Toelichting bij COM(2016)122 - Overeenkomst in de vorm van een verklaring betreffende de uitbreiding van de handel in informatietechnologieproducten (ITA)

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

De 'Ministeriële Verklaring inzake de handel in informatietechnologieproducten', bekend als de overeenkomst inzake informatietechnologie (ITA), werd door 29 lidstaten van de WTO gesloten tijdens de ministeriële conferentie van Singapore in 1996 1 . De ITA trad in 1997 in werking in de Europese Unie 2 . Vandaag telt de ITA 82 deelnemers, of de helft van de WTO-leden, en omvat zij 97 % van de handel in deze sector.

In de ITA is vastgesteld dat elke deelnemer de douanerechten moet consolideren en afschaffen op basis van het beginsel van de meest begunstigde natie voor alle informatietechnologieproducten (IT-producten) die onder de overeenkomst vallen. De ITA omvat ongeveer 200 tarieflijnen, met inbegrip van computers en telefoons, maar ook grondstoffen, onderdelen en apparatuur voor de productie van IT-producten. De rechtenvrije behandeling door de ITA-deelnemers heeft een belangrijke rol gespeeld bij de enorme ontwikkeling en uitbreiding van de handel die de IT-sector heeft gekend in de bijna 20 jaar waarin de ITA van toepassing is. De handel in de sector is verviervoudigd. Tijdens die periode heeft de technologische vooruitgang de IT-sector echter onherkenbaar veranderd terwijl de het toepassingsgebied van de ITA hetzelfde is gebleven.

In de bovengenoemde ministeriële verklaring (ITA) is in punt 3 van de bijlage vastgesteld dat de deelnemers "periodiek bijeen[komen], onder auspiciën van de Raad voor de Handel in Goederen, ter beoordeling van het overzicht van producten in de aanhangsels. Beoordeeld wordt of de technologische ontwikkelingen, de ervaring met de toepassing van de tariefconcessies of wijzigingen van de GS-nomenclatuur aanleiding geven tot het opnemen van nieuwe producten in de aanhangsels. Overleg wordt gepleegd over niet-tarifaire handelsbelemmeringen met betrekking tot informatietechnologieproducten. Dit overleg laat de rechten en plichten uit hoofde van de WHO-overeenkomst onverlet."

In mei 2012 hebben verscheidene landen voorgesteld de ITA uit te breiden met nieuwe producten. Op 24 juli 2015 werd de tekst van de 'Verklaring betreffende de uitbreiding van de handel in informatietechnologieproducten' goedgekeurd met het oog op de consolidatie en afschaffing van de douanerechten op een aanvullende lijst van 201 IT-producten.

Vervolgens hebben de deelnemers overeenkomstig punt 5 van de verklaring overeenstemming bereikt over de spreiding van de verlaging voor elk product van document G/MA/W/117. Momenteel nemen 25 leden (of 53 als de EU-lidstaten afzonderlijk worden geteld) deel aan de uitbreiding van de ITA. Zij nemen 90 % van de handel in de producten op de lijst voor hun rekening. De jaarlijkse handel in deze 201 producten wordt geschat op meer dan 1,3 triljoen USD per jaar, goed voor ongeveer 10 % van de totale wereldhandel vandaag.

De overeenkomst in de vorm van een verklaring betreffende de uitbreiding van de ITA (en de schema's met de verbintenissen van de deelnemers) is aangenomen door de ministers van de deelnemende landen op 16 december 2015 ("Ministeriële verklaring betreffende de uitbreiding van de handel in informatietechnologieproducten") tijdens de tiende ministeriële conferentie van de WTO in Nairobi.

De Verklaring betreffende de uitbreiding van de ITA treedt in werking in de Europese Unie zodra zij is aangenomen. Het doel van dit voorstel is de goedkeuring door de Europese Unie van de overeenkomst in de vorm van een verklaring betreffende de uitbreiding van de ITA.

1.

Rechtsgrondslag



Het doel van de uitbreiding van de ITA is de afschaffing van de douanerechten op IT-goederen die niet zijn opgenomen in de oorspronkelijke ITA. Derhalve bestrijkt de uitbreiding van de ITA aangelegenheden die onder de gemeenschappelijke handelspolitiek vallen. De rechtsgrondslag van dit voorstel is artikel 207, lid 4, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU), in samenhang met artikel 218, lid 6, onder a), v).

Het voorstel betreft een gebied dat onder de exclusieve bevoegdheid van de Unie valt. Het subsidiariteitsbeginsel is derhalve niet van toepassing.

3. RESULTATEN VAN EVALUATIES ACHTERAF, RAADPLEGINGEN VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELINGEN

Raadpleging van belanghebbenden



Vóór het begin van de onderhandelingen heeft DG Ondernemingen en Industrie bij kleine en middelgrote ondernemingen (kmo's) een enquête uitgevoerd over de uitbreiding van de ITA. De enquête werd uitgevoerd via een door DG Ondernemingen en Industrie opgericht netwerk van kmo's. Het doel ervan was bij kmo's die betrokken zijn bij de productie en/of de verkoop van ICT-producten de reactie te meten op de verwachte afschaffing van douanerechten op een aantal producten als gevolg van de uitbreiding van de ITA. De ondernemingen ontvingen een vragenlijst samen met een beschrijvende lijst van producten.

De meeste bedrijven antwoordden dat de afschaffing van douanerechten op de ICT-goederen van de lijst een effect zou hebben op de activiteiten van de onderneming. De meerderheid antwoordde ook dat lagere invoerprijzen zouden leiden tot een grotere rentabiliteit en/of de onderneming in staat zouden stellen beter te concurreren op de EU-markt. Sommige ondernemingen antwoordden dat zij ook beter zouden kunnen concurreren op de exportmarkt, maar anderen verwachtten dat de daling van de invoerprijzen voor producten die vergelijkbaar waren met die van de onderneming zou leiden tot een toename van de binnenlandse concurrentie.

• Bijeenbrengen en gebruik van expertise

Tijdens de onderhandelingen onderhield de Commissie nauwe contacten met de brancheorganisaties in de betrokken sectoren van de EU, waaronder Digital Europe, de associatie van Europese halfgeleiderproducenten (ESIA) en individuele bedrijven in de EU. Deze organisaties hebben de Commissie waardevolle informatie verstrekt over welke IT-producten prioritair zijn voor de sector in de EU en welke gevoelig zijn voor concurrentie. Ook de lidstaten hebben de Commissie regelmatig dit soort informatie, afkomstig van nationale brancheorganisaties en individuele ondernemingen, verstrekt.

Effectbeoordeling



Voordat de onderhandelingen zijn begonnen, is een economische beoordeling uitgevoerd door een extern bedrijf. Deze beoordeling kan worden geraadpleegd via de volgende link: trade.ec.europa.eu/doclib/docs/2011/april . De auteurs hebben de economische en handelseffecten van de uitbreiding van de ITA beoordeeld op basis van een lijst van door de Commissie voorgestelde producten. De raming van veranderingen in de desbetreffende handelsstromen van de EU (55 miljard euro meer uitvoer per jaar en 40 miljard euro meer invoer) is ruim lager dan het uiteindelijke resultaat (zie onderstaande cijfers). Op basis van deze cijfers hebben de consultants echter vastgesteld dat zowel de Europese export als de import zou toenemen en dat door een verlaging van de prijs en een toenemend verbruik van die nieuwe ITA-producten de uitbreiding van de ITA-productenlijst ten goede zal komen aan de ondernemingen in de EU en hun mogelijkheden om zaken te doen zal verbeteren. Zij stelden ook vast dat uitbreiding van de ITA met meer producten ten goede zal komen aan de consumenten van deze producten aangezien zij te maken krijgen met lagere prijzen en een breder aanbod aan producten om uit te kiezen. Toen zij al deze voordelen in één cijfer combineerden, stelden zij vast dat het afschaffen van rechten op de uitgebreide lijst van producten circa 45 miljoen euro welvaartswinst zou betekenen voor de economie van de EU. De welvaart van de consument zou met 520 miljoen euro toenemen (consumentenmeerwaarde). Aangezien de desbetreffende uitvoer en invoer aanzienlijk hoger bleek dan de ramingen, zullen de werkelijke economische effecten waarschijnlijk ook groter zijn.

Nu de definitieve resultaten van de onderhandelingen bekend zijn, heeft de Commissie haar eigen interne beoordeling gemaakt. De volgende drie elementen zijn de belangrijkste bevindingen daaruit:

• Tussen 74 en 150 miljard euro van de Europese uitvoer vallen onder de overeenkomst. Dat is weliswaar een breed spectrum, maar dat is te wijten aan het feit dat sommige producten er slechts gedeeltelijk onder vallen ("ex-outs"), waardoor niet met zekerheid kan worden vastgesteld hoeveel tarieflijnen daadwerkelijk zullen worden geliberaliseerd.

• Exporteurs van de EU zullen 0,8 à 2,1 miljard euro aan rechten besparen op hun uitvoer buiten de EU.

• Aangezien de onderhandelde producten belangrijke tussenproducten zijn in een groot aandeel van de uitvoer van de EU, kunnen belangrijke effecten op de waardeketen worden verwacht. Uit een algemene evenwichtssimulatie blijkt dat de totale uitvoer van goederen kan toenemen met ongeveer 0,7 % tot 1,4 % van de oorspronkelijke waarde. In termen van de huidige uitvoer van goederen buiten de EU komt dit neer op 12 à 24 miljard euro.

De Commissie zal haar bevindingen ook in een kort verslag aan de Raad voorleggen, los van deze toelichting.

2.

Gevolgen voor de begroting



In totaal zal de Europese Unie naar verwachting 1,5 miljard euro aan rechten verliezen op IT-goederen. Dit verlies zal echter worden gespreid over 7 jaar. De laagste rechten zullen worden afgeschaft bij de inwerkingtreding van de overeenkomst, dat is 25 % van de totale waarde van de rechten. Na 3 jaar zal meer dan 60 % van de rechten zijn afgeschaft, 30 % pas na 7 jaar.