Toelichting bij COM(2010)789 - Mededeling aan het EP over het Raadsstandpunt inzake wijziging van Verordening (EG) nr. 1889/2006 tot instelling van een financieringsinstrument voor de bevordering van democratie en mensenrechten in de wereld

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

52010DC0789

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT overeenkomstig artikel 294, lid 6, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, betreffende het standpunt van de Raad met het oog op de aanneming van een Verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1889/2006 tot instelling van een financieringsinstrument voor de bevordering van democratie en mensenrechten in de wereld /* COM/2010/0789 def. - COD 2009/0060 */


[afbeelding - zie origineel document] EUROPESE COMMISSIE

Brussel, 13.12.2010

COM(2010) 789 definitief

2009/0060/B (COD)

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT

overeenkomstig artikel 294, lid 6, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, betreffende het standpunt van de Raad met het oog op de aanneming van een Verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1889/2006 tot instelling van een financieringsinstrument voor de bevordering van democratie en mensenrechten in de wereld

2009/0060/B (COD)

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT

overeenkomstig artikel 294, lid 6, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, betreffende het standpunt van de Raad met het oog op de aanneming van een Verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1889/2006 tot instelling van een financieringsinstrument voor de bevordering van democratie en mensenrechten in de wereld

1.

Achtergrond



Toezending van het voorstel aan het Europees Parlement en de Raad (document COM(2009) 194 definitief – (2009/0060B COD): toezending: 21 april 2009 rectificatie: 30 november 2009, gewijzigd: 1 december 2009 (inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon)

Advies van het Europees Parlement in eerste lezing: 21 oktober

Toezending van het gewijzigde voorstel: […].

Goedkeuring van het standpunt van de Raad: 10 december

2.

Doel van het voorstel


VAN DE COMMISSIE

De diverse financiële instrumenten van de EU voor externe samenwerking bevatten een kleine inconsistentie met betrekking tot de uitzonderingen op het beginsel van niet-subsidiabiliteit in het kader van EU-financiering van kosten die betrekking hebben op belastingen, heffingen en andere lasten die door derde landen worden opgelegd.

Het Europees instrument voor democratie en mensenrechten (EIDHR) kent geen flexibiliteit in verband met de niet-subsidiabiliteit van dergelijke kosten. Bij de andere instrumenten mag de steun van de EU 'in beginsel' niet worden aangewend om deze kosten te financieren. Dit betekent dat er ruimte is voor flexibiliteit op individuele basis, en de bevoegde ordonnateur kan, in voorkomend geval en in het belang van gezond financieel beheer en de goede uitvoering van de programma’s en projecten, beslissen dat deze kosten in aanmerking komen voor financiering.

In het voorstel worden daarom slechts de woorden 'in beginsel' aan de tekst toegevoegd.

3. COMMENTAAR OP HET STANDPUNT VAN DE RAAD

3.1. Algemene opmerkingen inzake het standpunt van de Raad

De Commissie kan zich vinden in het standpunt van de Raad dat overeenstemt met het aanvankelijke voorstel van de Commissie en met de eerste lezing van het Europees Parlement, met uitzondering van de specifieke punten die hieronder worden genoemd.

3.2. Voornaamste kenmerken van het standpunt van de Raad

Het standpunt van de Raad omvat de volgende belangrijke elementen:

- Belastingen en heffingen: De formulering ' in beginsel ' wordt toegevoegd aan de niet-subsidiabiliteit van belastingen, heffingen en andere lasten, waarmee de mogelijkheid van uitzonderingen wordt aangeduid, die intern worden geregeld door de instructies aan de bevoegde ordonnateurs.

- Gesplitst over twee afzonderlijke besluiten: één voor het Instrument voor Ontwikkelingssamenwerking (DCI) en één voor het Europees instrument voor democratie en mensenrechten (EIDHR). Aanvankelijk had de Commissie één besluit voorgesteld met dezelfde wijziging voor beide instrumenten. De equivalente wijziging van het DCI (toevoeging van 'in beginsel') is nu opgenomen in het standpunt van de Raad over COM (2010)102 definitief – 2010/0059 COD (wijziging van het DCI tot opname van begeleidende maatregelen in de bananensector).

3.3. Specifieke punten (amendementen van het Parlement die door de Raad zijn afgewezen):

Gedelegeerde wetgevingshandelingen (overeenkomstig artikel 290 VWEU): Het Parlement streefde met zijn amendementen in eerste lezing ernaar om deze procedure toe te passen op de goedkeuring van strategische meerjarendocumenten door de Commissie. Ondanks lange en intensieve onderhandelingen (met name de trialogen op 2 februari, 23 maart en 20 oktober) was het niet mogelijk over dit punt tot overeenstemming te komen. De Raad heeft deze wijzigingsvoorstellen in zijn standpunten in eerste lezing niet aanvaard. De Commissie is bereid verder inspanningen te leveren om de standpunten van de instellingen met elkaar te verzoenen en wegen te vinden om tegemoet te komen aan de belangrijke zorg die spreekt uit de amendementen van het Parlement, meer bepaald door te verzekeren dat het Parlement adequaat toezicht kan uitoefenen over de formulering van de strategieën voor externe samenwerking en de correcte tenuitvoerlegging van de externe financieringsinstrumenten.

4. CONCLUSIE

De Commissie kan in eerste lezing instemmen met het standpunt van de Raad.