Toelichting bij COM(2016)453 - Standpunt EU in het Associatiecomité in zijn samenstelling voor handelsvraagstukken, opgericht krachtens de associatieovereenkomst met Moldavië

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel



Het bijgevoegde voorstel voor een besluit van de Raad bepaalt het standpunt van de Unie over een besluit van het krachtens de associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Moldavië, anderzijds (de 'overeenkomst') opgerichte Associatiecomité in zijn samenstelling voor handelsvraagstukken betreffende de actualisering van bijlage XVI (Lijst van wetgeving met een tijdschema voor de aanpassing ervan) en bijlage XXIX (Overheidsopdrachten) bij de overeenkomst. De overeenkomst is op 27 juni 2014 ondertekend en wordt sinds 1 september 2014 voorlopig toegepast.

De actualisering van de bovengenoemde bijlagen is noodzakelijk om rekening te houden met de evolutie van het acquis van de Unie sinds de parafering van de overeenkomst op 29 november 2013. Het voorstel strookt met de verplichtingen van de partijen op grond van artikel 436 en artikel 449 van de overeenkomst.

• Verenigbaarheid met bestaande bepalingen op het beleidsterrein

Met dit voorstel wordt, op basis van de bepalingen van de bovengenoemde overeenkomst en met name de daarin vastgestelde doelstelling van het tot stand brengen van een vrijhandelsruimte tussen de partijen, uitvoering gegeven aan de gemeenschappelijke handelspolitiek van de Unie ten aanzien van de Republiek Moldavië, partnerland van het oostelijk nabuurschap.

• Verenigbaarheid met andere beleidsterreinen van de Unie

Dit voorstel sluit aan op en draagt bij tot de uitvoering van ander extern beleid van de Unie, met name het Europees nabuurschapsbeleid en het beleid inzake ontwikkelingssamenwerking met betrekking tot de Republiek Moldavië.

2. RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

Rechtsgrondslag



De rechtsgrondslag voor de vaststelling van het door de Unie in te nemen standpunt in de krachtens de overeenkomst ingestelde comités wordt gevormd door het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 207, lid 4, in samenhang met artikel 218, lid 9. 

• Subsidiariteit (bij niet-exclusieve bevoegdheid)

De gemeenschappelijke handelspolitiek is krachtens artikel 3 van het VWEU een exclusieve bevoegdheid van de Unie. Het subsidiariteitsbeginsel is dus niet van toepassing.

Evenredigheid



Dit voorstel is nodig om de in de overeenkomst met de Republiek Moldavië neergelegde internationale verplichtingen van de Unie na te komen.

Keuze van het instrument



Dit voorstel is in overeenstemming met artikel 218, lid 9, VWEU, uit hoofde waarvan de Raad besluiten vaststelt. Er bestaat geen ander rechtsinstrument dat kan worden gebruikt om de in dit voorstel uitgedrukte doelstellingen te bereiken.

3. EVALUATIE, RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELING

• Evaluatie van bestaande wetgeving en controle van de resultaatgerichtheid ervan

Niet van toepassing.

Raadpleging van belanghebbenden



Voor dit voorstel hoeven geen belanghebbenden te worden geraadpleegd, omdat het voorstel uitsluitend beoogt de verwijzingen naar het acquis van de Unie waaraan de Republiek Moldavië zich volgens de overeenkomst moet aanpassen, te actualiseren.

• Bijeenbrengen en gebruik van expertise

Niet van toepassing.

Effectbeoordeling



De bepalingen van de overeenkomst op het gebied van handel en daarmee verband houdende aangelegenheden zijn in 2009 onderworpen aan een effectbeoordeling vooraf, en zijn in 2012 onderworpen aan een duurzaamheidseffectbeoordeling voor het handelsverkeer van DG Handel van de Commissie, die werd meegenomen in de onderhandelingen voor een diepe en brede vrijhandelsruimte. Uit het onderzoek bleek dat de uitvoering van de bepalingen op het gebied van handel en daarmee verband houdende aangelegenheden geen negatieve gevolgen zal hebben voor de Unie, het acquis van de Unie of haar beleidsterreinen, en naar verwachting een positief effect zal hebben op de economische ontwikkeling van de Republiek Moldavië. Het voorstel heeft geen nadelige invloed op het economisch, sociaal of milieubeleid van de Unie.

• Resultaatgerichtheid en vereenvoudiging

De overeenkomst valt momenteel niet onder Refit-procedures; zij brengt geen kosten mee voor kleine en middelgrote ondernemingen in de Unie en levert geen problemen op vanuit het oogpunt van de digitale omgeving.

• Grondrechten

Het voorstel heeft geen gevolgen voor de bescherming van de grondrechten in de Unie.

4. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

Niet van toepassing.

5. OVERIGE ELEMENTEN

• Uitvoeringsplanning en regelingen betreffende controle, evaluatie en rapportage

De uitvoering van de overeenkomst wordt regelmatig getoetst door de Associatieraad EU-Republiek Moldavië en de bij die overeenkomst opgerichte ondergeschikte organen daarvan. De Europese Commissie heeft er zich ook toe verbonden aan het Europees Parlement en de Raad jaarlijks verslag uit te brengen over de uitvoering van titel V (Handel en daarmee verband houdende aangelegenheden) van de overeenkomst, inclusief de in dit voorstel opgenomen elementen.

• Toelichtende stukken (bij richtlijnen)

Niet van toepassing.

Artikelsgewijze toelichting



Met het voorstel wordt beoogd het standpunt van de Europese Unie vast te stellen met betrekking tot de actualisering van bijlage XVI en bijlage XXIX bij de overeenkomst. Bijlage XVI bij de overeenkomst bevat de lijst van het acquis van de Unie waaraan de Republiek Moldavië voornemens is haar nationale wetgeving met betrekking tot technische voorschriften, normen en conformiteitsbeoordeling (hoofdstuk 3 van titel V van de overeenkomst) aan te passen. Bijlage XXIX bij de overeenkomst bevat de lijst van het acquis van de Unie waaraan de Republiek Moldavië zich op het gebied van overheidsopdrachten (hoofdstuk 8 van titel V van de overeenkomst) moet aanpassen.

De actualisering van die bijlagen is noodzakelijk in het licht van de evolutie van het daarin opgenomen acquis van de Unie sinds de parafering van de overeenkomst op 29 november 2013. Dit voorstel strookt met de in artikel 449 van de overeenkomst genoemde verplichtingen van de Unie en van de Republiek Moldavië inzake dynamische aanpassing en is bedoeld om het lopende proces van aanpassing aan het acquis van de Unie in de Republiek Moldavië te vergemakkelijken.

Overeenkomstig artikel 436, lid 3, van de overeenkomst is de Associatieraad bevoegd de bijlagen bij de overeenkomst te actualiseren of te wijzigen; bij Besluit nr. 3/2014 van 16 december 2014 heeft de Associatieraad de bevoegdheid om bepaalde handelsgerelateerde bijlagen te actualiseren of te wijzigen gedelegeerd aan het Associatiecomité in zijn samenstelling voor handelsvraagstukken. Bijgevolg moet het standpunt van de Unie worden ingenomen in het Associatiecomité in zijn samenstelling voor handelsvraagstukken.