuidelijk Afrika betreffende de toetreding van Kroatië en de lijst van geassocieerde landen en gebieden

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel

Bijgaand voorstel is het rechtsinstrument voor het vaststellen van het standpunt van de Unie dat in een krachtens een overeenkomst tussen de Unie en derde landen opgericht lichaam namens haar moet worden ingenomen. Het heeft met name betrekking op de tenuitvoerlegging van de Tussentijdse Overeenkomst tot vaststelling van een kader voor een Economische Partnerschapsovereenkomst tussen staten in oostelijk en zuidelijk Afrika, enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds (hierna 'de overeenkomst' genoemd), wat betreft de vaststelling van een besluit van het krachtens de overeenkomst opgerichte EPO-comité; het besluit van het EPO-comité is aan het besluit van de Raad gehecht.

De overeenkomst is op 29 augustus 2009 ondertekend en wordt vanaf 14 mei 2012 voorlopig toegepast.

De overeenkomst is van toepassing, enerzijds, op het grondgebied waar het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie van toepassing is en onder de in dat Verdrag gestelde voorwaarden en, anderzijds, op het grondgebied van de ondertekenende staten in oostelijk en zuidelijk Afrika (Madagaskar, Mauritius, de Seychellen en Zimbabwe).

In artikel 67 van de overeenkomst is vastgesteld dat het EPO-comité kan besluiten tot overgangs- of wijzigingsmaatregelen die eventueel noodzakelijk zijn in verband met de toetreding van nieuwe lidstaten tot de Europese Unie. De Republiek Kroatië is op 1 juli 2013 tot de Europese Unie toegetreden en heeft haar akte van toetreding tot de overeenkomst op 22 maart 2017 neergelegd.

Bijlage IX bij Protocol 1 bij de overeenkomst bevat een lijst van de landen en gebieden overzee voor de doeleinden van dit protocol, onverminderd het statuut van deze landen en gebieden of de ontwikkeling van dat statuut. In artikel 70 van de overeenkomst is bepaald dat de bijlagen en protocollen bij de overeenkomst een integrerend deel van de overeenkomst vormen en door het EPO-comité kunnen worden herzien en/of gewijzigd.

Saint-Barthélemy (Frankrijk) is op 1 januari 2012 een met de Europese Unie geassocieerd overzees gebied geworden. Mayotte (Frankrijk) is op 1 januari 2014 een ultraperifeer gebied van de Europese Unie geworden. Op dezelfde dag is Besluit 2013/755/EU van de Raad betreffende de associatie van de landen en gebieden overzee met de Europese Unie in werking getreden, dat van toepassing is op alle landen en gebieden overzee die zijn opgenomen in bijlage II bij het VWEU. De lijst van landen en gebieden overzee in bijlage IX bij Protocol 1 bij de overeenkomst moet derhalve worden bijgewerkt.

De Europese Unie moet derhalve een standpunt bepalen met betrekking tot de vaststelling van een besluit van het EPO-comité betreffende de toetreding van de Republiek Kroatië tot de Europese Unie en wijzigingen in de lijst van met de Europese Unie geassocieerde landen en gebieden.

Dit besluit van de Raad heeft als bijlage een ontwerpbesluit dat door het EPO-comité moet worden vastgesteld.

Verenigbaarheid met bestaande bepalingen op het beleidsterrein

Met dit voorstel wordt op basis van de bovengenoemde overeenkomst uitvoering gegeven aan de gemeenschappelijke handelspolitiek van de Unie jegens partnerlanden. De voorgestelde wijzigingen van de overeenkomst zijn verenigbaar met het VWEU en de overeenkomst.

Verenigbaarheid met andere beleidsterreinen van de Unie

De voorgestelde wijzigingen van de overeenkomst zijn verenigbaar met ander beleid van de Unie.

2. RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

Rechtsgrondslag

De rechtsgrondslag van dit besluit van de Raad is het VWEU, met name artikel 207, in samenhang met artikel 218, lid 9.

Subsidiariteit (voor niet-exclusieve bevoegdheden)

De gemeenschappelijke handelspolitiek is krachtens artikel 3 VWEU een exclusieve bevoegdheid van de Unie. Het subsidiariteitsbeginsel is derhalve niet van toepassing.

Evenredigheid

Dit voorstel is nodig om de in de overeenkomst neergelegde internationale verplichtingen van de Unie na te komen.

Keuze van het instrument

Dit voorstel is in overeenstemming met artikel 218, lid 9, VWEU, uit hoofde waarvan de Raad besluiten over internationale overeenkomsten vaststelt. Er is geen ander rechtsinstrument dat kan worden gebruikt om de in dit voorstel geformuleerde doelstelling te bereiken.

3. EVALUATIE, RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELING

Evaluatie van bestaande wetgeving en controle van de resultaatgerichtheid ervan

Niet van toepassing.

Raadpleging van belanghebbenden

Niet van toepassing.

Bijeenbrengen en gebruik van expertise

Niet van toepassing.

Effectbeoordeling

Niet van toepassing.

Gezonde regelgeving en vereenvoudiging

Het voorstel valt niet onder Refit-procedures; brengt geen kosten met zich mee voor kleine en middelgrote ondernemingen; en levert geen problemen op vanuit het oogpunt van de digitale omgeving.

Grondrechten

Het voorstel heeft geen gevolgen voor de bescherming van de grondrechten in de Unie.

4. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

Dit voorstel heeft geen gevolgen voor de begroting.

5. OVERIGE ELEMENTEN

Uitvoeringsplanning en regelingen betreffende controle, evaluatie en rapportage

Niet van toepassing.

Toelichtende stukken (bij richtlijnen)

Niet van toepassing.

Artikelsgewijze toelichting

Dit voorstel is bedoeld om het standpunt van de Unie vast te stellen ten aanzien van een besluit dat door het gemengd institutioneel orgaan van die overeenkomst, d.w.z. het EPO-comité, moet worden vastgesteld. De toetredingsclausule in artikel 66 van de overeenkomst voorziet in de 'automatische toetreding' van Kroatië tot de overeenkomst door neerlegging van een akte van toetreding bij het secretariaat-generaal van de Raad van de EU. Voor de latere wijzigingen die noodzakelijk zijn ten gevolge van de toetreding voorziet de toetredingsclausule in een besluit van het EPO-comité.

Met betrekking tot de wijzigingen in de lijst van landen en gebieden overzee is in artikel 70 van de overeenkomst bepaald dat de bijlagen en protocollen bij de overeenkomst een integrerend deel van de overeenkomst vormen en door het EPO-comité kunnen worden herzien en/of gewijzigd.