Toelichting bij COM(2015)659 - Standpunt EU mbt een wijziging van bijlage XI (Elektronische communicatie, audiovisuele diensten en informatiemaatschappij) bij de EER-overeenkomst (ultrabreedband)

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Het Gemengd Comité van de EER dient met het oog op de nodige juridische zekerheid en homogeniteit van de interne markt alle relevante EU-wetgeving zo spoedig mogelijk na de vaststelling ervan in de EER-overeenkomst op te nemen.

2. RESULTATEN VAN DE RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDE PARTIJEN EN EFFECTBEOORDELINGEN

Het ontwerp-besluit van het Gemengd Comité van de EER (gehecht aan het voorstel voor een besluit van de Raad) voorziet in een wijziging van bijlage XI (Elektronische communicatie, audiovisuele diensten en informatiemaatschappij) bij de EER-overeenkomst, ten einde Uitvoeringsbesluit 2014/702/EU van de Commissie van 7 oktober 2014 1 (tot wijziging van Beschikking 2007/131/EG van de Commissie van 21 februari 2007 2 inzake het geharmoniseerde gebruik van het radiospectrum in de Gemeenschap voor apparatuur die gebruik maakt van ultrabreedbandtechnologie) in de EER-overeenkomst op te nemen.

Motivering van de gevraagde aanpassing en voorgestelde oplossing


Relevant besluit:

Uitvoeringsbesluit 2014/702/EU van de Commissie van 7 oktober 2014 tot wijziging van Beschikking 2007/131/EG van de Commissie van 21 februari 2007 inzake het geharmoniseerde gebruik van het radiospectrum in de Gemeenschap voor apparatuur die gebruik maakt van ultrabreedbandtechnologie.


Relevante bepaling:

Verplichting om gebruik toe te staan van het radiospectrum op de frequentieband 6,0-8,5 GHz door apparatuur die gebruik maakt van ultrabreedbandtechnologie aan boord van vliegtuigen (bijlage, deel 4).


Motivering en voorgestelde oplossing:

Het gebruik van ultrabreedbandtechnologie aan boord van vliegtuigen kan interfereren met mobiele radioverbindingen van operatoren op en rond vliegvelden. Deze specifieke gevolgen zijn beschreven in een verslag van 2012 van het comité voor elektronische communicatie (Electronic Communications Committee - ECC) van de Europese Conferentie van de administraties van posterijen en van telecommunicatie (CEPT) 3 , en worden momenteel in detail bestudeerd en opnieuw geëvalueerd door de werkgroep spectrumtechniek - korte-afstandsapparatuur (SE24) van het ECC. De streefdatum voor de afronding van de werkzaamheden over dit punt in de SE24 is momenteel het eerste kwartaal van 2016 4 .

De dichtheid van radioverbindingen in de buurt van luchthavens en de intensiteit van het gebruik van deze verbindingen zijn groter in IJsland en Noorwegen dan in de EU. Om die reden is een vrijstelling noodzakelijk voor de frequentieband 6,0-8,5 GHz om schadelijke interferentie met mobiele radioverbindingen van operatoren te vermijden. De volgende aanpassing wordt ingevoegd in het besluit van het Gemengd Comité:

"IJsland en Noorwegen worden vrijgesteld van de verplichting om het gebruik toe te staan van de frequentieband 6,0 tot 8,5 GHz door apparatuur die gebruik maakt van ultrabreedbandtechnologie aan boord van vliegtuigen."


3. JURIDISCHE ELEMENTEN VAN HET VOORSTEL

Overeenkomstig artikel 1, lid 3, van Verordening (EG) nr. 2894/94 van de Raad van 28 november 1994 5 houdende bepaalde wijzen van toepassing van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte stelt de Raad met betrekking tot dit soort besluiten op voorstel van de Commissie het standpunt van de Unie vast.

De Commissie dient het ontwerp-besluit van het Gemengd Comité van de EER tot vaststelling bij de Raad in als het standpunt van de Unie. De Commissie hoopt dit standpunt zo spoedig mogelijk in het Gemengd Comité van de EER te kunnen uiteenzetten.