Toelichting bij COM(2010)641 - Structuur en de tarieven van de accijns op tabaksfabrikaten

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. Op 11 oktober 2007 heeft de Commissie een voorstel voor een richtlijn van de Raad ingediend tot codificatie van Richtlijn 92/79/EEG van de Raad van 19 oktober 1992 inzake de onderlinge aanpassing van de belastingen op sigaretten, Richtlijn 92/80/EEG van de Raad van 19 oktober 1992 inzake de onderlinge aanpassing van de belastingen op andere tabaksfabrikaten dan sigaretten en Richtlijn 95/59/EG van de Raad van 27 november 1995 betreffende de belasting, andere dan omzetbelasting, op het verbruik van tabaksfabrikaten i.

2. In haar advies van 21 november 2007 was de uit vertegenwoordigers van de Juridische Diensten bestaande adviesgroep, bedoeld in het Interinstitutioneel Akkoord van 20 december 1994 voor een versnelde werkmethode voor de officiële codificatie van wetteksten i, van oordeel dat het in punt 1 genoemde voorstel zich inderdaad beperkt tot een loutere codificatie zonder inhoudelijke wijzigingen van de besluiten waarop het betrekking heeft.

3. Gelet op de wijzigingen i van het in punt 1 genoemde voorstel en op de werkzaamheden ter zake die reeds in de loop van de wetgevingsprocedure hebben plaatsgevonden, heeft de Commissie besloten overeenkomstig artikel 293, lid 2, TWEU een gewijzigd voorstel tot codificatie van de betrokken richtlijnen in te dienen.

In dit gewijzigde voorstel is tevens rekening gehouden met de louter formele of redactionele aanpassingen die door de uit vertegenwoordigers van de Juridische Diensten bestaande adviesgroep zijn voorgesteld en die gegrond worden geacht i.

4. In dit gewijzigde voorstel zijn ten opzichte van het in punt 1 genoemde voorstel de volgende wijzigingen aangebracht:

1) De eerste aanhaling is vervangen door:

„ Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 113, ”.

2) In de tweede aanhaling is het woord „ Europese ” ingevoegd voor „ Commissie ”.

3) De volgende derde aanhaling is ingevoegd:

„ Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen, ”.

4) Een nieuwe laatste aanhaling is toegevoegd, die als volgt luidt:

„ Handelend volgens een bijzondere wetgevingsprocedure, ”.

5) De volgende overweging 2 wordt ingevoegd:

i De wetgeving van de Unie betreffende de belasting van tabaksproducten dient te zorgen voor de goede werking van de interne markt en een hoog niveau van gezondheidsbescherming, zoals vereist bij artikel 168 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en rekening gehouden met het feit dat tabaksproducten de gezondheid ernstig kunnen schaden en dat de Unie partij is bij de kaderovereenkomst van de Wereldgezondheidsorganisatie voor de bestrijding van tabaksgebruik. De bestaande situatie voor elk van de verschillende soorten tabaksfabrikaten dient in aanmerking te worden genomen. ” .

6) Overweging 2 is vernummerd tot overweging 3 en is vervangen door:

i Een van de doelstellingen van het Verdrag betreffende de Europese Unie is de instandhouding van een economische unie waarvan de kenmerken analoog zijn aan die van een binnenlandse markt, waarin gezonde mededinging bestaat. De verwezenlijking van dit doel met betrekking tot de sector tabaksfabrikaten veronderstelt dat de in de lidstaten op het verbruik van producten van deze sector geheven belasting zodanig wordt toegepast dat de mededingingsvoorwaarden niet worden vervalst en het vrije verkeer van deze producten binnen de Unie niet wordt belemmerd. ” .

7) Overweging 3 is vernummerd tot overweging 9.

8) Overweging 4 is vervangen door:

„ (4 ) De verschillende soorten tabaksfabrikaten die zich van elkaar onderscheiden door hun eigenschappen en door hun gebruiksdoeleinden, moeten worden gedefinieerd .”.

9) Overweging 5 is vernummerd tot overweging 6, en overweging 6 is vernummerd tot overweging 5.

10) Overweging 8 is vernummerd tot overweging 11.

11) De volgende overweging 8 is ingevoegd:

„( 8) In het belang van een uniforme en billijke belastingheffing moet de definitie van sigaretten, sigaren en cigarillo’s en van andere vormen van rooktabak worden vastgesteld zodat tabaksrolletjes die op grond van hun lengte als twee of meer sigaretten kunnen worden beschouwd, voor accijnsdoeleinden worden behandeld als twee of meer sigaretten, een sigaarsoort die in veel opzichten lijkt op een sigaret, voor accijnsdoeleinden wordt beschouwd als een sigaret, rooktabak die in veel opzichten lijkt op tabak van fijne snede die bedoeld is voor het rollen van sigaretten, voor accijnsdoeleinden als tabak van fijne snede wordt beschouwd, en tabaksafval duidelijk wordt gedefinieerd. Gezien de economische moeilijkheden die een onmiddellijke toepassing voor de betrokken Duitse en Hongaarse marktdeelnemers zou kunnen veroorzaken, verdient het aanbeveling Duitland en Hongarije te machtigen de toepassing van de definitie van sigaren en cigarillo’s uit te stellen tot uiterlijk 1 januari 2015. ”.

12) De overwegingen 9 en 10 zijn vernummerd tot overweging 17, die als volgt luidt:

„( 17) Wat andere producten dan sigaretten betreft, dient een geharmoniseerd belastingeffect te worden bewerkstelligd voor alle producten die tot een zelfde groep tabaksfabrikaten behoren. De vaststelling van een totale minimumaccijns uitgedrukt als een percentage dan wel als een bedrag per kilogram of per aantal stuks, is het meest geschikt voor de werking van de interne markt. ”.

13) De overwegingen 11, 13 en 14 zijn geschrapt.

14) Overweging 12 is vernummerd tot overweging 20; in die overweging zijn de woorden „ de Portugese Republiek ” vervangen door „ Portugal ”.

15) De volgende overwegingen 12 tot en met 16, 18, 19, 21 en 22 zijn ingevoegd:

„( 12) Onverminderd de gemengde belastingstructuur van het specifieke deel en het maximale percentage van de totale belastingdruk dat het kan uitmaken, moeten de lidstaten effectieve middelen krijgen om een specifieke accijns of een minimumaccijns op sigaretten te heffen, teneinde te garanderen dat ten minste een zekere minimumbelastingdruk van toepassing is binnen de Unie.

Voor de goede werking van de interne markt is het vereist minimumaccijnzen voor alle categorieën tabaksfabrikaten vast te stellen.

Wat het ad–valorem minimum voor sigaretten betreft, dient een neutraal mededingingsklimaat voor de fabrikanten te worden gewaarborgd, de fragmentering van de tabaksmarkten te worden teruggedrongen en meer gewicht te worden gegeven aan gezondheidsdoelstellingen. Dit dient derhalve te worden gerelateerd aan de gewogen gemiddelde kleinhandelsprijs en het nominale minimum moet van toepassing worden op alle sigaretten. Om dezelfde redenen moet de gewogen gemiddelde kleinhandelsprijs ook dienen als maatstaf voor het bepalen van het aandeel van het specifieke accijnsrecht in de totale belastingdruk.

Wat de prijzen en de accijnzen betreft, met name voor sigaretten, die veruit de belangrijkste categorie van tabaksproducten zijn, en voor tabak van fijne snede bestemd voor het rollen van sigaretten, bestaan er nog altijd aanzienlijke verschillen tussen de lidstaten die de werking van de interne markt kunnen verstoren. Een zekere mate van convergentie tussen de door de lidstaten toegepaste belastingtarieven zou de fraude en de smokkel in de Unie helpen terugdringen.

Een dergelijke convergentie zou tevens een hoog niveau van bescherming van de gezondheid van de mens helpen garanderen. De belastingdruk speelt een belangrijke rol in de prijs van een tabaksproduct, die op zijn beurt het rookgedrag van de consument beïnvloedt. Fraude en smokkel ondergraven het fiscaal gestuurde prijsniveau in het bijzonder van sigaretten en van tabak van fijne snede bestemd voor het rollen van sigaretten, zodat de verwezenlijking van de doelstellingen van het tabakontmoedigingsbeleid en de gezondheidsbescherming in het gedrang komt.

Wat tabak van fijne snede bestemd voor het rollen van sigaretten betreft, moet het ad-valoremminimum in de Unie zodanig worden opgezet dat het bereikte effect vergelijkbaar is met het bij sigaretten bereikte effect en moet hiertoe de gewogen gemiddelde kleinhandelsprijs als maatstaf worden genomen.

Teneinde een grotere convergentie te bewerkstelligen en het verbruik te verminderen, dient de minimumbelastingdruk voor sigaretten en tabak van fijne snede bestemd voor het rollen van sigaretten in de Unie derhalve te worden verhoogd.

Overgangsperioden zouden de lidstaten in staat moeten stellen zich soepel aan te passen aan de totale accijnstarieven en daardoor neveneffecten te vermijden.

Om het economische en sociale evenwicht van Corsica niet in gevaar te brengen is het nodig en gerechtvaardigd om te voorzien in een fiscale uitzonderingsmaatregel, tot en met 31 december 2015, op grond waarvan Frankrijk een lager accijnstarief dan het nationale accijnstarief kan toepassen op sigaretten en andere tabaksfabrikaten die op Corsica tot verbruik worden aangegeven. Tegen die tijd dient de accijnsregeling voor de op Corsica tot verbruik uitgeslagen tabaksfabrikaten volledig aangepast te zijn aan die welke in continentaal Frankrijk geldt. Om een te bruuske overgang te vermijden, is het evenwel opportuun om de accijns op sigaretten en tabak van fijne snede bestemd voor het rollen van sigaretten op Corsica stapsgewijze te verhogen. ”.

16) Overweging 15 is vernummerd tot overweging 23.

17) Overweging 16 is vernummerd tot overweging 24 en in die overweging is het woord „ ingevoerd ” vervangen door „ voorzien in ”.

18) Overweging 17 is vernummerd tot overweging 25.

19) In artikel 2, lid 3, zijn de woorden „ communautaire bepalingen ” vervangen door „ bepalingen van de Unie ”.

20) In artikel 3 is lid 2 vervangen door het volgende:

„2. Een tabaksrolletje als bedoeld in lid 1 wordt voor de toepassing van de accijns als twee sigaretten beschouwd wanneer het, zonder filter of mondstuk, meer dan 8 cm doch niet meer dan 11 cm lang is, en als drie sigaretten wanneer het, zonder filter of mondstuk, meer dan 11 cm doch niet meer dan 14 cm lang is, enzovoort.”.

21) Artikel 4 is vervangen door:

„ Artikel 4

1. Voor de toepassing van deze richtlijn worden de volgende producten als sigaren of cigarillo’s beschouwd, indien zij geschikt zijn om en, gelet op hun kenmerken en de normale verwachtingen van de consument, uitsluitend bestemd zijn om als zodanig te worden gerookt:

a) tabaksrolletjes met een dekblad van natuurtabak;

b) tabaksrolletjes bestaande uit een gebroken melange, met een dekblad van gereconstitueerde tabak dat de normale kleur heeft van een sigaar en het product volledig omhult, in voorkomend geval met inbegrip van het filter, doch zonder het mondstuk (voor sigaren met mondstuk), en waarvan het gewicht per stuk, zonder filter of mondstuk, niet minder dan 2,3 g en niet meer dan 10 g bedraagt en de omtrek over ten minste een derde van de lengte 34 mm of meer bedraagt.

2. In afwijking van lid 1 mogen Duitsland en Hongarije artikel 3 van Richtlijn 95/59/EG, als gewijzigd bij Richtlijn 2002/10/EG, blijven toepassen tot en met 31 december 2014.

3. Met sigaren en cigarillo’s worden gelijkgesteld producten die gedeeltelijk uit andere stoffen dan tabak bestaan, maar die aan de overige criteria van lid 1 voldoen.”.

22) In artikel 5, lid 1, is punt b) vervangen door:

„ b) tabaksafval, verpakt voor verkoop aan de consument, dat niet onder de artikelen 3 en 4 valt en dat geschikt is om te worden gerookt. Voor de toepassing van dit artikel wordt onder tabaksafval verstaan de resten van tabaksbladeren en bijproducten die uit de verwerking van tabak of de vervaardiging van tabaksproducten ontstaan. ” .

23) In artikel 5 is lid 2 vervangen door:

„2. Als tabak van fijne snede voor het rollen van sigaretten wordt beschouwd, rooktabak die voor meer dan 25 gewichtsprocenten tabaksdeeltjes met een snijbreedte van minder dan 1,5 mm bevat.

Voorts mogen de lidstaten als tabak van fijne snede voor het rollen van sigaretten beschouwen, rooktabak die voor meer dan 25 gewichtsprocenten tabaksdeeltjes met een snijbreedte van meer dan 1,5 mm of meer bevat en die verkocht is of bestemd is om te worden verkocht voor het rollen van sigaretten.”.

24) In artikel 6, in de aanhef van artikel 13, in artikel 14, lid 1, onder a), en in artikel 15, lid 1, eerste alinea, is het woord „ Gemeenschap ” vervangen door „ Unie ”.

25) Artikel 7 is vernummerd tot artikel 9. In lid 2, onder c), van dat artikel zijn de woorden „ belasting over de toegevoegde waarde (BTW) ” vervangen door „ btw ”.

26) Artikel 8 is vernummerd tot artikel 7. De volgende wijzigingen zijn daarin aangebracht:

i) in lid 1, eerste alinea, is het woord „ Gemeenschap ” vervangen door de woorden „ Unie ”;

ii) in lid 1, tweede alinea, zijn de woorden „ kan elke lidstaat ” vervangen door „ kunnen de lidstaten ”;

iii) lid 4 is vervangen door:

„4. Zo nodig kan voor de accijns op sigaretten een minimumaccijnsbedrag worden vastgesteld, op voorwaarde dat de gemengde belastingstructuur en de bandbreedte voor het specifieke deel van de accijns overeenkomstig artikel 8 strikt worden geëerbiedigd.”.

27) Artikel 9 is vernummerd tot artikel 10 en is vervangen door:

„ Artikel 10

1. De totale accijns (specifiek recht en ad-valoremrecht exclusief btw) op sigaretten bedraagt ten minste 57 % van de gewogen gemiddelde kleinhandelsprijs van de tot verbruik uitgeslagen sigaretten. Ongeacht de gewogen gemiddelde kleinhandelsprijs bedraagt die accijns niet minder dan 64 EUR per 1 000 sigaretten.

Het in de eerste alinea bedoelde minimum van 57 % is niet van toepassing op de lidstaten die een accijns heffen van ten minste 101 EUR per 1 000 sigaretten op basis van de gewogen gemiddelde kleinhandelsprijs.

2. Met ingang van 1 januari 2014 bedraagt de totale accijns ten minste 60 % van de gewogen gemiddelde kleinhandelsprijs van tot verbruik uitgeslagen sigaretten. Ongeacht de gewogen gemiddelde kleinhandelsprijs bedraagt die accijns niet minder dan 90 EUR per 1 000 sigaretten.

Het in de eerste alinea bedoelde minimum van 60 % is niet van toepassing op de lidstaten die een accijns heffen van ten minste 115 EUR per 1 000 sigaretten op basis van de gewogen gemiddelde kleinhandelsprijs.

Aan Bulgarije, Estland, Griekenland, Letland, Litouwen, Hongarije, Polen en Roemenië wordt een overgangsperiode tot en met 3 1 december 2017 toegestaan om te voldoen aan de voorschriften van de eerste en tweede alinea.

3. De lidstaten verhogen geleidelijk de accijns om op de in lid 2 genoemde data aan de in dat lid bedoelde minima te voldoen.”.

28) Artikel 10 is vernummerd tot artikel 11 en is vervangen door:

„ Artikel 11

1. Wanneer de gewogen gemiddelde kleinhandelsprijs van sigaretten in een lidstaat verandert, waardoor de totale accijns onder het in de eerste zin van lid 1, respectievelijk van lid 2 van artikel 10 bepaalde minimum daalt, kan de betrokken lidstaat wachten met het aanpassen van de accijns tot uiterlijk 1 januari van het tweede jaar volgende op het jaar waarin de verandering zich heeft voorgedaan.

2. Indien een lidstaat het btw-tarief voor sigaretten verhoogt, kan de totale accijns worden verlaagd met een bedrag dat, uitgedrukt als percentage van de gewogen gemiddelde kleinhandelsprijs, gelijk is aan de verhoging van het btw-tarief, eveneens uitgedrukt als percentage van de gewogen gemiddelde kleinhandelsprijs, zelfs indien een dergelijke aanpassing tot gevolg heeft dat de totale accijns daalt onder het in de eerste zin van lid 1, respectievelijk lid 2 van artikel 10 bepaalde minimum, uitgedrukt als percentage van de gewogen gemiddelde kleinhandelsprijs.

De lidstaat verhoogt die accijns evenwel opnieuw tot die minima uiterlijk op 1 januari van het tweede jaar volgende op het jaar waarin de accijns werd verlaagd.”.

29) Artikel 11 is vernummerd tot artikel 8 en is vervangen door:

„ Artikel 8

1. Het percentage van het specifieke deel van de accijns op sigaretten ten opzichte van de totale belastingdruk wordt vastgesteld op basis van de gewogen gemiddelde kleinhandelsprijs.

2. De gewogen gemiddelde kleinhandelsprijs is gelijk aan de op basis van de kleinhandelsprijs inclusief alle belastingen berekende totale waarde van alle tot verbruik uitgeslagen sigaretten, gedeeld door de totale hoeveelheid tot verbruik uitgeslagen sigaretten. Deze prijs wordt uiterlijk op 1 maart van elk jaar bepaald op basis van de gegevens in verband met alle tot verbruik uitgeslagen hoeveelheden van het voorgaande kalenderjaar.

3. Tot en met 31 december 2013 mag het specifieke deel van de accijns niet lager zijn dan 5 % noch hoger dan 76,5 % van de totale belastingdruk die resulteert uit de samenstelling van:

a) de specifieke accijns;

b) de proportionele accijns en de belasting op de toegevoegde waarde (btw) die worden geheven op de gewogen gemiddelde kleinhandelsprijs.

4. Vanaf 1 januari 2014 mag het specifieke deel van de accijns op sigaretten niet lager zijn dan 7,5 % noch hoger dan 76,5 % van de totale belastingdruk die resulteert uit de samenstelling van:

a) de specifieke accijns;

b) de proportionele accijns en de btw die worden geheven op de gewogen gemiddelde kleinhandelsprijs.

5. Wanneer de gewogen gemiddelde kleinhandelsprijs van sigaretten in een lidstaat verandert en het specifieke deel van de accijns, uitgedrukt als percentage van de totale belastingdruk, hierdoor minder dan 5 % of 7,5 %, al naargelang het geval, dan wel meer dan 76,5 % van de totale belastingdruk gaat bedragen, mag de betrokken lidstaat, in afwijking van de leden 3 en 4, wachten met het aanpassen van het bedrag van de specifieke accijns tot uiterlijk 1 januari van het tweede jaar volgende op dat waarin de verandering zich heeft voorgedaan.

6. Onverminderd de leden 3, 4 en 5 kunnen de lidstaten een minimumaccijns op sigaretten heffen.”.

30) Artikel 12 is vervangen door:

„ Artikel 12

1. Portugal mag op in de ultraperifere gebieden van de Azoren en Madeira verbruikte sigaretten die worden vervaardigd door kleine producenten met een jaarlijkse productie van ten hoogste 500 ton elk, een verlaagd tarief toepassen dat ten hoogste 50 % lager mag zijn dan het in artikel 10 bepaalde tarief.

2. In afwijking van artikel 2 kan Frankrijk van 1 januari 2010 tot en met 31 december 2015 een lager accijnstarief blijven toepassen op sigaretten die in de departementen van Corsica tot verbruik worden uitgeslagen voor een jaarlijks quotum van maximaal 1 200 ton. Dit verlaagde tarief wordt als volgt vastgesteld:

a) tot en met 31 december 2012: ten minste 44 % van de prijs voor sigaretten uit de in die departementen meest gevraagde prijsklasse;

b) vanaf 1 januari 2013: ten minste 50 % van de gewogen gemiddelde kleinhandelsprijs van tot verbruik uitgeslagen sigaretten. Ongeacht de gewogen gemiddelde kleinhandelsprijs bedraagt die accijns niet minder dan 88 EUR per 1 000 sigaretten;

c) vanaf 1 januari 2015: ten minste 57 % van de gewogen gemiddelde kleinhandelsprijs van tot verbruik uitgeslagen sigaretten. Ongeacht de gewogen gemiddelde kleinhandelsprijs bedraagt die accijns niet minder dan 90 EUR per 1 000 sigaretten.”.

31) Artikel 14, lid 2, is vervangen door:

„2. De totale accijns, uitgedrukt als percentage of als een bedrag per kilogram of per aantallen stuks, moet ten minste gelijk zijn aan de minimumtarieven of -bedragen:

a) voor sigaren of cigarillo's: 5 % van de kleinhandelsprijs, inclusief alle belastingen, of 12 EUR per 1 000 stuks of per kilogram;

b) voor tabak van fijne snede bestemd voor het rollen van sigaretten: 40 % van de gewogen gemiddelde kleinhandelsprijs van de in de handel gebrachte tabak van fijne snede bestemd voor het rollen van sigaretten, of 40 EUR per kilogram;

c) voor andere rooktabak: 20 % van de kleinhandelsprijs, inclusief alle belastingen, of 22 EUR per kilogram.

Met ingang van 1 januari 2013 bedraagt de totale accijns (specifiek recht en/of ad-valoremrecht exclusief btw) op rooktabak van fijne snede bestemd voor het rollen van sigaretten ten minste 43 % van de gewogen gemiddelde kleinhandelsprijs van tot verbruik uitgeslagen rooktabak van fijne snede bestemd voor het rollen van sigaretten, of ten minste 47 EUR per kilogram.

Met ingang van 1 januari 2015 bedraagt de totale accijns (specifiek recht en/of ad-valoremrecht exclusief btw) op rooktabak van fijne snede bestemd voor het rollen van sigaretten ten minste 46 % van de gewogen gemiddelde kleinhandelsprijs van tot verbruik uitgeslagen rooktabak van fijne snede bestemd voor het rollen van sigaretten, of ten minste 54 EUR per kilogram.

Met ingang van 1 januari 2018 bedraagt de totale accijns (specifiek recht en/of ad-valoremrecht exclusief btw) op rooktabak van fijne snede bestemd voor het rollen van sigaretten ten minste 48 % van de gewogen gemiddelde kleinhandelsprijs van tot verbruik uitgeslagen rooktabak van fijne snede bestemd voor het rollen van sigaretten, of ten minste 60 EUR per kilogram.

Met ingang van 1 januari 2020 bedraagt de totale accijns (specifiek recht en/of ad-valoremrecht exclusief btw) op rooktabak van fijne snede bestemd voor het rollen van sigaretten ten minste 50 % van de gewogen gemiddelde kleinhandelsprijs van tot verbruik uitgeslagen rooktabak van fijne snede bestemd voor het rollen van sigaretten, of ten minste 60 EUR per kilogram.

De gewogen gemiddelde kleinhandelsprijs is gelijk aan de op basis van de kleinhandelsprijs inclusief alle belastingen berekende totale waarde van de tot verbruik uitgeslagen rooktabak van fijne snede bestemd voor het rollen van sigaretten, gedeeld door de totale hoeveelheid tot verbruik uitgeslagen rooktabak van fijne snede bestemd voor het rollen van sigaretten. Deze prijs wordt uiterlijk op 1 maart van elk jaar bepaald op basis van de gegevens in verband met alle tot verbruik uitgeslagen hoeveelheden van het voorgaande kalenderjaar. ”.

32) Artikel 14, lid 4 is vervangen door:

„4. In afwijking van de leden 1 en 2 kan Frankrijk van 1 januari 2010 tot en met 31 december 2015 een lager accijnstarief dan het nationale accijnstarief blijven toepassen op andere tabaksfabrikaten dan sigaretten die in de departementen van Corsica tot verbruik worden uitgeslagen. Dit verlaagde tarief wordt als volgt vastgesteld:

a) sigaren en cigarillo’s:

ten minste 10 % van de kleinhandelsprijs inclusief alle belastingen;

b) tabak van fijne snede, bestemd voor het rollen van sigaretten:

i) tot en met 31 december 2012: ten minste 27 % van de kleinhandelsprijs inclusief alle belastingen;

ii) vanaf 1 januari 2013: ten minste 30 % van de kleinhandelsprijs inclusief alle belastingen;

iii) vanaf 1 januari 2015: ten minste 35 % van de kleinhandelsprijs inclusief alle belastingen;

c) andere soorten rooktabak:

ten minste 22 % van de kleinhandelsprijs inclusief alle belastingen.”.

33) De titel van hoofdstuk 5 is vervangen door:

„ Vaststelling van de maximumkleinhandelsprijs van tabaksfabrikaten, heffing van de accijns, vrijstellingen en teruggaven ”.

34) In artikel 15, lid 1, tweede alinea, zijn de woorden „ communautaire voorschriften ” vervangen door „ voorschriften van de Unie ”.

35) In artikel 15, lid 2, eerste alinea, zijn de woorden „ producten uit de Gemeenschap ” vervangen door „ producten uit de Unie ”.

36) Artikel 16, lid 2, is vervangen door:

„ 2. In de Unie gevestigde importeurs en fabrikanten van tabaksfabrikaten zijn onderworpen aan de in lid 1 bedoelde regeling inzake de wijze van heffing en betaling van de accijns. ” .

37) Artikel 18, lid 1, is vervangen door:

„ 1. De Commissie publiceert jaarlijks de waarde van de euro in nationale valuta's met het oog op de vaststelling van de bedragen van de totale accijns.

De voor deze omrekening toe te passen wisselkoersen zijn de in het Publicatieblad van de Europese Unie bekendgemaakte koersen van de eerste werkdag van oktober. Zij worden toegepast vanaf 1 januari van het volgende kalenderjaar.”.

38) Artikel 18, lid 2, is geschrapt.

39) In artikel 18 is lid 3 vernummerd tot lid 2 en vervangen door:

„ 2. De lidstaten kunnen bij de in lid 1 bedoelde jaarlijkse aanpassing de geldende bedragen van de accijns onveranderd laten, indien de omrekening van de in euro uitgedrukte bedragen van de accijns een verhoging van de in nationale valuta uitgedrukte accijns geeft van minder dan 5 %, of minder dan 5 EUR indien dit bedrag lager is. ”.

40) Artikel 19 is vervangen door:

„ Artikel 19

1. Om de vier jaar legt de Commissie de Raad een verslag en, in voorkomend geval, een voorstel voor over de bij deze richtlijn vastgestelde accijnstarieven en de structuur van de accijns.

In het verslag van de Commissie wordt rekening gehouden met de goede werking van de interne markt, de werkelijke waarde van de accijnstarieven en de doelstellingen van het Verdrag in het algemeen.

2. Het in lid 1 genoemde verslag wordt hoofdzakelijk opgesteld aan de hand van de door de lidstaten verstrekte informatie.

3. De Commissie stelt volgens de procedure van artikel 43 van Richtlijn 2008/118/EG van de Raad een lijst van voor het verslag vereiste statistische gegevens vast, met uitsluiting van gegevens over individuele natuurlijke personen of juridische entiteiten. Behalve voor de lidstaten direct beschikbare gegevens bevat de lijst alleen gegevens waarvan het verzamelen en ordenen niet een te zware administratieve last op de lidstaten legt.

4. De Commissie publiceert de gegevens niet, noch verspreidt zij deze anderszins indien dit zou leiden tot de onthulling van een commercieel, industrieel of beroepsgeheim.”.

41) Artikel 20 is geschrapt.

42) Artikel 21 is vernummerd tot artikel 20.

43) Artikel 22 is vernummerd tot artikel 21. In de eerste alinea van dat artikel is het woord „ besluiten ” vervangen door „ richtlijnen ”.

44) Artikel 23 is vernummerd tot artikel 22 en vervangen door:

„ Deze richtlijn treedt in werking op 1 januari 2011. ”.

45) Artikel 24 is vernummerd tot artikel 23.

46) In bijlage I:

a) is deel A vervangen door:

„ Deel A

1.

Ingetrokken richtlijnen met overzicht van de achtereenvolgende wijzigingen ervan (bedoeld in artikel 21)


Richtlijn 92/79/EEG van de Raad (PB L 316 van 31.10.1992, blz.

8)

2.

Richtlijn 1999/81/EG van de Raad (PB L 211 van 11.8.1999, blz. 47) uitsluitend artikel


Richtlijn 2002/10/EG van de Raad (PB L 46 van 16.2.2002, blz. 26) uitsluitend artikel

Richtlijn 2003/117/EG van de Raad PB L 333 van 20.12.2003, blz. 49) uitsluitend artikel

Richtlijn 2010/12/EU van de Raad (PB L 50 van 27.2.2010, blz.

1) uitsluitend artikel

3.

Richtlijn 92/80/EEG van de Raad (PB L 316 van 31.10.1992, blz. 10)


Richtlijn 1999/81/EG van de Raad (PB L 211 van 11.8.1999, blz. 47) uitsluitend artikel

Richtlijn 2002/10/EG van de Raad (PB L 46 van 16.2.2002, blz. 26) uitsluitend artikel

Richtlijn 2003/117/EG van de Raad (PB L 333 van 20.12.2003, blz. 49) uitsluitend artikel

Richtlijn 2010/12/EU van de Raad (PB L 50 van 27.2.2010, blz.

1) uitsluitend artikel

4.

Richtlijn 95/59/EG van de Raad (PB L 291 van 6.12.1995, blz. 40)


Richtlijn 1999/81/EG van de Raad (PB L 211 van 11.8.1999, blz. 47) uitsluitend artikel

Richtlijn 2002/10/EG van de Raad (PB L 46 van 16.2.2002, blz. 26) uitsluitend artikel

Richtlijn 2010/12/EU van de Raad (PB L 50 van 27.2.2010, blz.

1) uitsluitend artikel 3”

b) is in deel B het volgende toegevoegd:

„ 2010/12/EU ” / „ 31 december 2010 ” / „ 1 januari 2011 ”

5. De concordantietabel in bijlage II is aangepast in overeenstemming met het voorgaande.

6. Teneinde de lezing en het onderzoek daarvan te vergemakkelijken, is hierbij de volledige tekst van het aldus gewijzigde codificatievoorstel gevoegd.

ê 92/79/EEG, 92/80/EEG, 95/59/EG (aangepast)