Toelichting bij COM(2016)332 - Hervormingsprogramma 2016 en stabiliteitsprogramma 2016 van Italië

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

EUROPESE COMMISSIE

1.

Brussel, 18.5.2016


COM(2016) 332 final

Aanbeveling voor een

AANBEVELING VAN DE RAAD

over het nationale hervormingsprogramma 2016 van Italië

en met een advies van de Raad over het stabiliteitsprogramma 2016 van Italië


2.

Aanbeveling voor een


AANBEVELING VAN DE RAAD

over het nationale hervormingsprogramma 2016 van Italië

en met een advies van de Raad over het stabiliteitsprogramma 2016 van Italië

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 121, lid 2, en artikel 148, lid 4,

Gezien Verordening (EG) nr. 1466/97 van de Raad van 7 juli 1997 over versterking van het toezicht op begrotingssituaties en het toezicht op en de coördinatie van het economisch beleid 1 , en met name artikel 5, lid 2,

Gezien Verordening (EU) nr. 1176/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 november 2011 betreffende de preventie en correctie van macro-economische onevenwichtigheden 2 , en met name artikel 6, lid 1,

Gezien de aanbeveling van de Europese Commissie 3 ,

Gezien de resoluties van het Europees Parlement 4 ,

Gezien de conclusies van de Europese Raad,

Gezien het advies van het Comité voor de werkgelegenheid,

Gezien het advies van het Economisch en Financieel Comité,

Gezien het advies van het Comité voor sociale bescherming,

Gezien het advies van het Comité voor de economische politiek,

Overwegende hetgeen volgt:

Op 26 november 2015 heeft de Commissie haar goedkeuring gehecht aan de jaarlijkse groeianalyse 5 en daarmee de aanzet gegeven tot het Europees semester 2016 voor coördinatie van het economisch beleid. De prioriteiten van de jaarlijkse groeianalyse zijn op 17-18 maart 2016 door de Europese Raad bekrachtigd. Op 26 november 2015 heeft de Commissie op grond van Verordening (EU) nr. 1176/2011 ook het waarschuwingsmechanismeverslag 6 aangenomen, waarin zij Italië heeft genoemd als een van de lidstaten die aan een diepgaande evaluatie zouden worden onderworpen. Tevens heeft de Commissie op die datum een aanbeveling voor een aanbeveling van de Raad over het economisch beleid van de eurozone 7 aangenomen. Die aanbeveling is op 18-19 februari 2016 door de Europese Raad bekrachtigd en op 8 maart 2016 door de Raad goedgekeurd. Als land dat de euro als munt heeft, en gelet op de nauwe verwevenheid van de economieën in de economische en monetaire unie moet Italië ervoor zorgen dat de aanbeveling tijdig en volledig wordt opgevolgd.

Op 26 februari 2016 is het landverslag 2016 voor Italië 8 gepubliceerd. Daarin worden de vorderingen beoordeeld die Italië met de tenuitvoerlegging van de op 14 juni 2015 door de Raad vastgestelde landspecifieke aanbevelingen heeft gemaakt, alsmede de vooruitgang die Italië richting de nationale streefcijfers van Europa 2020 heeft geboekt. Het bevat ook de diepgaande evaluatie die op grond van artikel 5 van Verordening (EU) nr. 1176/2011 is uitgevoerd. Op 8 maart 2016 heeft de Commissie de resultaten van de diepgaande evaluatie gepresenteerd. 9 Op basis van haar analyse concludeert de Commissie dat Italië wordt geconfronteerd met buitensporige macro-economische onevenwichtigheden. Met name is de achterblijvende productiviteitsgroei een rem voor het herstel van het concurrentievermogen en maakt deze het moeilijker om de hoge schuldquote te verlagen. Het risico van ongunstige effecten op de Italiaanse economie en, gezien de omvang van de Italiaanse economie, op de economische en monetaire unie is bijzonder groot.

Op 28 april 2016 heeft Italië zijn nationale hervormingsprogramma 2016 en zijn stabiliteitsprogramma 2016 ingediend. Om met de onderlinge verbanden tussen beide programma's rekening te houden, zijn deze tegelijkertijd geëvalueerd.

Relevante landspecifieke aanbevelingen zijn meegenomen in de programmering van de Europese structuur- en investeringsfondsen voor de periode 2014-2020. Overeenkomstig artikel 23 van Verordening (EU) nr. 1303/2013 kan de Commissie een lidstaat verzoeken zijn partnerschapsovereenkomst en de betrokken programma's te evalueren en wijzigingen daarop voor te stellen wanneer dit nodig is om de uitvoering van relevante aanbevelingen van de Raad te ondersteunen. De Commissie heeft in richtsnoeren met betrekking tot de toepassing van de maatregelen die de effectiviteit van de Europese structuur- en investeringsfondsen koppelen aan gezonde economische governance 10 , nader aangegeven hoe zij van die bepaling zou gebruikmaken.

Italië is aan het preventieve deel van het stabiliteits- en groeipact en, voor de periode 2013-2015, aan de overgangsregel voor de schuld onderworpen. Volgens het stabiliteitsprogramma zal de overheidsschuldquote in 2015 naar verwachting een piek bereiken van 132,7 % om geleidelijk te dalen tot 123,8 % in 2019. In de voorjaarsprognoses 2016 van de Commissie wordt ermee gerekend dat de overheidsschuldquote in 2016 zal stabiliseren en pas vanaf 2017 licht zal beginnen af te nemen. De uitvoering van het uitgebreide privatiseringsprogramma dat de Italiaanse autoriteiten hebben ingediend, is een cruciale uitdaging voor Italië, gelet op de bijdrage die daarvan verwacht wordt voor de inspanningen inzake schuldreductie. Hoewel de privatiseringen in 2015 volgens planning zijn uitgevoerd, lijkt de doelstelling van 0,5% privatiseringsopbrengsten per jaar in de periode 2016-2018 en van 0,3% in 2019 zeer ambitieus, met gelet op de vertraging die bepaalde privatiseringsprojecten hebben opgelopen. Het macro-economische scenario dat aan de begrotingsprognoses ten grondslag ligt, is plausibel.

Op 18 mei 2016 heeft de Commissie een verslag uitgebracht op grond van artikel 126, lid 3, VWEU, omdat Italië in 2015 onvoldoende vooruitgang had geboekt in de richting van de naleving van de schuldregel. Bij de analyse is naar alle relevante factoren gekeken en de conclusie was dat het schuldcriterium diende te worden beschouwd als zijnde in acht genomen. De Commissie zal haar beoordeling in een nieuw verslag op grond van artikel 126, lid 3, van het Verdrag opnieuw bezien op grond van de najaarsprognoses 2016 van de Commissie, wanneer verdere informatie beschikbaar komt over de hervatting van het aanpassingstraject in de richting van de budgettaire middellangetermijndoelstelling voor 2017.

In het voorjaar 2015 heeft Italië toestemming gekregen om tijdelijk met 0,4 procentpunt van het bbp af te wijken van het vereiste aanpassingstraject richting de budgettaire middellangetermijndoelstelling voor 2016, gelet op de belangrijke structurele hervormingen met een positief effect op de langetermijnhoudbaarheid van de overheidsfinanciën. In zijn ontwerpbegrotingsplan 2016 heeft Italië verzocht om tijdelijk met 0,1 procentpunt van het bbp af te wijken van het vereiste aanpassingstraject richting de budgettaire middellangetermijndoelstelling voor 2016, gelet op andere structurele hervormingen met een positief effect op de langetermijnhoudbaarheid van de overheidsfinanciën. Nadere gegevens over al deze hervormingen zijn uiteengezet in het nationale hervormingsprogramma 2016 van Italië, dat de hervormingsagenda op grote lijnen bevestigt. De sectoren waar hervormingen volgens het programma een effect zullen hebben op de houdbaarheid van de overheidsfinanciën, zijn onder meer: i) overheidsdiensten en vereenvoudiging; ii) product- en dienstenmarkten; iii) de arbeidsmarkt; iv) civiele rechtspraak; v) onderwijs; vi) een taxshift; vii) maatregelen om het volume oninbare leningen terug te brengen en de insolventieprocedures te hervormen, en viii) een uitgaventoets als financieringsmaatregel. De effecten van al deze hervormingen op het reële bbp worden door de autoriteiten geraamd op 2,2 procentpunten tegen 2020, hetgeen plausibel lijkt. Indien deze hervormingen volledig en op tijd worden geïmplementeerd, zullen zij een positief effect hebben op de houdbaarheid van de overheidsfinanciën. Italië kan momenteel worden beschouwd als in aanmerking komend voor de volledige gevraagde tijdelijke afwijking van 0,5 procentpunt van het bbp in 2016, mits het de overeengekomen hervormingen adequaat implementeert, hetgeen zal worden gemonitord in het kader van het Europees semester, en de in overweging 10 geschetste voorwaarden worden nagekomen.

In zijn ontwerpbegrotingsplan 2016 heeft Italië verzocht om tijdelijk met 0,3 procentpunt van het bbp af te wijken van het vereiste aanpassingstraject richting de budgettaire middellangetermijndoelstelling voor 2016, gelet op nationale investeringsuitgaven voor projecten met cofinanciering van de EU. De in het stabiliteitsprogramma 2016 verstrekte informatie lijkt te bevestigen dat de afwijking door Italië van aanpassingstraject richting de budgettaire middellangetermijndoelstelling in 2016, daadwerkelijk wordt gebruikt om investeringen naar een hoger peil te tillen. Toch is er nog enige twijfel over de haalbaarheid van het volledige verwachte bedrag aan investeringen met cofinanciering voor 2016. Italië kan momenteel worden beschouwd als in aanmerking komend voor een tijdelijke afwijking van 0,25 procentpunt van het bbp in 2016, mits het de beoogde investeringen adequaat uitvoert en de in overweging 10 geschetste voorwaarden worden nagekomen. De Commissie zal een ex-postbeoordeling uitvoeren om het daadwerkelijke bedrag van nationale uitgaven voor investeringsprojecten met cofinanciering na te gaan en de daarmee samenhangende marge waarop Italië aanspraak kan maken op grond van de zogeheten 'investeringsclausule'.

Volgens het stabiliteitsprogramma 2016 zouden de budgettaire gevolgen van de uitzonderlijke toestroom van vluchtelingen en van uitzonderlijke veiligheidsmaatregelen aanzienlijk zijn en zouden deze moeten worden beschouwd als een buitengewone gebeurtenis die buiten de macht van de overheid ligt, in de zin van artikel 5, lid 1, en artikel 6, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1466/97. Volgens de Commissie sluiten de bijkomende effecten aan bij de ramingen uit het stabiliteitsprogramma en belopen deze 0,03 % van het bbp in 2015 en 0,04 % in 2016 voor uitgaven met betrekking tot vluchtelingen en 0,06 % van het bbp in 2016 voor veiligheidsmaatregelen. In dat verband heeft Italië verzocht om een tijdelijke afwijking van het aanpassingstraject in de richting van de budgettaire middellangetermijndoelstelling. Op grond van artikel 5, lid 1, en artikel 6, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1466/97 kunnen deze extra uitgaven worden toegestaan, aangezien de instroom van vluchtelingen en de ernst van de terreurdreiging een buitengewone gebeurtenis is, de gevolgen ervan op de Italiaanse overheidsfinanciën aanzienlijk zijn en de houdbaarheid van de overheidsfinanciën niet in gevaar wordt gebracht door een tijdelijke afwijking van het aanpassingstraject in de richting van de budgettaire middellangetermijndoelstelling toe te staan. Daarom is de vereiste aanpassing in de richting van de budgettaire middellangetermijndoelstelling voor 2015 naar beneden bijgesteld om rekening te houden met die extra kosten in verband met vluchtelingen. Wat 2016 betreft, zal in het voorjaar van 2017 een definitieve beoordeling, met inbegrip van de in aanmerking komende bedragen, worden gemaakt op grond van de waargenomen gegevens die de Italiaanse autoriteiten zullen verstrekken.

In haar advies over het ontwerpbegrotingsplan 2016 van Italië 11 heeft de Commissie aangegeven dat zij, in de context van de 'algehele evaluatie' van een mogelijke afwijking van het aanpassingstraject in de richting van de budgettaire middellangetermijndoelstelling, rekening zal houden het feit dat Italië mogelijk voor flexibiliteit in het kader van het SGP in aanmerking komt, waarbij bijzondere aandacht zal worden besteed aan het volgende: of een afwijking van het aanpassingstraject daadwerkelijk wordt aangewend om de investeringen naar een hoger peil te tillen; of er geloofwaardige plannen bestaan voor de hervatting van het aanpassingstraject in de richting van de MTD, en of er vorderingen worden gemaakt bij de verwezenlijking van de structurele hervormingsagenda, rekening houdende met de aanbevelingen van de Raad. Volgens de beoordeling van de Commissie komt Italië in aanmerking voor een verdere marge van 0,35 procentpunt van het bbp voor 2016, rekening houdende met de vooruitgang bij de structurele hervormingsagenda, de geplande investeringen, alsmede de toezegging van het kabinet om het aanpassingstraject in de richting van de MTD in 2017 aan te houden, hetgeen de Commissie in het najaar opnieuw zal beoordelen.

Op basis van de voorjaarsprognoses 2016 van de Commissie wijst de verwachte structurele verslechtering met -0,7% van het bbp in 2016 op een risico op een lichte afwijking van de verplichtingen van Italië in het kader van het preventieve deel van het stabiliteits- en groeipact, nadat rekening is gehouden met de afwijking die voor investeringen en de uitvoering van structurele hervormingen is toegestaan. Voor 2017 geven de prognoses van de Commissie, in de aanname van ongewijzigd beleid, geen structurele inspanning te zien in 2017, waardoor er een risico bestaat op een aanzienlijke afwijking van de vereiste structurele aanpassing met 0,6% van het bbp.

Alles samengenomen, is de Raad, op basis van zijn beoordeling van het stabiliteitsprogramma en rekening houdende met de voorjaarsprognoses 2016 van de Commissie, van oordeel dat Italië het risico loopt niet aan de bepalingen van het stabiliteits- en groeipact te voldoen. De Commissie zal, op basis van haar najaarsprognoses, opnieuw een beoordeling maken van de vraag of Italië de vereiste aanpassing in de richting van de budgettaire middellangetermijndoelstelling naleeft, wanneer meer informatie beschikbaar komt over de hervatting door Italië van het aanpassingstraject in de richting van de MTD voor 2017, met inbegrip van het ontwerpbegrotingsplan 2017.

Ook al staan er initiatieven op stapel om het budgettaire raamwerk te hervormen, toch zijn tot dusver slechts beperkte stappen gezet om te borgen dat de uitgaventoetsing bijdraagt tot de budgettaire consolidatie. Met name zijn de doelstellingen voor de uitgaventoetsing verder verlaagd en drukt het feit dat uitgaventoetsingen niet volledig in het begrotingsproces zijn geïntegreerd, op de algemene doelmatigheid van deze exercitie. De verwachting is dat de afronding van de omvattende hervorming van de begrotingsprocedure die sinds 2009 loopt, deze tekortkoming zal verhelpen en de begrotingsprocedure zal toerusten met een meer prestatiegerichte benadering. Om de houdbaarheid van de overheidsfinanciën te verbeteren, is het ook van belang om de uitrol van het privatiseringsplan te versnellen. Het Italiaanse belastingstelsel is een hinderpaal voor economische efficiëntie en staat nog steeds voor een reeks uitdagingen. Deze houden verband met de zeer lage niveaus van inachtneming van de belastingregels en een langverwachte hervorming van belastinguitgaven, met name wat betreft de verlaagde btw-tarieven en het oude systeem van owz-waarden. Dit waren verschillende aspecten van de machtigingswet (legge delega) voor de hervorming van het belastingstelsel die niet of slechts ten dele zijn geïmplementeerd. Daarnaast lijken recente ontwikkelingen zoals de afschaffing van de onroerendzaakbelasting op eigen woningen in te druisen tegen de doelstelling van een verruiming van de heffingsgrondslag en een verschuiving van de belastingdruk van productieve factoren naar vastgoed en consumptie.

De hervorming van het overheidsapparaat is een belangrijke stap waarvan Italië, wanneer de vereiste wetgevingsdecreten zijn goedgekeurd en geïmplementeerd, de verwachte vruchten kan plukken in termen van verhoogde doelmatigheid en kwaliteit van de publieke sector. De wetgevingsdecreten over overheidsbedrijven en lokale openbare diensten waarmee het kabinet in januari 2016 is gekomen, en het verwachte wetgevingsdecreet over werken bij de overheid, zijn van bijzonder belang om de oorzaken van ondoelmatigheden bij de wortel aan te pakken. Hoewel recentelijk maatregelen zijn genomen om de strijd tegen corruptie op te voeren (zoals het verzwaren van sancties en het verlengen van de verjaringstermijn voor specifieke corruptiemisdrijven), blijft de sinds lang aanbevolen stelselmatige herziening van de verjaringstermijn nog steeds uit. Ook boekhoudkundige fraude is een belangrijk punt van zorg. In de rechtsspraak blijven lang aanslepende gerechtelijke procedures en een hoog aantal aanhangige civiele zaken en handelszaken grote uitdagingen. Zorgvuldige monitoring van de impact van de maatregelen die de afgelopen jaren zijn genomen om deze pijnpunten aan te pakken, zal helpen om na te gaan of deze maatregelen verder moeten worden aangevuld met andere initiatieven.

Enige vooruitgang is geboekt bij het verbeteren van de kwaliteit van de activa in de bankensector. Ook al is de instroom van nieuwe oninbare leningen de laatste maanden vertraagd, toch is het volume daarvan nog steeds zeer groot en zet dit de winstgevendheid en de middelen van de banken verder onder druk. Bovendien dragen het Italiaanse insolventiestelsel en de raamwerken voor schuldinvorderingen onvoldoende bij tot een snelle sanering van probleemkredieten. Sinds medio 2015 zijn diverse wetten aangenomen om de insolventie- en beslagleggingsprocedures te vereenvoudigen en te versnellen; ook ligt er een voorstel voor een ontwerpmachtigingswet (legge delega) voor een organische hervorming van het faillissementsraamwerk. De effecten van deze hervormingen op de duur van de procedures en de teruggevoerde bedragen zijn nog niet merkbaar. Sinds begin 2015 heeft Italië diverse maatregelen genomen om zwakke punten in de corporate governance van zijn banken aan te pakken, met name bij grotere coöperatieve banken (banche popolari), banken met stichtingen als aandeelhouder en kleine coöperatieve banken (banche di credito cooperativo). Een volledige uitvoering van deze hervormingen zou de sector veerkrachtiger helpen te maken en ervoor zorgen dat de kredietverschaffing aan de reële economie doelmatiger verloopt. Vormt de lage kostenefficiëntie van de banksector een hinderpaal voor de winstgevendheid en de interne vermogenscreatie, dan betekent de omgeving met lage groei en lage rente een bijkomende uitdaging. Door het nieuwe EU-kader voor bankenafwikkeling is het risicoprofiel van door banken uitgegeven obligaties veranderd; van deze obligaties worden aanzienlijke volumes gehouden door Italiaanse retailclienten, hetgeen het belang onderstreept van de financiële geletterdheid van het brede publiek.

In 2015 heeft Italië zijn arbeidsmarktinstellingen ingrijpend hervormd met de zogeheten Jobs Act-hervorming. De uitvoering van de hervorming van het actieve arbeidsmarktbeleid is van cruciaal belang voor het activeren van mensen die verder afstaan van de arbeidsmarkt, met name langdurig werklozen en jongeren. Momenteel ligt er een reeks administratieve, politieke en middelengerelateerde uitdagingen. Een en ander vergt met name een versterking van de diensten voor arbeidsbemiddeling en nauwgezette monitoring van de dienstverlening. Het leerlingstelsel is hervormd, zodat het nu ook openstaat voor volwassenen die ontslagen zijn, maar deze hervorming moet nog verder worden geïmplementeerd. Het systeem van aanvullende regio- of ondernemingscao's is in Italië nog onvoldoende ontwikkeld, hetgeen een rem is op de invoering van innovatieve oplossingen op ondernemingsniveau die de productiviteit kunnen verbeteren en lonen meer afhankelijk maken van de toestand op de arbeidsmarkt. Op dit gebied moeten maatregelen worden genomen in overleg met sociale partners en in overeenstemming met nationale praktijken. De sociale partners hebben nog geen akkoord bereikt over de hervorming van het hervorming van het cao-stelsel. Een hervorming wordt, volgens het nationale hervormingsprogramma, verwacht voor eind 2016. De arbeidsparticipatie van vrouwen is een van de laagste in de EU. Vrouwen zijn in hoofdzaak actief in atypische en onzekere banen, vormen de meerderheid van de werknemers zonder standaardcontract en worden bijzonder getroffen door de informele economie. Het belastingstelsel en het uitkeringsstelsel ontmoedigen tweede verdieners om uit werken te gaan, en met de Jobs Act is deze kwestie niet echt aangepakt. De beperkte beschikbaarheid van betaalbare gezondheidszorg is ook een rem voor de deelneming aan de arbeidsmarkt door vrouwen die de zorg voor kinderen en bejaarde familieleden hebben. De armoedecijfers zijn hoog - meer dan een kwart van de Italianen loopt het risico op armoede of sociale uitsluiting - en de sociale bijstand blijft zwak en gefragmenteerd. De goedkeuring en implementatie van de nationale strategie tegen armoede en een rationalisering van de sociale uitgaven kunnen eerste stappen zijn naar een geleidelijke uitrol van een regeling voor een minimuminkomen op landelijk niveau op een al bij al budgettair neutrale wijze. Aanzienlijke vooruitgang is geboekt bij de hervorming van het onderwijs. De onderwijshervorming is in juli 2015 goedgekeurd en de uitvoeringsdecreten moeten tegen januari 2017 zijn aangenomen.

Beperkte vooruitgang is geboekt bij het bevorderen van concurrentie in de dienstensector. De wet markt en concurrentie 2015 is momenteel nog in behandeling bij het Parlement. Een aantal bepalingen (bijvoorbeeld over juridische beroepen) is tijdens de parlementaire procedure afgezwakt. Een aantal sectoren is nog steeds overbeschermd of overgereguleerd, met name de gereglementeerde beroepen, de gezondheidszorg, lokaal openbaar vervoer en taxi's, havens en luchthavens. De detailhandel kampt nog steeds met een reeks ondoelmatigheden als gevolg van strakke marktregulering. De overheidsprocedures voor de toekenning van rechten op het openbaar domein ten behoeve van economische activiteiten bevordert de concurrentie niet, met name omdat de toekenning van vergunningsregelingen zonder concurrerende en transparante procedures verloopt. Maatregelen om markten open te stellen moeten worden geschraagd door een ondernemingsvriendelijk klimaat. Op het gebied van vereenvoudiging is enige vooruitgang geboekt in het kader van de vereenvoudigingsagenda 2015-2017, waardoor een eenvoudigere en beter gestroomlijnde samenwerking mogelijk wordt tussen centrale en regionale overheden. Het ondernemingsklimaat in Italië zet echter nog onvoldoende aan tot groei en investeringen en heeft te lijden van een gefragmenteerd en gelaagd stelsel van wetten en voorschriften die door verschillende overheidsniveau's worden uitgevaardigd. De administratieve druk en regeldruk weegt nog steeds op markpartijen. Tegenover sterke punten op het gebied van het opstarten van een bedrijf of de afwikkeling van een insolventie staan zwakke punten waar het gaat om het afgeven van bouwvergunningen, het afdwingen van contracten, de betaling van belastingen of de toegang tot krediet. De implementatie van de begin 2016 goedgekeurde nationale strategie inzake overheidsopdrachten kan ook een aantal systemische en wijdverspreide zwakke punten helpen aan te pakken.

In de context van het Europees semester heeft de Commissie een brede analyse van het economische beleid van Italië verricht. Deze analyse is gepubliceerd in het landverslag 2016. Voorts heeft de Commissie zowel het stabiliteitsprogramma als het nationale hervormingsprogramma doorgelicht en onderzocht welk gevolg is gegeven aan de aanbevelingen die in eerdere jaren tot Italië zijn gericht. Daarbij heeft zij niet alleen gekeken naar de relevantie ervan voor een houdbaar budgettair en sociaaleconomisch beleid in Italië, maar is zij ook nagegaan of de EU-regels en richtsnoeren in acht zijn genomen, gezien de noodzaak de algehele economische governance van de Unie te versterken door middel van een inbreng op EU-niveau in toekomstige nationale besluiten. De aanbevelingen in het kader van het Europees semester worden in de onderstaande aanbevelingen 1 tot en met 5 weergegeven.

In het licht van deze beoordeling heeft de Raad het stabiliteitsprogramma onderzocht en zijn advies daarover 12 is met name in de onderstaande aanbeveling 1 weergegeven.

In het licht van de diepgaande evaluatie van de Commissie en deze beoordeling heeft de Raad het nationale hervormingsprogramma en het stabiliteitsprogramma onderzocht. Zijn aanbevelingen op grond van artikel 6 van Verordening (EU) nr. 1176/2011 zijn in de onderstaande aanbevelingen 1 tot en met 5 weergegeven,

BEVEELT AAN dat Italië in de periode 2016-2017 de volgende actie onderneemt:

1. In 2016 de tijdelijke afwijking van de vereiste aanpassing met 0,5% van het bbp in de richting van de budgettaire middellangetermijndoelstelling beperken tot het percentage van 0,75% van het bbp dat is toegestaan voor investeringen en de implementatie van structurele hervormingen, mits het aanpassingstraject in de richting van de budgettaire middellangetermijndoelstelling in 2017 wordt hervat. Een jaarlijkse budgettaire aanpassing realiseren van ten minste 0,6 % van het bbp in de richting van de budgettaire middellangetermijndoelstelling in 2017. Meer vaart zetten achter de implementatie van het privatiseringsprogramma en meevallers gebruiken om de overheidsschuldquote te verlagen. De belastingdruk verschuiven van productieve factoren naar consumptie en vastgoed. Het aantal en de omvang van belastinguitgaven verminderen en de hervorming van het kadastrale stelsel tegen medio 2017 afronden. Maatregelen nemen om de inachtneming van de belastingregels te verbeteren, onder meer door elektronische facturatie en betalingen.

2. De hervorming van de overheidsdiensten implementeren door alle nodige wetgevingsdecreten goed te keuren en te implementeren, met name die voor de hervormingen van lokale overheidsbedrijven, lokale openbare diensten en het beheer van menselijke hulpbronnen. De strijd tegen corruptie versterken door de verjaringstermijnen tegen eind 2016 te herzien. De looptijd van civielrechtelijke procedures inkorten door hervormingen door te voeren en door doeltreffend casemanagement.

3. De afbouw van het volume oninbare leningen versnellen, onder meer door het raamwerk voor insolventie en schuldinvordering te verbeteren. De implementatie van de lopende hervormingen van de corporate governance in de banksector snel afronden.

4. De hervorming van het actief arbeidsmarktbeleid implementeren, met name door arbeidsbemiddelingsdiensten slagkrachtiger te maken. Het aannemen van werk voor tweede verdieners bevorderen. De nationale strategie tegen armoede goedkeuren en implementeren en sociale uitgaven doorlichten en rationaliseren.

5. Snel de in behandeling zijnde mededingingswet goedkeuren en implementeren. Verdere maatregelen nemen om de concurrentie in gereglementeerde beroepen, het vervoer, de gezondheidszorg en de detailhandel en het stelsel van concessies te vergroten.


Gedaan te Brussel,

3.

Voor de Raad


De voorzitter

(1) PB L 209 van 2.8.1997, blz. 1.
(2) PB L 306 van 23.11.2011, blz. 25.
(3) COM(2016) 332 final.
(4) P8_TA(2016)0058, P8_TA(2016)0059, en P8_TA(2016)0060.
(5) COM(2015) 690 final.
(6) COM(2015) 691 final.
(7) COM(2015) 692 final.
(8) SWD(2016) 81 final.
(9) COM(2016) 95 final.
(10) COM(2014) 494 final.
(11) C(2015) 8105 final.
(12) Op grond van artikel 5, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1466/97.